Sxmia Qas
onze
en
danskunst
COWBOYS VAN OUDE STEMPEL
IN DE AUSTRALISCHE ALPEN
Schetsen Iri, Spanje
uit
ZATERDAG 28 FEBRUARI 19 5 9
Erbij
PAGINA DRIE
V er schil
IK 5PEEL
SENSATIONEEL SPAANS
PROCES WEGENS VIER
MOORDEN OM 'N RING
DE ZON KOMT OP in een strakke lucht, de stoep zijn gaan zitten om niets van het
maar de aarde gloeit met alle kleuren, schouwspel te missen.
Van het balkon van ons huis zien wij het
landschap als een staalkaart, rood en De GROTE STEDEN hebben meer at-
paars en oranjebruin van de grond, blon- tracties voor de reizigers. In Pamplona
de kleuren van de graanvelden. Voor zover worden tijdens het feest van St. Fermin
het oog reikt rotsen en akkers, met hier GGn weeklang iedere ochtend de stieren
en daar een boom. Grote grijze oppervlak- 'n straten losgelaten. In Saragossa zijn
ten scheiden de kleuren van elkaar. Dit verdeeld over kerken en kloosters, zesen
zijn kale rotsen, langzaam door weer en veertig beroemde en minder beroemde
wind vernietigd, waarop geen plant, zelfs Madonna's: Spanjaarden, die Saragossa
niet de meest bescheiden grassoort, meer bezochten, scheppen tegen elkaar op wie
groeit. Iedere onweersbui speelt weer aar- ^e meeste, de mooiste en de rijkste zag.
de en puin mee. De Spaanse regering doet Aan de kust, in een rijkere streek, ligt
een poging door herbebossing het langza- Barcelona, een stad van internationaal
me verval tegen te gaan, maar de bomen formaat. Toch blijven af en toe vreemden
lijken verloren in deze verlaten uitge- in ci.orP hangen, omdat ze, zoals wij,
strektheid. Op nog geen dertig kilometer n0& nooit zoiets moois als dit land zagen,
afstand begint Frankrijk, aan de noord- oï omdat ze zelden met zo een vanzelf-
zijde van de Pyreneeën, maar aan niets sprekende gastvrijheid als door deze Span
is merkbaar dat zo dichtbij een land ligt ^?.^de,n werden ontvangen. Maar het
met grazige weiden en groene bossen, blijft de inwoners een raadsel. wat zoe-
Soms rijdt een Franse auto voorbij ons ken JoH'e hier toch, wij zijn maar arme
dorp. De inzittenden hebben zich heel de mensen, zegt Saturia vragend,
weg al de ogen uitgekeken en zullen in deze
streek eerder de associatie krijgen met een
maanlandschap dan met hun eigen liefe
lijke land. Wandelend door de omstreken
zien wij dat de flora en de fauna het ka
rakter hebben van het land, kleine plan
ten met felle bloemetjes, die zich met veel
stekels beschermen, strobloemen en dis
tels. Een plant die ten noorden van de
Pyreneeën weelderig groeit, met grote
rose bloemen, leeft hier in het klein met
hard blad en diep-paarse bloemetjes. Er
zingen geen vogels, wel vliegen er grote
troepen eksters en hopachtige vogels, soms
ook aasgieren.
Hier en daar werkt een boer, soms uren
van zijn dorp af. Van verre kunnen wij
Filippo horen zingen bij het werk. Drie
muildieren trekken een lage kar in cir
kels over het gedorste koren. De vele
scherpe wieltjes onder de kar snijden het
in kleine stukken. Filippo staat kaarsrecht
de dieren te mennen, zich van tijd tot tijd
in volle lengte uitrekkend om met de
zweep een mep uit te delen. In een wolk
van stof zingt en vloekt hij beurtelings:
O Castagno, gevloekt zij de moeder die
je voortbracht (tegen een muildier) en
dan, zomaar in de ruimte: Waar was
je je gezicht mee, liefste, dat het zo straalt
als de zon?
ALS FERNANDO, een zorgelijker man,
de teugels overneemt, zingt die op zijn ma
nier: Maar zij trouwde de rijke Diego
en de arme blijft niets dan tristessa. Of
hij improviseert een liedje: Signor Al
calde, ik lust je grapjes niet!
De vrouwen harken het stro bij elkaar.
Zij gaan als Moorse vrouwen helemaal
schuil in hun kleren, om hun huid tegen
de zon te beschermen en zo bleek te blij
ven als de dames in de stad. Een boer
biedt ons water aan. Wij hebben geen
dorst, maar nemen toch een slok uit zijn
kruik. Het verwondert ons al niet meer als
een wildvreemde hier ons water aanbiedt,
zelfs op een dag dat het stroomt van de
regen. Men wil niet in de eerste plaats onze
dorst lessen maar maakt een gebaar van
vriendschap, lijkt het, zoals dat in Holland
met een kop koffie gebeurt. Deze boer is
een der zonen var het dorp, die zijn for
tuin in het buitenland heeft gezocht. Voor
de oorlog werkte hij als spoorwegarbei-
der op het Gare du Nord en nu denkt hij in de Australische Alpen de jon-
DRIE Nederlandse critici van de dans- kends te vertellen valt dat het verant-
kunst Joop Schultink, Willem Boswin- woord is, er een dik boek van ruim twee
kei en David Koning hebben gezamen- honderd bladzijden aan te wijden. Maar
lijk een boek over „Het Nederlands Ballet" wie die vraag ontkennend zou willen be-
geschreven, dat door de uitgeverij J. H. antwoorden, onderschat het enthousiasme,
Gottmer te Haarlem en Antwerpen in de waarvan niet alleen de medewerkers en
handel is gebracht. Men begrijpe dit goed: medewerksters aan Het Nederlands Ballet
niet over het ballet in Nederland, al komt zelf, maar ook verscheidene critici van
dat er uit de aard der zaak nu en dan wel de hedendaagse balletkunst ten aanzien
bij ter sprake, maar in het bijzonder over van deze presentatieve Nederlandse gro p
de dansgroep die de naam ,.Iiet Nederlands sedert haar oprichting vervuld zijn ge-
Ballet" draagt.
Men zou zich met enig recht kunnen af
vragen of er over een balletgezelschap, dat
in zijn huidige vorm nog geen volle vijf
jaar en met zijn voorlopers mee nauwe
lijks tien jaar bestaat, zoveel belangwek-
ALS DE SNEEUW smelt, ver
nieuwt het leven zich. Dan priemt
met weemoed terug aan die tijd toen hij ge zon ™GGdogenloos in de blan-
met hard werken ook goed verdiende. ke sneeuwmassa. Bergstroompjes,
Saturia is met een mandje eten van het ontdaan van hun kluisters kla-
dorp komen lopen en spreidt de middag- \eTe" naar beneden. Regenboog
maaltijd uit in de schaduw, in de greppel foielle" dartelen in de sti oom
van de weg. Bonen, sla en brood als ge- versnellingen. De vogels begin-
woonlijk, met een slok wijn en een slok "en te zinSGn- °e grote dooi is
water. Als een auto voorbijrijdt, dekt ieder begonnen. Dan komt, diep be-
haastig de borden toe en duikt in elkaar "GCJen in de dalen, het vee op
tot de stofwolk achter de wagen weer is trek" Dan heerst er grote bednj-
gaan liggen. Er gaat maar weinig verkeer VI§heid op de boerderijen. Het
over deze weg, al is het een hoofdweg vee moet immers naar boven! Ik
van Pamplona naar Barcelona, de verbin- vertoef op Khancoban, een dei-
ding tussen noordkust en Middellandse- grootste „cattle stations in het
zeekust. De weg kan soms uren verlaten grensgebied van Victoria en
blijven, zoals wij liftend ondervonden, Nieuw-Zuid-Wales waar men
soms komt er een vrachtwagen met fruit behalve veel paarden v'jfduizend
voor Frankrijk langs, een paffige heer in SGhaPtm en vijfentwintighonderd
een Mercedes, of een zwarte Cadillac vol stuks ™"dvee houdt. Sn ieder
paters jaar, als de lente begint, brengen
'Een'enkele keer stopt een buitenlander de cowboys van Khancoban bijna
bij het dorp. Hij parkeert zijn auto bene- tweeduizend runderen naar de
den, gaat langzaam de weg omhoog over zeventienhondeid meter hoger
liggende weiden in de alpen, het
„Dak van Australië".
NA GEBRANDMERKT te zijn
vertrekken de dieren in kudden
keien en paardevijgen, loopt in vijf minu
ten de twee straten van het dorp door,
drinkt een glaasje in Bar Moderne en keert
terug, langs de oude zwarte vrouwen, die
ook weieens een nieuw onderwerp van ge- A
sprek willen hebben en met breiwerk op tf" mmstG tweehonderdvijf-
tig stuks onder de hoede van
enige cowboys, zodra het bericht
komt dat de sneeuw is gaan smel
ten. Ik mocht mee. Bij het krie
ken van de dag braken we op.
In het donker van de nanacht
hadden we ontbeten. Toen wij
reden over de verlaten vlakte,
begon de zon zich boven de Al
pen te verheffen. De lucht was
stil en koel. Gevijven reden we
met de kudde. Het bergpad was
nauw en kronkelig. Een lange
dag lag voor ons. Veertien mijl
naar boven moesten wij afleggen
over de flanken van steile ber
gen, door ravijnen vol struikge
was en over beboste kammen.
Terry Greene, manager van
Khancoban, zijn lange zweep
over de schouder, telde de dieren
bij het verlaten van de boerderij.
Het was of de beesten aanvanke
lijk aarzelden, als waren zij nog
onzeker omtrent het doel van de
reis. Archie MacCallum reed ook
mee, de eerste drijver met een
halve eeuw ervaring in dit berg
land. Verder waren er Ernie
Board eens kampioen „buck-
jumping" (rijden op ongetemde
paarden) en Bill Pender, een
kleine veeboer uit de streek.
Zodra we gaan klimmen en in
bosachtig terrein komen, begin
nen de zwepen te knallen. De
echo, vele malen weerkaatst,
sterft weg tussen de bomen.
Langzaam gaat het vee voort.
Weinig geloei nu. Ergens strui
kelt een paard over een boom
stronk. Een cowboy schreeuwt
luidt, als een koe zich loswerkt
van de kudde. Een hond snelt
blaffend toe en drijft het dier
terug. Prima helpers, die hon
den. Stuk voor stuk presteren ze
evenveel als twee a drie cow
boys. Ze sparen ons paarden, die
honden, zegt Terry Greene.
MERKWAARDIGERWIJS zijn
het niet de echte veehonden, die
in de alpen helpen drijven. De
LONDEN (UPI) Peterborough
de chroniqueur van de Londense „Daily
Telegraph", heeft van een Engelse di
plomaat een kenschetsing gehoord van
het verschil tussen de Engelse en de
Russische pers, zoals hem dat tvas ver
teld door een Rus.
„Veronderstel", zei de Rus, „dat u en
ik een hardloopwedstrijd houden en u
wint. In uw krant zou staan: de Rus
sische en Britse ambassadeurs hebben
gisteren hardgelopen. De Britse ambas
sadeur heeft gewonnen. Maar in de
„Pravda" zou het bericht luiden: Gis
teren is een hardloopwedstrijd tussen
diplomaten gehouden. De Russische
ambassadeur eindigde als tweede. De
Engelse ambassadeur kwam net voor
de laatste man over de streep".
VOO n. ALLE
GEZINDTEN
echte Queensland Blue Heelers
zijn namelijk te aggressief voor
zo'n bergtocht, hoewel zij in de
vlakte uitstekend voldoen. Vee in
de bergen moet rustig worden
gehouden tijdens de trek. Anders
blijven de dieren op een gegeven
ogenblik staan en dan krijgt mens
noch hond ze meer in beweging.
Daarom gebruiken de cowboys
van Khancoban „kelpies" in
Australië gefokte schapenhonden.
Archie MacCallum vertelt, op
de hem eigen langzame manier,
over de honden. „Het allerbeste"
zegt hij „is een kruising
tussen een Blue Heeler en een
kelpie. De echte veehond bijt
meer dan hij blaft. Maar zo'n
schapenhond bestrijkt een groot
terrein en houdt de kudde voort
durend op gang. Die bespaart je
paardevlees! Als je eens wist wat
één man met een paar honden
kan bereiken.." Luide schreeuwt
hij dan een bevel tot zijn hond.
Een slim, klein, levendig, bruin,
ruigharig dier. Een bastaard-
kelpie. Altijd in draf, altijd actief.
Bo (zo heet Archie's hond) rent
het struikgewas in, springt over
boomstammen en baant zich een
weg, waar geen ruiter zulks kan
doen. Later op de dag loopt Bo
kreupel. Zijn voetzolen zijn ge
wond, maar hij blijft actief,
trouw en gewillig. Het vee houdt
rekening met Bo en zijn kornui
ten. Het erkent de heerschappij
der honden. Gewillig, wetende
dat de honden alomtegenwoordig
zijn, vervolgt het zijn weg. De
hond regeert. Bo allereerst.
Wederom knallen de drie meter
lange zwepen. Het lijken geweer
schoten. Opnieuw duiken de hon
den in net struikgewas. Kort
daarna zijn er moeilijkheden in
de achterhoede. Een paar koeien
zijn afgedwaald en bevinden zich
nabij een gevaarlijke, geheel
overgroeide kloof. Knallende
zwepen. De kleine hond heeft dit
bevel niet nodig. Hij is reeds
bezig om de zwervers terug te
brengen in het gelid.
Man en hond begrijpen elkaar.
Archie praat tot zijn hond op
dezelfde toon, die hij tegen mij
bezigt. Het is, alsof Bo een vier
voetig verlengstuk is van Archie.
Bo drijft het vee als een cowboy
met jarenlange ervaring. Die
heeft Archie ook. Archie, wiens
gezicht getaand is en het stempel
draagt van het land. is tevreden
met Bo en Bo is het met Archie,
ze begrijpen elkaar en horen bei
den bij het land.
WE ZIJN inmiddels bij een der
moeilijkste gedeelten van ons
traject, de weg naar Bradney's
Gap, gekomen. Hier en daar be
draagt de helling van het spoor
dertig graden. We stijgen vijfhon
derd vijf tig meter over een af
stand van twee kilometer. We
bevinden ons op drieduizend voet
hoogte. Het bos verkrijgt een
ander karakter. Het zonlicht
speelt door de boomtoppen op de
grond en op de ruggen van het
vee. Een mooi spel van licht en
schaduw. De paarden aarzelen
soms en hijgen onder de last
ik kwam aan de kop en we red
den het, de honden en ik. Maar
één zo'n ervaring is voor mij vol
doende! Een sterke stier of een
pas gevangen wild paard, dat red
ik wel. Zo'n stormende troep
hoornvee, dat haal ik geen twee
de keer".
weest. Voor zover het de drie dansrecen-
senten betreft, die in dit boek aan het
woord zijn, spreekt die geestdrift uit elke
bladzijde. Daardoor is het mogelijk dat
men geboeid en met genoegen want
geestdrift is aanstekelijk Joop Schul-
tinks minutieuze verslag leest over de ge
schiedenis van de groep en hetgeen aan
de stichting ervan vooraf ging. En om de
zelfde reden volgt men met gelijke belang
stelling Boswinkels analyse van het reper
toire, evenals de bijdrage van Koning, die
het onderwerp „De dansers en danseressen
van Het Nederlands Ballet" voor zijn reke
ning heeft genomen zonder dat hij het
gebied van zijn beschouwingen door dit
onderwerp echter al te zeer heeft laten be
perken.
„Hier passen enige persoonlijke opmer
kingen over Sonia Gaskell, de artistieke
leidster" staat ergens in het door Schultink
verzorgde gedeelte van het boek. Als we
een goed Holland woord voor „understa
tement" hadden, zou dat hierbij meer dan
ooit te pas komen. Want niet alleen in het
hoofdstuk, dat op die zin volgt, maar in
het hele boek zijn maar weinig bladzijden
te vinden waarop géén opmerkingen
persoonlijke en minder persoonlijke
over Sonia Gaskell voorkomen. Sonia Gas
kell de initiatiefneemster, Sonia Gaskell
de danspedagoge, Sonia Gaskell de artis
tieke leidster, Sonia Gaskell de choreo
grafedeze begrippen vormen het leid
motief van het boek en dat opzichzelf is
misschien een grotere hulde aan de per
soonlijkheid en het werk van mevrouw
Gaskell dan die welke de schrijvers in
woorden hebben kunnen uitdrukken. Zij
Kosciusko, sneeuwblank. Dan zie heeft deze drie auteurs, die uit hoofde van
ik ook de eerste sneeuwgom- hun oorspronkelijke taak een critische
bomen. We zijn op vijfduizend houding ten opzichte van haar prestaties
Australische veedrijvers proberen
goede vrienden te worden met de
vaak onstuimige stieren.
NA BRADNEY'S GAP is de
terreingesteldheid in den beginne
minder zwaar. Eerst dalen we
iets naar Khancoban Creek, dan _T i „t i - j
weer omhooe Ergens in de buurt voet ho°gte- No§ Gven sPant het moesten aannemen, met meer dan gewone
dondert een waterval, die alle vee zich in. Een korte maar steile belangstelling voor die prestaties weten
andere geluiden overstemt Dan helling, steiler dan alle vooraf- te bezielen, zoals zij ook de leden van haar
gaatdeweg weeded omhoog gaande. Diep beneden ons, door groep heeft bezield. En dat is zeker geen
Bii een kreek houden we halt De een blauwachtige nevel heen, zie geringe triomf.
zon is hoog aan de hemel Het ik een smaragdgroene vlek. De Toch wil dit niet zeggen, dat het boek
vee staat met de benen in het weidegronden van Khancoban, één lange aaneenschakeling van vleiende
koele water Terry laat vuur ma uitgangspunt van onze trek. opmerkingen aan het adres van mevrouw
Ook in Axistralië hebben de
cowboys hun rodeo's, waarbij het
aangename van het ruiterfeest
wordt verenigd met de noodzaak
om wilde paarden te temmen.
hunner berijders. De honden
blaffen scherper, bevelender. Ge
staag klimt het vee omhoog. Een
rijke, zich traag bewegende
stroom leven, die geleidelijk over
Bradney's Gap verdwijnt. Wat
noopt de dieren tot klimmen?
Raadselachtig. Misschien louter
een verbazingwekkende vitaliteit,
de wil om voort te bestaan en
voort te gaan.
Boven geven wij de kudde een
wijle rust. De dieren zijn te moe
om te vreten. Ernie Board springt
uit de zadel. Hij stopt een pijp,
met de trage bewegingen, die de
cowboy kenmerken. Leunende
tegen zijn paard vertelt hij, hoe
hij eens moederziel alleen met 'n
paar honden zo'n drijftocht on
dernam. „Wat noordelijker! Een
duivels spoor. Steil omhoog, maar
ik kreeg ze boven. Toen begon
het spul. De beesten werden wild.
Gingen er van door. Stormden de
weg op, die daar het spoor kruis
te. Ooit een dolle kudde gezien?
Als een stoomwals. Ik probeerde
aan de kop te komen, maar zij
blokkeerden de weg. Als er toen
een auto gekomen wasmaar
Gaskell is. Het is niet geschreven door een
drietal blinde vereerders, die de balletleid
ster eens helemaal in de bloemetjes hebben
willen zetten. Het bevat wel degelijk ook
NOG VIER MIJL! schreeuwt °p™^ki"gten' die de waardering voor de
Terry mij in het voorbijrijden balletleidster op bepaalde punten strikt
toe. Ik zet mijn paard aan. Het afbakenen. Maar juist dat maakt de be-
ue laaisie jaren wurui er 111 uie i. kouder nu, geen zon. een te"
bergen (op het „Dak van Austra- schrale bries. Maar dan zijn we, Wjg* J» VQOr dit gboek een geluk.
het Nederlands
ken. Een simpel maal. De thee
smaakt ons voortreffelijk. Water
van de Snowy Mountains op
deze besneeuwde bergtoppen ont
springen drie grote rivieren (de
Murray, de Snowy River en de
Murrumbidgee) en tal van beken.
De laatste jaren wordt er in die
lië") hard gewerkt aan grootse eindelijk, op vlak terrein. Een
projecten van irrigatie en elektri- gevoel van opluchting komt over Blf/L^ndens'^^
ficatie. Thans wonen en zwoegen ons allen, over mensen en dieren g»* wLn op de diensten
daar meer mensen dan vroeger. Archie's onvermoeibare hnnH slag heeft kunnen leggen op ae diensten
hond
Maar het is, alsof de alpen alles viert het feest van de behouden
hebben geabsorbeerd: mensen, aankomst door zich eens lekker
machines, voertuigen. Nog kan uit te rollen. Het vee ruiken de
men er dagen rijden zonder een dieren het sappige gras van
menselijk wezen tegen te komen. Pretty Plain, waar zij de zomer
Na het middagmaal begin het zulen doorbrengen? - stelt zich
zwaarste deel van de trek, tegen een lange rij open zet er een
de „Lange Spoor" op. Een pad sukkeldrafje in. Drijven is niet
van vier kilometer, dat boven meer nodl§-
tweeduizend voet hoger is dan Als we dan bij Pretty Plain
beneden. Een zeer steile helling (Khancoban s bergweiden) zijn,
dus! De rit valt werkelijk niet begrijp da* Terry dit lapje
mee. Geschreeuw, geblaf, zweep- grond de »Spons van Australië
geknal. Telkens weer kan de kop
niet vooruit. Gevallen boomstam
men. Een week tevoren was het
spoor gerapporteerd als „onbe
gaanbaar". Mannen van Khan
coban zijn vooruitgestuurd om de
weg te effenen. Toch is hij nog
slecht. Maar het vee móét ver
der! Mannen en paarden, honden
en zwepen komen tot volle inzet.
Voort!
Op vierduizend voet is de lucht
merkbaar ijler. Dunner wordt het
bos. We naderen de sneeuwgrens,
waarboven als enige boom nog
slechts de mooie gomboom groeit.
Eensklaps ontrolt zich een heer
lijk vergezicht. Voor het eerst
sedert zonsopgang zie ik weer een
horizon. Ver weg ligt Mount
noemt, want in het midden liggen van enige internationale bekende gastcho-
reografen, zoals Leonide Massine en David
Lichine, want dit heeft de auteurs een on
gezochte aanleiding gegeven om af en toe
eens van het beschouwen onzer nationale
balletgroep af te stappen en zich te ver
diepen in buitenlandse gezelschappen en
het werk van hun balletmeesters. De in-
blokhut. We zadelen af. We ver- houd van het boek is daardoor rijker en
zamelen hout om te koken en te afwisselender geworden dan anders mo-
stoken. Na het maal komen de gelijk zou zijn geweest. Dat de schrijvers
sterke verhalen, maar wie de zich overigens zelf wel bewust waren van
de beperktheid van hun eigenlijke onder
werp, blijkt uit de slotopmerking van Bos
winkel: „Het instrument is zeer goed, maar
het heeft nog wat weinig te tonenIn
elk geval geeft de start alle reden in de
goede afloop te geloven."
Dit boek is dus allereerst de geschiede
nis van een start, zij het danook van een
start met goede vooruitzichten. Misschien
is het daarvoor ietwat te „zwaar" opgezet.
Maar zeer lezenswaardig is het ongetwij
feld. En voortreffelijk geïllustreerd.
C. Lector
moerasachtige plekken. De paar
den gaan er voorzichtig en on
gaarne overheen. Hier ligt een
smeltwaterton, tevens een bron
van beekjes en kreekjes. Wij
drijven het vee binnen de om
heining. Iets verder staat onze
maar wie
werkelijkheid heeft meegemaakt,
twijfelt of er overdrijving in
steekt.
In het vaak dichte geboomte is
padvinderij een levende werke
lijkheid voor geharde
kampeerders.
MADRID (Reuter/AFP) Madrid is
acht dagen in de ban geweest van een
sensationeel proces dat al „het proces
van deze eeuw" is gedoopt. Het gaat te
gen een rijke Spanjaard, die vier mensen
vermoordde om een beleende diamanten
ring en een brief terug te krijgen, die hem
geschreven zou zijn door een Engelse. De
Spanjaard is dinsdag ter dood veroordeeld.
De geschiedenis zou zich als volgt heb
ben afgespeeld: de vrouw in kwestie
schreef de Spanjaard een brief met het
verzoek de ring waarvan de waarde ge
schat wordt op ongeveer 12.700 gulden
uit de lommerd terug te halen. De man
gaf de brief aan de pandjesbaas. Toen hij
niet gauw genoeg antwoord kreeg, ging
hij naar de woning van de pandjesbaas
en schoot deze neer omdat hij de brief
niet terugkreeg. Daarop ging hij naar de
keuken en vermoordde het dienstmeisje
met een mes.
Even later kwam de vrouw van de pand
jesbaas naar huis. De Spanjaard gaf zich
uit voor belastinginspecteur en ging gezel
lig met haar zitten luisteren naar de radio.
Na een tijdje kreeg de vrouw echter ach
terdocht. Hij bemerkte dit en knalde
haar zonder meer neer.
Twee dagen later ging de man die
door zijn verdedigers een psychopaat ge
noemd werd naar de lommerd waai
de ring bewaard werd en schoot de com
pagnon van de pandjesbaas dood.