WYBERT Sunil wast stralend wit Vrijwel gehele Tweede Kamer stemt in met wetsontwerp De echte barbier van Sevilla r WITTER DAN DE WITSTE MEEUW en spaart uw linnenkast ^Hoe is het ontstaan?"> "AKKERTJES" Van dag tot dag - Groter gevaar Hier is met Sunil gewassen.dat hemels blauwe Sunil, waarin al het wasgoed stralend wit wordt, werkelijk stralend wit! Bleken en blauwen kunt u zelfs ver geten, met Sunil hebt u minder was- werk, minder te wringen, dus... minder slijtage. Waar Sunil de was doet, blijft alles veel langer nieuw, ook wasmachine en wringer varen er wel bij m u* j Visser overleden door gasverstikking Faillissementen Weduwen- en wezenvoorziening V.V.D.-amendement wil tegemoetkoming aan hen die nimmer gehuwd waren Voornaamste bepalingen der Weduwen- en Wezenwet Op de <~Praatótoel Britse lichting van dit jaar niet onder de wapens? Dit woord: TELEURSTELLEIS v. Vv wi^i>SDAG 25 FEBRUARI 1959 Het droevige ongeluk van dinsdagmid dag, waarbij een jonge bewoonster van een bungalow in de buurt van Aalst werd gedood door een ontploffende straaljager, doet opnieuw de gedachte rijzen dat de onveiligheid van ons grondgebied reeds in vredestijd een stijgende curve vertoont ten gevolge van de aard der bewapening. Bij de grote onveiligheid door de groeiende verkeersintensiteit komt het toenemende gevaar van vallende straaljagers zodat de levensonzekerheid groter wordt met de ontwikkeling van de vredes- en oorlogs techniek. Terw'd die technische ontwikkeling enerzijds onafzienbare mogelijkheden le vert om het leven veiliger en aangenamer te maken, werkt zij aan de andere kant dus volkomen tegen haar eigen opdracht in. En dat speciaal in ons benauwde land, dat geen ruimte biedt voor een veilig ge bruik van snelheidsmonsters te land en in de lucht. De eis tot bescherming der burgerbevol king in vredestijd is gemakkelijker te ver vullen althans te eerbiedigen dan in een eventuele oorlog, doch legt daartoe op betrokkenen een zware verantwoordelijk heid. Wat straaljagers betreft, dienen de militaire overheden zich bewust te zijn van de noodzaak, de mogelijkheid tot neer storten in bewoond gebied zo klein mo gelijk te houden en proefvluchten enkel te doen uitvoeren boven zee of de nog aan wezige woeste gebieden. Wie de omgeving van Eindhoven kent, weet dat deze snelgroeiende industriestad zich heeft omgord met een wijd forensen- gebied, dat zich uitstrekt tot aan de Bel gische grens in het zuiden en verder naar alle windstreken tot op vele kilometers afstand van de stad. Dit gebied is meren deels heide en dennebos, doch juist daarin liggen de ontelbare landhuisjes, bunga lows. villaatjes en huizenblokken van de bij de industrie betrokken werkers. Dit ge bied is zeker niet wat men noemt een „woonkern" doch het is nog veel minder „woest gebied" en een catastrofe als die van gisteren zou daar nog veel meer on heil hebben kunnen stichten dan reeds gesticht is. De proefvlucht van de straaljager, die verschillende vliegoefeningen omvatte, had zich zonder veel afstandsbezwaar kunnen afspelen boven de grote percelen woeste grond in de Peel of de terreinen bij Sterksel, waar niemand woont en waar een eventueel ongeluk minder rampzalig zou verlopen. Het is te hopen dat de militaire over heid niet te gauw met het argument van de onvermijdelijkheid komt en terdege let op de kleine nuances. Ons land is nu een maal klein en Oorlog moet daarom in het kleine even consciëntieus zijn als in het grotere vooral omdat in feite de defen sie er toch is om de bevolking te bescher men tegen bestaansgevaren. Advertentie Rokershoest wordt voorkomen en bestreden met Advertentie Neem meteen het voordelige reuzenpak In de kaartenhut van de aKtwijk 104. de „Vrouw Dirkje", is het stoffelijk overschot aangetroffen van de 24-jarige Amster damse vissersman W. Plat. Hij was maan dagavond naar IJmuiden gegaan om daar een kosthuis te zoeken. Hij slaagde niet en kroop daarom in de kaartenhut van de „Vrouw Dirkje"; hij stak de butagaskachel aan en ging slapen. Waarschijnlijk is de vlam door zuurstofgebrek gedoofd, waar na de hut vol gas kwam te staan. Toen de wachtsman 's morgens kwam kijken, trof hij de heer Plat levensloos aan. De over ledene was een opvarende van de trawler Medan, IJmuiden 57. De arrondissements-rechtbank te Haar lem heeft op dinsdag 24 februari 1959r-in staat van faillissement verklaard: Frederik Vrijhof sr., opkoper, wanende te IJmuiden gem. Velsen, Van Galenstraat 13. Rechter commissaris: mr. J. P. Petersen. Curator: mr. W. Boers, advocaat en procureur te Overveen, Prins Mauritslaan 113. Wegens gebrek aan actief werd op dins dag 24 februari 1959 opgeheven het fail lissement van: Antonius Cornelis van Kampen, automonteur, wonende te Haar lem, Jan Luijkenstraat 65 I. Rechter-Com- missaris: mr. N. Reeling Brouwer. Cura tor: mr. J. Spreij, advocaat en procureur te Haarlem, Ged. Oude Gracht 65. Bij vonnis van de arrondissements rechtbank te Haarlem, d.d. 24 februari 1959 is na gedaan verzet, vernietigd het vonnis dier rechtbank van 3 februari 1959 waarbij Jelle Johannes Heij, laatst gewoond heb bende te Aalsmeer, Azaleastraat 17, thans wonende te Amsterdam, in staat van fail lissement werd verklaard, met benoeming van mr. J. Jansonius, advocaat en procu reur te Haarlem, tot curator. (Van onze Kamerver slag gever Bijna algemeen heeft de Tweede Kamer gisteren haar instemming betuigd met het wetsontwerp voor een weduwen- en wezenvoorziening. Alleen de heer Van Dis (St. Geref.) was er principieel tegen, omdat er sprake is van een verzekering. Er werden wel wensen uitgesproken ter verbetering van de regeling, maar de grote meerderheid wilde thans aan het wetsontwerp niet tornen, omdat daarvan uitstel voor onbepaalde tijd het gevolg zou zijn. Op grond van een toezegging van de regering rekent men er echter op de wet in 1961 geheel te kunnen herzien, wanneer men er enige ervaring mee heeft opgedaan. Daarom is er nu geen kans op aanneming van het amendement van de V.V.D., volgens hetwelk de verzekerde, die op de leeftijd van 65 jaar ongehuwd is en nimmer gehuwd is geweest, een bedrag uitgekeerd zou krygen, gelijk aan tien maal de laatst verschuldigde jaarpremie. Als gevolg van de kabinetscrisis van 11 december liep de weduwen- en wezenver zekering gevaar niet per 1 januari 1960 tot stand te zullen komen als men had moeten wachten op het nieuwe kabinet, dat na de verkiezingen van 12 maart zal worden ge vormd, en als daarna in de Tweede Kamer en de Eerste Kamer de normale gang van zaken zou worden gevolgd. Op bijna algemeen verlangen van de Kamer heeft minister-president Beel zich bereid verklaard het wetsontwerp met de Kamer te behandelen, als geen ingrijpende amendementen zouden worden ingediend, want hij zou niet in staat zijn zich in korte tijd degelijk in de materie in te werken. Als minister-president van een tijdelijk kabi net wilde hij bovendien het nieuwe kabinet niet binden aan belangrijke beslissingen. Daarom zagen de heren De Kort (K.V.P.), Van Eibergen (A.R.) en Van Lier (P.v.d.A.) van het indienen van amendementen af, al vonden zij de grens van 50 jaar voor een weduwenuitkering onbevredigend. Beter achtten zij, evenals mevrouw Stoffels-Van Haaften (V.V.D.), een grens van 45 jaar, waardoor het grootste deel van pijnlijke grensgevallen zich niet zou voordoen. Bo vendien wilde de heer Van Mastrigt (C.H. U.) laten onderzoeken of het mogelijk is een weduwe dan reeds bij het bereiken van de leeftijd van 60 jaar de A.O.W.-uitkering te verlenen in plaats van het weduwen- pensioen. Toen Rossini in 1816 op tekst van de Beaumarchais zijn „Barbier van Sevilla" compo neerde, genoten de haarsnij ders uit die stad al een Euro pese vermaardheid. Hun mees terschap op scheermes en schaar was onovertroffen; hun zangtalenten waren echter niet minder bekend. Anderhalve eeuw geleden zeepten zij hun klanten in of trokken zij hun kiezen onder het zingen van de Canto Jondo, een fasci nerend Andalusisch volkslied, waarvan men niet zeker weet of het van Spaanse of Moorse herkomst is. Nog heden ten dage kan men hetzelfde lied horen, wanneer men zich onder het mes waagt van een kapper in het zigeu nerkwartier. Het wordt ook als begeleiding van de arbeid gezongen in de Barrio de Santa Cruz, die stralend-witte woon wijk waar de mensen juist op de dag van uw bezoek hun huizen een frisse beurt schij nen te hebben gegeven. Een van deze zingende kappei-s is (of liever was) de tweeëntwin- tigjarige Antonio Nunez-Tor- rez. Hij had de reputatie zich nooit teveel door zijn zang te laten meeslepen, zodat ieder een zich met vertrouwen door hem liet behandelen, overtuigd er zonder bloedige schrammen te zullen afkomen. De kunst van het tandentrekken be heerste hij eveneens als de beste chirurgijn van weleer: spelenderwijs ontdeed hij op marktdagen de boeren en boerinnen van hun wrakke laatste gebitsx-esten. De slacht offers vertelden dan later in het dorp, dat hij het toch maar heel wat beter kon dan die In de hoofdstad van Andalusië, Sevilla, is kort geleden een wedstrijd gehouden voor zingende kappers. Het ging erom iemand te vinden, die de titelrol kon zingen in de beroemde opera van Rossini, die door de Italiaanse televisie zou worden uitgezonden. Maar daarnaast moest hij ook een uitstekend vakman zijn. nieuwerwetse artsen met hun kostbaar instrumentarium. U begrijpt, hoop ik, dat ik hier slechts navertel en geen ver kapte propaganda tracht te maken voor illegale tandheel kundige praktijken. Hoewel Antonio ij del genoeg was om prat te gaan op zijn zangtalenten, gingen zijn toe komstdromen nooit in de rich ting van een carrière aan de opera. Als hij al plannen maakte, dan betroffen zij de modernisering en vergroting van zijn salon: hij fantaseex-de in aantallen scheerstoelen, nooit in aantallen ovaties. Het is zelfs zeer de vraag of hij ooit van Rossini had gehoord. In de herfst van verleden jaar begon de Italiaanse tele visie een gx-ootse Rossini-her- denking voor te bereiden. Zijn opera's zouden worden uitge voerd in een bezetting als nooit tevoren en voor de „Bar bier van Sevilla" kreeg men het denkbeeld de titelrol te laten zingen door een echte kapper uit die stad. Het was natuurlijk een gok, want de kosten, die eraan verbonden waren alleen al om de juis te man te vinden konden niet anders dan enorm zijn. De originaliteit van het plan gold echter zo zwaar, dat men die er graag voor over had. Men begon met schriftelijk contact te zoeken met muzi kale kringen in Sevilla en ge lukkig waren de Spanjaarden, die eigenlijk alles liever mor gen doen, direct enthousiast. Zij gingen met ongewone gron digheid te werk de natio nale trots was in het geding en zij zouden eens even tonen wat zij konden organiseren. Alle barbiers van de stad werden opgewekt deel te nemen aan een zangconcoux-s, waarbij tevens als bijzondere eis gold, dat niet alleen zou worden ge let op zang-technisch vakman schap, maar eveneens op spe ciale scheertalenten. Het is een fantastisch feest geworden. De jury was met grote zorg gekozen uit voor aanstaande kunstcritici, be- roemde stierenvechters, dan- sei-s en componisten. Televisie deskundigen uit Italië woon den deze zeldzame wedstrijd bij. De zaal bood wel een heel andex-e aanblik dan normaal bij een muziekfeest: er was een rij hypex-moderne scheer stoelen opgesteld en honderd Sevillaanse vrijwilligers ston den met stoppelbaarden gereed om zich aan de zang- en scheerpx-oef te onderwerpen. Tientallen kappers hadden voor het concours ingeschre ven en de jongste onder hen was Antonio Nunez-Torrez uit de zigeunerwijk Triana. In tegenstelling tot zijn oudere en meer ervaren collega's had hij niet de minste last van plan kenkoorts. Hij deed pi-ecies hetzelfde als in zijn eigen, niet al te fxasse, scheersalon: zeepte in, liet het scheei-mes met on feilbare streken over de wan gen van de vrijwilliger gaan en zong. Hij had slechts enkele minuten gelegenheid gekregen met het orkest te repeteren, maar het ging allemaal zo vanzelf, het kwam er zo na tuurlijk uit. dat hij zijn presta tie zelf eigenlijk helemaal niet de moeite waard vond. Onder het zingen en scheren had hij zelfs niet gezien, dat eén com missie van deftige heren aan dachtig zat te luisteren en hij werd hun aanwezigheid pas gewaai-, nadat juist uit die hoek de geestdriftigste bijval kwam. En hij stond meer dan verwonderd te kijken, toen een van de bijzitters, een televisie man, op hem afstormde, hem in vervoering op de schouders van zijn smoezelig jasje sloeg en riep: „Dat is het! Dat is het!" Langzaam stierf het ovatio neel applaus weg. Antonio had wat onwennig naar links en rechts gebogen en kwam nu weer tot zichzelf. Zijn taak was nog niet afgelopen: met een zwierig gebaar ontdeed hij zijn scheerklant van de hem voorgebonden handdoek en zwaaide die volgens de eisen van het vak enige malen voor diens gezicht heen en weer. I-Iet was een handeling vol Spaanse grandezza en weer barstte het applaus los. „Dat is het," had de tele- visiedeskundige gezegd en dat werd het ook. Nadat alle deel nemers met meer of minder succes waren opgetreden, hoef de de jury niet lang in bex-aad te gaan, Het oordeel viel met algemene stemmen: Antonio Nunez-Torrez was dé Figaro van Sevilla. 's Avonds, nog een beetje beduusd door de ongewone er varing, lepelde hij minder schrokkerig dan gewoonlijk zijn gazpacho naar binnen. Zag hij al iets van een gouden toe komst? Of dacht hij met wee moed aan zijn droom van de scheerstoexen? Zijn optreden voor de Ita liaanse televisie is een groot succes geworden. Maar dat is nog slechts een begin. De Spaanse kranten hebben hele pagina's aan hem gewijd; een Nunez-uurtje voor de Spaanse radio is door de critiek uitste kend ontvangen. De volgende beslissing, die hij zal moeten nemen, zal bepalend kunnen zijn voor zijn carrière. Twee Amerikaanse filmmaatschap pijen hebben hem namelijk aanbiedingen gedaan en onze jonge kapper, in wiens zigeu nerbloed een flink stuk zake lijk instinct zit, is bezig de hoge heren deskundig tegen elkaar uit te spelen. U moet maar eens goed op letten: binnenkort kunt u in de bioscoop Vittorio de Sicca of een andere filmberoemdheid onder het nies zien van een jonge knaap, die uit volle borst de cavatine „Figaro qua, Fi garo la" zingt J. J. F. Kemming Het indienen van een amendement door de V.V.D. was eigenlijk in strijd met de afspraak tussen de Kamer en minister Beel, maar mevrouw Stoffels-Van Haaften deed het toch, omdat zij van mening was dat het de wet niet ingrijpend aantast. Alles kan verder ongewijzigd blijven en het nieuwe kabinet kan te zijner tijd eer. wets wijziging indienen tot het doen vervallen van het amendement, gepaard gaande met een vooi-stel tot verlaging van de belasting voor ongehuwden. „Hard en wreed" noemen oudere, onge huwde vrouwen de wet", verklaarde de heer VanLeeuwen (V.V.D.), „vooral zij die premie moeten betalen en niet in loon dienst zijn, maar als zelfstandige afhanke lijk zijn van andere bronnen van inkomsten en het niet gemakkelijk in het leven heb ben." Voorlopig wilde ook hij de wet snel aangenomen zien. maar voor het probleem van de ongehuwden moet er zijns inziens een oplossing komen. De meerderheid van de Kamer stond op het standpunt, dat de vrijgezellen nxet moe ten worden ..uitgesloten van de premie plicht, want de solidariteit vereist dat zij deelnemen aan een algemene volksverzeke ring. Men achtte het echter wel noodzake lijk dat de vrijgezellenbelasting wordt ver laagd. Overigens merkte de heer Van Lier (P.v.d.A.) op, dat de jonge vrijge zellen premie moeten betalen voor het risico dat hun moeder weduwe wordt. Er is voorts nog aandacht gevraagd voor de positie van de invalide wees en zijn verzorgers. Vandaag antwoordt minister president Beel op de diverse beschouwin gen. Het is de bedoeling dat er over het amendement van de V.V.D. en het wets ontwerp volgende week woensdag wordt gestemd. Door de beperkte behandeling van het wetsontwerp zonder amendering, waartoe de Kamer heeft besloten in overleg met de minister, is de mogelijkheid ontslaan dat de weduwen- en wezenvoorziening nog vóór 1 januari 1960 in werking treedt, maar daaromti-ent staat nog niets vast. In ieder geval is wel bij herhaling verklaard dat 1 januari 1960 de uiterste termijn moet zijn. Volgens het wetsontwerp voor een we duwen- en wezenverzekering ontvangt een weduwe een pensioen indien zij ten tijde van het overlijden van haar echtgenoot: de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt of overschreden; of een of meer kinderen be neden 18 jaar te verzorgen heeft; of inva lide is. De leeftijdsgrens is 45 jaar voor de gevallen, waarin de weduwe, wanneer het jongste kind 18 jaar wordt, gedurende de laatstverlopen vijf jaren in het genot van weduwenpensioen is geweest. Bij het be reiken van de leeftijd van 65 jaar vervalt het weduwenpensioen. De A. O.W. komt er voor in de plaats. Het weduwenpensioen bedi-aagt 1326 gulden per jaar voor een weduwe zonder kinderen en 1968 gulden per jaar voor een weduwe met kinderen. Voor halfwezen wordt normale kinderbijslag verleend. Volle wezen tot 10 jaar krijgen een pen sioen van 438 gulden per jaar en volle we zen tot 16 jaar krijgen een pensioen van 660 gulden per jaar. Volle wezen van 16 tot 27 jaar, die in het genot van het wezen pensioen zijn of blijven, omdat zij stude- ren of invalide zijn. krijgen totaal 864 gul den per jaar. Bij verpieging in een gezin wordt voor de volle wezen ook kinderbij slag vei-] eend. De bedragen van het weduwen- en we zenpensioen stijgen als ook de A.O.W.-uit kering wordt verhoogd. Jonge weduwen, die ten tijde van het overlijden van haar echtgenoot nog geen recht hebben op weduwenpensioen, ont vangen een uitkering gedurende zes maan den indien zij jonger zijn dan 27 jaar. Is de weduwe op de dag van het overlij den van haar echtgenoot 27 jaar of ouder, dan wordt de termijn van zes maanden voor elk vol jaar dat zij ouder is dan 26 jaai-, met een maand verlengd. De duur van de tijdelijke uitkering bedraagt ten hoogste twee jaai\ De premieplicht begint op 15-jarige leef tijd en eindigt bij het bereiken van de leef tijd van 65 jaar. De premie wordt geheven over ten hoogste hetzelfde bedrag als voor de A.O.W. Kleine zelfstandigen betalen slechts een deel van de premie, evenals dat het geval is met de A.O.W. Geschat wordt dat een premie nodig zal Eureka Minstens zo blij als de trouwe Archi medes was ik, toen ik bij mijn ontwaken na twee m.aanden, niet in bad zo als hij, maar in bed, mijn vinding deed. Ik heb het echt gevonden. Dat is het nou waar we de laatste halve eeuw overheen gekeken hebben. Blind hebben we ons ge staard en zijn dat blijven doen op motoren, bioscopen, radio, vliegtuigen, raketten, ruimteschepen en noem maar op. Allemaal tot je dienst; maar zijn we er gelukkiger mee? Ik heb een vriend die twintig jaar lang samen met zijn vrouw gespaard en geploeterd heeft om zich een knus gezellig home te verwerven. „Nou hebben we 't", zegt ie, „en nou zitten we 's avonds op de gezelligste uurtjes van de dag, van acht tot half elf, in het stikkedonker naar een lelijk kassie van een halve meter in het kubiek te turen". En gelijk heeft ie. We zit ten met mudden vol gebakken peren. Voor ik mijn winterslaap van twee volle maan den inging las ik in de bladen dat we op dit aardoppervlak vertoeven met twee miljard achthonderd miljoen broertjes en zusjes m.et de belofte dat dit respectabele aantal over een dikke vijftig jaar verdub beld zal zijn. Waar moet dat heen, vraag ik, of liever vroeg ik me af. Want nu weet ik het. Hooggeleerden, hier is het ei van Co lumbus, zaliger nagedachtenis. Ik heb het aan den lijve ondervonden. Twee maanden geleden ging ik, noodge dwongen, onder zeil. Geen kranten, geen tijdschriften, geen radio en geen televisie, om van de telefoon nog te zwijgen. „Ont- soannen moet je!", zei een koor van me dici. En ik ontspande, ik yogi'de, ik lag vrijwel voortdurend, zoal niet in een droomloze slaap, dan toch in een zalige resignatie. Met iets van tegenzin sloeg ik m'n eer ste krant open na die twee maanden. Twee maanden is heus een lange tijd, maar wat vond ik? Geen verandering. Alsof ik niet wèggeweest was. Amerika, wéér met een balletje van enige miljoenen naar de een of andere verre sfeer, weer enige oplichte- rijtjes van tienduizenden guldens, en Mac- millan die zoals eens Chamberlain een ge vaarlijke broer bezoekt, waarschijnlijk ook met een paraplu omdat ie het weer niet vertrouwt, en verder, alles bij het ouwe. Ik heb niks gemist. Nou bedoel ik maar dit ik maak het niet te lang ivant zó ver „bij" ben ik nog niet maar dus voor ik het vergeet: Hooggeleerden! Maak een wolkje dat je over de aarde zendt en laat de mensen met. z'n allen een paar jaar in-dutten, zoals ik dat twee maanden deed, en we zijn er. Je komt weer helemaal fris tegenover de dingen te staan, en bovenal, het zou een oplossing zijn voor het grote probleem dezer tijden: het bevolkingsaanwasbéleid, om het nou maar es netjes uit te drukken. Denk er ernstig over na, hooggeleerden, en laat es wat horen. Ik ga in die tussen tijd nog een tukkie doen. Jan van Ees Adrwrtentie Deze maand geen "verloren" dagen F "Die" dagen kunnen zo zwaar wegen maar er zijn toch "Akkertjes"! met geneeskrachtig micro-poeder, die nare dagen minder naar maken, hoofdpijn, vermoeidheid en loom gevoel verdrijven. Ja, voor verstandige vrouwen zijn er alleen nog maar "gewone" dagen met "Akker tjes", die snellere pijnverdrijvers. flitsen uw klachten weg zijn van 1,15 percent van het premieplich tig inkomen. Wanneer de weduwen- en wezenverzeke ring in werking treedt, zullen in het alge meen de verschillende bijslagen op we- duwenrenten ingevolge de Ongevallen wetten en de Invaliditeitswet vervallen. Op het ogenblik van inwerkingtreding van de wet komen alle weduwen en wezen direct voor 'n uitkering in aanmerking in dien zij aan de daarvoorgestelde voor waarden voldoen. Alle weduwen van 60 tot en met 64 jaar zullen echter in ieder ge val weduwenpensioen krijgen ongeacht de leeftijd waarop zij weduwe werden of hun jongste kind 18 jaar werd. LONDEN (Reuter) Politieke waarne mers verwachten, dat de Britse regering woensdag zal bekendmaken, dat 70.000 jongemannen van 19 jaar, die dit jaar zou den worden opgeroepen om hun dienst plicht te vervullen, thuis kunnen blijven. De regering zou hiertoe hebben besloten omdat steeds meer vrijwilligers zich mel den voor leger, vloot en luchtmacht. Het woord leur kwam vroeger voor in een aantal vaste verbindingen die behalve te leur stellen thans alle ver ouderd zijn. Men zeide: te leur komen te leur gaan en te leur lopen voor: ver loren gaan; te leur vallen voor: geen succes hebben. Te leur gaan hebben wij nog over in te loor gaan en daaruit blijkt ook de oorspronkelijke beteke nis: verlies. Het daarbij behorende werkwoord is verliezen, waarvan de verleden tijd luidt: verloor. Zo is de r in het woord leur te verklaren. Er is een ander woord leur, dat ver want is met lor en dat: vod, prul bete kent. Het daarbij behoi-ende werk- woord is leuren: langs de huizen gaan om iets te verkopen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 5