OOSTENRIJK een land van TEGENSTELLINGEN Criminaliteit in de hoofdstad loopt langzaam terug Volgens de zonnevlekken kan het een warme zomer worden MINDER WERK, MEER MOEHEID PETITIE VAN HELDINNEN-MOEDERS Gevaar van hobby's die tot een tweede soort werk uitgroeien ZATERDAG 30 MEI 1959 Erbij PAGINA V1J Vrijwel alle pleinen zijn niet rond maar langwerpig AMSTERDAMS ALLERLEI Muzikanten Maronibrater Zuidpool-conferentie op 15 oktober in Washington (Van onze correspondent in Wenen) Tijdens een eerste hezoek aan Oostenrijk, valt het een toerist misschien niet meteen op, dat vrijwel alle stadspleinen niet, vierkant, maar langwerpig zijn. Ook de dorpen in de dalen zijn meestal niet rondom een kom gegroepeerd, maar ze hebben een langgerekte vorm, met twee lange rijen huizen aan beide kanten van de weg, zonder zijstraten. Deze zogenaamde „straatdorpen" en vele steden liggen namelijk in smalle dalen of in bergspleten zoals Innsbruck die de mensen eerder dwingen om huis aan huis te bouwen dan de hoogte op te klimmen. Het valt dadelijk op, dat Oostenrijk een land van de ba rok is. Niet alleen in de steden ziet men overal kerken en pa leizen in de triomfan telijke barokstijl, maar ook op het plat teland wemelt het van pompeuze kloos ters en van nietige dorpskerkjes, die in deze stijl zijn opge trokken of indertijd werden „gemoderni seerd". In vele geval len echter is deze kunstvorm slechts ommanteling of op vulling, waaronder nog prachtige Ro maanse of Gotische bouwwerken verbor gen liggen. Een ty pisch voorbeeld is de Stefanskerk van We nen. Het interieur maakt op het eerste gezicht een barokke indruk door het grote aantal altaren met pathetisch gebarende heiligenbeelden, maar bij nader toezien ont dekt. men dat dit alles omsloten is door een Gotisch geraamte. Wanneer men de hoofd ingang nauwkeurig bekijkt, ziet men dat hier nog een Romaans portaal bewaard is gebleven, dat in de Gotische pui werd opgenomen. Oostenrijk is een land van bergen, die men eeuwig en onveranderlijk pleegt te noemen en toch is er één berg, die voortdurend van gestalte verandert. De Erzberg in Stiermarken is de Oostenrijkse „goudmijn", waar reeds de Romeinen erts hebben gedolven. Aan de buitenkant wordt deze berg van 1534 meter stelselmatig afge graven en vertoont nu de vorm van een trappiramide. In de loop van de eeuwen is deze berg door het afgraven tachtig meter lager geworden, en nu vraagt men zich af hoelang de voorraad nog zal strekken. Niet alleen de Weners, maar ook de Oostenrijkers zijn trots op de Ringstraat van Wenen, een grote avenue van zestig meter breedte, die met een lengte van vier kilometer rondom de oude binnenstad loopt. Langs deze Ring staan pompeuze paleizen naast de Opera, het parlement, raadhuis, de universiteit en het Burgthea ter, maar op een bepaald gedeelte ziet men er nog gaslantaarns. Dit is geen bewijs van achterlijkheid, want het gemeentebestuur heeft deze ouderwetse lantaarns hier met opzet laten staan, omdat het gaslicht een romantisch en warm licht uitstraalt. Ook in de buitenwijken staan nog duizenden gas lantaarns, doch daar is geen sprake van romantiek. Een stuk Balkan op de Weense Ring straat. De kastanjevrouw, een Tirools hoedje en cle internationale fluwelen pet. vrij te houden. In de drukste straten van Wenen. Innsbruck en Linz kan men nog bedelaars op de grond zien zitten. Vroeger was dit verschijnsel veel sterker, maar ook nu nog voelt buitenlander zich daardoor gegeneerd. De Oostenrijkers gaan er echter onverschillig aan voorbij, omdat zij deze bedelaars dóór hebben. Schoenpoetsers ont breken echter bijna geheel. Zeer sterk valt evenwel op, dat achter de keurig gelapte ramen bijna geen bloemen staan. Ze zijn te duur, behalve voor het gemeentebestuur. Alleen Tirol maakt' een uitzondering met het grote aantal potplanten op de balustra des van de boerenhoeven. Een band tussen jong en oud blijft de muziek. Een stil straat je in Wenen met een (deerlijk gehavend) barok burgerhuis. handhaven. Overal zijn plantsoenen en de wijngaarden dringen tot diep in de kernen van de Weense buitenwijken door. Hier schuilt gedeeltelijk het geheim van de Oos tenrijkse muzikaliteit. In de drukste steden vindt, men nog kleine natuurreservaten, verstilde en romantische pleintjes of bin nenplaatsen. Daar kan men een straat muzikant tegenkomen, die geheel en al in zijn muziek opgaat, of een orgeldraaier, die een Weense wals afdraait, terwijl kinderen vol bewondering toeluisteren. En wie des avonds door een Oostenrijks dorp slentert, hoort dat in de enige herberg een viool wordt gestemd, verder weg op een citer wordt getokkeld en dat ergens in een boerenhuiskamer een oud lied meerstem mig wordt gezongen. (Van onze Amsterdamse redacteur) Als men de cijfers van de criminaliteit in de hoofdstad bekijkt, lijkt het, alsof Amsterdam op weg is een nette stad te worden. In 1934 registreerde de politie 20.330 misdrijven en hoewel de stad sinds dien met ruim 100.000 inwoners is toe genomen, kwamen er in 1957 „slechts" 18.094 misdrijven voor. Wat de overtredin gen van de algemene politieverordening betreft, kan men tot zijn verbazing con stateren, dat dit aantal in die periode terugliep van ruim 22.000 tot nog geen 2.000 per jaar. Daar staat tegenover, dat het aantal overtredingen van de bijzon dere wetten, o.a. de verkeersbepalingen, van ruim 22.000 is gestegen tot 85.000. Deze stijging is uiteraard veroorzaakt door de toeneming van het verkeer. Vooral wat betreft het parkeren op plaatsen, waar dit niet is toegestaan, regent het bekeuringen. Hoewel de politie na bestudering van het parkeerschijvensysteem, zoals dat in Pa rijs wordt toegepast, niet erg enthousiast is, zou het toch wel eens kunnen gebeuren, dat Amsterdam in de toekomst ook een „blauwe zone" krijgt. Of men zou de klok moeten terugzetten naar omstreeks 1920, toen er geen parkeerprobleem bestond. Niet omdat er geen verkeer was, maar om dat het toen in Amsterdam verboden was een auto onbeheerd achter te laten Houden Het aantal honden in Amsterdam loopt terug, althans het aantal bij de belasting geregistreerde honden. In 1954 waren er 27.000 tegen 24.000 op het ogenblik. Uit de cijfers van de verkeerspolitie blijkt, dat de Amsterdamse hond, vergeleken bij de hond-uit-de-provincie, een voorbeeldig weggebruikers is. In 1957, toen in ons land ruim 20.000 verkeersongevallen door los lopende honden zijn veroorzaakt, bedroeg dit aantal in Amsterdam slechts 110. Ove rigens wordt het aantal honden, dat slacht offer wordt van het verkeer, telkenjare groter. In 1955 werden 243 honden in Am sterdam overreden, in 1956 was dit aantal 273, in 1957 reeds 352 en in 1958 vielen er ruim 400 viervoeters als slachtoffer van het verkeer. Wie de Oostenrijkers wil leren kennen, moet bedenken dat zij een natuurvolk zijn gebleven. Elke vrije dag gaan ze wandelen, skilopen of bergklimmcn. Elke stad heeft haar eigen „huisberg": Bregenz de Pfander, Innsbruck het Hafelekar, Linz de Pöstling- berg en Wenen kan kiezen tussen Kahlen- berg, Schneeberg en Rax. De natuur heeft zich zelfs midden in Wenen, een metropool van bijna twee miljoen inwoners, weten te (Van onze weerkundige medewerker) Dikwijls wordt, er omstreeks deze tijd aan de weerkundigen de vraag gesteld 'wat „men' 'zoal van de komende zo mer verwacht. Helaas is men met cle verwachtingen op lange, termijn nog niet zo ver gevorderd dat reeds in het voorjaar met grote zekerheid het, karakter van de komende zomer kan worden voorspeld. Toch zijn er enkele landen, waaronder Duitsland, waar men al vele jaren een afdeling heeft die zich speciaal met verwachtingen op lange termijn bezig houdt en deze verwachtingen ook verstrekt. Zo ont vangen wij maandelijks uit Duitsland een uitvoerig overzicht met hoogte- kaartrh'zonnevlekkencijfers en tal van andere, vergelijkingen afkomstig van de Duitse weerdienst in Frankfort die maandelijks een overzicht uitgeeft van „Die Groswettcrlagcn „Uittel- europas" De ma andvoorspelling, die rcecls op de eerste dag van de maand aan de Duitse weerstations wordt toe gezonden, wordt pas omstreeks de helft van de maand aan de abonnees toegestuurd, zodat het niet mogelijk is deze voorspelling reeds aan hei begin van de maand te publiceren. Oostenrijk is een land van tegenstellin gen, waar oud en nieuw en zelfs het Wes ten en de Balkan elkaar ontmoeten. Op dezelfde Ringstraat, waar auto's in vier rijen naast elkaar voortjagen, staan van de nazomer af nog „Maronibrater", mannen of vrouwen, die kastanjes in ijzeren pannen poffen, voor Oostenrijkers een delicatesse. De kastanjevrouwtjes hebben in de winter dik gewatteerde vesten aan, zodat het wel lijkt alsof men op de Ring in de Balkan verzeild is geraakt. Naast de nieuwste automodellen sjokken nog steeds ouderwetse aapjeskoetsjes langs deze avenue. Soms staan er twee lavendel- verkoopsters die tweestemmig hun laven delbosjes aanprijzen om de linnenkast mot- WASHINGTON (Reuter) Op 15 okto ber zal te Washington een conferentie worden geopend over de toekomst van het zuidpoolgebied, waaraan zal worden deel genomen door: Argentinië, Australië, Bel gië, Chili, Frankrijk, Groot-Brittannië, Japan, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, De Sovjet-Unie, de Verenigde Staten en de Unie van Zuid-Afrika. Deze twaalf landen hebben in het Geofysisch Jaar onderzoe kingen verricht in het zuidpoolgebied. Het hoofddoel van de conferentie is het sluiten van een verdrag waarin wordt be paald dat het zuidpoolgebied alleen voor vreedzame doelen zal worden gebruikt. Het voorstel daartoe is op 3 mei 1958 uit gegaan van president Eisenhower. De Amerikaanse president heeft gepleit voor een verdrag waarbij de met elkaar in strijd zijnde eisen ten aanzien van het gebied worden „bevroren", alle landen vrijheid wordt gegeven wetenschappelijk onder zoek te verrichten, de voortzetting wordt geregeld van de activiteit in het Geofysisch Jaar en waarin wordt verzekerd dat het zuidpoolgebied alleen voor vreedzame doelen zal worden gebruikt. In diplomatieke kringen is vernomen dat op de conferentie ook zal worden ge sproken over toezicht op de naleving van de bepalingen van een eventueel zuidpool- verdrag. Vertegenwoordigers van de twaalf lan den zijn 47 maal te Washington bijeen ge weest voordat zij het er over eens werden dat de conferentie op 15 oktober dient te worden geopend. Het niveau waarop de conferentie zal worden gehouden, staat nog niet vast. TWAALF, VEERTIEN EN ZELFS ZESTIEN UUR per etmaal werken maakte de arbeiders zo'n zestig tot tachtig jaar ge leden vroeg oud, vooral ook omdat men al op zeer jeugdige leeftijd in het arbeidsproces werd ingeschakeld. Een man van omstreeks de vijftig zag er uit. als een afgeleefde grijsaard, de gemiddelde leeftijd lag zo omstreeks .12 jaarDat deze ge middelde leeftijd zo sterk gestegen is kan men als een van de belangrijkste prestaties van de mensheid beschouwen, vooral als men in het oog houdt dat nog in het bronzen tijdperk de gemiddelde te verwachten maximum leeftijd bij de geboorte op achttien jaren geschal wordt. Thans hebben we. deze grens met ongeveer 50 jaren overschreden; de levenskansen immers van nu geboren baby's worden op omstreeks 70 jaren gesteld in Nederland, waar zo ongeveer de hoogste cijfers van de ge hele wereld bereikt worden. Dit danken we aan de goede medische verzorging, hygiënische omstandigheden, betere volksopvoeding en dergelijke. Maar toch zijn de gevolgen van deze op zichzelf verheugende resultaten niet allemaal even rooskleurig, men kan zich zelfs afvragen of er nu werkelijk een verlenging van het leven bereikt wordt, of dat het meer een uitstellen van de dood. betreft, met. andere woorden of de moderne mens het sterven over een lange reeks van jaren aan het spreiden is. leerde aan de spelneigingen van de mens, met zijn meesle pend ritme. Plet is juist de monotonie van de moderne ar beid, die zich over steeds gro ter gebieden uitstrekt kan toorwerk, administratie, teken kamer die de vermoeid- heidsneurosen veroorzaakt. Kort geconcentreerd, bijvoor beeld gedurende vijf uur ach tereen want de tussentijdse rustpauzen verdwijnen mo notone arbeid verrichten, blijkt vermoeiender te zijn dan acht of tien uur per dag meer af wisselend werk te doen. De minste klachten komen dik wijls van de mensen die het zwaarste werk doen, onder moeilijke omstandigheden (hit te, vuil, enzovoorts). Het werk bevredigt velen niet en men ZEKER IS dat de doktoren het voortdurend drukker krij gen, dat de toeloop voor een groot deel zijn oorzaak vindt in psychische en nerveuze stoornissen. Want de zenuw arts, de psycholoog en de psy chiater zien hun spreekkamers steeds drukker bevolkt worden door mensen, die zeggen tegen de omstandigheden niet langer opgewassen te zijn, en hun werk als te vermoeiend, als zenuwslopend betitelen. Dit nu is paradoxaal. Men leeft langer en heeft daardoor ook meer vrije tijd de pe riode na het vijfenzestigste levensjaar terwijl ook de werktijd zelf korter is gewor den. Bij een 48-urige werk week heeft men zeven dagen per jaar vrij voor feestdagen, twaalf dagen vakantie; 52 zon dagen en 26 dagen voor de zaterdagmiddag vrij. Dat is een totaal van 97' dagen per jaar; of wel: per week wordt gemid deld twee dagen niet gewerkt- Bij een 44-urige werkweek wordt een derde van het jaar niet gewerkt en bij een veer- tigurige heeft men 149 dagen per jaar vrij, dat zijn 21 weken of bijna vijf maanden. DEZE GROTERE RUIMTE komt er alleen dank zij de voortgaande rationalisering en automatisering van de pro- duktie. Een steeds verder gaande gedifferentieerde ar beidsverdeling is noodzakelijk, evenals een voortdurend hoger produktietempo. Voorzover machines het werk niet vol ledig van mensen overnemen en zover is het nog lang niet zijn zij gedwongen snel en geconcentreerd dezelfde routinehandelingen te herha len. De lopende band wordt vaak als voorbeeld gebruikt, maar over hem denkt, de mo derne bedrijfspsychologie niet eens zo slecht, want hij appel- gaat er met tegenzin naar toe, hierdoor wordt men dan weer sneller moe, tengevolge waar van de tegenzin weer sterker wordt. Het. psychisch verzet uit zich ook lichamelijk en dan is het bezoek aan de zenuwarts niet lang meer uit te stellen. ANDERZIJDS GAAT MEN in de vrije tijd de prikkels zoe ken, die men nu juist in de arbeid mist, enerzijds in de vermaaksindustrie, anderzijds in de doe-het-zelf-karweitjes, die een goede indruk geven van de menselijke veelzijdig heid. Dit soort werk kan in bepaalde opzichten als een ver lengstuk'van de eigenlijke ar beid worden gezien, want de rusteloosheid, die in het mono tone arbeidsproces wordt aan gewakkerd. vindt ook thuis geen einde. Men mag ook niet eisen, dat een machine die in hoog tempo werkt abrupt kan worden afgezet, zonder schade op te lopen. De moderne mens moet ook in de vrije tijd in actie blijven. Overigens is men tot het zelf-doen wel genood zaakt door het steeds schaarser en duurder worden van dienst- verleningsbedrijven die zich op hetzelfde gebied bewegen. De moderne materialen maken het iedereen gemakkelijk, zodat scholing en vakbekwaamheid voor vele huiselijke werkzaam heden niet dringend nodig zijn. Maar iedere vorm van vrije tijdsbesteding heeft twee kan ten. In de V. S. valt het op hoe men in zijn liefhebberijen streeft naar een steeds groter perfectionisme, of het nu sport beoefening, fotograferen of tuinieren is. Het amateurisme maakt plaats voor een semi- professionalisme, met andere woorden: men gaat dat wat ontspanning moet zijn te ern stig menen en men wordt dan de slaaf van zijn hobby's. Ook hier te lande kan men reeds de eerste verschijnselen in deze richting waarnemen, men leze er de handboekjes voor de amateurs op tal van gebieden maar op na. DE BEVREDIGING die men in het werk niet meer vindt zoekt men in de liefhebberijen, die naarmate de vrije tijd toe neemt, steeds grotere omvang zullen krijgen. Maar dan dreigt het gevaar dat ze tot een twee de soort werk gaan uitgroeien met een eigen plan, arbeids- tempo, precisie, en efficiency enzovoorts. Zo ontstaat de vrije-tijdsarbeid, die dikwijls moeilijker en zwaarder is dan de echte en die op haar beurt weer een druk uitoefent op de zich inspannende mens. Het is met deze voorspellingen nog niet zo dat de betrouwbaarheid ervan overeen komt. ■meL,,de dagelijkse weersverwachting van D'e Bilt die voor ons land een gemid delde zekerheid van 85"pei-cent geeft. Toch menen wij uit de nabeschouwing van de Duitse voorspellingen in 1958 een vooruit gang te kunnen bespeuren. Wij hebben de uitkomsten gecontroleerd en hoewel het gemiddelde weertype tussen West-Duits- land en Nederland wel eens enige verschil len te zien geeft, komen deze in grote trek ken, althans wat het temperatuurverloop betreft, sterk overeen. Men heeft in Duits land de ware gemeten cijfers van de tem peratuur van elke maand in 1958 verge leken met de gedane voorspelling en zo kwam men tot een betrouwbaarheid van 74,1 percent, hetgeen niet slecht is te noemen. Hier geven wij de maandelijkse uitkom sten. 100 n/n betekent dat de voorspelling geheel is uitgekomen, of dat er niets van klopte. Januari 77n'o, februari 90. maart 0, april 100, mei 25. juni 96, juli 55, augustus 65, september 100, oktober 96, november 85, december 100. Hieruit kan worden opge maakt dat alleen de maart-, mei- en juli- voorspelling teleurstellend was. Van maart klopte niets, want men meende aanwijzin gen voor een te warme lentemaand te heb ben en de maand werd ruim twee graden kouder dan normaal, evenals in ons land, met veel vorst- en sneeuwdagen. Maar de voorspellingen van februari, - april, juni, september, oktober en december waren zeer goed. Het geven van een temperatuur- voorspelling gaat beter dan een neerslag voorspelling, want deze kwam in 1958 slechts voor 60.5 percent uit. Deze voorspellingen worden geheel langs wetenschappelijke weg verkregen. Men werkt ook met vergelijkingen en meent zo doende bepaalde systemen te vinden. Ook in de naaste toekomst zullen deze voor spellingen nog teleurstellingen blijven Wat kermissen betreft is Amsterdam niet verwend. In de vooroorlogse jaren wilde het gemeentebestuur er niet aan en toen na de oorlog de noodzaak van dit volksvermaak werd ingezien, bleek de hoofdstad over te weinig pleinen te be schikken. waar men dergelijke festijnen kan houden. Voor dit jaar staan er vier kermissen op het programma, waarvan er een in oost en een in west wordt gehou den. De oude binnenstad krijgt van Ko ninginnedag tot en met de 5de mei weer zijn kermis op de Nieuwmarkt en in het najaar zal het traditionele Jordaanfesti- val het wel niet zonder draaimolens en schiettenten kunnen stellen. De klacht van de kermis- en circusexploitanten, dat zij in Amsterdam zo weinig geschikte plaat sen kunnen krijgen, heeft ertoe geleid, dat in de toekomst op de grens van oud- en nieuw-west en in zuid aan de Amstel grote terreinen voor dit doel zullen worden aan gelegd. Voor een permanent lunapark, zo als Kopenhagen en Wenen die kennen, schijnt Amsterdam niet rijp te zijn. Na het fiasco met het groots opgezette lunapark in de randgemeente Diemén, in de dei'tiger jaren, heeft zich nimmer meer een initia tiefnemer gemeld. Sloterplas niet in trek Midden in de westelijke stadsuitbreiding ligt de Sloterplas. Het reusachtige meer is ontstaan nadat zuigers zand van grote diepte hebben gehaald om grond te leve ren voor ophoging van de terreinen, waar thans de tuinsteden Slotermeer, Geuzen veld en Slotervaart zijn verrezen. Het lag voor de hand, dat die Sloterplas verder zou worden bestemd voor recreatie. Er is een groot standbad gebouwd en er is een geïmproviseerd jachthaventje. Twee jaar geleden zochten hier 220.000 Amsterdam mers verpozing, verleden jaar waren het er 200.000 en dit jaar verwacht men weer minder, hoewel de bevolking in de tuin steden belangrijk is toegenomen. De oor zaak? Het strandbad is te primitief. Er zijn geen ruime kleedgelegenheden, er zijn te weinig gemakkelijke stoelen te huur en er is geen restaurant met terras. Dat res taurant (met een zeilschool) staat wel op het uitbreidingsplan, maar tot dusver heeft niemand het aangedurfd hier 55.000,— voor neer te leggen. De Sloterplas, het „Zandvoort binnen de gemeentegrenzen" is niet in trek. Ook niet bij de zeilers, die vinden dat het water te diep is de diep te bedraagt 30 tot 40 meter. Bovendien durft geen zeiler zijn jachtje te meren aan de zware bazaltschoeiingen uit vrees, dat het stukslaat. Amsterdam wacht op de man. die van de Sloterplas een lustoord maakt. liet Leidseplein, of liever de uitloper er van: het Kleine Gartmanplantsoen, is bij zonder in trek. Niet alleen bij degenen, die eens gezellig willen uitgaan, maar ook bij de mensen, die Amsterdam met een nieuw gebouw willen verrijken. Het rijtje oude huizen langs het plantsoen en de ruimte naast het City-theater hebben de afgelopen jaren al vele bestemmingen ge had, waarbij die van een groot hotel de meeste kans scheen te maken. Thans ech ter gaat de n.v. Belgische Maatschappij van Algemene Verzekeringen een zeven verdiepingen hoog kantoorgebouw naast de City-bioscoop bouwen. En nu maar wachten op het volgende plan. Het zal wel zo zijn, dat het eerste plan het laatst zal worden verwezenlijkt. Dat was het ont werp van een stationsgebouw voor een ondergrondse spoorweg naar Schiphol geven, maar, en dat is hoopvol, er is voor uitgang te bespeuren. Wat de voorspelling van deze lente en de komende zomer betreft, hebben wij nog niet veel positiefs kunnen lezen. Wel, dat kon worden vastgesteld dat omstreeks ok tober 1957 het elfjarig zonnevlekkenmaxi- mum heeft plaats gehad. De vlekkenactivi- teit bleef ook in 1958 nog vrij groot op de zon, maar is nu weer aan het afnemen. Dit betekent dat wij in de komende zomer bijna twee jaar na een zonnevlekkenmaxi- mum leven. Sinds 1778 waren alle lentes die hierop volgden in Duitsland te nat, vooral de meimaand, en de zomers droog. In 1939 en 1949 was dit ook in ons land het geval. Toch zou het voorbarig zijn om op grond van deze vergelijkingen (en dat heb ben de Duitse meteorologen ook nog niet gedaan) reeds nu al een mooie droge en dan meestal ook vrij warme zomer aan te kondigen. Wanneer echter deze zelfde ontwikkeling zoals dikwijls dus twee jaar na een vlek- kenmaximum voorkomt, zich zou voordoen, dan.... ja dan maken wij eindelijk eens weer een goede kans op een mooie zomer. XV. Laugeveld Een aantal Russische „heldinnen van het moederscnap" vrouwen die tien of meer kinderen hebben en deswege begiftigd zijn met de heldentitel en een mooie medaille is in Moskou bijeengekomen om de tekst voor een verzoekschrift aan de ministers van Buitenlandse Zaken der Grote Vier op te stellen. In de petitie, die hier wordt voorgelezen door „heldin-moeder" Antonina Grigorijevna, vragen de vrouwen, een einde te maken aan de bewapeningswedloop en de koude oorlog.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 23