S.E.R. adviseert huurverhoging
van 25 percent per 1 april 1960
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
HET WEER
Londen ontdaan over uitlatingen
van veldmaarschalk Montgomery
tW MORRIS (niforctfotr fin
Over het loon- en subsidiebeleid
lopen de meningen sterk uiteen
r
BRINKMAN
Houtplein
Morgen geen krant
Schuldvraag
LANG VERBEIDE LEIDRAAD VOOR REGERING
.ikwl Bolletje/'
Kouder overdag
Geen zekerheid
Koningin ontvangt
dr. W. Drees
SOLEX DE LUXE
KONINGINNEDAG
„DE JUPITER"
g TRIO THEO v. d. ZEE
Britse pers bezorgd over
Macmillans verklaring
Radio-actieve neerslag in
Engeland is verdubbeld
In de krant van heden:
Het woord is aan
Wrak van vermist Brits
vliegtuig gevonden
73e JAARGANG No 245
WOENSDAG 29 APRIL 1959
304e JAARGANG No 93
Grote Houtstraat 93, Haarlem. Tel. 15295
(0 lijnen) Directie, Redactie, Administratie.
Drukkerij Gr. Heiligland 10. Tel. 15295. Bij
kantoor Haarlem-N. Soendaplein, Tel. 57755
Hoofdredacteur: Simon Koster
Adj. Hoofdredacteur: Jos L. Lodewijks
Haarlems Dagblad
Uitgave Grafische Bedrijven Damiate N.V.
Verschijnt dagelijks beh. op zon- en feestdagen.
Abonnement p. week 59 ct., p. kwartaal 7.65,
fr. p.p. 8.15. Losse nrs. 12 ct. Postgiro 273107,
t. n. v. Haarlems Dagblad/Opr. Haarl. Crt.
Directie: P. W. Peereboom en A. D. Huijsman
Het advies van de Sociaal-Economische Raad, dat de regering als leidraad zal
dienen voor het te voeren sociaal-economisch beleid in de naaste toekomst, is
thans verschenen. Het werd reeds lang verwacht. Voor de regering-B'eel en bij
de kabinetsformatie was het een handicap dat het nog niet was uitgebracht.
Eenstemmigheid werd op nagenoeg geen enkel punt bereikt, zodat er nog veel
pas- en meetwerk nodig zal zijn om een vaste lijn in het beleid te kunnen trekken.
De kern van het advies, dat uiteenvalt in drie complexen van onderling onver
brekelijke maatregelen, ziet er zeer globaal en schematisch als volgt uit:
1. Huurverhoging met ingang van 1 april 1960 van 25 pet. voor de
woningen, gebouwd in de periode 1918—1945, en voor de woningwetwonin
gen, gebouwd in de periode 1945—1956.
De vóór 1918 gebouwde woningen dienen in eerste aanleg van een verdere
huurverhoging te worden uitgeschakeld, indien zij niet voldoen aan bepaalde,
aan kwalitatief volwaardige woningen te stellen objectieve criteria, of indien
zij beneden een bepaald huurniveau liggen.
2. Verlaging van de subsidies ten behoeve van nieuw te bouwen woningen.
3. Verhoging van de consumptiemelkprijs met 3 cent per liter. (Een deel
van de raad wenst echter handhaving van de consumentensubsidie en der
halve van het huidige prijsniveau.)
4. Loonsverhoging. Al naar de opvatting der diverse groeperingen in
de raad: bedrijfstaks- of ondernemingsgewijs algemeen en uniform 4 pet.
5. Compensatie van hogere huren en duurdere melk.
6. Verhoging van de toeslagen op de invaliditeitsrenten van de beneden
65-jarigen.
7. Overheidsinvesteringen tot een bedrag van circa vijftig miljoen
gulden per jaar in de ontwikkelingsgebieden. (Een deel van de raad wenst
als norm 50 tot 75 miljoen gulden.)
8. Tijdelijke belastingverhogingen: afschaffen of handhaven, al
naar de opvatting der diverse groeperingen in de raad.
De S.E.R. is er bij het opstellen van zijn
advies van uitgegaan, dat voor 1959 de
duurtetoeslag op de kinderbijslag wordt
gehandhaafd, dat per 1 januari 1960 de al
gemene weduwen- en wezenverzekering
wordt ingevoerd (voorshands te financie
ren uit het A.O.W.-fonds) en dat de tijde
lijke verhoging van een aantal belastingen
per 1 januari 1960 een einde neemt (ven
nootschapsbelasting, motorrijtuigenbelas
ting, bijzonder invoerrecht en benzine- en
omzetbelasting op enkele produkten).
Het reëel natonaal inkomen zal
naar verwacht wordt in 1959 en 1960
sneller stijgen dan in 1956 tot en met 1958
het geval is geweest. Er is derhalve sprake
van een gematigde expansie, aanvangende
in 1959 en zich versneld voortzettend in
1960, waardoor met name in 1960 het niveau
van het reëel nationaal inkomen niet on
bevredigend moet worden geacht.
Het consumptiepeil en het prijs
indexcijfer van het levensonderhoud
(exclusief A.O.W.-premie) zullen volgens
de raming na een kleine daling in 1959
weer enigermate stijgen in 1960 als gevolg
van de optredende expansie en daardoor in
het laatstgenoemde jaar gemiddeld iets
hoger zijn dan in 1958. Ook de wijzigingen
in het invoerprijspeil en het uitvoerprijs-
peil (en derhalve in de ruilvoet) zullen
slechts gering zijn.
Advertentie
Interessant nieuws over
BOLLEDE EIERBESCHUIT
in de damesbladen
van 2 en 16 mei
V
Verwachting tot morgenavond:
Aanvankelijk zwaar bewolkt
met tijdelijk regen. Later enkele
opklaringen, maar ook hier en
daar een bui. Matige, tijdelijk
krachtige wind, eerst uit ooste
lijke, daarna uit westelijke rich
tingen. Minder koude nacht.
Morgen overdag iets lagere tem
peraturen dan vandaag.
Volledige weerrapporten op pagina twee.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
VIERENTWINTIG PAGINA'S
Verder wordt verwacht, dat de geregi
streerde arbeidsreserve in de jaren
1959 en 1960 gemiddeld op hetzelfde niveau
zal liggen als in 1958 (90.000 a 100.000 man)
en dus niet onaanzienlijk uitgaan boven het
peil van de jaren 1954-1957. De reserve zal
dus hoger zijn dan het peil, waarbij
globaal genomen spanningen op de ar
beidsmarkt kunnen worden verwacht. Ten
gevolge van een structureel tekort aan
werkgelegenheid, zal, in het bijzonder in
de drie noordelijke provincies en delen van
Noord-Brabant en Zeeland het gemiddelde
peil echter aanmerkelijk worden overschre
den. Aan structurele maatregelen ter be
vordering van de werkgelegenheid in deze
probleem-gebieden dient volgens de S.E.R.
dan ook een belangrijke plaats te worden
toegekend.
Met betrekking tot de investerin
gen wordt opgemerkt, dat de raad van
oordeel is dat de ontwikkeling ten deze in
1959 niet bevredigend moet worden geacht.
Gelet op de in 1960 te verwachten toene
ming van de investeringen, meent de S.E.R.
echter, dat naast het herstel van de in
vesteringsaftrek aan verdergaande maat
regelen slechts behoefte bestaat, indien als
gevolg van de te nemen beleidsmaatregelen
eeen geringere stijging van de investerin
gen zou moeten worden verwacht dan
thans is voorzien.
Hierbij wordt evenwel aangetekend, dat
het geschatte investeringsniveau (in 1960
ongeveer liggend op het niveau van 1956-
'57, doch, uitgedrukt in percenten van het
bruto nationaal produkt, lager liggend:
14,7 pet. (in 1960 tegen 16,3 pet. in 1956-'57)
slechts gerealiseerd zal worden in de ver
onderstelling dat de tijdelijke belasting
maatregelen per 31 december 1959 aflopen.
Mocht dit niet het geval zijn, dan zal het
investeringspeil ongunstig worden beïn
vloed, zij het dat voor 1960 dit effect
slechts beperkt zal zijn. Eerst in 1961 zal
deze ongunstige invloed zich ten volle doen
gevoelen.
Een gunstig beeld geeft de verwachte
ontwikkeling van het verloop van het over
schot op de lopende rekening van de b e-
talingsbalans. Het streefcijfer, dat
hiervoor wordt gesteld 500 miljoen per
jaar) wordt ruimschoots overschreden in
1959 en 1960. Deze ontwikkeling wordt des
te verheugender genoemd, aangezien zij
gepaard gaat met een toeneming van de
voorraden. Dat uit deze ontwikkeling
slechts een geringe absolute toeneming van
de deviezenvoorraad resulteert, hangt
samen met de veronderstelling, dat in 1959
en 1960 een aanzienlijke kapitaalexport zal
optreden.
(Van onze weerkundige medewerker)
Morgen (Koninginnedag) zullen er dui
zenden zijn, die op droog en zonnig weer
hopen.
Het voordeel, uit weerkundige oogpunt
gezien, van 31 augustus was dat de tempe
ratuur gemiddeld veel aangenamer was.
Men mag op 31 augustus op een gemiddeld
maximum temperatuur van 20.5 C. reke
nen tegen 16 graden op 30 april.
De keren dat het op 30 april warmer is
dan 20 C zijn zeldzaam. Nu is dit voor het
welslagen van een Koninginnefeest ook
niet noodzakelijk. Verleden jaar was het
met 17 a 19 C en zonnig weer op 30 april
ook een prachtige dag.
Tegenover deze gemiddeld wat lagere
temperatuur staat dat de regenkansen op
31 augustus veel groter zijn dan op
30 april. Wij kunnen zeggen dat een geheel
verregende 30 april een veel groter bijzon
derheid is dan een regenrijke 31 augustus.
Wat wij aan de temperatuur op 30 april
verliezen, ten opzichte van 31 augustus, dat
winnen wij aan de kleinere regenkansen.
De situatie is ditkeer te wisselvallig om
reeds 24 uur tevoren een grote zekerheid
te geven over het weer van morgen. Het
is jammer dat de hogedrukgebieden, die
ons deze aprilmaand zoveel mooie en
warme dagen hebben gebracht, nu juist
op het einde van de maand naar andere
delen van Europa zijn getrokken.
Het te verwachten overschot op de
lopende rekening van de betalingsbalans
is een indicatie, zo wordt gezegd, dat de
totale bestedingen in de jaren 1959 en 1960
minder zullen stijgen dan de beschikbare
middelen toelaten.
Een stijging van de bestedin
gen is derhalve mogelijk. De vraag rijst
overigens welke omvang deze kan aan
nemen en welke vrijheid er bestaat met
betrekking tot de aanwending van aeze
bestedingen
Een deel van de S.E.R. is van oordeel,
dat op beide punten voorzichtigheid is ge
boden. Een te grote verruiming van de
bestedingen, waardoor deze blijvend op een
aanmerkelijk hoger niveau zouden komen,
zou er namelijk toe kunnen leiden, dat in
1961 weer tot een afremming zou moeten
worden overgegaan. Volgens dit aeei van
de raad is de aanwezige ruimte in hoge
mate een investeringsruimte, waarvoor de
liquide middelen te zijnertijd zullen wor
den aangewend. De verwachtingen geven
echter naar het oordeel van dit deel van
de raad geen aanleiding om een beperkte
vergroting van andere bestedingen vol
strekt ontoelaatbaar te achten.
Een ander deel van de raad daarentegen
Een van de leden van de groep rebellen
uit Cuba, die een landing uitvoerden
in Panama, wordt hier ondervraagd
door politiechef Ramon (links). De
ondervraagde is Guillermo A. Gon
zales, die met nog twee mannen door
een korporaal van de Panamese
nationale garde gearresteerd werd. Hij
verklaarde, dat dr. Arias de „invasie"
had gefinancierd.
Het kabinet der Koningin deelt mede:
De Koningin heeft hedenochtend ten
paleize Soestdyk de minister van staat
dr. W. Drees ontvangen.
meent, dat de conclusie is gewettigd dat er
plaats is voor een grotere verruiming van
de bestedingen en dat geenszins vaststaat
zoals door het andere deel van de raad
gesteld dat de faktoren, waardoor de
overschotten op de lopende rekening zijn
ontstaan, zouden indiceren dat die over
schotten waarschijnlijk zouden moeten
worden aangewend voor grotere invoeren
tengevolge van een toeneming van de in
vesteringen, in het bijzonder de voorraad-
investeringen.
Het is dus op dit principiële vlak, dat in
de S.E.R. de meningen over de vraag in
hoeverre er ruimte is voor bestedingsver
ruiming in de particuliere sektor, uit elkaar
gaan lopen. Zij resulteerde in van elkaar
afwijkende adviezen met betrekking tot de
verschillende beleidspunten, die in de aan
hef zijn genoemd.
Resumerende kan dan ook worden gezegd,
dat het resultaat van de toetsing van de
ontwikkeling van het overschot van de
lopende rekening van de betalingsbalans in
1959 en 1960 aan de doelstellingen ten aan
zien van de betalingsbalans zo kan worden
samengevat, dat de raad eenstemmig van
oordeel is, dat deze ontwikkeling een dui
delijke indicatie geeft van de mogelijkheid
van een verruiming van de bestedingen in
de periode 1950-'60, maar dat zowel over de
omvang van de bestedingsverruiming als
over de vrijheid van keuze bij de ver
deling over de bestedingscategorieën ver
schil van inzicht bestaat. Het is tegen deze
achtergrond van de te verwachten ontwik
keling van de sociaal-economische situatie
in ons land, dat de S.E.R. tot zijn gedeeld
advies is gekomen.
Elders in dit blad wordt nader ingegaan
op de verschillende onderdelen van dit zo
belangrijke advies.
Zie verder pagina 11)
(Van onze correspondent in Londen)
In Londen is men ontdaan over de cri-
tiek die veldmaarschalk Montgomery voor
de Amerikaanse televisie heeft geuit op
Amerika op een ogenblik, dat hij zyn de
licate bezoek aan Moskou brengt. De al
gemene opvatting was, dat Montgomery's
bezoek aan de Sovjet-Unie van onschuldige
aard was. Zyn tactloze optreden tegenover
Amerika koren op de molen van de Rus
sen heeft echter deze mening doen ver
anderen. Hoewel hy er tegen is dat mili
tairen zich met politiek bemoeien, doet hy
dat zelf wel. Een dag nadat Selwyn Lloyd,
de Britse minister van Buitenlandse Zaken
zich tegen de terugtrekking van troepen in
Centraal Europa uitsprak, propageert
Montgomery dit in een gefilmd vraagge
sprek voor de Amerikaanse televisie. De
eerste reactie is dat Montgomery's uitbar
sting voor de Amerikaanse televisie onver-
geeflyk is. Men acht het onbegrijpelijk dat
een man met zoveel zelfdiscipline als de
veldmaarschalk zich op deze manier heeft
laten gaan en dat hy bezig is de Brits-
Amerikaanse betrekkingen op een ogenblik
als dit te bederven.
(Reuter). Montgomery verklaarde dat
Amerika's leiders niet gezond zijn en hij
noemde in dit verband Eisenhower, Dulles
en Herter. Hij zei het niet eens te zijn met
Eisenhower's verklaring dat het onlogisch
zou zijn een landoorlog over Berlijn te
strijden. Zijns inziens is dat juist de soort
oorlog die de Sovjet-Unie van zins zou
kunnen zijn. Toch is hij van mening dat
Rusland niet het geringste voornemen
heeft het Westen aan te vallen, evenmin
als andersom. Elk land dat zijn kernbewa
pening ontwikkelt ten koste van zijn con
ventionele uitrusting, speelt in de kaai't
van Rusland omdat de kleine oorlogen de
belangrijke zullen zijn in de komende tien
jaren. Montgomery meent ook dat dat een
ministersconferentie vóór een topconferen
tie overbodig is.
„Ik geloof niet dat Rusland een oorlog
met kernwapens op grote schaal tegen het
Westen zal ontketenen om dan verslagen
en verwoest aan zijn lot te worden over
gelaten met een miljard Chinezen aan zijn
oostgrens", aldus Montgomery. Hij meent
voorts dat de Bondsrepubliek tactische
kernwapens moet krijgen. „Ik geloof niet
Advertentie
dat je tactische kernwapens kunt blijven
opbergen in een gesloten kast, waarvan de
Amerikanen de sleutel hebben". Montgo
mery meent ook dat de kwestie van de
Duitse hereniging „onmiddellijk onder op
de agenda geplaatst zal moeten worden"
„en verder", aldus Montgomery, „is het on
logisch van het Westen om te zeggen dat
de Oostduitse regering niet bestaat. Zij be
staat wel degelijk en zij zal waarschijnlijk
nog wel een tijdje blijven bestaan".
Advertentie
DE VEILIGSTE BROMFIETS nu 375.—
Off. Dealer: I. 3.VANKOOTEN
Houtplein 18-20 - Tel. 16615 - 12000
Grote Houtstraat 140 - Tel 12349
(Ook op gemakkelijke betalingscondities)
Advertentie
STADSDRAAIORGEL
afgewisseld door
öeoeooo«o©öeee©Q9©e©0o©ö©0©©
LONDEN (Reuter) Premier Macmil-
lan van Groot-Brittannië heeft het Lager
huis de laatste gegevens verstrekt over de
radioactieve neerslag in Groot-Brittannië
en speciaal over de hoeveelheid strontium
90 dat beenderkanker veroorzaakt. Mac-
millan verklaarde dat de radio-actieve
neerslag sinds mei 1958 verdubbeld is.
Mocht hierin geen verandering komen dan
verwacht men een toeneming van radio
actief strontium 90 in de voedingsmidde
len. Macmillan legde er echter de nadruk
op dat de hoeveelheid strontium 90, die
hierdoor het menselijk lichaam zal wor
den opgenomen, waarschijnlijk beneden
de graad zal blijven die een directe be
studering van het probleem noodzakelijk
maakt.
In de Britse pers heeft Macmillans ver
klaring aanleiding tot bezorgdheid gege
ven. De socialistische Daily Herald
dringt er bij de wereldleiders op aan, de
gehele waarheid omtrent de radio-actieve
neerslag te vertellen. Het blad spreekt zich
uit voor een onmiddellijke stopzetting van
de proeven met kernwapens. De onafhan
kelijke Scotsman vraagt zich af welke
waarde men mag toekennen aan de ge
noemde cijfers. Het blad herinnert er aan,
dat men in de Verenigde Staten al bezig
is de maatstaven naar boven te herzien.
De Times eveneens een onafhankelijk
blad, vindt de cijfers geruststellend, maar
het blad voegt hieraan toe, dat de geleer
den het er over eens zijn, dat men de hoe
veelheid radio-activiteit zo laag mogelijk
moet houden. Het is geen goed begin dat
wij beginnen met een extra-last van radio
actieve neerslag als gevolg van kernwa
penproeven, aldus de Times. De liberale
News Chronicle is van oordeel dat de toe
neming van de hoeveelheid strontium het
gevolg is van de uitzonderlijke vuile kern
proeven, die de Russen vorige herfst heb
ben uitgevoerd.
Morgen, donderdag 30 april, ko
ninginnedag, zal ons blad niet ver
schijnen en zullen onze kantoren
de gehele dag gesloten zijn.
Koninklijke onderscheidingen pag. 13
Adviezen van de S.E.R... pag. 1, 11
Programma's Koninginnedag pag.
Vlaggetjesdag als vanouds. pag. 7
Uit stad en omgeving. pag. 7, 9
Economisch nieuwspag. 2
Feuilletonpag. 4
Op de Praatstoelpag. 3
De Kleine Wereldpag. 3
Uit binnen- en
buitenlandpag. 1, 15, 17
Kunstpag. 15
Sportpag. 19
Bij de petroleumhaven in Amsterdam
is een tankwagen in de grond gezakt,
toen de chauffeur een tegenligger
passeerde. Het achterstuk zakte geheel
weg, waarna het grote gat, dat daar
door ontstond, onmiddellijk met water
volliep. Ook een gedeelte van de be
strating verdween in het gat. De
tankwagen was met drieduizend liter
petroleum geladen. Een kraanwagen
heeft het gevaarte uit het gut
getrokken.
BARTELJORISSTR HAARLEM TEL 13.439
SUèDE DAMESJASJES IN KLEUREN
John Masefield
Wij putten onze grootste levenswijsheid
uit onze gelukkige dagen.
Het spreekt vanzelf dat er over de mis
lukking van prof. De Quay's poging tot
kabinetsformatie nogal wordt „nagekaart",
zowel in politieke milieus als in de pers.
Natuurlijk wordt daarbij ook druk gespro
ken en geschreven over de vraag, bij wie
of bij welke partij nu eigenlijk de schuld
voor deze mislukking rust. En even na
tuurlijk is het dat in dit verband door
verschillende partijen en verschillende
commentators in verschillende richtingen
wordt gewezen; alleen zijn zij het er in 't
algemeen over eens, dat de anti-revolutio
nairen door de opzegging van hun mede
werking maandagmiddag de genadestoot
hebben toegebracht.
Maar welke betekenis heeft deze „schuld
vraag", en welke consequenties moet men
er aan verbinden? Ze heeft zeker niet
dezelfde betekenis, en behoeft ook niet tot
dezelfde consequenties te leiden, als de
schuldvraag die rijst nadat er een regering
ten val is gebracht. En dus lijkt het ons
geheel overbodig en tot verwarring leidend,
aan analyses van de mislukte formatie
poging de conclusie te verbinden dat, nu
het kaartenhuis van prof. De Quay in
elkaar is gestort ten gevolge van de anti
revolutionaire weigering, er dus een
anti-revolutionair belast zou moeten wor
den met de volgende formatie-opdracht.
De zaak ligt heel anders als een regering
tot aftreden wordt gedwongen door een
bepaalde handeling van een der politieke
partijen. Dan is er een situatie geschapen
waarvoor de bewuste partij duidelijk de
verantwoording draagt en dan is ook het
ogenblik gekomen waarop door iedereen de
gemeenplaats „wie breekt, moet betalen"
mag worden gelanceerd. Maar als bij een
kabinetsformatie een der partijen zich
zelfs op het laatste moment terugtrekt,
is er niets gebroken, want er viel nog niets
te breken. Er is in feite niets anders ge
beurd dan dat bepaalde onderhandelingen,
tegen de verwachtingen van velen in, niet
tot een positief resultaat hebben geleid.
Hiermee wil geenszins gezegd zijn, dat
wij het zouden betreuren als prof. Zijlstra
van de Koningin een formatie-opdracht
zou ontvangen. Prof. Zijlstra is, niet alleen
als econoom en als hoofd van een departe
mentale organisatie maar ook als politicus,
een zeer kundig man. Dat zou op zichzelf
voor de Koningin een volkomen aanvaard
bare reden kunnen zijn om hem met de
kabinetsformatie te belasten ,als de ge
dachte aan een formateur uit de grootste
partij, de K.V.P., wordt losgelaten.
Maar dat is een heel andere kwestie.
O n aanvaardbaar zou naar onze mening
alleen zijn dat prof. Zijlstra zou worden
aangezocht omdat diens partij beslis
send heeft bijgedragen tot de mislukking
van de vorige formatie-poging. Want daar
door zou een op zichzelf goed gebruik, dat
zijn waarde heeft bij het ontstaan van een
kabinetscrisis, ook worden toegepast bij de
pogingen tot oplossing van zo'n crisis, en
dat zou bepaald niet logisch zijn. Er kun
nen zich natuurlijk gevallen voordoen
waarin het staatshoofd het wenselijk zou
achten, consequenties van deze aard te
trekken uit de houding van de een of
andere partij tijdens een kabinetsformatie.
Maar dat is heel iets anders dan het zich
verdiepen in de „schuldvraag" bij het mis
lukken van een formatie-poging en het
daarbij tot traditie willen verheffen van
een methode die er niet althans niet
onder alle omstandigheden bij past.
Het zou trouwens nóg onlogischer zijn, te
beweren dat er thans een a.r. formateur
dient te worden benoemd, nu prof. De
Quay zelf heeft verklaard dat de „schuld
vraag" niet zo eenvoudig ligt en dat men
„niet alleen naar het laatste moment moet
kijken". Dit op zichzelf toont al hoe moei
lijk het zou worden als men bij elke mis
lukte formatie-poging naar een schuldige
zou moeten gaan zoeken. En zelfs al viel in
een bepaald geval die schuldige aan te
wijzen, dan nog zou men er heel verkeerd
aan doen, de volgende formateur bij voor
baat in de betrokken partij te gaan zoeken
„omdat de traditie het zo wil".
Want zulk een traditie bestaat niet.
Simon Koster
NICOSIA (Reuter) Een RAF-lestoestel
heeft het wrak van het sedert donderdag
vermiste Britse vrachtvliegtuig van het
type Tudor, dat geheime uitrusting voor
een Australische raketbasis aan boord
had, op een 4200 meter hoge bergpiek
noordelijk van het Wanmeer in Turkije
ontdekt. Dit grote Turkse meer lag op de
route van het toestel naar Teheran. Het
toestel had twaalf man aan boord.
Enkele dagen geleden had Engeland nog
inlichtingen gevraagd aan Rusland, maar
de Russen antwoordde van niets te weten.
De route liep op 160 kilometer van de Rus
sische grens.