Vóór de kermis kan draaien, komt er heel wat kijken Wederom Niet van gisteren „Antigone" van Sofokles als dorre woordkunst Teylingerbosch in Vogelenzang is geheel gerestaureerd Tijdens een spel met kartonnetjes bepaalt men de standplaatsen Ingewikkeld, tijdrovend werk van kermisexperts Handpoppentheater met Javaanse sage MAANDAG 16 MAART 19 5 9 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 5 NRV hield jaarvergadering Huisvlijtexpositie in Heemstede Examens Receptie Jan Visser Het waterpoloprogramma Bromfietser over de kop geslagen Film- en Kamermuziekavond van Haarlemse Volksuniversiteit Henk Buis winnaar van eerste voorjaarsrit C. B. M. Segaar overleden Huishoudbeurs in de hoofdstad geopend Burgerlijke Stand van Haarlem Op de voorlaatste dag van april barst in Haarlem weer de kermisvreugde los. Als bonte, kleurige linten strekken zich in de verschillende delen van de stad de rijen attracties uit: in het centrum over Nassaulaan en -plein, een deel van de Gedempte Oude Gracht en Zijhuizen, in noord op de Zaanenlaan en in oost op de Zomervaart. Er is weer de zivaaiende en zwierende wir-war van de vermaaks industrie, doortrokken van de geuren uit de gebakskramen en paling- en zuur- stalletjes. Wie heeft er echter wel eens aan gedacht wat er allemaal komt kijken vóór op de kermisterreinen alles staat zoals het moet. Wie heeft eigenlijk een idee van de moeilijkheden, die men moet overwinnen, van de vele factoren, waarmee men rekening moet houden en van de maatregelen, die men in het belang van de veiligheid, moet nemen. Onvoorstelbaar pas- en meetwerk moet worden verricht vóór alle attracties en kramen op him plaats staan. Maar de situatieschetsen voor het komende jaarlijkse voorjaarsevenement zijn klaar en door de diverse instanties goedgekeurd. Eind april kunnen de „kermisgasten" komen. Deze „Spoetnik", draaiend tegen de achtergrond van zeventiende-eeuwse geveltjes van de Gedempte Oude Gracht, zal er dit jaar niet zijn op de Haarlemse kermis. Maar er blijven genoeg reeds bekende en daarnaast ook nieuwe attracties over om de „kermisbloemetjes eens buiten te zetten". Het meeste van het gecompliceerde en tijdrovende voorbereidende werk voor de kermis komt neer op de schouders van de heer W. Oostwald jr., lid van het Centrum- comité Koninginnedag in Haarlem, en de heer H. van Leeuwen, technisch adviseur van het comité. Maar er werkt ook een vrouw-achter-de-schermen: de echtgenote van de heer Van Leeuwen, die het kermis- leven kent als de inhoud van haar hand tasje. Zü komt echter pas op de proppen, nadat de verpachting van de standplaatsen geregeld is. Want daar begint het werk mee. Deze verpachting geschiedt bij onders- handse inschrijving. Het comité plaatst een advertentie in enkele kermisvakbladen. De kermisexploitanten vragen dan om een in- schrijfbiljet met de voorwaarden. Ze sturen dit terug met een opgave van de prijs, die zij voor een plaats willen betalen. Deze aanbiedingen verzamelt het comité in een grote verzegelde melkbus. Dan komt de kermiscommissie bestaande uit de heren Oostwald en Van Leeuwen, alsmede de heer Pijnacker van het comité Noord en de heer Van Dijk van het comité Oost bij elkaar en sorteert de ongeveer honderd vijftig brieven. Het eerst worden de aan biedingen er uit gehaald van exploitanten, die alleen voor de kermis in Haarlem- Noord of Haarlem-Oost inschrijven. Ook zijn er die een bod doen voor al de drie terreinen in Haarlem. Na een dag en meestal nog een halve nacht werk kan de commissie bekijken welke exploitanten in ieder geval voor een standplaats in aan merking komen. Op schaal geknipt Als het eenmaal zover is, zorgt de dienst van openbare werken voor plattegronden van de kermisterreinen. En dan begint het „spel met de kartonnetjes". De plaats, cue elke attractie of kraam zal gaan innemen, wordt namelijk op de schaal van de platte grond op karton getekend en uitgeknipt. Om nu even bij de kermis in Haarlem centrum te blijven, want daar zijn de pro blemen het grootst: de heren Oostwald en Van Leeuwen gaan nu de kartonnetjes over de schetstekening schuiven om een zo gunstig mogelijke opstelling te krijgen. Men kan zich haast niet voorstellen, met welke factoren deze, in de loop der jaren doorge winterde, kermisexperts bij het bepalen van de standplaatsen rekening moeten houden. Er mogen geen twee theaters naast el kaar staan. Naast iedere „tent" moet er een ruimte blijven van een halve meter voor het dichtslaan van de zijzeilen. De opstelling van de attracties en de kramen moet zo afwisselend mogelijk zijn. Sinds vorig jaar zijn geen geluidsversterkers meer toegestaan op de Haarlemse kermis. Daarom verdeelt de commissie „tenten" met een orgel zo goed mogelijk over het terrein, zodat er een keten van muziek ont staat, waarvan overal het geluidsvolume draaglijk blijft. Dan zijn er de zijstraten, uitritten, ben zinepompen, vluchtheuvels, brandkranen en andere objecten, waarmee de commissie rekening moet houden. Zo moet bijvoor beeld de brandweer in geval van nood overal langs kunnen rijden, ook met de ladderwagen van tweeëneenhalve meter breed. Na veel schuiven, passen en meten, wik ken en wegen worden de omtrekken van de kartonnetjes op de plattegrond getekend en dan volgen de besprekingen met ge meente, politie en brandweer. Soms blijkt het noodzakelijk deze voorlopige plannen op kleine onderdelen te wijzigen, maar tenslotte geven de betrokken instanties haar fiat. Op papier is alles geregeld en verdeeld. Tijdens de vrijdag gegeven voorstelling van het handpoppentheater „Merlijn" in de muziekzaal van Brinkmann aan de Gro te Markt te Haarlem, hadden wij al spoe dig de verklaring gevonden voor het feit, dat zoveel volwassen toeschouwers ge boeid en geamuseerd hebben gekeken naar een schouwspel, dat men toch in het algemeen voor kinderen bestemd zou ach ten. De sage „De regenvorst en zijn bruid" wordt gekenmerkt door een naïeve intri ge, die op zichzelf geen enkele verrassing kan bieden aan een publiek, dat door het moderne toneel en de film is verwend. De oorzaak van deze onmiskenbaar grote aan dacht moet worden toegeschreven aan de manier, waarop de beide jeugdige poppen spelers, Maaike Hobbel en Rien Baart- mans, dit Oudindische sprookje voor hun maakt. In de eerste plaats gebruikten zij een door het publiek bijzonder geappre cieerde tekst, waarin ook actuele toespe lingen waren verwerkt. Maar de grootste bekoring ging toch uit van de met onmis kenbaar goede smaak vervaardigde pop pen. Het lijkt ons toch van niet geringe betekenis, dat deze twee jeugdige arties ten reeds een geheel eigen stijl hebben ge vonden. Zij wisten in dit geval een tussen vorm te bereiken tussen het wajangspel en het Europese marionettentheater. Bo vendien was de technische verzorging op vallend goed en kenmerkte de gehele voor stelling zich door een charmante fantasie. Als de kermisexploitanten arriveren, komt de heer Van Leeuwen opnieuw in actie. Met behulp van meetlat en krijt geeft hij precies de plaatsen aan, waar de „ten ten" en kramen kunnen worden opgesteld. Dit jaar begint op 28 april de opbouw en een dag later, op woensdagmiddag, gaat de kermis proefdraaien. Op 30 april, 1, 2 en 5 mei zijn de uren van openstelling officieel van 9 tot 24 uur, doch wat de begintijd betreft, komt dit in de praktijk meestal 's middags een uur of vier. Vóór dit uur is de belangstelling voor de kermis in het algemeen niet zo groot. Op zondag 3 en maandag 4 mei is de kermis geheel gesloten. Dit jaar komen er ook enkele attracties op de Zijhuizen, zoals een cakewalk en een tête a queue of misschien duidelijker ge zegd swing-mill. Een nieuwe gaste op deze voorjaarskei-mis is „de dikste dame van Europa". En wat de overige vermakelijk heden betreft: er is weer keus genoeg om met volle teugen de kermisgeneugten te genieten. De afdeling Haarlem van de Nederland se Reisvereniging heeft vorige week twee bijeenkomsten gehouden. De eerste was gewijd aan Zwitserland. In het Concertge bouw waren vele leden bijeen om een aan tal prachtige films te zien over verschei dene delen van Zwitserland. Per spoor en boot werden reizen gemaakt en tochten naar hoge toppen ondernomen. Vrijdagavond is onder leiding van de heer G. Verkerk de jaarvergadering van de afdeling gehouden, waarop de heer C. Ligtvoet gehuldigd is ter gelegenheid van het feit, dat hij tien jaar deel uitmaakt van het bestuur. Hem werd dank gebracht voor zijn arbeid in de afgelopen jaren en een zoekenbon aangeboden. Mevrouw Ligt voet werd ook in de hulde betrokken. De secretaris, de heer W. E. van Zuu- rendonk, merkte in zijn verslag over 1958 op dat het jaar zeer gunstig genoemd kan worden. Een groot aantal bijeenkomsten en ontspanningsavonden stond op het pro gramma, waarvoor grote belangstelling bestond. De heer Zuurendonk betreurde het dat het aantal leden is teruggelopen van 7523 tot 7262 (een verschil van 261); er waren 5165 (5361) hoofdleden, 1916 (2038) gezinsleden en 181 (124) junioren. Verder memoreerde de secretaris de activiteiten van enkele onderafdelingen en de viering van het eerste jubileum van de bridgeclub. Het financieel verslag van de heer A. van Dijk werd vastgesteld en de periodiek aftredende bestuursleden, de heren G. Verkerk en W. E. Zuurendink, werden op nieuw in hun functie benoemd. Vrijdag 20 maart wordt in gebouw „Nieuw Berkenrode" aan de Herenweg te Heemstede een huisvlijttentoonstelling ge opend, welke is opgezet onder -uspiciën van de Heemsteedse afdelingen der Ka tholieke Arbeidersbeweging, de r.k. Mid denstandsvereniging en de onderlinge tuin liedenvereniging „Aerdenhout en omstre ken". Deze expositie omvat onder meer werkstukken op het gebied van draadplas tieken, modelbouw, dameshandwerken, produkten van hout en metaal, bloemen, planten enzovoorts. De bedoeling van een dergelijke tentoonstelling is een overzich telijk beeld te geven van hetgeen in vrije tijd kan worden vervaardigd, waarbij de organisatoren vooral hebben gedacht aan de te verwachten werktijdsverkorting. De tentoonstelling zal zijn geopend: vrijdag 20 maart van 20 tot 23 uur, zaterdag 21 maart van 14 tot 23 uur en zondag 22 maart van 10 tot 23 uur. Wapeningen. Bevorderd tot doctor in de land bouwkunde ir. W. M. Otto, te Utrecht op een proefschrift „Grondverbetering op lage zand gronden". De Haarlemse schilder-graficus Jan Vis ser viert woensdag zijn 80ste verjaardag. Ter gelegenheid daarvan is een receptie georganiseerd in de societeitszaal van het genootschap Kunst Zij Ons Doel, Waagge bouw, Spaarna 29 rood, hoek Damstraat, waar men de jarige tussen 15 en 17 uur zijn gelukwensen kan aanbieden. Voor de waterpolocompetitie district Noordholland luidt het programma: dins dag 17 maart in het Sportfondsenbad Zaandam, dames eerste klasse: Waterlelie Haarlem. Heren tweede klasse: Neptu- nusHVGB 2. In het Sportfondsenbad in Haarlem, heren vijfde klasse: DWT 4Haarlem 3. Afdeling veteranen: DWRHVGB. Zaterdag 21 maart worden in het Sport fondsenbad in Haarlem de volgende wed strijden gespeeld: Heren vijfde klasse: NVA 2DWT 4. Heren vierde klasse: DWR 2VZV 2. Da mes tweede klasse: DWT 3HVGB 1. Heren vierde klasse: DWT 3Haarlem 2; NVA—HZV. Zondag 22 maart in de overdekte in Alk maar: Heren derde klasse: DAW 3 DWT 2. Een 37-jarige schilder uit Haarlem, wil de zaterdagmiddag omstreeks half vijf langs hotel Keur in Zandvoort op zijn bromfiets de Zeestraat inrijden. Hij deed dit echter met te grote snelheid, waar door hij over de kop sloeg. Met schaaf wonden en een hersenschudding rroest hij naar het Diaconessenhuis in Haarlem worden overgebracht. Woensdagavond om acht uur geeft de Volksuniversiteit, waarin opgenomen de Haarlemse Kunstgemeenschap, in het Frans Halsmuseum te Haarlem een film avond, waar experimentele- en teken films vertoond worden. De kamermuziekavond van de Volksuni versiteit zal niet op vrijdag 20 maart (zo als in onze rubriek „Uitgaan in Haarlem" abusievelijk werd vermeld) maar op dins dagavond 24 maar om acht uur in de tuin- zaal van het Haarlemse Concertgebouw worden gegeven. Het programma van die avond zal worden verzorgd door de har piste Lilv Laskine met medewerking van het Haags Vocaal Vrouwenensemble on der leiding van Arthur Orobio de Castro. Het prachtig gelegen conferentie-oord en vakantiecentrum „Teylingerbosch" in Vogelenzang heeft sinds het voorjaar van 1957 een restauratie ondergaan, die thans bijna is afgesloten. Het resultaat van de ingrijpende vernieuwingen zal zijn, dat het tehuis nog beter aan zijn doel kan beant woorden: mensen van alle gezindten gele genheid bieden in een sfeervolle omgeving samen te zijn, te spreken en zich te ont spannen. Het voortbestaan van dit geheel onafhankelijke conferentieoord is mogelijk dank zij de belangeloze toewijding van een stichtingsbestuur en de loyale mede werking van de familie Barnaart. Na de oorlog heeft „Teylingerbosch", dat in 1937 hoofdkwartier van de wereld jamboree was, een bestemming als confe rentieoord en vakantiecentrum gekregen. Verbeteringen aan de behuizing bleken de laatste jaren steeds noodzakelijker. Toen bijna twee jaar geleden de heer W. Koper en zijn echtgenote met de leiding werden belast, is men met spoed aan de vernieu wing begonnen. Gezien de financiële posi tie van de stichting, die het tehuis beheert, heeft men zo veel mogelijk werk zelf ge daan. Dag na dag was men in touw om van het gebouw weer een waardig huis te maken. Er moest een geheel nieuw dak worden aangebracht. De grote zolder op de twee de verdieping werd verdeeld in slaapka mers. In plaats van de centrale wasplaat sen kreeg iedere kamer een eigen wasta fel. Het gehele huis werd van binnen en buiten opnieuw geschilderd en bepleisterd. De slaapkamers op de tweede verdieping werden betimmerd en kregen eveneens wastafels. Voorts is op deze verdieping een badkamer ingericht. Men hoopt zo spoedig mogelijk enkele douches te kun nen aanbrengen. Gelijkvloers werden twee zalen omge bouwd tot een grote recreatiezaal. Hier hangt een sfeer, zie zowel de ouderen als jongeren zich thuis doet voelen. In de keu ken kwam een nieuwe kookinstallatie en afwasinrichting. Overal werden nieuwe leidingen voor de elektriciteit aangelegd. Als dit jaar de laatste slaapkamers zijn geschilderd, is de totale restauratie een Ruim honderdtwintig stukken heeft de Griekse dichter Sofokles, levend in de vijfde eeuw voor Christus, naar alle waar schijnlijkheid geschreven. Daarvan zijn er zeven in hun geheel bewaard. Voor velen geldt hiervan „Antigone" als 't mis schien niet aangrijpendste maar wel in drukwekkendste meesterwerk. Deze on verminderd geldig gebleven tragedie, waarvoor de auteur destijds met de gene- raalstitel is beloond, werd zaterdagavond in de Haarlemse Schouwburg vertoond, of liever gezegd: vertolkt, door leden van de Haagse Comedie in de door regisseur Max Croiset enigszins gemoderniseerde vertaling van de onvolprezen dr. L. A. J. Burgersdijk. In een woord ter inleiding heeft Max Croiset de door hem gevolgde interpre tatie verdedigd met een beroep op „eer bied voor de tekst, die tot de schoonste poëtische scheppingen behoort". Dat res pect staat buiten discussie. Bovendien heeft Max Croiset als toneelschrijver be wezen, dat zijn belangstelling voor de Griekse mythologie mede berust op de mogelijkheid om met de daarin gegeven grootheden hedendaagse inzichten geani meerd te illustreren. Hij erkent, dat zijn werkwijze onvolledig is. Maar hij berust daarin bij gebrek aan voldoende weten schap omtrent de andere componenten dei- antieke voorstelling, namelijk zang en dans. Mijn critiek richt zich hierop, dat hij niet bij machte is gebleken de onvol ledigheid op te heffen of te compenseren. Door de moedwillige beperking tot het ge sproken woord, overigens met allerlei in consequenties gepaard gaande, ging het cerebrale zodanig overheersen, dat het stuk zijn wezenlijke spanning verloor door afwezigheid van emotionele lading. Men begrijpe mij goed: alles werd op een bij zonder intelligente wijze duidelijk ge maakt, men kon de in het geding gebrach te gevoelens nauwkeurig beoordelen. Maar men bleef er onbewogen bij. Croi set ontnam aan „Antigone" onmisbare di mensie. Hij bracht het verhevene daar mee terug in de bloedeloze sfeer van bur gerlijkheid. Voor wie de geschiedenis niet mocht kennen, diene het volgende. In de strijd om de macht over Thebe zijn Eteokles en Polyneikes, de beide zonen van de bloedschendige Oedipus, om het leven ge komen. De troonopvolger Kreoon, een broer van hun moeder Iokaste, beschouwt het als zijn eerste taak de orde te her stellen en zijn gezag te bevestigen. Hij be veelt dat de verdediger Eteokles met eer moet worden begraven en dat het lijk van aanvaller Polyneikes ten prooi van hon den en roofvogels op het slagveld achter- blijve. Ondanks het verbod bestelt Anti gone eigenhandig haar laatstgenoemde broer ter aarde, aldus handelend volgens religieuze richtlijnen. Hiermee is het con flict geschapen. Misschien is het noodzakelijk erop te wijzen, dat volgens de toenmalige inzich ten begrafenis noodzakelijk was om toe gang tot het dodenrijk te krijgen. Antigo ne vervult dus als naaste bloedverwant haar familieplicht. Kreoon ontzegt haar echter het recht daartoe: zijn tot wet ver heven wil gedoogt geen uitzondering. Als hij haar niet tot andere gedachten kan overhalen, laat hij haar ter dood brengen. Het vervolg van het stuk lijkt dan de tra gedie, van Kreoon, die op zijn beurt even „voorbeeldig" wordt gestraft, doordat eerst zijn zoon (Antigone's verloofde Haimoon) en dan zijn echtgenote zelfmoord ple gen, juist als hij te laat tot ander inzicht is gekomen. In feit is dit sublieme dra matische ironie, waardoor de houding van Antigone een formidabel relief verkrijgt. Er zijn en pas goed sinds de wijsge rige benadering door Hegel ontelbare „verklaringen" van dit nog altnd fasci nerende treurspel gegeven. Door Kreoon, zoals dikwijls gebeurt, als een tiran te zien, het prototype van de dictator, kan men gemakkelijk miskennen dat de titel heldin even eigenzinnig het absolute na streeft. Zij gaan dan ook beiden ten onder. Maar er is een kardinaal verschil. De hoogmoed van Kreoon, die zijn val be werkstelligt, draagt het karakter van aan matigende wrevel, wanneer hij niet blin delings gehoorzaamd wordt. Wij zouden kunnen zeggen, dat hij ten prooi geraakt aan machtswellust, voor de bewijzen waarvan hij achteraf alleszins redelijk klinkende argumenten bedenkt. Hij geldt als de mannelijke handhaver van onver- feit. Het herstel vergt uiteraard hoge be dragen. Het stichtingsbestuur wil zonder winst werken, maar wil het tehuis ander zijds geheel zelfstandig laten. „Teylingerbosch" biedt plaats aan 116 personen. Het heeft mensen van allerlei rang en stand en van de meest uiteenlo pende nationaliteiten onder zijn dak. Dit openstaan-voor-allen verleent het tehuis voor velen een grote aantrekkelijkheid. Tussen mensen van verschillende nationa liteiten ontstaat er soms een band van vriendschap, die blijft bestaan als de men sen al weer naar hun land terug zijn. Schotten verbleven in het tehuis, maar ook Zwitsers en Zweden. Meer dan hon derd Perzen hebben er een week gelo geerd. Vorig jaar was er een internatio nale conferentie van Joodse jongerenlei- ders. Scholen houden hier hun werkweken, jeugd en studentenorganisaties hun vor mingscursussen en conferenties. Deze maand is er weer een internationale con ferentie. Mogelijkheden voor recreatie zijn er te over. Het tehuis grenst aan de duinen, waar men volop kan wandelen, 's Avonds komen er inleiders, schaart men zich rond een kampvuur of wordt bijvoorbeeld een volksdansavond gehouden. Kampeerten-ein Vlak bij het conferentieoord zal de stich ting dit jaar nog op een bebost gebied van negen ha. een kampeerterrein openen, waarmee men de vele kampeerders de mogelijkheid wil bieden in een prachtige omgeving de tent op te slaan. Het wemelt in dit prachtige natuurgebied nog van ha zen en fazanten. Bij de aanleg van het kampeercentrum wordt de natuur geen ge weld aangedaan. Er zal ook strikt op wor den toegezien dat de kampeerders zich stijlvol gedragen en de rust niet verstoren. Er is beslist geen plaats voor schetteren de radio's en grammofoons. Om de kampeerders zo veel mogelijk vrijheid te geven zullen voorlopig slechts vijfhonderd tenten kunnen worden toege laten. Op het terrein zal een gebouw wor den neergezet, dat een kampwinkel, een overdekte wasgelegenheid met douche en acht toiletten zal omvatten. zettelijke instellingen. Daarmee komt het vrouwelijke element in botsing: Antigone immers handelt volgens de wetten der natuur, binnen en buiten haar, dat wil zeg gen: geleid door haar gevoel en door haar geloof in de goddelijke beginselen. Maar het komt erop neer, dat ook zij zich eigen machtig gedraagt. Het is een lang erkende wijsheid, dat in de Griekse tragedies niet goed en slecht, maar goed met goed en slecht met slecht in botsing komen. Wat goed is en wat slecht, hangt van het standpunt af: of men zich op het menselijk-toevallige of het eeuwig-noodzakelijke richt. Van dit the matisch materiaal heeft Sofokles gecom pliceerde variaties van geniale vereenvou diging gecomponeerd. De strijd op leven en dood van toegespitste eenzijdigheden is in de voorstelling van Max Croiset op een te smalle basis geplaatst. Het ratio nele werd niet door het emotionele ge voed. Daarbij inspireerde de zo uitdruk kelijk vooropgestelde „eerbied" tot een soort klassicisme a la Racine, dat alle (naar ik hoop te hebben aangetoond es sentiële) natuurlijkheid in dorre plechtsta tigheid smoorde. Bepaald symptomatisch hiervoor leek mij de telkens symmetri sche toneelschikking. Als er niets tegen over staat zijn dergelijke geometrische figuren, hoe redelijk ook verantwoord, do de symbolen saai, saai, saai. Met alle toegevendheid ten opzichte van Max Croisets voorkeur voor de toneelspe ler als woordkunstenaar moet vastgesteld worden, dat muziek en bewegingsplastiek onmisbaar zijn als dynamische openba ringen van het gevoelsleven. De regisseur echter heeft zich gedragen als een bewer ker van een klassiek werk voor schoolge bruik door er verklarende, verhelderende cursiveringen aan toe te voegen. Het meest te waarderen is daarbij de getui genisdrift, alsof hij ons telkens vermanend voorhoudt: begrijpt u nu hoe mooi dit al lemaal is? Maar wij van onze kant vra gen meer dan enkel esthetisch resultaat, wij willen ook geschokt worden en vooral ontroerd, wij willen de lotgevallen mee maken en meebeleven. Van enigerlei be wogenheid was echter niets te merken. Hoe zou er ook beweging kunnen zijn in een spel zonder contrasten? Max Croiset heeft bewezen, dat men bij monumentenzorg te rechtkomt, als men niet opnieuw uitgaat van de in het stuk als activerende facto ren aanwezige tegenstellingen. En waarlijk, aan tegenstellingen is geen gebrek. Op de uiteenlopende motieven van Kreoon en Antigone is reeds gewezen. An tigone wordt verder bepaald door haar verschil met haar zuster Ismene, die wél het vermogen bezit om zich naar de om standigheden te schikken. Zo staat tegen over de heerser Kreoon de naief opportu nistische soldaat. Merkwaardig is voor al, dat Max Croiset totaal vergeten lijkt te hebben, dat de behoefte aan „ordening" alleen wordt beseft in een chaotische maatschappij, dat de beschaving een keerzijde heeft in het barbaarse. Het is mij een raadsel, waarom hij de koorzeg- gers steeds als mooipratende standbeelden voor het voetlicht plaatste: de stemmen des volks en der goden, verlangend naar evenwichtige leiders met hemelse wijsheid ter beschikking over aardse macht, ver tegenwoordigden bij deze gang van zaken niemand en niets. Wie heeft vreugde ge hoord in het openingskoor, wie dionysi- sche gedrevenheid tot hoop vlak voor de katastrofe? Als Max Croiset zijn opvatting had wil len volhouden, waarom heeft hij zich dan niet tot opzeggen of voorlezen beperkt? Enkele realistische details (het wegvoe ren van Antigone bij voorbeeld) deden nu even potsierlijk aan als het uitblijven van uitdrukkelijk genoemde handelingen en geluiden. Is het hem dan ontgaan, dat in de tekst het natuurgeweld een grote rol speelt? Het starre en kuise decor van W. I-Iussem deed veel goeds verwachten, dat helaas uitbleef. De meeste bewondering heb ik nog gekregen voor Elisabeth An dersen, die als enige de woorden ergens vandaan leek te halen. Medelijden echter heb ik alleen gehad met Gijsbert Ter- steeg, die verkleed als een opgeschoten zeeverkenner naar tegenspelers in een ge heel ander stuk liep te zoeken. Tot de me dewerkers behoorden verder: Sigrid Koet- se, Frans van der Lingen, Joris Diels, Max en Jules Croiset, benevens enige an deren, die zelfs qua voordracht te weinig voldoening schonken. David Koning 99 Het blijspel „Niet van gisteren" door Garson Kanin, waarvan de Haagse Come die zondag een door Paul Steenbergen ge organiseerde voorstelling in de uitverkoch te Haarlemse Schouwburg heeft gegeven, is wél van gisteren. Het is zeker al tien jaar geleden, dat „Het Vrije Toneel" met Myra Ward, Cor Ruys, Louis de Bree en Leo de Hartogh in de hoofdrollen, in de vertaling van mr. E. Elias en onder regie van Dick van Veen, in Utrecht de Euro pese première van dit Amerikaanse succes stuk gaf. Sindsdien heeft iedereen er de onder de oorspronkelijke titel „Born yes terday" van vervaardigde filmversie kun nen zien. Vanwaar deze reprise? Het lijkt mij niet onwaarschijnlijk, dat betrekkelijk recente publikaties in de dagbladen ovcr de zogenaamde „schrootaffaire" herinne ringen aan deze lichte satire hebben wak- kergeroepen. En trouwens, het publiek is over het algemeen dol rp spectaculaire ont maskeringen van corruptie.... De schatrijke handelaar in oude metalen Harry Brock, die volgens goede Ameri kaanse traditie zijn loopbaan tot multi miljonair als krantejongen begon, probeert door middel van omkoperij van politici alle ijzerresten van „de in Europa gevoerde oor log" in handen te krijgen. Bang dat zijn minnares, de gewezen revuedanseres Billy Dawn, zich niet in de „Society" van Wash- De eerste rit van de voorjaarscompeti tie die zondag door de Haarlemse wieler club „De Kampioen" in de Velserbroek- polder werd gehouden, is bij de A- en B- klassers op fraaie wijze gewonnen door de Vijfhuizer amateur-stayer Henk Buis. Met honderd meter voorsprong op zijn naaste concurrenten ging Buis als winnaar over de eindstreep. In deze veertig kilometer lange rit wis ten Buis, Straver, P. de Jong en Van Eg- mond al spoedig na de start uit het pelo ton te ontsnappen en een voorsprong te veroveren. En zij werden, ondanks het feit dat ook Fennis, Gieske en Blommaert zich nog van het peleton wisten af te zonderen, niet meer bedreigd. De vier vroege vluch telingen konden het pleit onderling be slechten en dat won Henk Buis. Hij sprong in de voorlaatste ronde weg uit het kop- groepje en stond zijn eenmaal verworven voorsprong niet meer af. De uitslag luidde: 1. Buis, de 40 kilome ter in 1 uur 4 min. en 12 sec.; 2. Straver, 3. P. de Jong, 4. Van Egmond, 5. Fennis, 6. Gieske, 7. Blommaert, 8. H. van Steyn, 9. Van Dijk, 10. H. Peters. Bij de C-klas- sers, die een wedstrijd over 20 kilometer reden, zegevierde Van der Horst in een tijd van 34 min. en 38 sec. Op tweeéntachtigjarige leeftijd is zater dag te Haarlem overleden de heer C. B. M. Segaar, oud-chef van de afdeling on derwijs en verkiezingen ter gemeentese cretarie van Haarlem. Hij werd in april 1877 te Leiden geboren en genoot zijn schoolopleiding in Haarlem. In 1894 trad hij in militaire dienst en acht jaar later verliet hij de dienst wegens zijn benoe ming tot klerk aan de afdeling belastingen der gemeente Haarlem. In 1908 volgde zijn overplaatsing naar de afdeling onder wijs en tot 1 januari 1938, de dag waarop h gepensioneerd werd, is hij op deze afdeling werkzaam geweest. Hij doorliep diverse rangen en werd op 1 januari 1920 hoofd commies en op 1 juli 1937 referendaris. Op 1 mei 1932 werd hem de leiding toever trouwd der administratieve werkzaam heden voor het openbaar lager en middel baar onderwijs en later van de gehele af deling. Destijds werden de verkiezingen ook door de afdeling onderwijs geregeld en met de heer Kalbfleisch en later had de heer Segaar alleen de leiding ervan. Door zijn arbeid genoot de thans overledene een grote bekendheid in de kringen van allen, die in enige betrekking tot het onderwijs en de verkiezingen stonden. Ook is de heer Segaar van 1919 tot 1926 lid geweest van de commissie van Toezicht op het lager on derwijs. Woensdag 18 maart, na aankomst van trein 15.05 uur, zal zijn stoffelijk over schot op de begraafplaats Westerveld ter aarde worden besteld. ington zal kunnen bewegen, huurt hij de jonge journalist Paul Verrall om haar enige beschaving bij te brengen. Na twee maan den echter heeft zij met haar aangeboren intelligentie de lessen dusdanig ter harte genomen, dat zij haar vriend volkomen dóór heeft en hem nagenoeg, uit eerlijke verontwaardiging, ten val brengt. Het blad „Life" schreef destijds: „Het doel van de schrijver, wiens stuk een mengeling is van gevoelige, heftige en allerkostelijkste scè nes, is zowel zijn auditorium als zijn hel din op te voeden. En zoals elke populaire onderwijzer weet hij, dat zij die het hardst lachen zijn beste leerlingen zijn". Wat hier ook van wa?.r moge zijn, men kon ook nu constateren dat een zaal vol toeschouwers soms reageert als een klas vol kinderen. Men kan gemakkelijk de waarde van het stuk kleineren, want de critiek op mis standen is nogal naïef en van karakter tekening is nauwelijks sprake. Niettemin is het een heel amusant niemendalletje-met- achtergronden, dat rijke speelkansen biedt. Van deze mogelijkheden heeft het Haag se gezelschap dankbaar geprofiteerd. Uiter aard heeft men in deze wedervertoning het lachwekkende aangedikt, waarbij de nieuwe vertaler, Alfred Pleiter, is voorge gaan. Een vergelijking met de vroegere voorstelling, gesteld dat die in betrouw bare mate mogelijk zou zijn, heeft geen en kele zin. Met uitzondering van Myra Ward is er een geheel andere bezetting niet alleen andere namen, vooral andere typen. Men kreeg de indruk, dat de talentrijke Coen Flink zich een beetje moest over schreeuwen om zijn autoriteit van prole tarische afkomst te bevestigen. Niettemin was het wel een aardige rol. Paul Steen bergen liet als de terwille van het geld gedegradeerde intellectueel rijkgenuan- ceerde variaties op het thema wazige dron kenschap zien. Luc Lutz was bijzonder in nemend als de joviale belichaming der integriteit, waarbij vooral de gedi-agslijn ten opzichte van de liefde fijnzinnig werd uitgespeeld. Van de andere medewerken den moeten vooral Jan van der Linden en Frans Vorsman met waardering worden genoemd. Myra Ward was wederom hart- veroverend in de vrouwelijke hoofdrol. Zij wist de verwantschap van Billy Dawn met de Elsa Doolittle van Shaw geheel te doen opgaan in een rijpingsproces van vulgaire onverschilligheid tot een aan doenlijk parmante waardigheid. Er waren vele „open doekjes". Die klaterende bewij zen van instemming zullen wel tot gevolg hebben, dat het riante decor van Lou Steenbergen nog menigmaal in Haarlem gebouwd moet worden. David Koning De echtgenote van Amsterdams burge meester, mevrouw E. van Hall-Nijhoff heeft heden de internationale huishoud beurs in het RAI-gebouw in de hoofdstad geopend. Mevrouw Van Hall wees in het bijzonder op de voorlichtende taak op huishoudelijk gebied, die op de tentoon stelling tot uitdrukking komt. De direc teur van de Huishoudbeurs, de heer P. F. Blokker, had tevoren een overzicht gege ven van de groei van de beurs, die jaar lijks meer dan 150.000 bezoekers trekt. HAARLEM, 14 maart BEVALLEN van een zoon: 13 maart: A. M. Snoeks-van Straaten. BEVALLEN van een dochter: 13 mrt: N. Kramp-Weijde W. J. W. Massaro-de Beer; M. M. Oudhoff-Rijbroek. OVERLEDEN: 12 maart: P. Fortgens, 81 j., Zijlweg 13 maart: G. W. van der Klugt, 1 j., Voorhelmstraat; J. W. ter Horst, 71 j., Sterrebosstraat; P. Kelder man, 63 j., Leidsevaart. GETROUWD: 14 maart: M. A. Vroom en E. Snoeijerbosch. Litteraire prysvraag. Het bestuur van de stichting Matthias Kemp-prijsvraag, heeft een prijsvraag voor een roman uit geschreven. Deelnemers aan deze prijs vraag kunnen tot april van het volgend jaar werk indienen. Het ligt in de bedoe ling, dat de te bekronen werken zoveel mogelijk hun stof ontlenen aan het Neder lands-Limburgse dan wel Vlaams-Lim burgse leven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 9