Bloedbad op Place de la Concorde Schetsen Spanje ZATERDAG 7 FEBRUARI 1959 E*bii PAGINA DRIE VIJFENTWINTIG JAAR GELEDEN Het begon zo eenvoudig met een faillissement Stuiptrekking van een falende democratie Op de hoogvlakte UrsuVa Wij zijn eenmaal in het kwartier binnen- geweest, toen wij onze paspoorten moes ten laten zien. Er hangen grote geweer- rekken en portretten van helden uit de burgeroorlog. De commandant lachte ons toe met wat moeizame vriendelijkheid en herhaalde enkele keren met nadruk, dat er slechts sprake was van een eenvoudige formaliteit, dat ei helemaal geen reden was om bang te zijn. Dat was ook geen moment in ons opgekomen, maar wij heb ben later wel gemerkt, dat de boeren wel degelijk angst voor de Guardia's koeste ren. Wij maken mee dat de boeren op het land elkaar waarschuwen, wanneer even verderop twee Guardia's voorbijkomen. Dit politionele toezicht zal ook wel de re den zijn. dat onze gastheer en gastvrouw, die de eerste dagen al heel openhartig te gen ons waren, zich pas na weken over de regering uitlieten: vage ontevreden op merkingen over leger en kerk, die al het geld opslokken, roddelverhalen over Fran co's vrouw, die zich te goed voelt om bij de maaltijd brood te geven, zoals de ge wone Spanjaard doet. Over de internatio nale politiek hebben zij weinig te zeggen: de Amerikanen, die hier bases in de buurt hebben, nemen de mooiste meisjes en de beste olijfolie en geven er alleen wapens voor terug, de Russen zijn ver weg en onbekend, Frankrijk weet men nog te lig gen en daar blijft het bij. HET LIJKT of de kerk veel minder in vloed heeft. Wanneer 's ochtens de pas toor voor de mis luidt, steken twee paro chianen het plein over naar de kerk. Het zijn de kruidenieisvx-ouw en Maria, de gekke dochter van de apotheker. In ieder huis staat wel ergens een Madonnabeeld, maar men ziet verder geen tekenen van vroomheid, er is weinig kerkbezoek. Be halve bij de critiek op het regime, waar bij de kerk in één adem met het leger AANVANKELIJK zien wij weinig onder scheid tussen de inwoners van het dorp. Zij wonen in gelijke huizen, dragen de zelfde kleren en lijken op eendere wijze oud te worden. Iedere familie bewoont al geslachten lang hetzelfde huis. Vaak is een wapen boven de toegang uitgehakt. Het zijn allen ruime, kale woningen. Binnen bered dert een krasse grootmoeder het huishou den, commandeert haar kinderen en be moedert haar kleinkinderen, bij afwezig heid van de ouders. In hun uiterlijk lijken de mensen ook sterk op elkaar. De vrou wen zijn allen mager, dragen dezelfde vaalzwarte kleding en dezelfde uitdruk king van intense vermoeidheid. De man nen zijn sterk en bruinverbrand. Ouder wordend blijven zij recht en lachen nog steeds met stralend witte tanden. Hun echtgenoten verouderen tot de tandelo ze heksjes, die men hier zoveel ziet. De vrouwen zijn blijkbaar minder goed be stand tegen het harde leven hier, zij zijn vroeg oud, hebben kiespijn, hoofdpijn, maagkwalen. Gezondheid en ziekte is een belangrijk onderwerp van gesprek, na het allerbelangrijkste: het eten. DIT ONDERWERP: het eten, maakt ook het eerste onderscheid tussen de mensen. Beneden bij de smidse woont de dikke fa milie. De vader werkt in de stad en zijn weldoorvoed gezin getuigt van zijn goed loon, want hier is dikte in de eerste plaats een teken van welstand, niet van gulzig heid. De kruidenier en zijn gezin blijven mager, maar men zegt dat hij flink ver dient op wat hij tekort aan gewicht geeft er. aardig wat gespaard heeft. Het grootste huis van het dorp hoort aan de rijke familie, een huis dat van verre al opvalt door de blankheid van zijn muren en de felle kleur van het dak. De ramen zijn zwaar getralied en er schijnt zelden licht, want de eigenaar woont hier niet De boeren weten weinig van hem te ver téllen, ze spreken eenvoudig over „de rijke familie". Ze geloven, dat zij ergens in Madrid woont en zeggen dat ze onnoe melijk veel geld heeft. Zeker is, dat het grootste gedeelte van de velden buiten het doi'p, tot ver in de omtrek, het eigendom is van deze familie, die ze voor een tiende van de oogst aan de boeren verpacht. WANNEER OVERDAG de werkende be volking het dorp verlaten heeft, blijven de ouden van dagen en de maatschappe lijke buitenbeentjes, de enkelingen die zich onderscheiden van deze boerenge meenschap, achter. Dat is de sergeant van de Guardia Civil, de dorpsidioot, de pas toor en Maria, de zonderlinge apothekers dochter, van wie men zegt dat zij met twee ruiterpistolen onder het hoofdkussen slaapt. De notabelen: de onderwijzer, de dokter, de notaris, zijn te herkennen aan hun witte pantalons, teken van hoofdar beid, benevens aan het dragen van een zonnebril, wat zij gemeen hebben met de steedse Spaanse heren. Boven de poort hangt een soldaat uit te kijken, verveeld in zijn neus peuterend. Hij bewoont heel alleen een kamertje naast de kerk. Er hangen geweren en er staat een telefoon. Hij staat hier te kijken met de opdracht om, mocht er een vreemd vliegtuig in de vlakte landen, onmiddellijk het hoofdkwar tier op te bellen. Maar er is nog nooit een vliegtuig geland. Beneden het dorp, in een schuur zon der ramen, woont liet zigeunergezin uit vader, moeder en de drie dochters Ramo- na, Marie-Angèle en Abeline bestaande. Het elfjarige zoontje Miguel zit in de ge vangenis van Huesca, wegens diefstal. Zij worden door de boeren met onverschilli ge minachting behandeld en beschuldigd van alle sociale ondeugden, maar zij zijn onmisbaar in deze maatschappij, want de vader herstelt al het kapotte huisgerei, lek kende ketels, gebroken borden, gedeukte kannen. De dochters worden 's ochtends de huizen langs gestuurd om de boel op te halen. Ze gaan gekleed in een samenraap sel van kleurige versleten kleren, die blijkbaar nooit hersteld, maar vaak ge wassen worden, want iedere dag lopen zij in een ander, fris vod. Des avonds hangen zij treiterend om de opgeschoten jongens van het dorp rond, terwijl de andere jonge meisjes in hun witte jurken, zich op een afstand houden. EEN PLEIN vormt het centrum van het dorp. Aan weerszijden hiervan liggen het kwartier van de Guardia Civil en de kerk, twee machten in het dorpsbestaan, waar van het voor een vreemdeling moeilijk is de grootte te schatten. De Guardia Civil heeft hier de functie van rijkspolitie en marechaussee, maar oefent een veel strenger toezicht uit op het persoonlijk doen en laten van de bevolking. In de meeste delen van Spanje is de markt de aangewezen plaats om inkopen te doen. Het gaat er gemoedelijk toe, tussen ver- 'rouwde figuren, zoals de beide foto's hier naast illustreren. In kleinere plaatsen zien de schaarse winkels er als woonhuizen uit en daarom voor vreemdelingen moeilük te herkennen. Er worden vaak de meest uiteenlopende dingen verkocht, brood en ijzerwaren bijvoorbeeld. Melkzaken zal men vergeefs zoeken. In sommige dorpen komt de melkboer niet met zijn bestelwagen, maar met zijn koeien voorVis vormt door de slechte agrogeologische omstandigheden een dagelijks volks- voedsel. Op de markt vindt men altijd een grote collectie, ook van schaaldieren, zoals kreeften, mosselen, garnalen, inktvissen, slakken enzovoorts. Vleees is in Spanje over het algemeen bijzonder duur, mede doordat in de burgeroorlog ongeveer veertig percent van de veestapel verloren ging. Ter veredeling daarvan heeft men Neder lands stamboekvee ingevoerd voor de weiden in het regenrjjke noorden. De markt ligt 's middags tussen twaalf en vier uur stil tijd voor de siesta tijdens de periode van de grootste warmte. Des avonds haalt men de verloren tijd weer in. De klanten gaan voor de middagslaap naar huis, de kooplieden weten zich gemakkelijk te behelpen als het om een rustplaats gaat: een bank in het park of languit op de grond in de schaduw van boom of gebouwIntussen kunnen zij hun stallen en kramen met een gerust hart alleen laten, want de Span jaarden staan als eerlijk bekend. En een tweede geruststellende gedachte is, dat dief en diefjesmaat hun aanvechtingen zullen bedwingen tot de zon wat minder licht uitstraaltIn het gunstigste geval is er misschien een lommerrijk wijnhuis aan de overkant of in de nabije omgeving. genoemd wordt als de oorzaak van alle armoede, lijkt het niet dat er veel aan dacht aan haar besteed wordt, of dat zij enige rol speelt in het gedachtenleven. Carmona, onze gastvrouw, lacht maar wat om 't kerkbezoek van de kruideniers vrouw. Zij vat haar levenswijsheid als volgt samen: Eten en klex-en, dat zijn de belangrijkste dingen. Als je jong bent moet je maar blij zijn en als je rijk bent ben je gek als je niet veel eet. DE EERSTE GELUIDEN van de dag zijn van over de stenen ratelende karre- wielen en van vele kletterende hoeven. Zij verspreiden zich over het land en verdwij nen in de verte. Beneden voor de schuur spant Fernando de muildieren voor de kar. Ze stribbelen tegen en hij gaat luidkeels tegen ze te keer: Hooo, burra, hooo mulo, hooo cas- tagno! Voor het huis lopen wat geiten te drentelen, zij zijn na het melken de straat opgestuurd en de huisvrouw veegt de stoep achter ze bij. Doelloos hangen zij op de straathoek rond, mekkeren tegen het huis, waar zij buiten werden ge sloten. De herder roept zijn dieren bij elkaar met een toe tert je, een pluizig hondje jaagt de ach terblijvers op, die nieuwsgierig een vreemd huis zijn binnengelopen en ze trekken in een lange processie klingelend het dorp uit. De stoet verdwijnt in een bos van hulstbomen, ver beneden het dorp. DE zesde februari 1934 om half twaalf 's avonds: het handjevol bezoekers van de première van het bekoorlijke blijspel „Buiten de perken" van Sutton Vane schuifelt uit de Comédie de Champs Elysées de Avenue Montaigne op. Zij krijgen niet veel tijd om zich van de door Louis Jouvet opgeroepen Angelsaksische samenleving in een tro pische wereld naar de Parijse werke lijkheid te verplaatsen. Voor hen, op het Rondpoint van de Avenue des Champ Elysées danst een geheimzin nig, flakkerend schijnsel op een zwarte kolos. Naderbij gekomen herkennen de verbijsterde theaterbezoekers een om geworpen, brandende autobus. Tegelij kertijd beginnen alle wandelaars naar alle kanten weg te rennen. Mannen en vrouwen van alle leeftijden springen op de treeplanken van onder voortdurend getoeter passerende automobielen. Die nacht zal Parijs niet slapen. Duizenden zullen koortsachtig over de boulevards dolen, zonder onderscheid van rang en standHet is geen rel meer. maar een revolte. Onbekenden zullen elkaar de gelofte doen: morgen komen wij terug, met ndgranaten. ZO BESCHRIJFT de in 1945 doodge schoten Franse schrijver Robert Bra- sillach in zijn herinneringen aan het vooroorlogse tijdperk die wonderlijke, spontane opstand van 6 februari 1934, die bij betere voorbereiding had kunnen uitgroeien tot een vijfde Fx-anse revo lutie. De kiezers kwamen in verzet tegen de opeenstapeling van bedrog en corruptie, van misdadige zox'geloosheid, zoals na een reeks op zichzelf reeds om vangrijke fraudeaffaires tot explosie kwam in de ontstellende Stavisky-zaak en in de verschi-ikkelijke spoorweg- ramp bij Lagny, welke vlak voor de kerstdagen van 1933 tweehonderd doden eiste. In datzelfde jaar had men vier kabinetten, die van Boncour, Daladier, Sarraut en Chautemps, versleten. Op zichzelf beschouwd was dat laatste nauwelijks de moeite waard om er enige aandacht aan te verspillen, maar dat veranderde, toen bleek, dat politici van uiteenlopende richtingen in de Sta- viskyzwendel, welke zo onschuldig met het faillissement van een plaatselijke bank in Bayonne begon, een op z'n minst bedenkelijk aandeel hadden. Chautemps ruimde op 28 januari 1934 onder het samenpakkend onweer der publieke opinie ijlings het veld en Da ladier, die graag de schijn opriep een sterke man te zijn, ti-ad weer in het strijdperk. Zijn ware aard toonde hij op de avond van die gedenkwaardige zesde februai'i, door de Franse fascis ten later als het begin van hun eigen, nieuwe jaartelling beschouwd, toen hij op de Place de la Concorde op de weer loze menigte liet schieten. Korte tijd later lagen er ruim twintig lijken in het bekende restaurant Weber op de hoek van de Rue Royale en de Boule vard de la Madeleine opgebaard. Bis schop De Luppé kwam er in vol ornaat voor hun zielerust bidden. Het waren onschuldige burgers, die aan geen en kele uitdrukkelijke opdracht en uitslui ten aan hun instinct hadden gehoor zaamd. Hun is in elk geval het lamen tabele afschuiven der verantwoordelijk heid voor dit bloedbad door de minis ter-president, zoals gebruikelijk in zul ke gevallen op de fungerende politie- prefect, bespaard gebleven. De commu nist Jacques Doriot poogde nog wel de sociale revolutie te x-edden en liet ge harde ai'beiderstroepen uit de voorstad Saint-Denis enkele dagen later het Noorderstation aanvallen, uiteraard vergeefs: ook deze dappere kerels vielen onder de kogels van de politie. Daarmee was de kortstondige uitbarsting van de volkswoede tegen een rotte politieke praktijk gesmoord. De gedeputeerden konden rustig vei-der vergaderen in het Palais Bourbon, want het asfalt van de Place de la Concorde was schoonge veegd van het bloed van tweeëntwintig martelaren, die zich van hun rol in dit sinistere treurspel nauwelijks bewust waren geweest. Door dit succes van de „regerings troepen" was de bevolking al spoedig zo moedeloos, dat men rustig het be richt kon publiceren van de dood van het Kamerlid Prince, die merkwaardig genoeg uit de trein viel, welke hem naar Parijs moest brengen om te getuigen in het Stavisky-schandaal. HET ZOU weinig zin hebben aan deze historie van vijfentwintig jaar geleden te herinneren, wanneer zij in de harten en de hoofden van degenen die haar beleefden niet zo'n onuitwisbare indruk had gemaakt. Indien begaafde schrijvers als Drieu la Rochelle en Robert Bra- sillach de weg van het fascisme en het verraad zijn opgegaan, dan is dat niet alleen een kwestie van een gepredispo neerd zijn naar de geest, maar ook van een onuitroeibare weerzin tegen een regime, dat dergelijke wantoestanden toeliet. Elf jaar nadat de Duitse kran ten triomfantelijk verkondigden: „De dageraad van het fascisme licht over Frankrijk" viel er nog een slachtoffer van Daladiers mitrailleux-s uit 1934. In de morgen van de zesde februari 1945 werd Robert Brasillach, schrijver van een aantal treffende romans, scherp zinnige essays en ontroerende gedich ten, briljant journalist en politiek scherpslijper, terechtgesteld wegens zijn houding in oorlogstijd. Het lijdt geen twijfel dat die doodstraf verdiend was. En toch hebben degenen, die elf jaar eerder de fusillade op de Place de la Concorde toelieten, de democratie veel meer geschaad dan hij. De Haagse fotograaf Louis C. Pat is van een reis door het Iberisch schiereiland teruggekomen met een omvangrijke beeld- reportage van het dagelijkse leven, waar uit wij de hieronder gereproduceerde keuze hebben gedaan. De foto's geven fragmen tarische indrukken van de landschappe lijke schoonheid en van het gemeenschap pelijk doen der bevolking in een gewoon Spaans dorp, ergens op een hoogvlakte. De kalender van de kerk wijst vele hoog tijdagen aan, welke feestelijke godsdienst oefeningen evenzovele gelegenheden zijn voor de vrouwen om de gewone huiswerk plunje te verwisselen voor fraaie mantels en japonnen en om met behulp van krul- tangen en kammen de uiterlijke metamor fose te voltooien. Voor velen, die op afge legen punten wonen, is de kerkgang een hele expeditie, waarbij de trouwe muil ezel ook als lastdier goede diensten be wijst. Geen bergpad is voor deze stug sjouwende dieren te steil en blijkbaar geen vracht te zwaar. Gemiddeld liggen de bewoonde hoogvlakten in het tafelland Spanje zo'n zevenhonderd meter boven de zeespiegel. Voor het verkeer (ook dat per trein) heeft men dientengevolge een enorm aantal tunnels, bruggen en viaducten moe ten aanleggen. Door het grote verval der rivieren, waarvan de meeste tijdens de zomermaanden kurkdroog staan, kan er van een geregelde binnenscheepvaart geen sprake zijn. Onbarmhartig gegeseld door de verzengende zon scheurt de grond open, waarna de vruchtbare bovenlaag door de wind wordt weggeblazen. Overigens schep pen de droge beddingen nieuwe verbin dingswegen voor man en paardHet natuurschoon is uitermate gevarieerd. In het woongebied van de Basken profiteert men van het Atlantische regenklimaat en daar treft men dan ook vele kleine groene, door bergruggen omzoomde weiden aan. In Andaloesië daarentegen is voor de plan tengroei irrigatie noodzakelijk. ,v.'vl-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 19