Geleidelijke verlaging van
de leerlingenschaal
Onderwerp
r
MAÏZENA
DURYEA
Van dag tot dag
Zwaardemaker
DONDERDAG 19 FEBRUARI 1959
Staalstrijd
Inbreker met „dubbel leven"
hoort 2/4 jaar tegen
zich eisen
Jongen van 15 jaar sloeg
56-jarige vrouw neer
Belgische onderscheidingen
voor 8 Nederlanders
SEVILLA
Neemt vaker...
Dé jam voor mannen
ONDER WIJS IN TWEEDE KAMER
Celstraf voor zeelui die
uit de lading stalen
Op de
<~&rcicitótoel
PHILIPS-ROXANE
Jeugdige rovers snel
ingerekend
De belangentegenstellingen tussen de
landen van de Europese Gemeenschap
voor Kolen en Staal (E.G.K.S.) dragen
thans ook in de staalsector een acuut ka
rakter. Terwijl de Duitse staalfabrikanten
vinden, dat de Hoge Autoriteit in Luxem
burg zich veel te passief gedraagt, menen
hun Franse concurrenten dat ze in hun
ontwikkeling worden gedwarsboomd.
De oorzaak van de moeilijkheden schuilt
in de Franse devaluatie waardoor de prij
zen van het Franse staal aanzienlijk be
neden die van het Ruhrstaal zijn gedaald
Het Lotharingse staal wordt in Essen al
goedkoper aangeboden dan het Duitse en
in die streken waar de transportkosten in
het voordeel van de Franse producenten
werken, zoals in Zuid-Duitsland, wordt
zelfs een prijsverschil van ongeveer vijf
tien percent genoteerd.
Het is dus te begrijpen dat de Duitse
staalindustrie om „bescherming" roept
tegen deze aanval, waarbij men echter
wel dient te bedenken dat de verwerken
de industrie, ook de Duitse, geen enkel be
lang heeft bij hoge staalprijzen. Van die
zijde wil men gaarne van de huidige si
tuatie zo lang mogelijk profiteren.
Aan de andere kant is het evenmin zo,
dat de Franse staalindustrie met het hui
dige prijsniveau vrede heeft. Door prijs
maatregelen van de Franse regering mag
zij immers alleen kostenstijgingen door
berekenen: de gevolgen van de devalua
tie zijn daarin niet verdisconteerd. Nu zijn
de marges van de Franse staalprijzen al
vele jaren aan de krappe kant omdat de
opeenvolgende Franse regeringen een zo
laag mogelijk prijspeil hebben bevorderd
om het binnenlandse indexcijfer te druk
ken en de Franse concurrentiepositie zo
sterk mogelijk te maken. Volgens de in
dustriëlen is dit ten koste van de inves
teringen gegaan en men kan dus aanne
men dat men in die kringen nu van het
gunstige getij ook zoveel mogelijk wil pro
fiteren. Het liefst zou men, zoals wij al
gemeld hebben, dubbele prijzen bereke
nen: lage aan de binnenlandse verwer
kende industrie, hogere aan de buiten
landse. Maar tegen dat stelsel, dat recht
streeks aan het vroegere protectionisme
is ontleend, verzetten zich de bepalingen
van de E.G.K.S. De Hoge Autoriteit wil
trouwens de Franse regering in de. gele
genheid stellen haar nieuwe economische
en financiële politiek onder zo gunstig mo
gelijke omstandigheden uit te voeren. Men
is er in Luxemburg dus op uit de gevol
gen van de Franse devaluatie voor de Duit
se staalindustrie wel te verzachten, maar
zeker niet ongedaan te maken. Zoals wij
in ons blad van gisteren hebben meege
deeld, heeft de Hoge Autoriteit aan het
Raadgevend Comité advies gevraagd over
de eventueel aan de Franse regering aan
te bevelen maatregelen. Inmiddels is ook
bekend geworden, dat de Hoge Autoriteit
aan een heffing op de Franse staalexport
denkt. Deze heffing, zo vernamen wij na
der, is als een tijdelijke maatregel be
doeld bijvoorbeeld zes maanden en
dient in haar omvang beperkt te blijven,
men denkt aan vier percent. Bovendien
zou dit percentage geleidelijk worden ver
laagd. Het gaat de Hoge Autoriteit er dus
om aan de gevolgen van de Franse deva
luatie het karakter van een schok te ont
nemen.
Voor de Franse staalproducenten is de
ze heffing uiteraard een tegenvaller: de
revenuën welke men door middel van ho
gere exportprijzen had willen ontvangen,
zullen nu gedeeltelijk de staat toevallen
en men ziet zich andermaal de kans ont
gaan de voor de modernisering der be
drijven belangrijke bedragen te investe
ren. De bittere commentaren in de Fran
se bladen zijn dan ook niet alleen tegen
de E.G.K.S. gericht waaraan onvol
doende soepelheid wordt verweten
maar evenzeer tegen de eigen regering.
Advertentie
10 tegen 1
dat 9 van de 10 Huisvrouwen
Maizena Duryea gebruiken
Een keukengeheim.dat overgaat van
moeder op dochtervoor het binden
van groenten, soepen en sausen
maakt Uw groenten zo lekker.
De officier van Justitie bij de recht
bank te Alkmaar heeft tegen een 48-jari-
ge landarbeider uit Alkmaar een gevan
genisstraf van 2V2 jaar geëist. De man
had in 1957 in Bergen een serie inbraken
gepleegd in villa's en landhuizen. Hij
maakte daarbij een groot aantal koperen
siervoorwerpen, kledingstukken, een ra
dio en een schrijfmachine buit. Van de
opbrengst had hij voor zichzelf sigaren en
fruit gekocht. In de over hem uitgebrach
te rapporten werd hij gekenschetst als een
man met twee levens. Waar hij werkte
was hij sympathiek en ijverig, thuis ech
ter ruw, hardvochtig en liefdeloos.
Op 3 maart wijst de rechtbank vonnis.
Voor de derde keer in korte tijd is in
Arnhem een roofoverval gepleegd. Het
slachtoffer was de aan het Roermonds
plein wonende weduwe H. B., die daar een
afhaal- en besteldienst exploiteert. Er
kwam 's middags een 15-jarige jongen aan
haar huis met de vraag of hij even mocht
telefoneren. Terwijl de weduwe zich naai
de keuken begaf, greep hij uit een gereed
schapskist een Engelse sleutel en sloeg
hiermee de 56-jarige vrouw op het hoofd,
waardoor zij bewusteloos raakte. De jon
gen greep een geldkistje en maakte zich
uit de voeten. Koite tijd later wist de re
cherche hem reeds op te sporen. In het
geldkistje zat slechts een gering bedrag.
Ook een daags tevoren op een weduwe
in de Kerkstraat gepleegde roofoverval
is opgehelderd. De politie arresteerde een
17-jarige en 22-jarige jongen, die beken
den zich aan deze roofovervallen te heb
ben schuldig gemaakt. Zij hadden hun
slachtoffer met een stuk hout geslagen,
waarna de vrouw bloedend de straat op
liep en om hulp riep. De daders namen de
vlucht, zonder iets meegenomen te heb
ben. De gewonde vrouw werd naar een zie
kenhuis gebracht. Haar toestand is zorg
wekkend.
De Belgische koning heeft dr. W. H. van
den Berge, regeringscommissaris voor
de belastingen, voorzitter van de interna
tionale douaneraad te Brussel en oud
staatssecretaris van Financiën, benoemd
tot grootofficier in de Kroonorde van Bel
gië. Tot commandeur in de orde van Leo
pold II is benoemd prof. dr. A. G. Brom,
buitengewoon hoogleraar in de thorax-
chirurgie aan de rijksuniversiteit te Lei
den.
Tot commandeur in de Kroonorde is be
noemd prof. dr. L. J. Rogier, hoogleraar
in de geschiedenis aan de r.k. universiteit
te Nijmegen.
Tot officier in de Kroonorde zijn be
noemd de twee algemeen secretarissen
van het Verbond van Nederlandse Werk
gevers, ir. S H. Visser en drs. A. R. Colt-
hoff, en mr. J. P. M. Aghina, hoofd van
de afdeling decoraties der directie kabi
net en protocol van het ministerie van
Buitenlandse Zaken. Tot ridder in de
Kroonorde zijn benoemd de heren J. L.
Barends, bouwkundig aannemer te Am
sterdam. en H. C. J Witlox, directeur van
de n.v. Van Vollenhoven en Smulders te
Tilburg.
Advertentie
Advertentie
(Van onze Kamerverslaggever)
Voor het succes van het onderwijs zijn de veel te grote na-oorlogse klassen een
belemmering. Daarom hebben gisteren in de Tweede Kamer de heren Roosjen (A.R.),
Kleijwegt (P.v.d.A.), Albering (K.V.P.) en Toxopeus (V.V.D.), die tezamen een grote
meerderheid achter zich hebben, hun instemming betuigd met het voorstel van mi
nister Cals in drie tijdvakken geleidelijk de leerlingenschaal voor het lager onderwijs
en het uitgebreid lager onderwijs, te verlagen. Drie factoren werken belemmerend
op de verlaging van de leerlingenschaal: het tekort aan onderwijzers, de achterstand
in de scholenbouw en de beperkte financiële middelen. Vooral om laatstgenoemde
reden vond dr. Tilanus (C.H.) het voorstel een schijnvertoning, want het is niet ver
antwoord zich er nu reeds voor uit te spreken dat door verlaging van de leerlingen
schaal de regering een nieuwe last van vele tientallen miljoen (tenslotte 100 miljoen
per jaar) op het Nederlandse volk zal mogen leggen.
Minister Cals zette uiteen dat thans geen
nieuwe last wordt opgelegd, want de ver
laging van de leerlingenschaal zal afhan
gen van de omstandigheden. Opzettelijk
wordt in het wetsontwerp geen datum van
ingang van de geleidelijke Verlagingen ge
noemd. Het is echter beter niet te wach
ten met de wijziging van de Lager Ondert
wijswet, welke verlaging van de leerlin
genschaal mogelijk maakt. Als de omstan
digheden gunstig zijn. kan er dan direct
een begin mee worden gemaakt. Aan de
hogere uitgaven, die daaruit voortvloeien,
zal de Kamer te zijner tijd haar goedkeu
ring moeten hechten Er wordt dus thans
niets beslist over de lasten.
Het is de bedoeling van minister Cals
de leerlingenschaal geleidelijk te verlagen
in 1962, 1964 en 3 968. Die jaren wilde de
heer Kleijwegt vastleggen in het wetsont
werp, maar mede met het oog op de be
zwaren van de heer Tilanus wilde de mi
nister dat niet.
Er werd ook nog gesproken over een
amendement van de heer Kleijwegt
(P.v.d.A.), waarvan de bedoeling was dat
in een algemene maatregel van bestuur
normen worden vastgelegd, volgens welke
gemeente- en schoolbesturen aanspraak
kunnen maken op een financiële vergoe
ding voor een extra onderwijzer, indien
een klas een bepaalde maximum-grootte
overschrijdt.
Dit amendement achtte de heer Toxo
peus (V.V Dnuttig en noodzakelijk en
de heren Roosjen (A.R.) en Albering
(K.V.P.) waren het ook wel eens met het
principe, maar zij meenden dat dit beter
kon worden neergelegd in een motie, om
dat het amendement niet past in het wets
ontwerp.
Dat bezwaar onderschreef minister Cals
maar hij vreesde bovendien dat door de
starre financiële verplichting, die op het
rijk zou worden gelegd, de geleidelijke
verlaging van de leerlingenschaal vertra
ging zou kunnen ondergaan. Wat de heer
Kleijwegt wil, zei minister Cals, werkt
verstarrend. Met de reeds bestaande re
geling kan soepeier worden gewei-kt.
Over het amendement wordt vanmiddag
gestemd.
Onvoldoende ondergrond
De Kamer heeft nog geen beslissing ge
nomen over het amendement van de heer
Versteeg (A.R.) om de bezitters van het
einddiploma gymnasium-B geen toelating
te verlenen tot de universitaire examens
in de godgeleerdheid.
Minister Cals verklaarde dit einddiplo
ma onvoldoende te achten voor theologi
sche studie. Overigens stond het voor hem
vast dat het een uitzondering zou blijven
Voor de politierechter te Amsterdam heb
ben enkele zeelieden terecht gestaan we
gens diefstal uit de scheepslading. Van de
tien veiJach.en verschenen er slechts
drie: een bootsman, een kwartiermeester
en een matroos, die allen bekenden in de
eerste helft van het vorig jaar goederen
te hebben gestolen uit het ruim van het
vrachtschip „Kamerounkust" tijdens twee
reizen naar West-Afrika. De buit bestond
uit alcohol, textiel, balen koffie, hengels
en grammofoonplaten.
De politie legde negen verdachten twee
weken gevangenisstraf op. De bootsman
kreeg er drie.
als een leerling van het gymnasium-B
theologie zou gaan studeren. Als dat het
geval is, zal de belangstelling voor het
vak zo groot zijn dat de ontbrekende ken
nis voor de studie spoedig zal worden aan
gevuld.
Ook over dit amendement, waarmee een
groot deel van de Kamer had ingestemd,
wordt vanmiddag beslist.
Verworpen
Met 49 tegen 45 stemmen verwierp de
Kamer het amendement van de heer
Kleywegt (P.v.d.A.), dat ten doel had de
afgestudeerden-aan de nieuwe kweekschool
dezelfde rechten op universitaire studie
te verlenen als de bezitters van het eind
diploma h b.s. Vóór stemden de P.v.d.A.
en de communisten, alsmede negen leden
van de K.V.P. De toelating van onderwij
zers tot de universitaire examens wordt
dus beperkt tot de vakken opvoedkunde
en psychologie.
De Kamer heeft zonder discussie en zon
der hoofdelijke stemming het wetsont
werp aangenomen tot het doen overgaan
van een gedeelte van de gemeente Wou-
brugge met ongeveer 250 inwoners naar
de gemeente Alkemade
Het gebied is meer op Alkemade dan op
Woubrugge aangewezen. De ongeveer
250 inwoners zijn nagenoeg geheel op Alk-
kemade georiënteerd. Ook in sociaal, eco
nomisch en cultureel opzicht bestaat
nauw contact.
De gemeenteraad van Woubrugge heeft
geen overwegend bezwaar gemaakt tegen
de overdracht van het gebied aan Alkema
de.
Het wil mij voorkomen dat
in onze tijd speciaal in ónze
tijd de menselijke eigen
schap die wij „subjectiviteit"
plegen te noemen, met lede
ogen wordt aangezien en als
een verderfelijk verschijnsel
wordt beschouwd, dat zo spoe
dig mogelijk moet worden uit
geroeid.
Het lijkt alsof de wereld
pas vrij en blij zal zijn, wan
neer de mensen niet meer
subjectief zullen oordelen en
zich zullen hebben opgewerkt
tot dat summum van vol
maaktheid, dat „objectiviteit"
wordt geheten.
Wil men iemand een com
pliment van kostbaar gehalte
maken, dan moet men hem
„objectief" noemen. Er zal een
gelukzalige glimlach op zijn
gelaat verschijnen en ge zult
voor altijd zijn vriend zijn.
van welke gruwelijke misda
den ge hem ook zoudt betich
ten. De objectiviteit is een
soort sokkel waarop de besten
onder ons worden verheven
tot leringe en voorbeeld van
de onvolmaakten in het dal
der feilen.
Het is inderdaad zoiets als
een heiligverklaring. Het zou
mij niets verbazen als grote
menigten bereid zouden zijn
dezelfde eerbied en bewonde
ring te bewijzen aan hen, die
tot de glanzende hoogten der
objectiviteit zijn opgeklom
men, als aan degenen die om
hun onzondige levenswandel
een H voor hun voornaam
hebben gekregen en mede des
wege op de blaadjes van de
missiekalenders prijken.
Maar er is toch een aanmer
kelijk verschil: er zijn naar
mijn vaste overtuiging talloze
heiligen, doch er kan geen en
kel objectief mens zijn of
hij is géén mens.
De fout is, wellicht, dat men
objectiviteit met eerlijkheid
verwart.
Er zijn talrijke eerlijke men
sen lieden die in alle op
rechtheid huns harten hun'
meningen geven en hun daden
stellen, waarbij zij vervuld
zijn van velerlei goede bedoe
lingen en liefderijke oogmer
ken. Doch dat is geen objecti
viteit. Het zit in het kern
achtige, diepe wezen van een
mens dat hij onmogelijk ob
jectief kan zijn want hij
bestaat slechts als bewust le
vend mens dankzij het feit, dat
hij subjectief is tot in zijn
fijnste vezels.
Als men een objectief vriend
wil hebben, moet men een
hond nemen. Maar hij weet
dan ook zelfs niet dat hij een
hond is.
Talrijke mensen vallen nog
dagelijks van de ene verba
zing in de andere, wanneer zij
twee verschillende kranten
lezend merken hoezeer de
waarderingen voor kunstmani
festaties uiteenlopen. Zij die
nen er echter van doordron
gen te zijn, dat men, twee ver
schillende kranten lezend,
twee verschillende ménsen
leest. Daar past geen verwijt
op aan de journalistiek, al
wordt dat vaak ten beste ge
geven. Men mag journalisten
niet verwijten, dat zij mensen
met persoonlijkheid zijn als
ze dat zijn.
Wat men hun wel verwijten
mag, is een mogelijke onop-
rechtheid in de weergave van
hun mening. Als dié duidelijk
blijkt, is een „mea culpa" van
het vak vereist, doch het is
bitter te ervaren dat de op
rechte mening van een per
soonlijk oordelend mens zo
dikwijls voor onoprechtheid
wordt aangezien.
Het zou struisvogelmanier
zijn, de zonden van de jour
nalistiek tegen de oprechtheid
te verdoezelen.
Bijvoorbeeld:
Een hooggeplaatst buiten
lands vertegenwoordiger ener
religie die jaren in de Afri
kaanse wildernis menslievende
arbeid heeft bedreven, komt
een Nederlandse stad bezoeken
en wordt bij zijn aankomst
geïnterviewd door een gezel
schap verslaggevers, voortko
mend uit de volgende Neder
landse volksdelen: het socia
listische, het communistische,
het liberale, het neutrale, het
religieuze en het anti-kleri
kale. Zoals men ziet, een vol
komen fictieve indeling, even
fictief als het hele verhaal
trouwens.
Een van de journalisten stelt
de hoge bezoeker spelender
wijs de retorische vraag:
„Denkt u niet dat uw avon
turen in Afrika spannender
zijn geweest dan die, welke u
in onze stad zult beleven?"
De hoge gast kaatst glim
lachend terug: „Zijn er dan
avonturen te beleven in uw
stad?"
In de kranten wordt nu mis
schien het verslag van de aan
komst als volgt weergegeven.
Liberale pers: Tijdens een
persconferentie gaf de bezoe
ker als zijn mening te kennen
dat door de dirigistische over
drijving van ons socialistisch
georiënteerd stadsbestuur het
leven hier alle avontuurlijk
heid heeft verloren.
Socialistische pers: De hoge
gast gaf als zijn overtuiging,
dat dankzij de voorzieningen
van het progressieve stadsbe
stuur het leven hier nauwe
lijks meer'gevaren kent.
Communistische pers: De
bezoeker liet doorschemeren
dat zijn zogenaamde huma
nistische arbeid in Afrika en
kel door de avontuurlijkheid
aantrekkingskracht op hem
uitoefende, zodat men kan na
gaan hoe weinig de inheemse
bevolking voor deze man be
tekent.
Neutrale pers: De hoge gast
beantwoordde tijdens een
persconferentie enkele vragen.
Religieuze pers: Hij gaf
uiting aan zijn overtuiging dat
door de uitnemende gods
dienstzin onzer bevolking onze
stad een reputatie van ernst
en gedegenheid heeft.
Anti-klerikale pers: De eer
ste vraag van de geëerde be
zoeker na zijn aankomst luid
de: zijn hier nog avontuurtjes
te beleven?
Dit fictieve voorbeeld beoogt
niet, wélke volksgroep ook in
haar pers te beledigen, noch
een blaam te werpen op die
onderscheidene persen zelve.
Het wil slechts verduidelijken
dat men eisen kan stellen aan
de eerlijkheid in de journalis
tiek doch dat subjectiviteit
niets van doen heeft met het
verdraaien en verfraaien van
mateidaal, teneinde eigen
standjes te dienen.
Subjectiviteit is wat anders.
Het is de aparte, onvergelijk
bare en onschendbare mense
lijke persoonlijkheid, die een
unieke oorspronkelijkheid
paart aan een volstrekte gees
telijke onafhankelijkheid. Om
dat de mens kan beseffen: „ik
ben", is alles wat met zijn ik
en met zijn reacties op de
dingen buiten hem te maken
heeft, zó conditioneel subjec
tief, dat er streng geweld van
een harde hand voor nodig is
om hem zelfs maar de schijn
van objectiviteit te verlenen.
Objectief zijn misschien de
genen, die met duizenden te
zamen onder een balkon hun
eigen onderdrukker toejuichen
en de uitschakeling van hun
eigen persoonlijkheid verkon
digen in een spreekkoor
doch zijn zij op dat moment
nog ménsen?
Objectief zou men misschien
degenen kunnen noemen, die
hun eigen oordeel verstikken
in een brij van dweperij en
half bewusteloos meehollen in
een opgejaagde kudde achter
een wapperend symbool. Of
die naarstig knikken en van
bewondering versmelten voor
een kunstprodukt dat hun
niets te zeggen heeft, uit vrees
dat ze voor barbaren zullen
worden aangezien.
Er is geen mens, die gelijk
is aan de andere. Er is geen
oordeel dat waarde heeft,
wanneer het niet geschapen
en doorleefd is in één, afge
sloten mensenhart.
Dat komt, omdat in het.
leven de mens het onderwerp,
en niet het voorwerp is. J. L.
Grief)
Hij kwam volslagen onverwachts als
een dief in de nacht en dan voel je je
tóch wel even overrompeld. Schurk, denk
je, néé, ik wil niet, maar de schurk gaat
zijn gang en steekt overal koortsvlam
metjes aan, waarvan je gaat klapper
tanden.
„Ik heb je bed maar op de logeerkamer
opgemaakt", zegt mijn dochtertje. „O, wat
ben je koud, ik heb je zes dekens en twee
kruiken gegeven, ik heb de straalkachel
aangedaan en hier is nog een vest. De gor
dijnen zal ik maar dichtdoen voor je hoofd
pijn en ga nou maar fijn slapen!"
„Graag", zeg ik, want dat is precies het
enige, wat ik nog wil.
Even later komt mijn zoon thuis. „Mam
is ziek", wordt hem in de gang reeds mee
gedeeld. Hévig geklap van de keukendeur.
Ik soes weg en na een kwartiertje zijn ze
weer terug met sinaasappels, fresia's en
mimosa.
Ruik eens wat lekker!!" Ik ruik niets,
maar ik zeg: „Tjonge heerlijk en zo
duur!" Wat nu volgt, is een show met een
bijna eindeloos aantal zéér gevarieerde
nummers: Zo, hier is een lekker sinaas
appeltje, proef eens!! Hier is een slap kopje
thee! Hier is een rolletje drop! Hier is de
zwabber, dan kun je op de grond stampen,
als je ons nodig hebt! Je ziet zo paars,
zal ik het raam open zetten? Hier is een
kopje kókend-hete tomatensoep. Mag ik
het snoer van de straalkachel even mee-
nemen? Ik wou de stofzuiger even gebrui
ken, want ik heb de haard uitgehaald, die
stikte in zijn as en zijn sintels
Het gebit van de haard kun je naar vóór
draaien, zodat je naar hartelust in zijn
grote keelgat kunt peuteren. Ik vraag be
zorgd: „Er zijn toch geen gloeiende kolen
op het kleed gevallen, hè?"
„Ja, wel een bet je, maar ik heb de vlam
men al uitgetrapt. Je bent toch in een
brandverzekering? 't Kleed was tóch niet
best meer!"
„Mam, er ivas iemand aan de telefoon
voor je, maar ik weet niet meer wie, en
ik heb je beige jxirk aan de stomerij mee
gegeven. Hij belde en ik dacht: er zit een
vlek op, zei je dat niet? Ik wilde je niet
storen".
„Welnéé, die beige is pas nieuw, de grijze
moest gestoomd worden!"
Nou ja, vind je het erg? We doen zó
ons best, ruik je de bloemen al?"
„Mam, we zijn patates-frites aan het
bakken, wil jij óók een portie?"
Ik ruik de ijle, fijne bloemengeur helaas
niet, maar de bakwalmen, die de trap op
komen, des te beter en ik word er wee
van
„Kijk eens, wat lekker", zeggen ze even
later gul. Je hebt 40 koorts, dus dan moet
je goed eten, anders ivord je niet beter!"
„Nee, dank je", zeg ik walgend.
„Kunnen we nog iets voor je doen? Wat
heb je mooie glimmende koortsogen, net
glazen knikkers!!"
„Ik wil slapen, gaan jullie maar beneden
eten en jc huiswerk maken en kom hier
niet zo dikwijls, want ik ben vergiftig, be
smettelijk, bedoel ik".
Ze gaan. Wat zijn ze lief, wat sloven ze
zich voor me uit,-denk ik wegdommelend.
Maar wat is dat opeens? Pats-krak-bóm!
O hemel, wat gebeurt er nou? Mollen ze
elkaar, of het meubilair? Even later her
haalt de herrie zich. Het is, alsof een reus
alles kort en klein slaat! Ik bonk met de
zwabber op de grond.
„Jaaa!??" Ze stormen de trap op. „Wat
is er?"
Ik poog me iets te herinneren, maar ik
weet niet meer wat
Marianne van Raait
Advertentie
Maar nu is de zomer verjaagd. In ons land
heersen regen en mist. Geef. Moeder, Uw
gezin en Uzelf wat de donkere seizoenen
niet geven kunnen. Geef vitaminen. Vita
minen van Philips-Roxanel
ACTIFRAL 10
HET HELE GEZIN
ACTIEF EN VITAAL!
De 10 belangrijkste vita
minen. Niet te veel, niet te
weinig. Precies wat U nodig
hebt. Eén dragee per dag is voldoende.
Flacon met 100 dragees f 2.88. Gezins
verpakking - 150 dragees - de helft méér
en toch slechts f 3.75.
noem de naam - voor alle zekerheid.
Tegen drie uit opvoedingsgestichten af
komstige Amsterdamse jongens van 19, 20
en 21 jaar heeft de officier van Justitie
bij de rechtbank te Amsterdam wegens
een in het Vondelpark gepleegde beroving
van een man 12 maanden geëist, waarvan
6 maanden voorwaardelijk. De drie jon
gens, die nog een blanco strafblad hebben,
bevinden zich sinds de op 22 november
gepleegde beroving in voorarrest.
Een van hen had het slachtoffer het
Vondelpark ingelokt, waar zijn twee vrien
den op een donkere plek stonden te wach
ten. Daar eiste het drietal geld. De buit
bedroeg f 10,De beroofde ging terstond
naar de politie en toen de jongens een
kwartier later het Vondelpark uitwandel
den konden ze meteen instappen: de
politieauto kwam er net aan met het
slachtoffer naast de agenten.
Op 4 maart doet de rechtbank uitspraak.