Studiekostenvergoeding voor
studenten bepleit
Minder
kortademig
J
Anti-Revolutionaire Partij zal niet
meewerken aan nieuwe „brede basis"
L
f
Nederlandse bollenexporteurs
voelen zich gedupeerd
Compensatie door verhoging van
collegegelden voor niet-gesteunden
ABDIJSIROOP
DINSDAG 17 FEBRUARI 1959
9
RAPPORT WIARDI BECKMANSTICHTING
f
Examens
stralend wit...
„Basia-universiteit" voor
Maastricht voorgesteld
Haagse onderscheiding
voor S. B. Slijper
DR. J. A. H. J. B. BRUINS SLOT:
Oefening Kweekt kennis
bestond 125 jaar
Minister handhaaft verdeling
van woningwetwoningen
Ruim 650.000 Nederlanders
werken buiten hun
woonplaats
Uitstel handelsbesprekingen met Engeland
manier van
incasseren
Laidse raad aanvaardt
verkeersplan
Onderzoek naar klachten
over faunabeheer
Schiphol breekt alle
mistrecords
KLM-gezagvoerder gaat
DC-8 vliegen
wèg dat
benauwde
gevoel
Goede resultaten van de
bednjfsauto-RAI
De (Socialistische) dr. Wiardi Beekman-
stichting heeft eer rapport het licht doen
zien, waarin een lans wordt gebroken voor
het verlenen door de overheid van een stu
diekostenvergoeding (gemiddeld te stel
len op 2500 per jaar met vrijstelling van
collegegeld) aan de studenten, over wie
door een bijzondere selecterende instantie
een gunstig advies is uitgebracht.
De grootte van het bedrag, dat de stu
dent ontvangt, dient afhankelijk te zijn
Van hetgeen door de ouders of verzorgers
redelijkerwijze kan worden bijgedragen.
Volgens een schatting zou bij onmiddel
lijke invoering van deze regeling de tota
le overheidsbijdrage ongeveer 19 mil
joen per jaar belopen, welk bedrag de hui
dige overheidsuitgaven voor het hoger on
derwijs met ongeveer 17 pet. zou doen stij
gen. Na 1970, wanneer zowel de reeds nu
te verwachten groei van het hoger onder
wijs als de toeneming van het aantal ten
gevolge van de invoering van zulk een
studiekostenvergoeding zal hebben door
gewerkt, zal de overheidsbijdrage bij een
zelfde milieu-indeling van de studenten on
geveer 53 miljoen bedragen, en bij een
verschuiving naar beneden van de milieu
indeling ongeveer 70 miljoen per jaar.
In het rapport wordt met betrekking tot
de selectie opgemerkt, dat alle leerlingen
van het V.H.M.O., die na het behalen van
het einddiploma hoger onderwijs wensen
te volgen, op hun geschiktheid hiertoe ge
toetst dienen te worden door directeur,
Advertentie
Amsterdam. Gemeente Universiteit. Doctoraal
examen farmacie: mej. T. Teng Hie Nio en de
heren Lie Kiem Pwee en J. J. M. van Aken, al
len te Amsterdam. Kandidaatsexamen economie:
C Th. O. Mulié, S. A. Hermans en J. G. W. v. d.
Pol, allen te Amsterdam. Kandidaatsexamen theo
logie: J. A. Scholten en met lof de heer S. E.
Hof. beiden te Amsterdam. Doctoraalexamen
rechten: mej. C. J. Ossendorp en de heer A. A.
M. Lauxtermann, beiden te Amsterdam; met lof
mej. M. E. Wittig, Bussum.
Amsterdam. Vrije Universiteit. Semi-artsexa-
men: mej. A. J. ter Weel. Deventer. Doctoraal
examen theologie; J. C. de Young, Scheveningen.
Leiden. Doctoraalexamen Semietische taal- en
letterkunde: E. J. van Donzel, Helmond (cum
lande). Kandidaatsexamen Semietische taal- en
letterkunde: H. de Jong, Alblasserdam. Docto
raalexamen psychologie: J. G. v. d. Sman, Breda.
Doctoraalexamen wijsbegeerte: J.D.Smids, Schie
dam. Kandidaatsexamen Franse taal- en letter
kunde: C. M. Schuiten, Den Haag. Kandidaats
examen Nederlandse taal- en letterkunde: C.
v. d. Ketterij, Alblasserdam; J. J. Drukker, Den
Haag.
Utrecht. Kandidaatsexamen culturele anthropo
logic: W. R. C. Adriaansz, Bilthoven; E. M. Chr.
K. Klijn Zeist. Kandidaatsexamen rechtsgeleerd
heid: mej. H. J. M. Bredt, Breda; mej. A. Coe-
bergh, Rotterdam. Kandidaatsexamen diergenees
kunde: W. van Arkel, Asch: A. J. Derks, Malden:
W. E. H. van Herten. Horn (L-); H. P. Hoebe,
Spanbroek; N. P. Kas, Hilversum: B. Kouwen-
hove, Woudsend (Fr.); P. Lyclama a. Nijeholt,
Surhuisterveen; H C. M. Oerlemans, Schijndel;
G. Porte. Oude Leye; H. H. L. Sassc. Rotterdam;
J J. A Schreinemachers. Echt: ,J. Zee, Hoorn A.
W. J. Bolscher, Ambt Delden; M. E. J. Gielen,
Broekhuizen; A. A. Hesen, Helden (L.); J. C. M.
Hi.yg, Ouderkerk a.d. Amstel; mej. I. Loeber,
Bussum; J. W. M. Metzlar, Hillcgom; E. J. J. C.
van Oostveen, Den Bosch: A. M. J. Rutten, De
Cocksdorp; A. L. van Zuylen, Breulcelen; J. Steen
aart, Leeuwarden; G. J. G. Wensing, Montfoort.
Doctoraalexamen sociale geografie: A. C. M. Pee-
ters, Den Haag; P. J. Nieuwland, Bilthoven. Doc
toraalexamen sociale geografie: J. M. G. Klein-
penning, Utrecht, (cum laude). Semi-artsexamen
T. Beverloo, Utrecht.; J. Knoppers, Amersfoort.;
B. Kupperman, Naarden: R. J. L. Roelvink,
Utrecht. Artsexamen: mej. Chr. W. Angkuw,
Utrecht; O. A. van Dobbcnburgh. Utrecht: mej.
H. C. Statema, Leeuwarden; G. M. Vette, Mark
nesse.
Wageningen. Ingenieursexamen tropische land
bouwplantenteelt: Tli. Prins, Bennekom; A. C.
Zeven, Wageningen.
Groningen. Kandidaatsexamen klassieke lette
nen: H K Engelmoer. Groningen Bevorderd tot
tandarts: G. D Drese, Slochteren; A. Gietema,
Drachten; G. Jonker, Groningen.
c.q. rector, en leraren, en door een glo
baal psychologisch onderzoek.
Speciaal selectie-orgaan
De reeds genoemde selecterende instan
tie dient voor het uitbrengen van het ad
vies de gegevens van het einddiploma,
van de directeur, c.q rector, en leraren en
van het psychologisch onderzoek nader te
bezien en te integieren.
De aspirant-student, waarover ongun
stig is geadviseerd, of die weigert zich aan
selectie te onderwerpen, behoudt echter de
vrijheid om tegen betaling van een colle
gegeld, dat meer overeenkomt met de kos
ten van de studie dan het huidige, hoger
onderwijs re volgen en academische exa
mens af te leggen. Hieruit volgt dus zo
kan hier aan worden toegevoegd dat
voor de ongesubsidieerde studenten het
collegegeld verhoogd wordt, vergeleken
met het huidige peil.
Ter verhoging van de efficiency acht de
dr. Wiardi Beekman-Stichting het noodza
kelijk, dat zo spoedig mogelijk een ver
plichte centrale registratie van beschikba
re fondsen en bursalen wordt ingevoerd.
Betere voorlichting
Ten slotte acht het wetenschappelijk bu
reau van de P.v.d.A. het noodzakelijk, dat
de voorlichting zowel wat betreft de stu
diemogelijkheden als de beroepsmogelijk
heden voor de gehele Nederlandse jeugd
verbeterd wordt. Deze voorlichting zal op
zo breed mogelijke basis geplaatst en lan
delijk georganiseerd en gestimuleerd moe
ten worden. Zij zal bovendien reeds moe
ten aanvangen in de hoogste klassen van
het lager onderwijs en zich moeten rich
ten tot de ouders en verzorgers en zodra
mogelijk ook tot de leerlingen zelf.
Het gehele plan is gebaseerd op een der
conclusies van „De weg naar vrijheid",
een rapport van de plan-commissie van de
P.v.d.A., welke luidt: „Het is een eis van
rechtvaardigheid, dat niemand door om
standigheden, samenhangend met milieu
of welstand, zal worden belemmerd in de
mogelijkheid van ontwikkeling van zijn
gaven".
Ter ondersteuning van deze gedachte
wordt in het rapport o.m. gewezen op de
stijgende behoefte aan geschoolde krach
ten en het dreigende tekort aan academi
ci, zoals wiskundigen, natuurkundigen,
scheikundigen en ingenieurs.
De Commissaris der Koningin in Lim
burg, dr. F. Houben, heeft maandag in de
Provinciale Statenvergadering een inlei
ding gehouden over een rapport omtrent
het hoger onderwijsvraagstuk in Limburg.
Het rapport is samengesteld door een
commissie die het provinciaal bestuur had
ingesteld. Het concludeert dat de deelne
ming aan het hoger onderwijs in Limburg
een aanzienlijke achterstand vertoont. Het
rapport zegt dat een hoger onderwijsinstel
ling in Limburg een voldoend aantal stu
denten zal trekken om een levenskrachti
ge akademisch'e gemeenschap te doen
ontstaan. Aangenomen wordt dat het aan
tal Limburgse universiteits- en hoge
schoolstudenten, dat in 1954-'55 1.385 be
droeg in 1974 zal zijn gestegen tot 3.900
a 4.800.
Gedeputeerde Staten hebben, nadat de
commissie te kennen had gegeven dat een
Universiteit in de uitgebreide zin van het
woord te hoge bedragen ineens zou eisen,
als direct bereikbaar voorgesteld te be
ginnen met de stichting van een instelling
van hoger onderwijs, die een universitai
re basisopleiding zal geven tot en met het
kandidaatsexamen.
De commissie suggereert studie in de
rechten, letteren en wijsbegeerte (klassie
ke talen, Nederlands, moderne vreemde
talen en geschiedenis), westerse sociale
wetenschappen, mogelijk ook psychologie
en, met het oog op de sterk ontwikkelde
chemische industrie in Limburg, wis- en
scheikunde.
Gezien de levensbeschouwelijke structuur
van Limburg wordt bij voorkeur gedacht
aan een katholieke instelling. Als plaats
van vestiging is Maastricht, aanbevolen.
De nadelen van de excentrische ligging
van Maastricht, kunnen voor Limburg, zo
heeft dr. Houben aan het slot van zijn in
leiding verklaard, worden opgeheven en
zelfs in voordelen worden omgezet met het
oog op de voorpostenstelling van deze stad
in de „Europese werkplaats".
Burgemeester en wethouders van
's-Gravenhage hebben aan de heer S. B.
Slijper uit Blaricum de penning van ver
dienste jegens de kunstverzamelingen dei-
gemeente, de Museumpenning, in brons
verleend. De wethouder van Onderwijs en
Kunstzaken de heer J. van Zwijndregt
heeft de heer Slijper deze penning uitge
reikt in tegenwoordigheid van de direc
teur van de Dienst voor Schone Kunsten,
mr. L. J. F. Wijsenbeek.
„De breuk welke op 11 december Is ont
staan tussen de christelijke partijen en de
socialisten zal ook na de verkiezingen van
12 maart blijven. De Anti-Revolutionaire
Partij zal dan ook in geen geval meewer
ken aan een nieuwe „brede basis"-poli-
tiek. Indien het verkiezingsprogramma van
de Partij van de Arbeid uitgevoerd zou
worden, zou dat voor ons land opnieuw
overbesteding, bestedingsbeperking, in
flatie en massale werkloosheid betekenen.
Op 12 maart zal het oordeel van de kie
zers worden gevraagd over hetgeen op 11
december in de Tweede Kamer is ge
beurd". Tot deze conclusie kwam dr. J.
A. H. J. B. Bruins Slot, voorzitter van de
A.R. Tweede-Kamerfractie, in zijn rede
welke hij maandagavond voor een stamp
volle zaal van hotel „De Leeuwerik" in
Haarlem heeft gehouden. De bijeenkomst
was belegd door de Anti-Revolutionaire
Kamercentrale Haarlem.
Dr. Bruins Slot begon zijn toespraak
over „Anti-revolutionaire politiek in deze
tijd" met de bekentenis dat christelijke
politiek een hachelijke maar noodzakelij
ke aangelegenheid is. „Hoe zouden wij
Christus in onze politieke arbeid en stre
ven buiten kunnen sluiten als Christus een
deel van ons leven zelf is?" zo vroeg de
spreker zich af. Hij stelde de verkiezin
gen van 12 maart tegen de achtergrond
van de gebeurtenissen op 11 december toen
de christelijke partijen de socialisten lie
ten blijken dat zij niet langer van zins
waren zich te onderwerpen „aan de dic
tatuur van een minderheid". Niettemin ge
loofde dr. Bruins Slot dat het brede basis
kabinet in de afgelopen jaren veel goeds
tot stand heeft gebracht. „De voorwaar
den voor een herhaling van zo'n kabinet
zijn thans echter niet aanwezig. Vandaag
is in het geding de vraag naar een ver
antwoorde mate van overheidsgezag en
een verantwoorde mate van maatschappe
lijke en burgervrijheid, welke moet resul
teren in een goede burgerlijke orde", al
dus de spreker.
De samenwerking na de bevrijding met
de socialisten in de regering noemde hij
een noodzakelijk kwaad. Deze noodzaak is
in de loop der jaren echter steeds minder
geworden. „Wat voor socialisten een ideaal
is, is voor anti-revolutionairen een nood
zakelijk kwaad. Dat is in feite de kern van
het conflict van de elfde december". Te
genover een uitlating van de voorzitter
van de V.V.D., de heer Oud, als zouden de
niet-socialistische ministers in het laat
ste kabinet-Drees slechts als „gevel
versiering" gediend hebben, stelde dr.
Bruins Slot dat de activiteit en invloed van
de christelijke ministers, inzonderheid die
van minister Zijlstra, in het „brede basis"
regeringsbeleid groot zijn geweest. Dit
christelijk stempel wekte, zo betoogde hij,
hoe langer noe sterker het onbehagen van
de socialisten op. Het al dan niet aanne
men van de belastingvoorstellen van de
heer Hofstra moest derhalve gezien wor
den als een prestigekwestie tussen socia
listen en niet-socialisten.
Sprekende over het program van de
V.V.D. merkte dr. Bruins Slot op dat dit
in weerwil van de afkeer van de heer Oud
van een samenwerking met de P.v.d.A.
uitstekend geschikt zou zijn voor een „brede
basis"-kabinet. „Het oude liberalisme is
bitter weinig veranderd". Tegenover de
mening van de P.v.d.A. over de taak van
de overheid niet dogmatisch maar in
het licht der doelmatigheid stelde de
spreker het oordeel van de A.R.P. dat de
bemoeiingen van de overheid principieel
beperkt moeten, zijn. Overigens wees hij
er op dat een verwezenlijking van het
verkiezingsprogram van de P.v.d.A. enor
me financiële lasten met zic^h zou brengen.
Lusten en Lasten
Over Nieuw-Guinea zei dr. Bruins Slot
tenslotte dat deze kwestie voor de A.R.P.
geen probleem kan en mag zijn. „Neder
land heeft tot taak dit land te steunen en
te leiden tot dat het zelfstandig zijn ge
drag kan bepalen. Na de koloniale lusten
die wij jarenlang hebben genoten is het
rechtvaardig en billijk dat wij thans ook
de financiële lasten van ons bewind over
Nieuw-Guinea dragen".
Nadat dr. Bruins Slot verscheidene vra
gen uit de zaal had beantwoord sprak
ds. H. J. S. Kalf uit Bennebroek over het
onderwerp „Het stempel der hervorming
moet bewaard blijven".
De spreker was van mening dat de laat
ste kabinetscrisis het Nederlandse volk de
ogen had geopend voor de werkelijke po
litieke verhoudingen in ons land. De
P.v.d.A. is, zo betoogde hij, weer duide
lijk de klasse-partij van vóór de oorlog.
De Anti-Revoluticnaire Partij is echter
door de tijden heen een volkspartij ge
bleven. Spreker keerde zich scherp tegen
de opvatting van socialistische zijde als
zouden de christelijke partijen op het ge
bied van de sociale voorzieningen nim
mer een belangrijke rol hebben gespeeld.
„Wij passen noch in de conservatieve noch
in de progressieve hoek. Wij willen van
Christus zijn en de eer van God voorop
stellen. Die dat betracht zal vruchtbaar
zijn en naastenliefde op zijn weg vinden".
Ds. Kalf waarschuwde voor de zuigkracht
van het socialisme en het liberalisme. Hij
bracht het afscheidswoord van dr. Jan
Schouten in herinnering „om de naaste
die dwaalt en door het socialisme ge
vangen is terug te krijgen en weer te bren
gen onder net woord van God". En ver
der „Wij nebben de sleutel die past op
alle sloten, die sleutel is het woord des
Heren. Dat is geen leuze zonder meer
maar het beginpunt van ons denken en
handelen, óók in de politiek". Spreker stel
de het huidige Israel ten voorbeeld als
een land dat tegen alle dreiging en ver
drukking in Gods woord niet vergeten is
en daardoor in kracht is opgebloeid. Hij
voorspelde dat het communisme en het
socialisme eens in elkaar zullen opgaan
en het christendom geheel zullen uitban
nen. Ds. Kalf besloot: „Laten wij de ver
kiezingsstrijd dus voeren in het licht van
Christus en met een ijver die God zal aan
blazen opdat ons land weer geregeerd zal
worden naar Gods wetten en zoals het
evangelie van Christus ons leert". De
avond werd gesloten met gebed en het zin
gen van psalm 89 het achtste vers.
Het Haagse letterkundig genootschap
Oefening Kweekt Kennis heeft zijn hon
derdvijfentwintig jarig bestaan maandag
gevierd met een feestelijke bijeenkomst in
Pulchri-Studio in Den Haag, waar de voor
zitter, de heer Ben van Eysselsteijn, iets
vertelde uit de geschiedenis van het ge
nootschap. De Vlaamse schrijver Karei
Jonckheere besprak vervolgens de ver
bondenheid tussen Noord- en Zuid-Neder
land, waarbij vooral de taal zo'n belang
rijke plaats innam.
De ambassadeur van de Unie van Zuid-
Afrika, dr. F. E. Geldenhuys, en de cul
turele attaché's van de ambassades van
België en West-Duitsland woonden de her
denking bij.
Op vragen van het Tweede Kamerlid de
heer Kleijwegt (P.v.d.A.) over de verde
ling van woningwetwoningen over de ver
schillende provincies, heeft de minister
van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid
geantwoord, dat de voornaamste criteria
bij de verdeling der woningwetwoningen
over de provincies het woningtekort en de
aanwezigheid van krotwoningen vorm
den. Het tekort is daarbij voor 100 pet. in
rekening gebracht, het aantal krotwo
ningen voor 25 pet. In het advies, dat de
subcommissie van het Centraal Orgaan
van de Wederopbouw en de Bouwnijver
heid aan de minister heeft uitgebracht, is
behalve met deze criteria echter ook re
kening gehouden met een aantal factoren,
die zich niet in cijfers laten uitdrukken, zo
als de groeitendens en de bouwcapaciteit.
De minister achtte het advies, zowel op
grond van de motivering als op grond van
de voorgestelde toewijzingen, alleszins
aanvaardbaar. Hij heeft dit dan ook onge
wijzigd overgenomen.
De 1500 centraal gereserveerde woning
wetwoningen zullen geheel bestemd wor
den ten behoeve van initiatieven en expe
rimenten met nieuwe methoden van in
dustriële bouw. Een gebruik van dit contin
gent ter compensatie van vermeende ge
breken in de algemene woningverdeling
zou in strijd zijn met de betekenis van dit
contingent en zou neerkomen op een afwij
king van het aanvaarde advies der sub
commissie.
Over de woningwetwoningen op het
Zeeuwse platteland had het Tweede Ka
merlid de neer Westerhout (P.v.d.A.) vra
gen gesteld aan minister Witte naar aan
leiding van het onlangs verschenen rap
port van de gewestelijke raad voor Zee
land van het Landbouwschap, volgens
welk rapport 22 pet. van de Zeeuwse land
arbeiders in krotwoningen zou zijn gehuis
vest. Deze percentages zouden in gebie
den als Noord-Beveland, Oost-Zeeuwsch
Vlaanderen en West-Zeeuwsch Vlaande
ren zelfs respectievelijk 23, 27 en 24 bedra
gen.
In zijn antwoord zegt de minister, dat in
het rapport niet wordt aangegeven, wat de
opstellers orecies onder een krotwoning
verstaan. Wanneer hiermede bedoeld
wordt een één- of tweekamerwoning, dan
is het percentage van 22 ongeveer in over
eenstemming met de vanwege het C.B.S.
verstrekte cijfers. Ook over het gehele
land gezien, is ongeveer 22 pet. der land
arbeiders gehuisvest in één- of tweeka
merwoningen.
Voor het alsnog verhogen van het aan
Zeeland verstrekte contingent woningwet
woningen, gesteld, dat de mogelijkheid
hiertoe nog aanwezig zou zijn, hetgeen
niet het geval is, ziet de minister dan ook
geen aanleiding.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek
heeft de uitkomsten gepubliceerd van de
forensentelling, welke gelijktijdig met de
algemene woningtelling van juni 1956 is
gehouden. Er blijkt uit, dat tenminste
650.000 personen buiten hun woongemeen-
te werken, onder wie bijna een half mil
joen hoofden van gezinnen. Dit betekent
dat van elke vijf hoofden van gezinnen er
één forens is.
Voor 50.000 of ruim 10 pet. van deze fo-
reiïsen bleek de scheiding tussen woon- en
werkgemeente samen hangen met de wo
ningnood. De vermeerdering van het. aan
tal forensen onder de hoofden van gezin
nen van 300.000 in 1947 tot bijna 450.000 in
1956 kan vrijwel geheel als een reële toe
neming van het forensenverkeer worden
beschouwd.
Het forensenverkeer concentreert zich
in hoofdzaak in de randgemeenten rond de
grote steden in West-Nederland en rond de
grote industrie-centra in de oostelijke en
zuidelijke provincies. Voor bijna de helft
van de 450.000 forensen grenst de werkge
meente aan de woongemeente.
In de plattelandsgemeenten met meer
dan 50 pet. agrarische beroepsbevolking
werkt slechts 12 pet. van de hoofden van
gezinnen buiten de woongemeente. Voor
de kleine geïndustrialiseerde plattelands
gemeenten is dit percentage ruim 40. In de
specifieke forensengemeenten gelegen
rond de grote steden en in het Gooi, Noord
en Zuid-Kennemerland is meer dan 50 pet.
van de hoofden van gezinnen forens.
In de 12 gemeenten met meer dan
100.000 inwoners tezamen zijn bijna 75.000
hoofden van gezinnen geteld, die in een an
dere gemeente hun beroep uitoefenen.
Daartegenover werken in deze gemeenten
ongeveer 110.000 hoofden van gezinnen die
elders wonen.
Nederlandse bloembollen-exporteurs
voelen zich ernstig gedupeerd door het
feit, dat op Brits verzoek de besprekin
gen tussen Engeland en de Benelux over
een nieuw handelsverdrag voor het lopen
de jaar voor onbepaalde tijd zijn uitge
steld. Voor allerlei andere gecontingen-
teerde produkten mag dit uitstel niet zo
bezwaarlijk zijn, maar voor de bloembol
len ligt de zaak anders. De contingenten
worden als rege! in het begin van het
jaar vastgesteld en wel voor de periode
tussen 1 juni en 1 juni van het volgend
jaar. Op basis van deze contingenten moe
ten dan in het voorjaar de contracten tus
sen de Nederlandse exporteurs en hun
Britse kopers afgesloten worden voor le
vering in de herfst. Onder de huidige om
standigheden echter kan van' zakendoen
geen sprake zijn. omdat verkopers nóch
kopers weten, waar zij voor de toekomst
aan toe zijn.
Het is met onze bloembollen-export naar
Engeland vreemd gesteld. Bloembollen
behoren tot de weinige produkten, waar
van de invoer nog steeds door de Britse
regering wordt beperkt. Bovendien zijn
zij met een invoerrecht van tien percent
belast. Nadat van 1945 tot 1951 de Britse
bloembollen-invoer gecontingenteerd was
geweest, werd deze in laatstgenoemd jaar
vrijgegeven. Dat jaar kochten de Engel
sen voor meer dan 42 miljoen gulden aan
Nederlandse bloembollen. In 1952 werd het
contingenterings-systeem echter opnieuw
ingevoerd, zulks in verband met de toe
stand van de Britse betalingsbalans. Brit
se importeurs kregen toen contingenten
toegewezen op basis van hun aankopen in
het „vrije" jaar 1951. Deze situatie bestaat
in feite nog steeds, omdat de importen van
1951 uitgangspunt zijn gebleven.
Zwakke handel
Een aantal Britse importeurs heeft zich
sedertdien echter uit de zaken teruggetrok
ken; anderen doen minder zaken dan in
1951. Onder deze groep importeurs waren
er, die in 1951 grote hoeveelheden Neder
landse bloembollen kochten en in de daar
op volgende jaren daarmee evenredig-gro
te contingenten toegewezen kregen. Deze
contingenten worden met soms aanzienlij
ke winsten van de hand gedaan. Als ge
volg daarvan heeft zich in Engeland een
ware zwarte handel in toewijzingen ont
wikkeld. De „slapende importeurs" heb
ben dank zij de contingenteringen, een ge
makkelijk verdiend inkomen soms van
tienduizenden guldens per jaar. Anderen
daarentegen, die in 1951 niet veel konden
importeren, krijgen nog steeds mondjes
maat toegewezen. Sommige importeurs
krijgen toewijzingen van niet meer dan 4
of 500 gulden per jaar. Vooral jonge be
drijven voelen zich onrechtvaardig behan
deld, omdat de uitbreiding van hun klan
tenkring erdoor wordt belemmerd.
Vrije invoer
De Britse bloemenliefhebbers hebben
zich verenigd in de „Flower Bulb Users
Association," die samen met de handel
een krachtige actie voert tot liberalisatie
van de bloembollenimport. Tegen liberali
satie kan volgens Nederlandse exporteurs
en Britse handelaren geen enkel bezwaar
meer bestaan, omdat de tegenwoordige si
tuatie totaal verschilt van die in 1951. De
positie van de Britse betalingsbalans ten
opzichte van de Benelux-landen is gunstig.
Voor verstoring van de Britse markt be
hoeft geen enkele vrees te bestaan. Im
mers, in tegenstelling tot 1951 kan Neder
land nu in alle belangrijke afzetgebieden
Voor de rechtbank te Breda heeft een
incasseerder terechtgestaan, die zich in
zijn functie, volgens de tenlastelegging,
schuldig had gemaakt aan valsheid in ge
schrifte bij het geven van inlichtingen over
aspirant-kopers en aan het maken van
valse huurkoopcortracten. Ook mishande
ling en bedreiging met arrestatie waren
hem ten laste gelegd.
Hij werkte voor een financieringsmaat
schappij een handelmaatschappij en een
bank. Door valsheid in geschrifte te ple
gen had hij ten onrechte provisie geïncas
seerd ten nadele van de financierings
maatschappij. Ovei personen, die bekend
stonden als wanbetalers, verstrekte hij
toch goede inlichtingen. Als er later een
achterstand in de betaling ontstond, trad
hij bijzonder drastisch op bij het terug
halen van de gekochte goederen. Iemand
in Rotterdam, die een auto had gekocht,
maar bij de betaling in gebreke was ge
bleven, had hij bedreigd met arrestatie.
In Tilburg gaf hij zich uit voor „ambte
naar van de radiorecherche". Hij was
soms ook opgetreden als „bankrecher-
cheur", wanneer hij radiotoestellen,
waarop nog afbetaald moest worden,
kwam terughalen.
De officier van Justitie eiste twee jaar
gevangenisstraf
De verdediger voerde aan dat de ver
dachte door de bank en de handelmaat
schappij steeds onder druk was gezet om
te zorgen, dat er geld binnenkwam.
De rechtbank deed onmiddellijk uitspraak
en veroordeelde de incasseerder tot een
jaar en negen maanden gevangenisstraf.
De gemeenteraad van Leiden heeft
maandagmiddag en -avond breedvoerig
gediscussieerd over het principieel opge
zette wegenplan in en om de stad, waar
van de verwezenlijking honderden mil
joenen guldens zal kosten en tientallen ja
ren zal duren. De raad keurde het plan
in beginsel goed, zodat Leiden thans een
verkeersplan zal gaan uitvoeren, waarbij
de kern van de oude stad gespaard zal
blijven en toch aan het moderne verkeer
zal worden aangepast.
Op vele ondergeschikte punten werd de
vrijheid om gedetailleerde beslissingen te
nemen opengehouden. Over het algemeen
werd aangedrongen op spoedige verwe
zenlijking van rijks- en provinciale we
genplannen om Leiden heen, zodat het
doorgaande verkeer om de stad heenge
leid kan worden.
Over de voorgestelde demping van het
resterende stukje Levendaal moest wor
den gestemd. Met 21 tegen 13 stemmen be
sloot de raad tot demping.
Op 4 februari, kort voor zijn overlijden,
heeft het Eerste Kamerlid prof. Rip de
minister van Landbouw, Visserij en Voed
selvoorziening a.i. schriftelijke vragen ge
steld over de wijze, waarop de directeur
van de afdeling faunabeheer zijn functie
als rijksambtenaar uitoefent.
De minister heeft hierop thans geant
woord, dat hij kennis genomen heeft van
het door prof. Rip genoemde artikel over
deze aangelegenheid in de „Gelderlander
pers" en dat hij op 2 februari opdracht
heeft gegeven tot een ambtelijk onderzoek
naar de waarde, die moet worden gehecht
aan tegen de desbetreffende ambtenaar
geuite bezwaren.
Wijlen prof. Rip had verder gevraagd of
de minister het juist acht dat een ambte
naar, die in verband met zijn functie en
bevoegdheden het afschot van grofwild en
dergelijke bepaalt, ook aan particuliere
jachtpartijen op dat wild deelneemt.
Hierop ontwoordt. de minister, dat hoe
wel het deelnemen door de betrokken amb
tenaar aan particuliere jachtpartijen
geenszins behoeft te wijzen op, noch be
hoeft te leiden tot onzuivere betrekkingen,
in deze zelfs de schijn dient te worden ver
meden. Steeds heeft gegolden, dat de amb
tenaar geen vrijheid had dergelijke uitno
digingen aan te nemen, tenzij met toe
stemming van zijn hoogste chef. Dit is
ten hoogste enkele malen 's jaars ge
schied, in sommige jaren in het geheel niet
voorgekomen. De minister zal aan deze
gedragslijn de hand houden en ter za
ke diligent blijven.
buiten Engeland waaronder Duitsland
en Frankrijk vrij invoeren. Bovendien
is sedert verleden jaar de minimum-ex
portprijs gebonden aan de kostprijs, zodat
dumping op de Britse markt is uitgeslo
ten. Ook de cijfers spreken een duidelijke
taal: het Britse invoer-contingent dat voor
de periode tussen medio 1958 en medio
1959 ongeveer 3 miljoen 360.000 pond ster
ling bedroeg, was begin februari van dit
jaar bijna uitgeput, een bewijs dat van
verzadiging van de Britse bloembollen-
markt nog geen sprake is.
Nederlandse bollenexporteurs zien in
opheffing van het contingenterings-sys
teem het enige middel om een eind te ma
ken aan een ongezonde situatie waar nie
mand belang bij heeft. Nu door onzeker
heid over de toekomst het zaken doen met
Engeland wel bijzonder wordt bemoeilijkt
zijn zij nog versterkt in de mening, van
de Britse regering geen „fair deal" gekre
gen te hebben.
In de eerste helft van deze maand zijn
op Schiphol niet minder dan 185 misturen
gemeten (percentage 51,4) dat het zicht
minder was dan de limieten, die door de
zijn vastgesteld als minimum-condities
voor het landen van vliegtuigen. Die li
mieten vertonen bij de diverse^ maatschap
pijen kleine onderlinge verschillen, maar
bij een zicht van minder dan 800 meter
en een wolkenhoogte van minder dan 60
meter, bij een bedekkingsgraad van of
meer, mag geen gezagvoerder van een
binnenkomend vliegtuig landen. Tot en
met afgelopen zondag telde het filiaal van
het K.N.M.I. op'Schiphol dus 185 uren,
waarop de vliegtuigen dienden uit te wij
ken naar een andere luchthaven, hetgeen
in sommige perioden een vrij aanzienlij
ke afstand betekende, omdat ook Brussel,
Londen, Keulen, Dusseldorp en Hamburg
op vele dagen vanwege de mist niet te be
reiken waren.
Indien men weet, dat gedurende de gehe
le maand februari 1958 in totaal 50 mist
uren genoteerd werden (percentage 7,4)
dan is het duidelijk, dat in de afgelopen
twee februariweken het record in alle op
zichten, maar dan in ongunstige zin werd
gebroken. Dat 1959 wel bijzonder ongunstig
is ingezet tonen de gegevens aan, waar
over 't K.N.M.I. op Schiphol over de maand
januari beschikt. Vorig jaar werden er in
januari 72 „misturen" geteld (9,7 percent)
en in dezelfde maand van dit jaar 83'/2 uur,
zijnde 11,2 percent. In januari 1957 lagen
deze cijfers veel lager: 42V2 uur en een
percentage van 5,7.
De president-directeur van de K.L M.,
de heer I. A. Aler en de directeur, mr.
J. van der Wiel, zullen op 19 februari a.s.
in Californië een vlucht met het straalver-
keersvliegtuig DC-8 maken, waarvan de
K.L.M. er acht bij de Douglas-fabriekèn
heeft besteld. Behalve door de invlieger
van Douglas zal het toestel tijdens deze
vlucht ook bestuurd worden door K.L.M.-
gezagvoerder J. J. Bak, die bij deze maat
schappij de supervisie heeft over alle voor
bereidingen voor het in 1960 voor de
K.L.M. beginnende straaltijdperk. De heer
Bak is de eerste vlieger van de K.L.M. die
met de DC-8 zal vliegen. Hij zal hierin bin
nenkort worden gevolgd door gezagvoer
der R. J. Rose, die de instructie op dit
vliegtuigtype bij de K.L.M. zal leiden.
Advertentie
Abdijsiroop
stilt de hoest
buien en zuivert
de luchtwegen.
Ik heb veel minder
last van m'n kort
ademigheid nu ik ge
regeld Abdijsiroop neem.'
Eén - twee - diep ademen ...heerlijk'
De 23 genezende bestanddelen
lossen het slijm op en verjagen
de ziektekiemen
(AKKER SIROOP)
De tentoonstelling van bedrijfsautomo
bielen die 'n het RAI-gebouw te Amster
dam is gehouden, is gesloten. Er zijn 96.998
bezoekers geregistreerd. Twee jaar gele
den bedroeg dit aantal 102.778. Gedurende
de laatste dagen steeg bij de organisato
ren de hoop, dat zich ook deze keer de
100.000ste bezoeker zou melden men
had voor hem reeds een mistlamp als toe
passelijk geschenk in petto maar de
slechte weersomstandigheden, vooral tij
dens de eerste dagen, veroorzaakten een
geringe terugslag in de belangstelling. Dit
werd echter in ce laatste twee a drie dagen
enigszins gecompenseerd door een stij
gend bezoekersaantal, gemiddeld 12.000
per dag.
De organisatoren zijn overigens van me
ning dat de teruggang, die zich het vorig
jaar in de omzet van bedrijfsauto's heeft
voorgedaan, thans tot het verleden be
hoort. De handel vertoont weer een op
leving. De zaken op deze tentoonstelling
zijn zeer bevredigend geweest. Een grote
automobielindustrie zag het aantal trans
acties dit jaar zelfs met 15 tot 20 percent
stijgen ten opzichte van de tentoonstelling
in 1957.