Haarlems stadhuis als plaats van re chtspraak VOOR DE PRET FEEST BIJ PIERLOT Zeventig jaar kegelen OPERETTE FILMS VAN RECHTHUIS TOT RAADHUIS DONDERDAG 29 JANUARI 1959 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT .5 Examens KNAC-wegeninformatie: 635070 Den Haag bellen Charles A. Cocheret sprak over „Humor in de krant" Verrassende wending in thuisdammerstoernooi Wintercompetitie VHS (7) Zeven dagen in en om Haarlem Handen en Lippen ruw? WEGENS HET BEREIKEN van de 70-jarige leeftijd zal de president van de Arrondissements-Rechthank te Haarlem, mr. A. M. baron van Tuyll van Seroos- kerken morgenochtend in een speciaal daartoe belegde zitting van de rechtbank zijn functie neerleggen. Daar de zaal van de rechtbank in de Jansstraat niet voldoende ruimte biedt, om alle belangstellenden te bevatten, zal deze afscheids- zitting worden gehouden in de gravenzaal van het stadhuis, die daartoe, gaarne door liet gemeentebestuur ter beschikking werd gesteld. Hoewel dit op zichzelf gezien een gebeurtenis zonder precedent is, had men voor deze bijzondere zitting toch bezwaarlijk een plaats kunnen vinden, die daartoe juist uit een oogpunt van traditie meer was geëigend. Wie luer niet dadelijk van overtuigd mocht zijn, dient te bedenken, dat de graven van Holland hun aan 't Sant gelegen zaal niet slechts zulten hebben gebruikt voor feesten na toernooi en jacht, maar daarin zeker ook vierschaar zullen hebben gehouden. De oudste openbare bestemming van dit grafelijk slot was dus die van rechthuis. Toen het jachtslot in de tweede helft van de veertiende eeuw in eigendom aan de stad was overgegaan, is die bestemming van het gebouw in toenemende mate tot uitdrukking gekomen. In die tijd immers werd aan de tot dus ver rechthoekige zaal de kleine uitbouw met open benedengalerij (thans fietsenstal ling!) toegevoegd. Naast deze zogenaamde „cleyne vierschaer" werd een eeuw later (1455) de veel verder vooruitspringende uitbouw van de grote vierschaar opgetrok ken, wat een aanwijzing mag zijn dat de rechterlijke taak ook toen reeds bezig was zich uit te breiden. Op de bekende afbeelding van het stad huis door Saenredam ziet men vóór deze grote vierschaar een houten schavot opge steld en daarboven, tegen de nog gotische gevel, drie lang gerekte beelden, waarvan het middelste een Justitia voorstelt. Blij kens de rekeningen werden deze beelden in 1466 gemaakt en geplaatst door „Meester Willem van Zandfoort den beeldsnijer". In 1633 werd deze gevel echter geheel gemo derniseerd. Het eenvoudige houten schavot maakte plaats voor een pompeus, door Toscaanse zuilen gedragen balkon en de middeleeuwse Justitia werd vervangen door het niet bijster geslaagde beeld van de godin der Gerechtigheid dat wij nog heden zien. Tezelfder tijd werd boven de toegangs deur bij de dubbele bordestrap het op schrift aangebracht, dat kwaadwillende burgers (in het latijn) ervan moet weer houden zich ooit te vergrijpen aan „deze heilige zetel van de rechtspraak, tevens huis van de raad". Anders dan wij het thans gewoon zijn, doch historisch juist, wordt hier de rechtspraak geacht aan wet geving en bestuur vooraf te gaan. Gevangenis In deze gouden eeuw, waarin alie over heidsgezag nog binnen één gebouw plaats kon vinden, diende ons stadhuis daaren boven als gevangenis en huis Van bewa ring. Om deze concentratie van diensten- mogelijk te maken, had de vroedschap in januari 1620 aan mr. Lieven de Key opge dragen een vleugel langs de Zijlstraat te ontwerpen, waarvan de kelderverdieping dienst kon doen als gevangenis, de be- ganegrond-verdieping de gijzelkamers voor Thans nog is in de genei van het Haarlemse stadhuis dit beeld te zien van de godin der Gerechtigheid, dat er op wijst, dat in het stadhuis in vroeger eeuwen ook terechtzittingen werden gehouden. De foto is van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Amsterdam. Aan de Gemecnle Universiteit is gepromoveerd tot doctor in de wis- en natuur kunde de heer P. J. Jungerius uit Oegstgeest. as sistent op het Laboratorium voor Fysische Geo grafie. op een dissertatie over de ontwikkeling van de liascuesta. steile wanden van lias uit de mesozoische periode, in hel groothertogdom Luxemburg. Amsterdam. Gemeente Universiteit. Geslaagd voor het artsexamen eerste gedeelte: mei. M. P. J. Hagenaars, B. J. Willems en D. G. Jochems, Amsterdam en J. H. Bongers. Haarlem. Amsterdam. Gemeente Universiteit. Geslaagd voor het doctoraalexamen economie: G. C. C. Pels Rijcken, Amsterdam. Utrecht, De heer J. G. Roosenhurg te Utrecht is gepromoveerd tot doctor in de geneeskunde op het proefschrift ..De behandeling van longafwi.i- kingen veroorzaakt door de ziekte van Besnier- Boeck". Dr. Roosenburg is eerste geneesheer aan de gemeenteziekenhuizen te 's-Gravenhage. Utrecht. Geslaagd voor het kandidaatsexamen geneeskunde: G. G. J. America. Meerssen: A. H. Bastiaans. Den Bosch. A. G. F. M. Brok, Arnhem: J. Bijleveld, Hengelo: S. C. Freni, Zaltbommel; R Goetmakers, Rotterdam; G. H. Hage, Rotter dam: J. Luursema, Utrecht; R. dc Man, Rotterdam; H. W. van den Meerendonk. Rotterdam; me], K. Meijer. Schoonhoven: A. F. Mooij, Utrecht; J. H. Oudhof, Utrecht: R. A. M. Panhuysen, Maastricht; mej. M. Reintjes, Utrecht; mej. J. Rierink, Aal ten: F. C. G. L. Senden, Amersfoort; A. C. M. ingerhoeds, Amby; mej. A. M. Voorhoeve, Voorst IGld.); L. Westerhof, De Bilt; mej. J. van Zut- phen, Utrecht; G. Zwaan, Zaltbommel. Kandi daatsexamen rechtsgeleerdheid: mej. J. C. C. Prins, Utrecht; mej. M. L. C. M. Hueber, Oister- wiik; C. B. L. Oomen, Vught. Kerkelijk examen: H. B. Van der Steen, Utrecht: P. Alblas, Utrecht; S K. Meszaros, Utrecht; B. C. de Gelder, Alblas- serdam. Kandidaatsexamen pedagogie: Ti. Meijer, Drachten. Kandidaatsexamen psychologie: J. J. van der Horst (cum laude), Utrecht; C. M. Boon, Utrecht; H. J. Kneppers, Utrecht; H. D. Scholten, 1 Bilt. In 1633 werd de gevel van het Haar lemse stadhuis gemoderniseerd, waar bij dit pompeuze, door Trojaanse zuilen gedragen balkon is gebouwd. De foto is naar een schilderij van G. A. Berckheyde te Londen. onwillige debiteuren zou bevatten en de bovenverdieping gereserveerd zou blijven voor enige „heerlijke cameren", die als zo danig tot de huidige dag dienst doen. Waar eens de gevangenen zuchtten, sluimeren thans de kolenvoorraden van het stadhuis; in de gijzelkamers heeft de stadsdrukkerij een plaats gevonden, maar voor wie deze tekens weet te verstaan, vormen de zware diefijzers langs de vensters aan de Zijl straat nog steeds een duidelijke herinne ring 'aan'de oorspronkelijke bestemming Va'n dit deel van het gebouw. Intussen is deze bestemming van recht huis op tal van plaatsen ook in het inwen dige duidelijk naspeurbaar. Wie vanuit de gravenzaal het vertrek betreedt, aat links bovenaan de brede trap is gelegen, komt in de rijke kamer, waar eens de schepenen (dat zijn de rechtscheppers vergaderden. Nog prijkt boven de zware schouw als een immens vermaan tot de rechters Jan de Bray's schilderij van koning Seleukos, die zich uit eerbied voor de wet een oog laat uitsteken. De ruimte wordt thans ook wel als trouwkamer gebruikt, maar gelukkig heeft in onze weinig klassieke tijd het merendeel der trouwlustigen niet het flauwste vermoeden wat de eigenlijke be tekenis van dit tafereel is. Ook beeft in deze kamer gehangen de uit hout gesneden schepenklok thans in het Frans Hals museum die het uur aangaf waarop recht zou worden gedaan. Morgen zal het voor onze ogen ongewone gezicht zich voordoen dat een groot aantal leden van de zittende en staande magistra tuur en van de balie, allen gehuld in het stemmige zwart van hun toga's, zich be wegen door de gravenzaal en die andere vertrekken. Maar voor het oude gebouw betekent deze gebeurtenis niets dan één schakel meer in de zeven eeuwen oude keten van gebeurtenissen, en wanneer de wanden zich iets van dit verleden konden herinneren, zouden zij terugdenken aan de jaren 1800 tot 1803, toen tijdens de ge boorteweeën van onze eenheidsstaat deze zelfde zalen dienden tot verblijf voor het Gerechtshof van het departement Texel. Het Gerechtshof vergaderde toen in de huidige kamer van Burgemeester en Wet houders, terwijl de gravenzaal was in gericht tot het houden der Grote Rol. Weliswaar was dit nieuwe hof gedoemd na enkele jaren te verdwijnen, maar na de bevrijding van de Franse overheersing ble ven de rechtbank en het. kantongerecht hun zetel behouden in het stadhuis. Tot 1839 toe, toen zij vertrokken naar een eigen daartoe speciaal door de gemeente aange kocht en ingericht pand in de Zijlstraat, ter plaatse waar nu het postkantoor staat. Het staatsrechtelijk patroon had zich in middels diepgaand gewijzigd: de recht spraak behoorde niet langer tot de be voegdheid van het stadsbestuur, maar werd een afzonderlijk deel van de staatstaak. In 1855 kwam dit ook naar buiten volledig tot uiting toen het grote, aan het uitsprin gende gedeelte van het stadhuis verbonden schavot werd afgebroken. Van de stenen ananassen, die eens de zware balustrade hadden bekroond, vond één een bescheiden plaatsje op een pomp op de binnenplaats van het Frans Halsmuseum. Sic transit gloria mundi. Mr. H. E. Phoff Er is nu een apart telefoonnummer voor de „KNAC-Wegeninformatie": 63.50.70 in Den Haag, waarover men van buiten Den Haag bellend eerst kengetal 01700 moet draaien. Alle weggebruikers kunnen dagelijks van 6 tot 21 uur via dit nummer informaties krijgen over de toestand van de wegen en over de weersgesteldheid en de weersverwachtingen in Nederland en de andere Westeuropese landen. Voorlopig is de dienst nog niet 's nachts in bedrijf. Bij slecht weer kan men tot elf nut 's avonds een beroep doen op de „KNAC- Wegeninformatie" in plaats van tot negen uur 's avonds Volhsuniversite.it Voor leden van de Volksuniversiteit heeft in het Frans Halsmuseum in Haar lem de heer Charles A. Cocheret, mede werker van de Nieuwe Rotterdamse Cou rant, een voordracht gehouden over „Hu mor in de krant." Omstreeks 1900 waren de kranten zo wel in binnen- als buitenland onverteer baar vervelend. De tekst lag als een grij ze mist van lettertjes over de pagina's, nauwelijks onderbroken door een kopje van hoofdletters. Als men het wil geloven ging in die tijd de hoofdredacteur van „Le Temps" in Parijs zover, dat hij 's mor gens op de redactie de journalisten op het hart bond: „Laat ons vervelend zijn.." Een van de eersten, die ter afwisseling van de stijfdeftige politieke artikelen en de eentonige berichtgeving, gezelliger lec tuur publiceerde, was Brusse. Toen zijn feuilleton „Onder de mensen" in de NRC verscheen, werden de krantenjongens de nummers uit de handen gerukt. Steeds meer kranten ruimden plaats in voor de humor, die vaak tot het peil van geestige kolder steeg. Daar was Herman Heyer- mans met zijn typisch Joodse humor. Abraham Kuyper schreef zijn „driester ren", De Telegraaf had de getekende hu- moristiek van Jo Snier en de geschreve ne van Johan Luger, de eerste, die recht bankverslagen ging verslaan en daar amusante kopij uit haalde. Een groot humorist was ook de satirieke en originele J. C. Schroder met zijn rode baard (vandaar zijn pseudoniem Barba- rossa). Hij bestond het een gemeente raadsvergadering aldus te verslaan: Hij begon met tien regels puntjes en daaron der schreef hij „De rest was minder be langrijk". De heer Cocheret noemde verder namen als Henriette van Eyck, 'Elias, Carmiggelt, Leonard Huizinga, Trijntje Fop (pseudo niem voor Kees Stip), die ook nu nog de berichtgeving in de kranten met hun bij dragen verluchten. Van het werk van vele schrijvers en schrijfsters droeg spreker karakteristieke specimina voor. De aanwezigen hadden vooral veel plezier om de kolder van de Kleine Krant in de Groene Amsterdam mer en de rake typeringen van Annie M. G. Schmidt. Een ontroerend facet van zijn inleiding was de blik achter de coulissen, die spre ker zijn gehoor gunde om aan te tonen, dat sommige van deze begenadigde auteurs veel leed kenden. Leo Hageman bijvoorbeeld, die in De Telegraaf de vas te rubriek „Langs de straat" schreef, was bijna doof en blind. Maar dat verhinder de hem niet zijn leuke stukjes te produce ren. En zo was het ook met Berend de Goede en nog anderen. Ondanks hun licha melijke gebreken gingen zij voort met hun werk. Dat was een zaak van aangebo ren talent en geestelijke gaven: zij konden niet anders. Verschillende deelnemers aan het toer nooi voor thuisdammers hebben er voor gezorgd, dat de spelers, die verleden week de leiding namen, werden teruggewezen naar een gedeelde eerste plaats op de ranglijst. In groep A behaalde A. A. Croon een fraaie overwinning op de nog ongeslagen G. M. Neuman, terwijl P. Hagebout zege vierde over J. J. v. d. Fange. J. de Jager wist zich door een overwinning op A. Bosman met een punt voorsprong op de eerste plaats te nestelen. Door het uitvallen van E. Cassee in groep B is de situatie aan de top van de ranglijst in het voordeel van J. H. de Boer verschoven. Hoewel De Boer vrij was behield hij met 4 uit 2 de leiding. Zijn naaste concurrent, H. v. Poeteren sr., ver giste zich niet en won van D. P. Deen. De partij A. G. A. Heinink—J. Unger eindigde in remise. In groep A verloor koploper W. v. Gel deren van L. v. d. Heuvels. P. Cornet ir. versloeg de eveneens ongeslagen H. v. Poe teren jr. P. J. Pijpers voegde zich bij de leiders door zijn inhaalpartij tegen L. v. d. Heuvels in winst om te zetten. H. P. Post verloor achtereenvolgens van W. v. Gel deren en A. Zwaan. P. Cornet jr., W. v. Gelderen en P. J. Pijpers leiden in deze groep met elk 6 pun ten uit 4. De wintercompetitie van het Verenigd Haarlems Schaakgenootschap heeft de laatste maand een wat stroever verloop gehad dan voordien. In de eerste groep heeft G. B. v. d. Velde tot nu toe slechts een halve punt moeten afstaan aan J. H. Marwitz. De laatste heeft een flinke achterstand in partijen, maar maakt ook nog een rede lijke kans op een hoge klassering. R. Mol neemt thans de tweede plaats in maar zal zeker enkele plaatsen moeten prijs geven als zijn clubgenoten evenveel par tijen hebben gespeeld. Bovenaan ziet de situatie er nu als volgt uit: 1. G. B. v. d. Velde 7 6 2. R. Mol 10 3 3. A. M. Schneiders 6 4 4. A. C. v. d. Tak 7 3 5. F. A. Spinhoven 6 3 In de tweede groep is men nog niet zo ver gevorderd als in groep 1. Het is wel duidelijk dat het krachtsverschil in deze afdeling uiterst gering is. 1 0 6'A 4 3 5 1 1 4 «A 3 1 4'/? 2 7 4 2 0 4 4 0 4 1 1 3'A 3 0 3'A 2 1 3 2 1 3 1. I. Marinus 5 3 2. G. Kruup 6 2 3 -4. J. Haan 5 3 W. Krijnen 5 2 5—6. H. P. Bruggink 5 2 P. J. Fris 5 2 De strijd in de derde groep ziet er heel anders uit. De heren J. Schaap en F- W. Barthel hebben namelijk een grote voor sprong genomen. Overigens zijn er nog wel enkele spelers, zoals G. de Vries en F. J. van Tongeren, die hen op den duur kunnen bedreigen. 0 8 2 Vit 6 5'/; 5«/i 2 2 1 5'/Ï 1. J. Schaap 9 7 2 2. F. W. Barthel 10 7 1 3. G. de Vries 7 6 0 1 4—6. H- I. van Es 8 5 1 K. Nederkoorn 8 5 1 A. D. van Steenis 8 4 3 In de vierde groep doet de jonge Fr. Hoek van zich spreken. Dat ook Slenters sr. zich in het verdere verloop nog wel zal laten zien, wordt duidelijk wanneer wij de kop van de ranglijst onder ogen krijgen. 1. Fr. Hoek 8 7 0 1 7 2. H. Slenters sr. 10 4 3 3 5'A 3. J. Leenheer 5 4 1 0 4'A De competitie wordt deze week voort gezet. „Wij kegelbroeders, vrien denkring, verenigd saam in vrede. Wij zingen thans ons kegellied, alvorens aan te treden. Kegelen is onze glo rie, 't is onze middag jan dorie. Dan voelen we ons vrijgezel, vereend door het kegelspel". Zo luidt het clublied van de Haarlemse kegelclub „De Phoenix", die op 1 februari zeventig jaar bestaat. Haar naam ontleent deze vereni ging aan het feit, dat zij met het kegelen begon in een ge legenheid aan het feestter- Frans van Egkhof aan hel werk: als clown „Tuffie" aan het sneltekenen. „Kijk, als clown kan je maar twee dingen doen. De mensen aan het huilen bren gen of ze laten schateren van het lachen. Een mid denweg is er niet. Meestal lachen ze. Als je maar goed gek doet en je valt vaak, dan kan je als clown bij de men sen geen kwaad meer doen. Dat alleen willen ze zien. In Alblasserdam bijvoorbeeld. Daar zetten ze me tijdens 'n voorstelling in de manege bovenop een paard. Nu moet je weten dat ik als de dood voor een knol ben. Ik viel er meteen af, maar een van die grote schoenen bleef in de stijgbeugel hangen. En ik werd de hele manege door- gesleurd. Ze dachten dat het erbij hoorde en ik kreeg een donderend applaus. Na af loop van de voorstelling kwam het bestuur naar me toe. Ze hadden zich tranen gelachen en ze vroegen of ik het de volgende avond weer wilde doen. Voor geen goud, zei ik. En toen moesten ze nog harder lachen". Frans van Eykhof uit de Linschotenstraat 1 rood in Haarlem buldert nog bij de gedachte alleen al. Zoals hij lacht bi.i de herinnering aan zijn eerste optreden. Dat ge beurde bij een tante op zol der in de Palmstraat, waar de toen lange en dunne Frans met 'n zwart gemaakt gezicht voor de buurt- bewonertjes een imitatie van de negerzanger Al Jolson gaf. De meisjes en jongens móesten vijf cent per plaats' betalen. Er kwamen twintig kinderen. Toen echter dacht Frans van Eykhof nog niet aan 'n toneelloopbaan. Na de lagere school ..in de Linschoten straat, want ik ben een echte Rozenprieeler" kwam hij als schildersleer ling bij een baas. Hij had bijzonder veel plezier in het werk totdat hij op een dag bezig was aan de Heem- steedse Dreef een huis van een nieuwe laag verf te voorzien. Plotseling hoorde Frans iets kraken en het volgende ogenblik lag hij op straal. Het liep allemaal nog best af, maar Frans nam zich voor om nooit meer op een ladder te gaan staan. Toch moest er wat ver diend worden. In 1936 trad Frans van Eykhof daarom toe tot een revuetje uit Half weg. Na een voorstelling ging de revue op de fles. Frans ging echter door en 'n jaar later debuteerde hij als Napolitaans zanger en tap dansen Hij had succes, was in het vak en bleef in het vak. In die tussentijd was hij nog actief lid van de HSV „De Kampioen". Erg veel successen heeft hij daarbij niet geboekt. Een keer kwam hij als eerste over de eind streep, maar toen werd hij gediskwalificeerd omdat hij achter een auto zou hebben gereden. Nu nog ontkent Frans van Eykhof dat. „Ik kwam naast die auto rijden en ik kon er net niet voorbijkomen. Toen ben ik er maar naast ge bleven". En weer lacht hij zijn bulderende lach. Frans hield op met fietsen. Maar in het amusementsvak ging hij door. Hij sloot zich aan bij de „Lachsprinters" en met dat gezelschap trad hij ook in de oorlog in allerlei dorp jes op. Soms voor tien kilo aardappelen, soms voor een half pond boter. „Pas na de oorlog kwam voor ons de gouden tijd", zegt Frans nu, „bij die be vrijdingsfeesten. Iedereen ging een eigen kant op. Ik specialiseerde me op snel tekenen, op conference en op het clowntje maken. In mijn rokcostuum reed ik op een feest zonder banden van het ene straatfeest naar het andere. Daarna kwam ik bij allerlei theaterbureaus. Ik kan hier nu wel gaan zitten opscheppen over optreden in het buitenland voor de radio sn voor de televisie, maar dat is nooit gebeurd. Ik maak in mijn eigen land de mensen aan het lachen en daar heb ik werk genoeg. Vooral in de drukke tijden natuurlijk. Tijdens carnaval, in het voorjaar en in decem ber. Maar de prettigste her inneringen heb ik eigenlijk toch aan mijn medewerking in juli en augustus in het Rembrandttheater aan het programma van Gerry Mon- tagne. In die kindervoorstel lingen hebben we zelf name lijk zo'n schik dat we soms niet van ophouden weten. Trouwens de kinderen zelf vinden het ook altijd leuk, want het hele jaar door word ik op straat nageroepen met mijn clownsnaam „Tuf fie". Ja verder treed ik op bij bruiloften en partijen. Dan maak ik het schlemieltje, je weet wel zoiets tussen Doodle en Stoet Haspel in. «ïrl U -Ia i ren gezegd: zorg dat je veel zijdig bent, dan hoef je er nooit wat bij te doen. Het is mezelf altijd best bevallen. En zo ga ik maar door. Als ik maar pret in m'n leven heb dan ben ik tevreden. En in mijn vrije tijd doe ik het ook rustiger aan. Je moet niet vergeten, ik ben al 44. Thuis heb ik alles opnieuw geschilderd, ik maak af en toe een of ander schilder stukje en 's zondags ga ik met m'n vrouw biljarten. Ik heb een gemiddelde van 3Vt. Ik wil wel eens een partijtje met je spelen En Frans van Eykhof lacht bulderend. Een plezierige, aansteke lijke lach. Frans van Eykhof in zijn vrije tijd: biljarten om zijn nerniddelde on te voeren. Achter een tweehonderd- vijftigjarige oudhollandsche gevel in de Zijlstraat in Haarlem heeft zich de kap salon van Louis Pièrlót ont wikkeld tot een uiterst modern bedrijf, dat in en buiten de Spaarnestad grote vermaarheid heeft gekregen. Dinsdag heeft deze zaak, waarvoor de heer G. J Pièrlót Sr. in 1898 in het toenmalige notarishuis de basis legde, het zestigjarig bestaan gevierd. De jonge Louis Pièrlót ontving zijn opleiding van zijn vader. Veel ervaring deed hij daarna op in het buitenland met als sluitstuk de functie van chef-kapper op het vlaggeschip van de Holland-Amerika-Lijn, het s.s. „Statendam", dat in de meidagen van 1940 werd ge bombardeerd. Hierna nam Louis de zaak van vader over. Op nationale en internationale kapcon- coursen behaalden hij en zijn echtgenote diploma's, bekers en medailles. Hij gaf demon straties in Frankrijk, Spanje, Denemarken, Engeland en Amerika- Van zijn hand ver schenen talrijke geïllustreer de artikelen in Nederlandse en buitenlandse dames- en vakbladen. Door zijn benoe ming tot bestuurslid van de grootste internationale vak vereniging in de kappers branche kreeg hij medezeg genschap in de haarmode ontwikkeling. Huize Pièrlót heeft dinsdag nagenoeg de hele dag gereci pieerd. Het was een druk en ge zellig gaan en komen van collega's, relaties, vrienden, clientele en andere belang stellenden. Onder hen waren een hofdame van de Koning in en twee vrouwelijke wet houders respectievelijk uit Haarlem en Bloemendaal. Een der hoogtepunten van de receptie was de aanbie ding van een buitengewoon fraai bronzen beeld door een deputatie van het Syndicat de la Haute Coiffure, sec tion hollandaise. Een ander hoogtepunt, en voor Louis Pièrlót een be wijs van gesublimeerde appreciatie, was de overhan diging van de „meesters- kam", die de grote coiffeur Antoine vier jaar geleden naar Nederland bracht. Het geldt als een zeer hoge eer de „meesterskam" te mogen hanteren. De kappers Martin Leyger uit Den Haag en John Postmus uit Rotterdam wie deze eer reeds eerder te beurt is gevallen, kwamen de kam ter receptie aan Louis Pièrlót overhandigen. Vele bezoekers namen de nieuwste verbouwing in ogenschouw: De nieuwe kan tine voor het personeel in het souterrain, de gemoder niseerde was- en droogacco- modatie op de eerste verdie ping, de nieuwe massage cabines op de tweede etage, waar eveneens een ruimte voor privébehandeling en haanverk is ingericht. Aan het diner des avonds zaten behalve het echtpaar Pièrlót, collega's en de ruim dertig personeelsleden, de ouders van Louis aan. Vreugdevol deelden zij mee in de glorie van deze jubi leumviering, dit hoogtepunt in het bestaan van het be drijf. tot de bloei waarvan zij de grondslag legden. De leden van de r.-k. mid denstandsvereniging gaan hun carnavalsfeest vieren. Dat meldden wij reeds enke le weken geleden. Maar thans lezen wij in een van de cir culaires van deze vereniging, dat men ook aan de kinderen van de feestgangers heeft ge dacht. Die krijgen namelijk op woensdag 4 februari des middags om half drie in ge bouw St. Bavo in Haarlem een kinderoperette aangebo den, waarbij diverse attrac ties niet zullen ontbreken. Feest voor de groten dus. En feest voor de kleintjes. rein De Phoenix aan de Parklaan. Vier jaar later werd het gebouw door brand verwoest, maar de club deed haar naam eer aan: evenals de vogel uit de Griekse my thologie herrees zij uit de as, zij het dan, dat zij het kege len voortzette bij Brinkmann aan de Grote Markt. In dit restaurant waren een jaar tevoren kegelbanen gebouwd en „De Phoenix" hield er op 28 februari 1892 reeds een internationale wedstrijd. De club bestond toen drie jaar en dit vierde zij, behalve met deze wedstrijd, met drie feestavonden op drie achter eenvolgende zondagen. Het overvloedige feestdiner kost te met inbegrip van een hal ve fles wijn 2,50 „De Phoenix" werd opge richt door de heren H. van Breemen Hzn., J. de Lange en J. O. Brinkmann. Het ka rakter van de club heeft zich in de loop der jaren gewij zigd. De leden kegelen reeds sinds jaren louter en alleen voor hun plezier, afgezien van enkele onderlinge wed strijden. Maar zeker in de eerste dertig jaar van haar historie, was „De Phoenix" een geducht tegenstander. Reeds in 1890 veroverde zij, op het eerste internationale concours van de Algemene Nederlandse Kegelbond, een gouden medaille. En er kwa men nog meer erebekers en lauwertakken. Op het concours ter ge legenheid van het twintig jarig bestaan in 1909, waar aan 156 clubs deelnamen, be haalden de Haarlemse kege laars het Nederlandse kam pioenschap. De overwinning vierden zij met een souper bij Funckler. Op het menu stond onder meer „Vette Brusselse kip, als Van Spijk gemest. Van 1923 tot 1931 kegelde „De Phoenix" in de door het lid B. Groenewegen gebouw de Haarlemse Kegelbond aan de Tempeliersstraat. Nog in de herfst van het moeilijke oorlogsjaar 1944 kwam de dochter van deze in 1928 overleden aannemer de kege laars op hun wekelijkse avond bij Brinkmann ver wennen met kaas en andere hartige hapjes, die zij in een karrebiesje meebracht. Sinds enkele jaren, namelijk van het moment af, dat Brink mann haar kegelbanen op doekte, kegelt „De Phoenix" elke donderdagavond in het Stationskoffiehuis in Sant poort. Een aardige traditie vor men de jaarlijkse eier- en wildavonden tegen Pasen en Kerstmis. Dan mogen de echtgenoten en andere vrou welijke verwanten ook kegel ballen laten rollen. Maar deze zijn wel wat kleiner dan die, waarmee de mannen hun Hamburgse partijen, „voetbalwedstrijden" en „zes daagsen" spelen. „De Phoenix" is geen club van oude heertjes. Het oud ste lid, de heer D. J. M. Dek ker mag dan drieënzestig zijn hij kegelt al vieren twintig jaar bij de thans ju bilerende club maar hij neemt het nog gerust op tegen de benjamin, de 37- jarige heer C. Nederlof. Zaterdag 31 januari scha ren de elf leden met hun da mes en verdere „aanhang" en als het niet te druk voor hem is ook de 77-jarige ere-voorzitter, de heer On derwater zich aan het in tieme feestdiner in een Haar lems restaurant om het ze ventigjarig bestaan van „De Phoenix" te vieren. Op maandag 2 en woens dag 4 februari des avonds om acht uur wordt de film „De kinderrechter grijpt in" ver toond: op maandag in het gebouw „Bethel", Voorhelm straat 3 in Haarlem, op woensdag in het gebouw „Rehoboth" in Bennebroek. „De kinderrechter grijpt in" is een film over jonge men sen, die door allerlei omstan digheden aangezet zijn tot diefstal, chantage en mis daad. Voorts wordt in deze film een duidelijk overzicht gegeven van het werk van de reclassering en de kinder bescherming. Des middags wordt in de zelfde gebouwen in Haarlem (om 4.15 uur) en in Benne broek (om 3 uur) voor de kinderen ^e film „Mike wint de race" gedraaid. Al deze voorstellingen gaan uit van de „Vereniging Rek- kense Inrichtingen", die hier mee propaganda wil maken voor haar nuttige werk. Overleden. Een van de drie babies van de familie L. van Akker te Nijkerk, die zondagmorgen geboren werden, is ge heel onverwacht in het ziekenhuis „De Lichtenberg" te Amersfoort overleden. Het is het meisje Teunie. Advertentie MIDDENHANDSBEENTJE GEBROKEN Dinsdag is een zeventienjarige scholier in Heemstede met zijn fiets tegen het ge opende portier van een op de Binnenweg geparkeerd staande auto gereden. De jon geman brak een middenhandsbeentje en is in het St. Elisabethsgasthuis in Haarlem behandeld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 7