RAI-GEBOUW ELF DAGEN LANG DORADO
VOOR BROMFIETSERS EN KAMPEERDERS
De moderne fiets in elk detail
anders dan de vooroorlogse
ULTRA-LICHTE MOTOR
VOOR WIE DE BROMFIETS
TE LANGZAAM GAAT
Verkeersexamen in
het Puzzelbos
11
V ooruitgang
Twee richtingen
A ttr acties
Fleurige kleuren
Artis doet mee
Nieuwe constructie-
Markt niet verzadigd
Primeurs
WOENSDAG 25 FEBRUARI 1959
Morgen, slechts enkele weken na de grote internationale expositie van
bedrijfsauto's, zal de minister van Verkeer en Waterstaat, mr. J. van
Aartsen, een eveneens indrukwekkende tentoonstelling openen van wel
iswaar minder omvangrijke, maar niet minder belangrijke vervoermidde
len: fietsen, bromfietsen, motorrijwielen, scooters, autoscooters en carriers.
Niet minder dan 124 standhouders zullen er 85 verschillende merken twee-
en driewielers tonen, welke afkomstig zijn uit Nederland (36 marken),
West-Duitsland (15 merken), Engeland (13 merken). Italië (9 merken). Bel
gië (3 merken), Frankrijk, Tsjechoslowakije en Oostenrijk ieder 2 merken
en Zweden, Hongarije en Japan (ieder 1 merk). Het is de grootste ten
toonstelling op dit gebied, die ooit in Nederland gehouden is. Zij beslaat
een oppervlakte van 22.000 vierkante meter, een kwart meer dan de soort
gelijke expositie in 1957. Evenals toen is er ook nu weer een grote tentoon
stelling van kampeerwagens, tenten en kampeerbenodigdheden. „Camping
1959" omvat 50 stands met tal van noviteiten op het gebied van de buiten
sport. Hiervan is de collectie kampeerwagens de meest opvallende: 60
caravans, omvattende 56 verschillende typen, afkomstig van 26 fabrikanten
worden getoond. De Nederlandse constructeurs zijn vertegenwoordigd met
26 typen; van de resterende 30 zijn er 23 uit Engeland, 2 uit Duitsland, 3
uit België, 1 uit Denemarken. Eén wagen is ten dele van Franse en ten dele
van Nederlandse origine.
Een interessant onderdeel van de expositie is het „puzzelbos, een aardig
aangeklede veilig-verkeersdemonstratie met verschillende mogelijkheden
om de verkeerskennis van de bezoekers te onderzoeken.
Wist u dat de moderne bromfiets in
1902 al een voorloper had? Op deze
foto ziet u er een: het zo genoemde
„ezeltje" van F.N., dat met zestien
andere veteranen op de RAI te zien
is. Al deze oudjes zijn door de Veteraan
Motoren Club in Den Haag in originele
staat gerestaureerd en men zou er zo
op kunnen wegrijden.
Bij de eerste motorfietsjes werd het
achterwiel rechtstreeks van de motoras
aangedreven door een riem., die bij
regenachtig weer nogal eens dienst
weigerde, evenals de magneet, die, zo
als men ziet, onbeschermd was.
De bromfiets, die naast de gewone
trapfiets het nationale Nederlandse
vervoermiddel schijnt te zullen worden,
is op de 41ste RAI-tentoonstelling in
velerlei uitvoeringen te bewonderen.
Sinds de vorige expositie van twee-
wielers, twee jaar geleden, hebben de
constructeurs niet stilgezeten, zoals
blijkt uit talrijke kleine verbeteringen
en verfijningen. Zij hebben vooral aan
dacht geschonken aan het comfort van
de berijder, die door een gewoonlijk
fraai uitgevoerde beplating beschermd
wordt tegen olie en wegvuil.
Wellicht nimmer tevoren is er een
R.A.I.-tentoonstelling geweest, waar
zulk een massa nieuws zowel ge
heel nieuwe verschijningen als con
structieve verbeteringen te zien
zal zijn als op deze tweewieler-show.
Alle Nederlandse fabrieken zonder
uitzondering hebben op deze tentoon
stelling hun nieuwe modellen ge
ïntroduceerd, van de eenvoudigste tot
de meest luxueuze.
Twee jaar geleden werd een technische
snelheidsbeperking ingevoerd, waarbij be
paald werd dat bromfietsen geen hogere
snelheid dan 40 km mogen kunnen be
reiken. Deze beperking is ontstaan na over
leg tussen overheid en bedrijfsleven. Zij
heeft voor het bedrijfsleven grote techni
sche moeilijkheden opgeleverd en sommen
gelds gekost. Dat de industrie zich deze
opofferingen getroostte deed men in het
belang van het produkt; en zijn veiligheid.
Deze inmiddels wettelijk vastgelegde
snelheidsbeperking kan men beschouwen
als de pijler, waarop thans de status van
dit volksvervoermiddel rust en +evens als
de pijler, waarop zijn technisch ontwerp in
menig opzicht berust.
Immers, ongeacht de uitvoering met
luxueus plaatwerk of als de eenvoudigste
„fiets met een motortje", de snelheid is
gelijk: 40 km maximaal. En hiermede zijn
de gedragingen van de brommer mede be
paald, en veel belangrijker nog, de eisen
die het aan zijn berijder stelt.
Nu de technische moeilijkheden van de
snelheidsbeperking door de motorconstruc
teurs zijn overwonnen en daarnaast de ver
beteringen in framebouw, beremming en
verlichting werkelijk bijzonder groot zijn,
hebben wij thans dus bromfietsen, die in
vergelijking tot de vorige tentoonstelling
een vooruitgang tonen, welke nauwelijks te
voorzien is geweest. Minder ingrijpende
detail-reglementeringen hebben inmiddels
de bromfiets-wetgeving „afgerond".
Aangenomen mag worden, dat de rust in
bromfietsland thans is ingetreden. Zowel
de steeds toenemende aantallen gebruikers
(tussen 850.000 en 900.000 op dit moment)
als het grote aantal mensen, dat in deze
branche een bestaan vindt, en de belang
rijke economische en sociale functie, die de
bromfiets is gaan vervullen, maken dit
gewenst.
Het economisch belang van deze branche
wordt duidelijk, indien men bedenkt, dat in
tien jaar tijds (tot 1958) ruim 1,2 miljoen
bromfietsen door Nederlandse bedrijven
werden vervaardigd, waarvan bijna 20 pet.
werd geëxporteerd. Verder, dat Nederland
in Europa de derde plaats inneemt als
bromfietsproducent (na Frankrijk en West-
Duitsland). Wat dit ook in Euromarkt-
verband zal kunnen betekenen, behoeft
wel geen nader betoog.
Op de RAI-tentoonstelling is een ont
wikkeling van de bromfiets in twee rich
tingen te bespeuren: die van de „goedkope"
eenvoudige bromfiets, vaak met „rolmotor"
enerzijds, en de luxueuze, beplate uitvoe
ring, met versnellingen en veersystemen
anderzijds.
Dat hiernaast de ietwat paradoxale ont
wikkeling van „sport"-bromfiets bestaat,
behoeft niet anders dan als een uiterlijke
attractie voor jongeren te worden be
schouwd. Immers: de snelheid bepaalt het
karakter. Het is de technische beperking
van de bromfiets tot 40 km. Door die snel
heidsbeperking is de „snelbrommer" al
twee jaar geleden begraven!
Als technisch produkt is de bromfiets een
veilig vervoermiddel. Daarvoor zijn, wat
ons land betreft, zeker enige oorzaken aan
te wijzen: de technische vervolmaking door
de industrie, die in ons land zeer hoge eisen
aan de kwaliteit stelt; de zware strijd om
het bestaan op de sterk internationaal
georiënteerde Nederlandse markt, waar
door minder goede produkten terstond af
vallen; de wetgeving die bromfietsen naar
de rijwielpaden verwees; de grote ver
trouwdheid van de Nederlander met het
rijwiel waardoor de aanpassing aan de
bromfiets zonder moeite verliep. Dit
spreekt des te duidelijker indien men weet,
dat Nederland na Frankrijk de grootste
bromfietsdichtheid heeft, n.l. 1 bromfiets
per 12 inwoners (Frankrijk 11). Tevens
heeft men hier al gauw de koe bij de
horens gepakt wat de beremming betreft.
Na de eerste schreden op het bromfietspad
zagen technici al gauw de noodzaak in van
remmen, beter dan die van het normale
rijwiel. En die kwamen er. Thans mag men
zeggen, dat de moderne bromfiets beter
remt dan vele lichte motorrijwielen van
Een van de zijzalen van het RAI-
febouw is herschapen in een „puzzel-
os". In achttien meer dan drie meter
hoge fan'tasiebomen hangen alle denk
bare verkeersborden. Bezoekers van het
puzelbos zullen op een vragenformulier
hun verkeerskennis kunnen toetsen door
de juiste betekenis van deze borden vast
te stellen. Voor de goede oplossingen
worden fraaie prijzen o.a. een brom
fiets in het vooruitzicht gesteld.
Het puzzelbos is „geplant" in samen
werking met een aantal organisaties, die
zich direct of indirect met de verkeers-
opvoeding bezighouden: het Verbond
voor Veilig Verkeer, de Verkeerspolitie
Amsterdam en het Centraal Bureau Af
gifte Rijvaardigheidsbewijzen.
van alle verbindingen voorzien (dit duurt
in het algemeen niet langer dan 2 minuten
per frame), maar daarbij wordt tevens
•bereikt, dat het geheel frame gelijkmatig
wordt verwarmd zodat alle lassen nauw
keurig worden uitgevoerd en in het mate
riaal geen abnormale structuurwijzigingen
kunnen optreden, hetgeen bij sterke plaat
selijke verhitting vroeger kon gebeuren,
toen elke las met de hand moest worden
uitgevoerd.
Dit is een van de vele redenen, waarom
de duurzaamheid en de betrouwbaarheid
van de moderne fiets beter zijn dan vroe
ger. Breuk van onderdelen, zoals vorken,
welke vroeger nog wel eens voorkwam,
is tegenwoordig met weet dit uit eigen
ervaring vrijwel onbestaanbaar. De toe
passing van licht metaal voor velgen en
toebehoren, zelfs voor hele frames, is even
zeer nieuw. Hetzelfde geldt voor de toepas
sing van kunststoffen, die tegenwoordig
zelfs al voor kettingen worden gebruikt.
Vroeger waren alle fietsen zwart. Nu
ziet men fleurige kleuren, chroom en blan
ke delen, soms zelfs van roestvrij staal
(zoals spatborden). Frames worden langs
chemische weg roestvrij gemaakt en van
verschillende laksoorten voorzien. De lak-
soorten zijn vele malen bestendiger dan
die van vroeger. Daardoor komt het dat de
fiets minder onderhoud behoeft en een
veel langere levensduur heeft. Dit geldt
evenzeer voor de wielen. Deze zijn kleiner
en lichter geworden en zijn ook al zoveel
beter bestand tegen weersinvloeden, door
dat zij gemaakt zijn van staal, dat werd
verchroomd, ofwel uit blank aluminium.
Zoals het gehele rijwiel evolueerde, zo
ontwikkelden zich ook zijn onderdelen en
toebehoren. Veel betere remmen. U-velgen
voor de „knijpremmen", betere verlich
ting. zadels en pedalen.
In weinig bedrijfstakken is de samenwer
king bij hét' tëchhisch" speurwerk' tus'sen de
bedrijfsgenoten zo groot als in de-Neder
landse rijwielindustrie. Door een weten
schappelijke, gezamenlijke produktiviteits-
bevordering heeft deze in het afgelopen
decennium de moeilijke weg van het nog
half-ambachtelijke fabricageproces naar
de moderne produktiemethoden van de in
dustriële onderneming doorgemaakt. En
met zoveel succes, dat het Nederlandse rij
wiel op de exportmarkten der wereld met
goede resultaten, ook in prijspeil kan wed
ijveren met grote industrieën van andere
landen. In de periode 19491958 werden in
Nederlandse fabrieken ruim 5 miljoen rij
wielen vervaardigd, waarvan 838.000 stuks
ofwel bijna 20 pet. werden geëxporteerd.
De export naar de Ver. Staten (in 1958
118.000 rijwielen ter waarde van 8.5 mil
joen gulden) stijgt nog steeds.
De outillage van de Nederlandse in
dustrie. zowel als zijn produktiecapaciteit,
is de laatste tijd met sprongen vooruit
gegaan. Dit geldt evenzeer voor de kwali
teit. zonder hetwelk geen blijvende ex
port mogelijk is.
De taak van de fiets als goedkoop ver
voermiddel voor een ieder is zeer veel
zijdig. Hoewel de invloed van de brom
fiets de laatste jaren merkbaar is gewor
den. zijn er thans toch meer rijwielen in
Nederland in gebruik dan ooit tevoren.
Nieuwe terreinen voor de fiets worden
ontsloten, zo is de verkoop van kinder
fietsen sterk gestegen.
Een der opzienbarendste nieuwtjes in
de sector motorfietsen is deze twee
honderdvijftig cc. tweecylinder twee-
takt van een gerenommeerde Engelse
fabriek, die totnogtoe slechts viertakt-
motoren bouwde. Door zijn twee cilin
ders en het geheel afgeschermde
motorblok is het voertuig volgens de
importeurs „zindelijk als een scooter,
snel als een sportmotor en soepel als
een kleine auto".
Een nieuw model opvouwfiets wordt
in de afdeling rijwielen gedemon
streerd. Zij weegt slechts 16Vz kilo en
kan in minder dan één minuut zonder
enig gereedschap in elkaar gezet of uit
eengenomen worden. In opgevouwen
toestand past zij in een bij te leveren
tas van 92x59x25 centimeter. Een uit
komst voor kleinbehuisden!
Dertig jaar geleden, in 1928, had Neder
land rond 7.500.000 inwoners en volgens de
statistieken reden er 27.250 motortweewie-
lers rond, dat is dus 1 motorrijwiel per 280
inwoners. In 1958 was onze bevolking ge
groeid tot ruim 11.000.000, terwijl het aan
tal gemotoriseerde tweewielers gestegen
was tot 1.025.000 stuks, dat is dus 1 gemoto
riseerde tweewieler per 11 inwoners, dat is
naar verhouding 25 maal zoveel als dertig
jaar geleden.
Wanneer men het gemiddelde cijfer
neemt van ongeveer vier bewoners per
huis, dan zeggen dus, dat men op één van
iedere drie huizen een bromfiets, motor
fiets of scooter aantreft, waarmee wel
duidelijk wordt bewezen welk een belang
rijke plaats de gemotoriseerde tweewielers
hebben veroverd.
Door allerlei omstandigheden, vooral in
de laatste twee jaren, is de uitbreiding van
het aantal moturtweewielers veel lang
zamer gegaan dan in de jaren tot 1957. In
1956 begon de bestedingsbeperking en werd
de afbetalingsregeling zó verzwaard, dat
velen het bedrag voor de eerste aanbetaling
niet konden opbrengen. In het algemeen
werd de conjunctuur wat ongunstiger en
kwamen er bovendien nieuwe artikelen op
de markt, die grote aantrekkingskracht
bleken te bezitten (televisie). Dit alles was
er de oorzaak van, dat de aankoop van een
nieuwe motor verschoven moest worden en
dat de berijder dus langer met zijn oude
motorfiets zou moeten doen.
Daarbij kwam nog, dat de motorfiets van
hogerhand nog steeds als luxe-voorwerp
wordt beschouwd, zodat bij invoer 55 pet.
van de waarde aan invoerrechten, weelde
belasting enz. moest worden betaald. De
belastingdruk werd eerder groter dan klei
ner, sedert in februari 1958 de omzetbelas
ting op motorrijwielen en scooters werd
verhoogd van 15 tot 20 pet.
De gevolgen hiervan waren voor de
motorhandel ernstig. Bedroeg het aantal
geïmporteerde en gefabriceerde motorfiet
sen en scooters (minus de export) in 1956
nog 28.960 stuks, in 1957 liep dat aantal
terug tot 24.111, een vermindering van 4849
stuks, dus 16,4 pet. In 1958 daalde de omzet
verder: het totaal bedroeg slechts 15.784,
dat was 8327 stuks minder dan in 1957, of
34,5 pet. In twee jaar tijds, dus van 1956 tot
1958 was die vermindering 13.176 stuks, een
achteruitgang van 45,5 pet.
Toch groeide het totaal aantal motor
rijwielen en scooters nog tegen de verdruk
king in, want in 1956 waren er 162.166, in
19577 168.541 (dus 6375 méér), en in 1958
ongeveer 175.000.
Iemand, die eenmaal een motorfiets heeft,
keert niet dan in de uiterste nood terug
tot de tram of de trapfiets. En al zal hij
aan wat langer met zijn voertuig doen dan
hij van plan was, eens, wanneer de om
standigheden verbeteren en de televisie is
afbetaald, zal hij zeker weer een nieuwe
motorfiets of scooter kopen. Alleen al om
die reden zien ingewijden in deze branche
de achteruitgang als tijdelijk.
De juist vóór deze RAI-tentoonstelling
verkregen verzachting van de afbetalings
regeling (15 in plaats van 25 pet. eerste
betaling en vrijheid in het aantal verdere
termijnen) zal zeker de koopmogelijkheden
vergroten.
Voorts zal thans ook de ultra lichte
motorfiets (met een 50 cc of 60 cc motortje)
een kans krijgen, nu de tot nu toe ge
weigerde typekeuring zal worden toege
staan.
En wanneer de overheid een motorfiets
niet meer als „weelde" zal beschouwen en
de belasting wordt verlaagd, dan gaat ook
de motorfiets in haar nieuwe veelsoortige
gedaante weer een goede toekomst tege
moet.
Maar er zal in het puzzelbos meer te
beleven zijn dan alleen het zoeken naar
verkeersborden in de fraai gedecoreerde
bomen. Wie bij de knipperbollen de over
steekplaats onder het wakend oog van twee
klaar-overfiguren naar het bos zal zijn
overgestoken en het bos is binnengetreden
wordt automatisch geregistreerd door de
foto-elektrische cel en ontvangt een aardig
aandenken, mits hij of zij voldoet aan het
criterium „iedere vijfhonderdste bezoeker".
Boswachters (compleet met dubbelloops
geweer) wijzen bezoekers de weg langs de
fraai beplante bospaadjes.
In een „antwoordput" zal men wijze
raadgevingen op verkeersgebied kunnen
beluisteren. Ergens anders zal men zijn
verkeersinzicht kunnen bewijzen op het
bromfiets-testapparaat van het Verbond
voor Veilig Verkeer. Verkeerde reacties
met gashandel en rem worden daarbij
nauwkeurig geregistreerd en door oplich
tende lampjes zichtbaar gemaakt.
De Amsterdamse Verkeerspolitie toont
een nieuwe verkeersmaquette van een
stadsgedeelte compleet met verkeersstop-
lichten, knipperbollen en dergelijke door
de dienst zelf vervaardigd die door de
bezoekers mogen worden bediend. De
vraag, „wie heeft voorrang?" wordt op een
schaduwrijk plekje van het puzzelbos op
gelost door het reusachtige voorrangstest-
apparaat, eveneens van het Verbond.
Aan de stand van het Centraal Bureau
voor de Afgifte van Rijvaardigheidsbewij
zen zal men zich alle nodige documentatie
ter voorbereiding van de wandeling door
dit bos kunnen aanschaffen. Later kan men
daar het ingevulde vragenformulier in
leveren.
Aan vier verkeerstestkastjes zal men ook
zijn kennis van de verkeersregels op een
prettige maar instructieve manier kunnen
toetsen. Het bos zou geen echt bos zijn als
er niet een vijver was en zelfs de koekoek
ontbreekt niet. De boswachters zullen er
niets van zeggen wanneer u in de nest
kastjes kijkt en de wekker, die plots af
loopt, i*oept op om „wakker" te zijn in
het verueer.
Ook Artis verleent zijn medewerking
voor de „stoffering" van het bos en wel
door het beschikbaar stellen van exotische
vogels en papegaaien. Behalve levende
have zal in het bos ook een aantal mo
derne plastieken o.a. een drietal dier
figuren van Lisa Gerth te zien zijn, dank
zij ook de medewerking van de Rijks
academie voor Beeldende Kunsten te Am
sterdam, die nog voor enige andere inzen
dingen zorg draagt.
Wandschilderingen, lampions en straat
lantaarns zullen de sfeer in het bos nog
verhogen.
Na de wandeling door het puzzelbos kan
men een bioscoopzaal binnenstappen. Hier
wordt een doorlopend uur-programma ge
draaid met films van het ministerie van
Onderwijs en van het Verbond voor Veilig
Verkeer, waaronder een bromfietsfilm.
Het puzzelbos zal morgen bij de officiële
opening van de RAI ook' door de minister
van Verkeer en Waterstaat, mr. J. van
Aartsen, worden bezocht. Dertig jeugdige
„klaarovers" zullen de minister bij zijn
tocht door het bos begeleiden.
Een tentoonstelling van fietsen, wat is
daar nu aan te zien, zult u wellicht op
merken. Er zijn er 6'/2 miljoen iri Neder
land, dus meer dan één fiets per elke
twee inwoners. Nederland is met Dene
marken het „diohtstbefietste" land ter
wereld Fietsen genoeg dus, en moet
men nu een tentoonstelling van dit na
tionale vervoermiddel gaan houden? Zij,
die deze vraag stellen, weten blijkbaar
niet dat zich op dit gebied een evolutie
heeft voltrokken. De fiets-van-vandaag
heeft, niet alleen wat het uiterlijk, maar
ook wat de constructie betreft, weinig
overeenkomst meer met de vooroorlogse
produkten. Dat waren vrij zware fietsen,
want vroeger betekende zwaar immers:
sterk Op zo'n karretje zat de berijder of
berijdster zoveel mogelijk rechtop en
bewoog zich voort ten koste van veel te
veel energie. De moderne fiets is lichter,
lager en gemakkelijker bestuurbaar. De
„zit" is gewijzigd, de wielen zijn kleiner
en de verhouding stuur-pedalen-zadel is
aangepast aan de wetten der mechanica.
Metalen en ander constructiemateriaal
zijn vernieuwd. Zonder in te gaan op de
metalurgische samenstelling van staal
soorten en op de las- en soldeermethoden
in de fabrieken kan worden gezegd, dat
zowel de stalen buis voor de framebouw
als de wijze van lassen grote verbete
ringen hebben ondergaan.
In de moderne Nederlandse rijwielfabrie-
ken worden lasautomaten gebruikt, welke
niet alleen het gehele frame in één keer
vóór de oorlog en zelfs daarna. De wette
lijk voorgeschreven remvertraging van 3,86
meter per seconde, wordt door alle brom
fietsen verbeterd; de meeste brengen het
tot het dubbele of meer.
Enige jaren geleden werd reeds gespro
ken van een marktverzadiging voor brom
fietsen, die zou kunnen blijken bij of na
het bereiken van een aantal van één mil
joen. Hoewel dit cijfer thans reeds wordt
benaderd, is van enige verzadiging geen
spoor te bekennen. Mensen die het weten
kunnen, zijn de mening toegedaan, dat het
miljoen verre zal worden overschreden. Dit
zou in overeenstemming zijn met de vele
ramingen ten aanzien van het wegverkeer,
die de laatste jaren reeds veel te laag ble
ken, zoals o.m. die ten aanzien van de groei
van het personenwagenpark. Dat bijna alle
bromfietsproducenten op deze tentoonstel
ling met uitgebreide series nieuwe modellen
komen, spreekt duidelijk van een vertrou
wen in de toekomst van de bromfiets.
Er is een neiging tot prijsverlaging merk
baar. De goedkoopste complete bromfiets
op de RAI kost minder dan 300 gulden. Er
is dus „aansluiting" in prijs bereikt met de
duurste rijwielmodellen. Deze tendens is
ook in de middenklasse merkbaar, waar
luxueuze modellen met voor- en achter
vering worden aangeboden tegen prijzen,
die merkbaar lager zijn dan voorheen.
Er zijn 36 bromfietsmerken op deze 41ste
RAI (tegen 30 merken van rijwielen), 36
merken met vele modellen elk. Onder deze
bevinden zich internationale primeurs.
Vrijwel alle Nederlandse fabrieken zijn met
hun nieuwe internationaal toonaange
vende produkten, vertegenwoordigd, zo
wel als enkele buitenlandse concerns met
een wereldreputatie.
Voor een zeer nabije toekomst kan wor
den voorzien, dat er in het legioen der
bromfietsers mensen zullen zijn, cue toch
iets sneller willen. Voor hen is er het
motorrijwiel, de scooter. Meer speciaal voor
hen zal er een lichte klasse ontstaan, wet
telijk als volwaardig motorrijtuig be
schouwd, in de vorm van motorrijwielen en
scooters (hun verschil wordt met de dag
geringer) met een krachtbron van 50-100
cc inhoud, waarvan op de tentoonstelling
de voortekenen reeds te bespeuren zijn.