RAI-GEBOUW ELF DAGEN LANG DORADO VOOR BROMFIETSERS EN KAMPEERDERS De moderne fiets in elk detail anders dan de vooroorlogse ULTRA-LICHTE MOTOR VOOR WIE DE BROMFIETS TE LANGZAAM GAAT Verkeersexamen in het Puzzelbos 11 V ooruitgang Twee richtingen A ttr acties Fleurige kleuren Artis doet mee Nieuwe constructie- Markt niet verzadigd Primeurs WOENSDAG 25 FEBRUARI 1959 Morgen, slechts enkele weken na de grote internationale expositie van bedrijfsauto's, zal de minister van Verkeer en Waterstaat, mr. J. van Aartsen, een eveneens indrukwekkende tentoonstelling openen van wel iswaar minder omvangrijke, maar niet minder belangrijke vervoermidde len: fietsen, bromfietsen, motorrijwielen, scooters, autoscooters en carriers. Niet minder dan 124 standhouders zullen er 85 verschillende merken twee- en driewielers tonen, welke afkomstig zijn uit Nederland (36 marken), West-Duitsland (15 merken), Engeland (13 merken). Italië (9 merken). Bel gië (3 merken), Frankrijk, Tsjechoslowakije en Oostenrijk ieder 2 merken en Zweden, Hongarije en Japan (ieder 1 merk). Het is de grootste ten toonstelling op dit gebied, die ooit in Nederland gehouden is. Zij beslaat een oppervlakte van 22.000 vierkante meter, een kwart meer dan de soort gelijke expositie in 1957. Evenals toen is er ook nu weer een grote tentoon stelling van kampeerwagens, tenten en kampeerbenodigdheden. „Camping 1959" omvat 50 stands met tal van noviteiten op het gebied van de buiten sport. Hiervan is de collectie kampeerwagens de meest opvallende: 60 caravans, omvattende 56 verschillende typen, afkomstig van 26 fabrikanten worden getoond. De Nederlandse constructeurs zijn vertegenwoordigd met 26 typen; van de resterende 30 zijn er 23 uit Engeland, 2 uit Duitsland, 3 uit België, 1 uit Denemarken. Eén wagen is ten dele van Franse en ten dele van Nederlandse origine. Een interessant onderdeel van de expositie is het „puzzelbos, een aardig aangeklede veilig-verkeersdemonstratie met verschillende mogelijkheden om de verkeerskennis van de bezoekers te onderzoeken. Wist u dat de moderne bromfiets in 1902 al een voorloper had? Op deze foto ziet u er een: het zo genoemde „ezeltje" van F.N., dat met zestien andere veteranen op de RAI te zien is. Al deze oudjes zijn door de Veteraan Motoren Club in Den Haag in originele staat gerestaureerd en men zou er zo op kunnen wegrijden. Bij de eerste motorfietsjes werd het achterwiel rechtstreeks van de motoras aangedreven door een riem., die bij regenachtig weer nogal eens dienst weigerde, evenals de magneet, die, zo als men ziet, onbeschermd was. De bromfiets, die naast de gewone trapfiets het nationale Nederlandse vervoermiddel schijnt te zullen worden, is op de 41ste RAI-tentoonstelling in velerlei uitvoeringen te bewonderen. Sinds de vorige expositie van twee- wielers, twee jaar geleden, hebben de constructeurs niet stilgezeten, zoals blijkt uit talrijke kleine verbeteringen en verfijningen. Zij hebben vooral aan dacht geschonken aan het comfort van de berijder, die door een gewoonlijk fraai uitgevoerde beplating beschermd wordt tegen olie en wegvuil. Wellicht nimmer tevoren is er een R.A.I.-tentoonstelling geweest, waar zulk een massa nieuws zowel ge heel nieuwe verschijningen als con structieve verbeteringen te zien zal zijn als op deze tweewieler-show. Alle Nederlandse fabrieken zonder uitzondering hebben op deze tentoon stelling hun nieuwe modellen ge ïntroduceerd, van de eenvoudigste tot de meest luxueuze. Twee jaar geleden werd een technische snelheidsbeperking ingevoerd, waarbij be paald werd dat bromfietsen geen hogere snelheid dan 40 km mogen kunnen be reiken. Deze beperking is ontstaan na over leg tussen overheid en bedrijfsleven. Zij heeft voor het bedrijfsleven grote techni sche moeilijkheden opgeleverd en sommen gelds gekost. Dat de industrie zich deze opofferingen getroostte deed men in het belang van het produkt; en zijn veiligheid. Deze inmiddels wettelijk vastgelegde snelheidsbeperking kan men beschouwen als de pijler, waarop thans de status van dit volksvervoermiddel rust en +evens als de pijler, waarop zijn technisch ontwerp in menig opzicht berust. Immers, ongeacht de uitvoering met luxueus plaatwerk of als de eenvoudigste „fiets met een motortje", de snelheid is gelijk: 40 km maximaal. En hiermede zijn de gedragingen van de brommer mede be paald, en veel belangrijker nog, de eisen die het aan zijn berijder stelt. Nu de technische moeilijkheden van de snelheidsbeperking door de motorconstruc teurs zijn overwonnen en daarnaast de ver beteringen in framebouw, beremming en verlichting werkelijk bijzonder groot zijn, hebben wij thans dus bromfietsen, die in vergelijking tot de vorige tentoonstelling een vooruitgang tonen, welke nauwelijks te voorzien is geweest. Minder ingrijpende detail-reglementeringen hebben inmiddels de bromfiets-wetgeving „afgerond". Aangenomen mag worden, dat de rust in bromfietsland thans is ingetreden. Zowel de steeds toenemende aantallen gebruikers (tussen 850.000 en 900.000 op dit moment) als het grote aantal mensen, dat in deze branche een bestaan vindt, en de belang rijke economische en sociale functie, die de bromfiets is gaan vervullen, maken dit gewenst. Het economisch belang van deze branche wordt duidelijk, indien men bedenkt, dat in tien jaar tijds (tot 1958) ruim 1,2 miljoen bromfietsen door Nederlandse bedrijven werden vervaardigd, waarvan bijna 20 pet. werd geëxporteerd. Verder, dat Nederland in Europa de derde plaats inneemt als bromfietsproducent (na Frankrijk en West- Duitsland). Wat dit ook in Euromarkt- verband zal kunnen betekenen, behoeft wel geen nader betoog. Op de RAI-tentoonstelling is een ont wikkeling van de bromfiets in twee rich tingen te bespeuren: die van de „goedkope" eenvoudige bromfiets, vaak met „rolmotor" enerzijds, en de luxueuze, beplate uitvoe ring, met versnellingen en veersystemen anderzijds. Dat hiernaast de ietwat paradoxale ont wikkeling van „sport"-bromfiets bestaat, behoeft niet anders dan als een uiterlijke attractie voor jongeren te worden be schouwd. Immers: de snelheid bepaalt het karakter. Het is de technische beperking van de bromfiets tot 40 km. Door die snel heidsbeperking is de „snelbrommer" al twee jaar geleden begraven! Als technisch produkt is de bromfiets een veilig vervoermiddel. Daarvoor zijn, wat ons land betreft, zeker enige oorzaken aan te wijzen: de technische vervolmaking door de industrie, die in ons land zeer hoge eisen aan de kwaliteit stelt; de zware strijd om het bestaan op de sterk internationaal georiënteerde Nederlandse markt, waar door minder goede produkten terstond af vallen; de wetgeving die bromfietsen naar de rijwielpaden verwees; de grote ver trouwdheid van de Nederlander met het rijwiel waardoor de aanpassing aan de bromfiets zonder moeite verliep. Dit spreekt des te duidelijker indien men weet, dat Nederland na Frankrijk de grootste bromfietsdichtheid heeft, n.l. 1 bromfiets per 12 inwoners (Frankrijk 11). Tevens heeft men hier al gauw de koe bij de horens gepakt wat de beremming betreft. Na de eerste schreden op het bromfietspad zagen technici al gauw de noodzaak in van remmen, beter dan die van het normale rijwiel. En die kwamen er. Thans mag men zeggen, dat de moderne bromfiets beter remt dan vele lichte motorrijwielen van Een van de zijzalen van het RAI- febouw is herschapen in een „puzzel- os". In achttien meer dan drie meter hoge fan'tasiebomen hangen alle denk bare verkeersborden. Bezoekers van het puzelbos zullen op een vragenformulier hun verkeerskennis kunnen toetsen door de juiste betekenis van deze borden vast te stellen. Voor de goede oplossingen worden fraaie prijzen o.a. een brom fiets in het vooruitzicht gesteld. Het puzzelbos is „geplant" in samen werking met een aantal organisaties, die zich direct of indirect met de verkeers- opvoeding bezighouden: het Verbond voor Veilig Verkeer, de Verkeerspolitie Amsterdam en het Centraal Bureau Af gifte Rijvaardigheidsbewijzen. van alle verbindingen voorzien (dit duurt in het algemeen niet langer dan 2 minuten per frame), maar daarbij wordt tevens •bereikt, dat het geheel frame gelijkmatig wordt verwarmd zodat alle lassen nauw keurig worden uitgevoerd en in het mate riaal geen abnormale structuurwijzigingen kunnen optreden, hetgeen bij sterke plaat selijke verhitting vroeger kon gebeuren, toen elke las met de hand moest worden uitgevoerd. Dit is een van de vele redenen, waarom de duurzaamheid en de betrouwbaarheid van de moderne fiets beter zijn dan vroe ger. Breuk van onderdelen, zoals vorken, welke vroeger nog wel eens voorkwam, is tegenwoordig met weet dit uit eigen ervaring vrijwel onbestaanbaar. De toe passing van licht metaal voor velgen en toebehoren, zelfs voor hele frames, is even zeer nieuw. Hetzelfde geldt voor de toepas sing van kunststoffen, die tegenwoordig zelfs al voor kettingen worden gebruikt. Vroeger waren alle fietsen zwart. Nu ziet men fleurige kleuren, chroom en blan ke delen, soms zelfs van roestvrij staal (zoals spatborden). Frames worden langs chemische weg roestvrij gemaakt en van verschillende laksoorten voorzien. De lak- soorten zijn vele malen bestendiger dan die van vroeger. Daardoor komt het dat de fiets minder onderhoud behoeft en een veel langere levensduur heeft. Dit geldt evenzeer voor de wielen. Deze zijn kleiner en lichter geworden en zijn ook al zoveel beter bestand tegen weersinvloeden, door dat zij gemaakt zijn van staal, dat werd verchroomd, ofwel uit blank aluminium. Zoals het gehele rijwiel evolueerde, zo ontwikkelden zich ook zijn onderdelen en toebehoren. Veel betere remmen. U-velgen voor de „knijpremmen", betere verlich ting. zadels en pedalen. In weinig bedrijfstakken is de samenwer king bij hét' tëchhisch" speurwerk' tus'sen de bedrijfsgenoten zo groot als in de-Neder landse rijwielindustrie. Door een weten schappelijke, gezamenlijke produktiviteits- bevordering heeft deze in het afgelopen decennium de moeilijke weg van het nog half-ambachtelijke fabricageproces naar de moderne produktiemethoden van de in dustriële onderneming doorgemaakt. En met zoveel succes, dat het Nederlandse rij wiel op de exportmarkten der wereld met goede resultaten, ook in prijspeil kan wed ijveren met grote industrieën van andere landen. In de periode 19491958 werden in Nederlandse fabrieken ruim 5 miljoen rij wielen vervaardigd, waarvan 838.000 stuks ofwel bijna 20 pet. werden geëxporteerd. De export naar de Ver. Staten (in 1958 118.000 rijwielen ter waarde van 8.5 mil joen gulden) stijgt nog steeds. De outillage van de Nederlandse in dustrie. zowel als zijn produktiecapaciteit, is de laatste tijd met sprongen vooruit gegaan. Dit geldt evenzeer voor de kwali teit. zonder hetwelk geen blijvende ex port mogelijk is. De taak van de fiets als goedkoop ver voermiddel voor een ieder is zeer veel zijdig. Hoewel de invloed van de brom fiets de laatste jaren merkbaar is gewor den. zijn er thans toch meer rijwielen in Nederland in gebruik dan ooit tevoren. Nieuwe terreinen voor de fiets worden ontsloten, zo is de verkoop van kinder fietsen sterk gestegen. Een der opzienbarendste nieuwtjes in de sector motorfietsen is deze twee honderdvijftig cc. tweecylinder twee- takt van een gerenommeerde Engelse fabriek, die totnogtoe slechts viertakt- motoren bouwde. Door zijn twee cilin ders en het geheel afgeschermde motorblok is het voertuig volgens de importeurs „zindelijk als een scooter, snel als een sportmotor en soepel als een kleine auto". Een nieuw model opvouwfiets wordt in de afdeling rijwielen gedemon streerd. Zij weegt slechts 16Vz kilo en kan in minder dan één minuut zonder enig gereedschap in elkaar gezet of uit eengenomen worden. In opgevouwen toestand past zij in een bij te leveren tas van 92x59x25 centimeter. Een uit komst voor kleinbehuisden! Dertig jaar geleden, in 1928, had Neder land rond 7.500.000 inwoners en volgens de statistieken reden er 27.250 motortweewie- lers rond, dat is dus 1 motorrijwiel per 280 inwoners. In 1958 was onze bevolking ge groeid tot ruim 11.000.000, terwijl het aan tal gemotoriseerde tweewielers gestegen was tot 1.025.000 stuks, dat is dus 1 gemoto riseerde tweewieler per 11 inwoners, dat is naar verhouding 25 maal zoveel als dertig jaar geleden. Wanneer men het gemiddelde cijfer neemt van ongeveer vier bewoners per huis, dan zeggen dus, dat men op één van iedere drie huizen een bromfiets, motor fiets of scooter aantreft, waarmee wel duidelijk wordt bewezen welk een belang rijke plaats de gemotoriseerde tweewielers hebben veroverd. Door allerlei omstandigheden, vooral in de laatste twee jaren, is de uitbreiding van het aantal moturtweewielers veel lang zamer gegaan dan in de jaren tot 1957. In 1956 begon de bestedingsbeperking en werd de afbetalingsregeling zó verzwaard, dat velen het bedrag voor de eerste aanbetaling niet konden opbrengen. In het algemeen werd de conjunctuur wat ongunstiger en kwamen er bovendien nieuwe artikelen op de markt, die grote aantrekkingskracht bleken te bezitten (televisie). Dit alles was er de oorzaak van, dat de aankoop van een nieuwe motor verschoven moest worden en dat de berijder dus langer met zijn oude motorfiets zou moeten doen. Daarbij kwam nog, dat de motorfiets van hogerhand nog steeds als luxe-voorwerp wordt beschouwd, zodat bij invoer 55 pet. van de waarde aan invoerrechten, weelde belasting enz. moest worden betaald. De belastingdruk werd eerder groter dan klei ner, sedert in februari 1958 de omzetbelas ting op motorrijwielen en scooters werd verhoogd van 15 tot 20 pet. De gevolgen hiervan waren voor de motorhandel ernstig. Bedroeg het aantal geïmporteerde en gefabriceerde motorfiet sen en scooters (minus de export) in 1956 nog 28.960 stuks, in 1957 liep dat aantal terug tot 24.111, een vermindering van 4849 stuks, dus 16,4 pet. In 1958 daalde de omzet verder: het totaal bedroeg slechts 15.784, dat was 8327 stuks minder dan in 1957, of 34,5 pet. In twee jaar tijds, dus van 1956 tot 1958 was die vermindering 13.176 stuks, een achteruitgang van 45,5 pet. Toch groeide het totaal aantal motor rijwielen en scooters nog tegen de verdruk king in, want in 1956 waren er 162.166, in 19577 168.541 (dus 6375 méér), en in 1958 ongeveer 175.000. Iemand, die eenmaal een motorfiets heeft, keert niet dan in de uiterste nood terug tot de tram of de trapfiets. En al zal hij aan wat langer met zijn voertuig doen dan hij van plan was, eens, wanneer de om standigheden verbeteren en de televisie is afbetaald, zal hij zeker weer een nieuwe motorfiets of scooter kopen. Alleen al om die reden zien ingewijden in deze branche de achteruitgang als tijdelijk. De juist vóór deze RAI-tentoonstelling verkregen verzachting van de afbetalings regeling (15 in plaats van 25 pet. eerste betaling en vrijheid in het aantal verdere termijnen) zal zeker de koopmogelijkheden vergroten. Voorts zal thans ook de ultra lichte motorfiets (met een 50 cc of 60 cc motortje) een kans krijgen, nu de tot nu toe ge weigerde typekeuring zal worden toege staan. En wanneer de overheid een motorfiets niet meer als „weelde" zal beschouwen en de belasting wordt verlaagd, dan gaat ook de motorfiets in haar nieuwe veelsoortige gedaante weer een goede toekomst tege moet. Maar er zal in het puzzelbos meer te beleven zijn dan alleen het zoeken naar verkeersborden in de fraai gedecoreerde bomen. Wie bij de knipperbollen de over steekplaats onder het wakend oog van twee klaar-overfiguren naar het bos zal zijn overgestoken en het bos is binnengetreden wordt automatisch geregistreerd door de foto-elektrische cel en ontvangt een aardig aandenken, mits hij of zij voldoet aan het criterium „iedere vijfhonderdste bezoeker". Boswachters (compleet met dubbelloops geweer) wijzen bezoekers de weg langs de fraai beplante bospaadjes. In een „antwoordput" zal men wijze raadgevingen op verkeersgebied kunnen beluisteren. Ergens anders zal men zijn verkeersinzicht kunnen bewijzen op het bromfiets-testapparaat van het Verbond voor Veilig Verkeer. Verkeerde reacties met gashandel en rem worden daarbij nauwkeurig geregistreerd en door oplich tende lampjes zichtbaar gemaakt. De Amsterdamse Verkeerspolitie toont een nieuwe verkeersmaquette van een stadsgedeelte compleet met verkeersstop- lichten, knipperbollen en dergelijke door de dienst zelf vervaardigd die door de bezoekers mogen worden bediend. De vraag, „wie heeft voorrang?" wordt op een schaduwrijk plekje van het puzzelbos op gelost door het reusachtige voorrangstest- apparaat, eveneens van het Verbond. Aan de stand van het Centraal Bureau voor de Afgifte van Rijvaardigheidsbewij zen zal men zich alle nodige documentatie ter voorbereiding van de wandeling door dit bos kunnen aanschaffen. Later kan men daar het ingevulde vragenformulier in leveren. Aan vier verkeerstestkastjes zal men ook zijn kennis van de verkeersregels op een prettige maar instructieve manier kunnen toetsen. Het bos zou geen echt bos zijn als er niet een vijver was en zelfs de koekoek ontbreekt niet. De boswachters zullen er niets van zeggen wanneer u in de nest kastjes kijkt en de wekker, die plots af loopt, i*oept op om „wakker" te zijn in het verueer. Ook Artis verleent zijn medewerking voor de „stoffering" van het bos en wel door het beschikbaar stellen van exotische vogels en papegaaien. Behalve levende have zal in het bos ook een aantal mo derne plastieken o.a. een drietal dier figuren van Lisa Gerth te zien zijn, dank zij ook de medewerking van de Rijks academie voor Beeldende Kunsten te Am sterdam, die nog voor enige andere inzen dingen zorg draagt. Wandschilderingen, lampions en straat lantaarns zullen de sfeer in het bos nog verhogen. Na de wandeling door het puzzelbos kan men een bioscoopzaal binnenstappen. Hier wordt een doorlopend uur-programma ge draaid met films van het ministerie van Onderwijs en van het Verbond voor Veilig Verkeer, waaronder een bromfietsfilm. Het puzzelbos zal morgen bij de officiële opening van de RAI ook' door de minister van Verkeer en Waterstaat, mr. J. van Aartsen, worden bezocht. Dertig jeugdige „klaarovers" zullen de minister bij zijn tocht door het bos begeleiden. Een tentoonstelling van fietsen, wat is daar nu aan te zien, zult u wellicht op merken. Er zijn er 6'/2 miljoen iri Neder land, dus meer dan één fiets per elke twee inwoners. Nederland is met Dene marken het „diohtstbefietste" land ter wereld Fietsen genoeg dus, en moet men nu een tentoonstelling van dit na tionale vervoermiddel gaan houden? Zij, die deze vraag stellen, weten blijkbaar niet dat zich op dit gebied een evolutie heeft voltrokken. De fiets-van-vandaag heeft, niet alleen wat het uiterlijk, maar ook wat de constructie betreft, weinig overeenkomst meer met de vooroorlogse produkten. Dat waren vrij zware fietsen, want vroeger betekende zwaar immers: sterk Op zo'n karretje zat de berijder of berijdster zoveel mogelijk rechtop en bewoog zich voort ten koste van veel te veel energie. De moderne fiets is lichter, lager en gemakkelijker bestuurbaar. De „zit" is gewijzigd, de wielen zijn kleiner en de verhouding stuur-pedalen-zadel is aangepast aan de wetten der mechanica. Metalen en ander constructiemateriaal zijn vernieuwd. Zonder in te gaan op de metalurgische samenstelling van staal soorten en op de las- en soldeermethoden in de fabrieken kan worden gezegd, dat zowel de stalen buis voor de framebouw als de wijze van lassen grote verbete ringen hebben ondergaan. In de moderne Nederlandse rijwielfabrie- ken worden lasautomaten gebruikt, welke niet alleen het gehele frame in één keer vóór de oorlog en zelfs daarna. De wette lijk voorgeschreven remvertraging van 3,86 meter per seconde, wordt door alle brom fietsen verbeterd; de meeste brengen het tot het dubbele of meer. Enige jaren geleden werd reeds gespro ken van een marktverzadiging voor brom fietsen, die zou kunnen blijken bij of na het bereiken van een aantal van één mil joen. Hoewel dit cijfer thans reeds wordt benaderd, is van enige verzadiging geen spoor te bekennen. Mensen die het weten kunnen, zijn de mening toegedaan, dat het miljoen verre zal worden overschreden. Dit zou in overeenstemming zijn met de vele ramingen ten aanzien van het wegverkeer, die de laatste jaren reeds veel te laag ble ken, zoals o.m. die ten aanzien van de groei van het personenwagenpark. Dat bijna alle bromfietsproducenten op deze tentoonstel ling met uitgebreide series nieuwe modellen komen, spreekt duidelijk van een vertrou wen in de toekomst van de bromfiets. Er is een neiging tot prijsverlaging merk baar. De goedkoopste complete bromfiets op de RAI kost minder dan 300 gulden. Er is dus „aansluiting" in prijs bereikt met de duurste rijwielmodellen. Deze tendens is ook in de middenklasse merkbaar, waar luxueuze modellen met voor- en achter vering worden aangeboden tegen prijzen, die merkbaar lager zijn dan voorheen. Er zijn 36 bromfietsmerken op deze 41ste RAI (tegen 30 merken van rijwielen), 36 merken met vele modellen elk. Onder deze bevinden zich internationale primeurs. Vrijwel alle Nederlandse fabrieken zijn met hun nieuwe internationaal toonaange vende produkten, vertegenwoordigd, zo wel als enkele buitenlandse concerns met een wereldreputatie. Voor een zeer nabije toekomst kan wor den voorzien, dat er in het legioen der bromfietsers mensen zullen zijn, cue toch iets sneller willen. Voor hen is er het motorrijwiel, de scooter. Meer speciaal voor hen zal er een lichte klasse ontstaan, wet telijk als volwaardig motorrijtuig be schouwd, in de vorm van motorrijwielen en scooters (hun verschil wordt met de dag geringer) met een krachtbron van 50-100 cc inhoud, waarvan op de tentoonstelling de voortekenen reeds te bespeuren zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 13