EIGENAARDIG STRAFRECHT IN DE LATE MIDDELEEUWEN
Bartök en Kodaly
BIJ DE EXPOSITIE
DER WERKEN
VAN EDVARD MUNCH
IN ROTTERDAM
MAJOOR STRANGEWAYS ONDERGING
DE „PEINE FORTE ET DURE"
Erbil
het muzikale vriendenpaar
dat de Hongaarse muziek
nieuwe impulsen gaf
Iirfs
ZATERDAG 17 JANUARI 1959
PAGINA TWEE
Door uitbreiding thans
dubbel belangrijk
„De twee topfiguren van
de moderne Hongaarse
muziek, die, geleid door
een verbluffend artistiek
inzicht, een kostbare
schat aan volksmuziek
uitgroeven en hiermee
een eigen muziektaal
ontdekten, die tevens
dienen kon als indivi
dueel uitdrukkingsmiddel
- deze twee toondich
ters, door wier muziek
onze nationale toonkunst
haar markante plaats op
het internationale po
dium verwierf - het zijn
de vrienden Zoltén Ko
dély en Béla Bartók".
MET het strafrecht heeft de mensheid te allen tijde gesukkeld.. Er is
in alle eeuwen strijd geweest over de verhouding tussen het recht
van de samenleving om inbreuken op de maatschappelijke orde
te wreken en het recht van de verdachte op verdediging van eigen
leven of vrijheid. Deze strijd vond en vindt zijn hoogtepunt in de
vraag: schuldig of onschuldig, ee,n vraag, die in onze tijd van
psychiatrie en psychologie nog moeilijker is geworden dan vroe
ger, toen men zich doorgaans alleen aan de feiten hield. Maar
deze feiten moesten ook toen bewezen zijn, wilde een veroor
deling kunnen volgen. En dit bewijs moest geleverd worden voor
door de overheid daartoe aangewezen rechters en volgens een
door diezelfde overheid vastgestelde procedure.
Oorspronkelijk werd veel met
het zogenaamde Godsoordeel ge
werkt. Men liet de beantwoording
van de vraag, die verdachte zelf
niet bevestigend wilde beant
woorden, gemakshalve aan ho
gere machten over. Uit de over
levering kennen wij nog de me
thode, die bij vrouwen gebezigd
werd, die van betrekkingen met
de duivel verdacht werden. Ze
werden aan handen en voeten
gebonden in het water geworpen.
Bleven ze drijven, dan was dit
onnatuurlijke verschijnsel het
bewijs van haar schuld en
wachtte haar de brandstapel.
Zonken ze, dan volgde wel
meestal de dood door verdrin
king, doch was haar -eer althans
gered. Men kende toen nog niet
het middel der kunstmatige
ademhaling en het'toedienen van
zuurstof.
Het lateraans concilie van 1123
heeft in de meeste landen een
einde gemaakt aan deze praktijk.
Zij werd als God verzoeken met
zware kerkelijke straffen be-
BOVENSTAANDE regels werden in 1929 boerenliederen ontstonden in de achttiende dreigd- Nu volgde de pijnbank,
geschreven door de Hongaarse musicoloog eeuw nieuwe vormen, waarvan er meer die voor de ongelukkige verdach-
dr. Aladar von Tóth, namelijk in een stu- dan drieduizend gevonden werden, die in ,en n\et veel beters inhield. De
die over de moderne stromingen der mu- achthonderd hoofdtypen konden worden fantasie der fabrikanten van
ziek in zijn land. De dertig jaar, die sinds- geklasseerd. Toonaard, ritme, tempo, wijze dfze ..bewijs' -middelen was on-
dien verlopen zijn, hebben dit inzicht be- van uitvoering, het werd voor Kodaly en uitputtelijk en menige onschul-
krachtigd. Reeds veertien jaar behoort Bartók een onafzienbaar terrein voor stu- dige zal wel luidkeels zijn zonde
Bartók niet meer tot, de levenden, maar die en persoonlijke verwerking. Naast de bekend hebben om van de niet.
stijgend is de roem van zijn naam om het oude en nieuwere boerenliederen waren meer te dragen pijnen te worden
merkwaardig oeuvre dat hij naliet en de het de zogenaamde Verbunkos dans- verlost,
erkenning gevonden heeft als een der vormen bestaande uit een gematigd tempo
hoogtepunten van de muzikale produktie („Lassu") en een snel deel („Friska") IN ENGELAND reageerde men
van de laatste halve eeuw. die hun aandacht vroegen, te meer omdat heel merkwaadiig op de bepalin-
Zijn vriend Kodaly leeft nog. Hij is thans in deze meer bekende stijl, zoveel ver- gen van het bovengenoemde
zevenenzeventig en geniet in zijn vader- bastering was ingeslopen. concilie. Het is de moeite waard
land een faam als nationale grootmeester T,_~.T,r pogingen te doen om deze zon
en tevens als onkreukbare persoonlijkheid. KODaLY en Baitok hebben ieder naar deriinge hersenkronkel te vol-
die het op zijn tijd aandurft tegen de iun e,ge" aanleg de resultaten van hun gen Men meende daar namelijk
machthebbers te protesteren, wanneer zij bronnenstudie te pas gebracht Kodaly, het kerkeiijk voorschrift zodanig
de artistieke vrijheid van de kunstenaar ^ljn evenwichtige en lyrische natuur, tg moeten verstaan dat de ver-
willen beknotten. Pas geleden nog kreeg totaal anders dan de meer gecompliceerde dachte het recht had gekregen
hij opdracht een lezing te houden voor een J5 deed. Het is vooi hen niet ee- zelf te bepalen of hij beoordeeld
communistische werkgemeenschap. Hij worden een verwerving van een originele ZQU worden 0f njet Werd iemand
ging, besteeg het podium, haalde een bijbel thematiek, om deze met overgeleverde verdacht van moord bijvoorbeeld
te voorschijn, las er een hoofdstuk uit voor dan werd hij gevangen genomen
en vertrok. Een typerend gebaar voor deze (zie verder laatste kolom) en voor de rechter geleid. Daar
nobele kunstenaar.
Kodély is dus, alle politieke omwente
lingen ten spijt in zijn vaderland ge
bleven. Bartók vestigde zich in 1940 in
Amerika, waar hij in 1945 overleed. Hun
wegen zijn uiteengelopen, hoe nauw deze
in hun jeugd en vormingsjaren ook paral
lel gingen en hoezeer de twee kunstenaars
elkaar beïnvloed hebben, terwijl ze in
feite zichzelf bleven. Hoewel even tempe
ramentrijk als de eruptieve Bartók ver
houdt Kodély zich tegenover hem als een
meer bezonnen persoonlijkheid. Wat beiden
echter gemeen hebben is het van vreemde
smetten gezuiverde gevoel voor het. lands-
eigene, hetgeen in hoogste instantie het
karakter van hun muziektaal heeft be
paald. Op een moment, dat door overculti-
vering de muziek sporen van bloedarmoede
begon te tonen, beraadden deze twee jonge
Hongaarse componisten zich oo een reactie,
die een gezond levensgevoel in hun kunst
zou opwekken. Het middel was niet nieuw:
teruggaan naar volkslied en volksdans,
naar de ongerepte natuur. Maar was dit
middel, voor wat Hongarije betreft, niet
reeds lang uitgeput? Had men niet reeds
meer dan een eeuw uitentreure met meer
of minder goed gevolg getracht „all'onga-
rese" te componeren, met czardas, verbun
kos en zigeunermuziek de wereld te over
stromen? Had een stroeve Noordduitser
als Brahms niet met zekere voorliefde
naar geiikte Hongaarse ritmen gegrepen
om stuwing te geven aan tal van zijn
werken? Had Liszt het volkseigene van
zijn geboorteland niet uitgeput en te pas
gebracht in zijn negentien Hongaarse rap
sodieën en andere bravourstukken? Maar
het was zeer de vraag of dit alles echte
volksmuziek was, het zuivere karakter
daarvan nabijkwam. Het feit, dat de
thematiek van Liszt's populairste rapsodie,
de tweede, achteraf als eigendom óogeëist
werd door de comoonist Heinrich Ehrlich
(wat er op wijst dat Liszt zich in zijn bron
vergist had) geeft in deze te denken.
BARTÓK begon met zijn Rhapsodie
opus 1 (uit 1904) ook met de zo voor de
hand liggende vergissing. Het was Ko
daly, die hem oren en ogen opende voor
de echte muziekfolklore van hun land.
Zóltan Kodaly studeerde niet alleen aan
de hogeschool voor muziek, doch volgde
ook de filosofische faculteit van de univer
siteit te Boedapest en prepareerde zich in
die tijd op een dissertatie over de natio
nale volksmuziek. Dit werd dan de aan
leiding, dat de beide vrienden er in 1905
samen op uittrokken om onder de boeren
bevolking de nog levende volksliederen en
volksdansen op te sporen en de resultaten
achteraf wetenschappelijk te ordenen.
Deze activiteit breidde zich stelselmatig
uit, want niet alleen het eigen land, maar
ook Roemeens en Slowaaks gebied werd
in de exploratie betrokken.
Vermeld wordt, dat een groot aantal
grammofoonopnamen, op deze excursies
ddor Bartók gemaakt, verloren zijn gegaan. - -
Maar de oogst aan materiaal, dat zich tot
waardevolle schifting leende, is nog ont
zaglijk gebleken. De onderzoekers kwamen TOT 9 FEBRUARI wordt in het Museum
tot de uitkomst (gebaseerd op ongeveer Boymans-Van Beuningen een tentoonstel
duizend oude boerenliederen ingedeeld in ]jng gehouden van werken van bij ons als
tweehonderd hoofdtypen) dat de oorsprong grootste geldende Noorse schilder Edvard
ervan in Azië te zoeken is. namelijk bij Munch (1863-1944). Men beperkte zich tot
een Russische volksstam. Uit deze oude vijfentwintig schilderijen, ontstaan voor
1910, benevens bijna honderd grafische
werken, die voor een groot deel in nauwe
betrekking tot die schilderijen staan. De
catalogus doet dit laatste nog scherper uit
komen door de plaatsing van reprodukties
van schilderijen en houtsnedes, lithogra
fieën of etsen, hetzelfde onderwerp be
treffende, naast of onder elkaar. Het zou
moeilijk geweest zijn dit op deze tentoon
stelling zelf te doen. Om meer is trouwens
de catalogus instructief. Men liet Munch
zelve aan het woord en de biografische ge
gevens lijken werkelijk essentieel.
werd hem gevraagd zoals nu
nog gebeurt ..Verdachte bent
gij schuldig of niet schuldig?"
Antwoordde deze met: „Schul
dig", dan was de rest der proce
dure eenvoudig genoeg. Dan
werd hij gehangen of verbrand
of op een andere wijze om het
leven gebracht. Antwoordde de
het proces een normaal verloop
te doen hebben, zouden wij zeg
gen. Maar zo dachten de heren in
het Engeland der late middel
eeuwen er niet over- Zij vonden
een naar hun mening afdoend
middel om de verdachte van ge
dachte te doen veranderen: de
„peine forte et dure". Een uit-
verdachte echter met: onschul- vinding, die wreted was en dom
dig, dan werd hem gevraagd: en bovendien nog in latere jaren
Verdachte hoe wilt gij worden onnodig, omdat het inmiddels in
berecht? Nu moest hij antwoor- het leven geroepen parlement de
den: Door God en mijn land. Ge- macht had de procedure tegen
bruikte hij deze sacramentele de wil van verdachte te laten
woorden, dan kon het proces voortzetten. Maar men koos toch
voortgang hebben na een zege- meestal het eenvoudiger middel,
wens van de zijde van de onder- dat bijna altijd hielp. Men bond
vrager aan het adres van ver- verdachte in een speciaal daar-
dachte. Weigerde hij echter deze voor ingerichte cel op de grond
zin te gebruiken, dan liep de vast, legde een plank op zijn
zaak vast. Het proces kon niet borst en stapelde daarop zoveel
doorgaan! De verdachte werd stenen, dat hij nog net kon adem.
naar de gevangenis terugge- halen. En dan werd maar ge
bracht en men wachtte de dag af wacht tot verdachte toegaf öf
waarop hij tot betere gedachten tot hij een afschuwelijke dood
kwam. Dat gebeurde soms wel stierf. De meesten gaven zich
en dikwijls niet en het kwam ook over, enkele niet. De laatste de-
maar al te vaak voor dat ver- den het niet, omdat zij hun ver
dachte plotseling spoorloos ver- mogen wilden redden voor vrouw
dwenen was, vooral als hij over en kinderen, welk vermogen bij
wat geld kon beschikken. De
gevangenisbewaarders ontvingen
destijds geen salaris en moesten
leven van wat de „gasten" voor
een eventuele veroordeling ver
beurd zou worden verklaard.
MAJOOR
STRANGEWAYS
kost en inwoning betaalden. De heeft ook niet toegegeven. Niet
verleiding om tegen betaling van
een beurs goud wat slordig te
zijn met. het. sluiten van deuren
werd hun dus vaak te machtig.
DEZE STAND van zaken kon
moeilijk worden volgehouden en
omdat hij een vermogen wilde
redden, want dat was al voor
hem verloren, doch omdat hij
niet wilde worden gehangen,
maar als eerlijk krijgsman dood
geschoten. Zijn schuld stond vast.
Het is tijdens het bewind van
dus verzonnen de autoriteiten er Cromwell gebeurd. De verdachte
tenslotte wat op. Laat schieten
die malle gewoonte om het van
verdachte te laten afhangen om
had gestreden in het leger van
Karei I, die inmiddels door een
parlementscommissie ter dood
was veroordeeld. Strangeways
voelde zich dus niet veilig. Om
althans aan te verwachten finan
ciële narigheden het hoofd te
kunnen bieden had hij door mid
del van juridisch kunst- en
vliegwerk zijn vermogen in han
den van zijn ongehuwde zuster
gespeeld. Broeder en zuster leef
den nu in verborgenheid verder
en wellicht zou er niets gebeurd
zijn, als Eros geen roet in het
eten gegooid had.
Een bejaarde advocaat liet het
oog vallen op de lang niet on
aantrekkelijke persoon van de
zuster, Mabellah geheten. Toen
bleek dat de liefde van beide
kanten kwam, was Strangeways
in alle staten! Want daar ging
zijn geld.... En op zekeren dag
werd de minnaar dood aan zijn
schrijftafel gevonden. Neerge
schoten met een geweer, dat
verdachte enige dagen tevoren
bij een wapenhandelaar in de
buurt had gekocht- Strangeways
ontkende niet, dat de kogel uit
dat geweer de dood van de ad
vocaat had veroorzaakt. Hij zei
alleen, dat niet hijzelf, doch een
door hem gehuurde beroeps
moordenaar de eigenlijke dader
was. Diens naam wilde hij niet
noemen. Hij wilde trouwens
helemaal niet aan het proces
fneewerken, voordat hij toezeg
ging kreeg uiteindelijk niet te
zullen worden gehangen. Hij
wilde de dood door de kogel.
Het. behoeft geen uiteenzetting,
dat deze belofte niet kon wor
den gegeven. Hijzelf had aan zijn
slachtoffer ook geen keuze ge
laten. Maar verdachte weigerde
te antwoorden op de hierboven
genoemde vraag hoe hij berecht
wilde worden. De woorden:
„Door God en mijn land" kwa
men niet over zijn lippen.
Dus werd hij verwezen naar
de „peine forte et dure". Hij
ging gelaten mee naar de cel.
waar hij de stenen, die hem de
uiterste benauwenis moesten ge
ven, tegen de muur zag staan.
Strangeways' voornemen stond
vast. Hij zou niet toegeven. Hij
zocht alleen naar middelen om de
kwelling zo kort mogelijk te doen
duren. Hij vroeg of men een
scherpe steeen onder zijn rugge-
graat wilde leggen, opdat deze
dadelijk zou breken. Dit werd
hem geweigerd. Maar er werd
iets anders wel toegestaan en
dat vervult ons weer met ver
bazing. Zijn vrienden mochten
helpen zijn lijden te bekorten.
Toen de plank op Strangeways'
borst was gelegd en het voorge
schreven aantal stenen daarop
gestapeld, beklommen ook een
paar vrienden de plank en gin
gen daarop met de voeten stam
pen. In tien minuten was alles
afgelopen
Pleegden de vrienden geen
moord, zij het moord op verzoek"'
De rechter van tegenwoordig zou
daaraan niet twijfelen maar
in die dagen dacht men er blijk
baar anders over. Het werd ten
slotte gewoonte. Zoals het ge
woonte was, aan de benen van
een gehangene te trekken om
het lijden snel te doen verlopen.
De „peine forte et dure" werd
toegepast tot 1772. Toen vond
men er iets anders op om t.ot een
veroordelend vonnis te kom,en.
De verdachte, die weigerde aan
het proces mede te werken, werd
zonder verder bewijs schuldig
verklaard en terechtgesteld. En
pas in 1827 kwam men in Enge
land tot het besef, dat men de
hele procedure kon voeren en
bewijs bijbrengen, ook al zweeg
de verdachte in alle talen.
Mr. H. J. M. Tonino
o n.
"S 3-*
21 a
o
3 m
3 -10
id <d
OO 3 -
«O
5 nv
t/> t/> 3
2 g®
-j id z\
3 a 3 2.
3 N O -
O a
3 - 3 o>
'S-s.*
n (d
S_!-a
-O
c z
ia m
<d 3
c 3
3 E.3 9-
1^5'
-* o
3 o* 3 3
a lp a a
3 n id b
ia w
n n,
q) 0) id 01
3 3 3 ia
gische krijgt een meer algemeen-menselijke
betekenis, aldus de catalogus.
Van deze uitmuntende catalogus profi
teer ik verder nog met enkele citaten van
Munchs eigen woorden. De hevigheid van
zijn werken blijkt wel uit:
(vervolg van tweede kolom)
middelen te verwerken. Neen, het. heeft
hen losgemaakt, vooral ritmisch, tonaal en
melodisch, om zich uit te drukken in een
eigen idioom. Met recht konden zij met
Chesterton zeggen: „Wij hebben onze fruit -
„Het vervelendste dat er bestaat is de bomen op een kerkhof geplant". En hun
eeuwige jacht op penselen en verftubes en boomgaard heeft sappige vruchten voort-
het klaarmaken van een palet". Een echte gebracht, die ofwel hun wilde oorsprong
schildersopmerking! „Ik heb geen andere verraden (denk aan Bartóks „Allegro bar-
kinderen dan mijn schilderijen". Hoe waar- baro") ofwel uitmunten in geur en kleur
achtig ook: „Ik moet zien, wat er over mijn en mildheid, doch bovenal in originaliteit.
schilderijen geschreven wordt, hoewel ik
weet, dat het voor mij gevaarlijk is. Het MUZIEKVRIENDEN kunnen er zich op
is bovenal gevaarlijk geprezen te worden", verheugen, dat het Noordhollands Phil-
Hij rvil natuurlijk begrepen worden. Maar harmonisch Orkest dit seizoen bijzonder
als dat gebeurt, wantrouwt hij zichzelf. ve:f' aandacht aan het werk van Bartók
„Het is, alsof iemand (dan) achter mij staat wijdt. Dirigent Henri Arends toont hier-
en fluistert: schilder precies zo, dan word mee- dat hij, de weg van de minste weer-
je geprezen!" Pas op. want.: „Wie de godin stand vermijdend, zijn taak verantwoorde-
der kunst trouw toil z\in, mag zich niet Hik opvat en de rol van het orkest wil
richten naar anderer wens".
Sinds kort is het al zo lang belangrijke
Rotterdamse museum Boymans-Van Beu
ningen genaamd. Terecht, want de collectie
is dubbel zo belangrijk geworden door de
nalatenschap van de verzamelaar D. G.
aangemeten zien aan de eisen van de tijd.
Op het programma van vrijdag aanstaande
komt weer een werk van Bartók voor,
namelijk de Eerste rapsodie voor viool en
orkest". Elise Cserfalvi die in het eerste
deel van de avond een Concert van Mozart
speelt (D.K.V. 218) is uiteraard de so
liste.
Hier hebben we de componist ten voeten
uit op zijn folkloristisch terrein, welis
waar niet met zijn grillige boerendansen
maar met een vrij beknopt tweeledig stuk
van*Beuningen* "de mandie'toch al' zoveel' |n de ™rm £a!\d® verbunkos „Lassu"
voor het museum deed. Men verwachte 'JÏE g' erJ „Friska (opgewekt) en dus
van mij geen bespreking van de vele aan- dlcht:J? d? buurt van het bekende Liszt-
winsten. Het zou een even onbegonnen Pr°cede; *aar twe kunnen er van op aan,
karwei zijn als een bespreking van het be- dat wf h'®r echte speelmansmuziek te
zit van het Rijksmuseum, waarmee Boy- doe" hebben, die dan door de componist
mans-Van Beuningen thans te vergelijken ge7et„ 18 oe" sfeerwekkende achter-
is. Ik kan moe,li,k van de krant een cata- grond Daar tho°rt uiteraard de medewer-
logus maken Nauwgezet begon ik alle k,ng ,va" het Hongaarse volksinstrument
schilderijen en beeldhouwwerken, waar- „c.mbalom bij men weet wel. dat
aan het plaatje ..Coll. D. G. van Beu- grote hakkebord, een toetsenloze vleugel-
ningen" bevestigd was. te noteren. Ik heb p,ano' die 3,8 fen x~vlofoon hamertjes
het tenslotte opgegeven. Het is een reeks bewerkt wordt en in geen zigeunerkapel
werken van meesters, zij het misschien niet onJ,Dr.
altijd meesterwerken. Een klein doek van Het 18 een Rarfok ,n z,jn a'Hreenvoudig-
Renoir bijvoorbeeld is niet bijster sterk.
ste vorm, pretentieloos zou men kunnen
maar altiid zie ik het graag en het comple- zfgge": maar tenslotte kenmerkend voor
!eert de collectie Impressionisten op wel- 7,jn ld,0.°tm' von4r zoverr,e h" het, "bject.ef
kome wijze. Van hen zijn verder Monet en aa"Wen<3t, want men hoeft achter deze
Sisley. met voorlopers als Diaz. Jongkind
en Boudin, vertegenwoordigd. Van Gogh
en Gauguin mogen met. hun hier aanwezige
werk nog tot hen gerekend worden.
Begonnen zijnde met mijn persoonlijke -l l i
voorkeur ga ik nu verder terug om de fpintu„ele
Fransen Fantin Latour. Corot, Daubigny,
opgewekte dansmuziek geen problemen
van een gespleten ziel te zoeken.
F,N HET IS bijzonder prettig na deze
gefatsoeneerde en geestig verwerkte volks-
Courbet en Daumier te noemen. Vertegen
woordigde Franse schilders uit de acht
tiende eeuw zijn Pater. Lancret, Robert,
Boucher en Watteau onder meer. In hun
buurt kan men Guardi (vier stuks) en Tie-
oolo ontmoeten. Ik kwam langs een mooie
Adriaen Brouwer in de nabijheid van de
vele werken van Rubens, waartoe een aan-
wassenheid kreeg hij contact met een
groep vooraanstaande schrijvers en andere
kunstenaars, die zich hadden verzameld
om de dichter Hans Jaeger, schrijver van
„Christiania's Bohemia" een boek, dat
bij de verschijning verboden werd, zo
lezen we in de catalogus. Het. was de tijd
van grote bewondering voor Zola en vol
gens Munch had een Dostojewski dat „vie
de bohème" moeten beschrijven. Men kan
misschien ook aan Strindbergs „Rode
Kamer" denken. Munch was veel ziek:
„Mijn hele leven is een strijd geweest om
mijn gezondheid". Zijn eerste eigen ten
toonstelling te Oslo (Christiania) getuigde
van ziekte, dood en van de verhouding
tussen man en vrouw. „Schilderen is voor
mij een ziekte of een roes".
In 1889 gaat hij voor de tweede keer
Zijn jeugd was moeilijk en bepalend voor naar Parijs, waar hij de invloeden van de
zijn ontwikkeling. Toen hij vijf jaar was,
stierf zijn moeder aan tubercolose. Negen
jaar later overleed zijn zuster aan dezelfde
ziekte. Ziekte en krankzinnigheid waren
de zwarte engelen, die aan mijn wieg de
wacht hielden, schreef Munch nadien.
MUNCH heeft les van de ons onbekende
beeldhouwer Middelthun, de schilders
Christian Krohg en Hans Heyerdahl ge
had. Kort na het bereiken van zijn vol-
Impressionisten, de theorieën van Seurat
en voorts het werk van Van Gogh en Gau
guin ondergaat. In 1892 is zijn werk er de
oorzaak van dat in Berlijn een nieuwe sa
lon de „Berliner Sezession" wordt op
gericht door zijn verdedigers, waaronder
Liebermann, die het niet namen dat om
Munchs werk een tentoonstelling van de
„Verein Berliner Künstler" gesloten werd.
In Berlijn ontmoet hij onder meer Strind-
berg, wiens portret we op deze expositie
aantreffen. Zijn eerste grafische werk ver
schijnt in 1894. Belangrijk is voorts zijn
contact met het grafische werk van Tou
louse-Lautrec, Bonnard en Vuillard twee
jaar later. Duidelijk is Lautrecs invloed
op „Kristiania-bohème", zowel schilderij
als ets naar dit onderwerp zijn hier ge-
exposeerd. Op zijn houtsneden was Gau
guin ook van invloed. Zij waren op hun
beurt voorbeelden voor de Duitse expres
sionisten. Tekenend voor Munchs geest is
ook zijn contact met de zogenaamde Sym
bolisten, waaronder de dichter Mallarmé,
wiens gelithografeerde portret hier ook te
zien is. Munchs symbolisme heeft echter
niet veel indruk op de Fransen gemaakt.
Een teruggrijpen op de werkelijkheid lijkt
hem overigens goed te doen. Wanneer de
spanningen te hoog worden, blijkt het van
het begin af door hem gefrequenteerde
Aasgaardstrand vaak een uitkomst. „Het
eenvoudigste, dat er te schilderen valt, zijn
de oeverlijnen, waar de hand kan langs-
glijden. Als ik niet weet, wat te schilderen,
schilder ik een strandgezicht". Dit schrijft
Munch, die toch ook een der meest aan
gewezen figuren voor decorontwerpen
voor Ibsens „Spoken" was. In 1909 ver
andert zijn kunst. Het litterair-psycholo-
horen. Wie deze componist uit zijn „Psal-
mus Hungaricus" kent, uit zijn „Missa bre-
vis" en zijn machtige „Te Deum" of uit
zijn diverse werken voor kamermuziek,
doch onkundig van deze „Hary Janos"
bleef, kan zich verbazen hoe de componist
van al deze verheven werken, hier de „vis
comica" weet te treffen in een sprankelen
de muziektaal. Kodaly schreef het werk
rijtje van El Greco gewezen worden. En
welk een aanvulling heeft het bezit aan
oude Hollanders met werken van Rem-
gnjpend doek „Drie Kruisen" behoort. Een alg zangspel> doch vatte later GnkeJe
hoekportaal is gevuld met klein beeld- soden e^'samen in een orkestsuite, d e
bouwwerk van beroemde oude Italianen, snel de orkestpodiums in de Qude en
maar vooral aan schilderijen is het Ita- Njeuwe wereld veroverd heeft,
liaanse bezit indrukwekkend: Veronese. wó™ Tinne» i
Moroni. Tintoretto, Ghirlandaio. Gozzolü ge'Aaarf een bekend! fiKur T de Hor
en nog verscheidene andere namen no eer- gaarse volksverbeelding In een zestal
de ik. Verder moet op een klein schilde- delen worden Gnjge vanëzijn bravourstuk.
ken muzikaal verteld. Het begint met een
niesbui, waarmee uitgedrukt, wil zijn dat
u j«. o* t-, tt i t t j bet allemaal echt waar is wat er over de
brandt Steen, De Hoogh, J. J. van der he]d van het verhaa, meegedeeld wordt.
Velde Van Ruysdael, Cuyp Van Goyen Er volgt een dwaze geschiedenis hoe Ma-
uEr er' A^ercamp gekregen. Wat rie LoUjset de keizerin van Frankrijk, op
van het zo exceptionele bezit van een Hary Janos verliefd woHt en hem mee-
schildenj van Hercules Seghers en een van troont naar het keizerlijk hof te Wenen,
Brueghel te denken! Ook een klein por- Waar hij en zijn liefje Orze, die hij ook
tretje van Frans Hals werd de verzameling maar meegenomen heeft, verbaasd staan
rijker. Van nog vroegere tijd heeft het mu- om wat zij er te zien en te horen krijgen.
seum thans werk van Durer, Lucas van Héry Jénos, die zich echter al gauw ver-
Leyden, Bouts David, Quinten Matsys Ro- veeit, lucht zijn hart met een zigeunerlied.
gier van der Weyden, Geertgen tot St. Jans Dan komt het tot een gevecht met Na-
e"7an**ck uT eig®ndo"1- poleon, die natuurlijk het onderspit delft
Men duide het mij niet euvel als ,k wat en onder het klinken van een treurmars
oversloeg Ik geloof al meer dan voldoende van het toneel verdwijnt. Het slot is dan
genoemd te hebben. Men bedenken, dat dit een feestelijke apothese van Héry Jénos,
alles werd toegevoegd aan een verzame- wanneer hij in triomf aan het keizerlijk
Hng, die onder meer al een paar prachtige hof onthaald wordt.
Rembrandts bevatte.
Bob Buys Jos. de Klerk