OOSTENRIJK een land van
TEGENSTELLINGEN
Criminaliteit in de hoofdstad
loopt langzaam terug
Volgens de zonnevlekken kan het
een warme zomer worden
MINDER WERK, MEER MOEHEID
PETITIE VAN HELDINNEN-MOEDERS
Gevaar van hobby's die tot een
tweede soort werk uitgroeien
ZATERDAG 30 MEI 1959
Erbij
PAGINA V1J
Vrijwel alle pleinen zijn niet rond maar langwerpig
AMSTERDAMS ALLERLEI
Muzikanten
Maronibrater
Zuidpool-conferentie op
15 oktober in Washington
(Van onze correspondent in Wenen)
Tijdens een eerste hezoek aan Oostenrijk, valt het een toerist misschien niet
meteen op, dat vrijwel alle stadspleinen niet, vierkant, maar langwerpig zijn. Ook
de dorpen in de dalen zijn meestal niet rondom een kom gegroepeerd, maar ze
hebben een langgerekte vorm, met twee lange rijen huizen aan beide kanten
van de weg, zonder zijstraten. Deze zogenaamde „straatdorpen" en vele steden
liggen namelijk in smalle dalen of in bergspleten zoals Innsbruck die de
mensen eerder dwingen om huis aan huis te bouwen dan de hoogte op te klimmen.
Het valt dadelijk
op, dat Oostenrijk
een land van de ba
rok is. Niet alleen in
de steden ziet men
overal kerken en pa
leizen in de triomfan
telijke barokstijl,
maar ook op het plat
teland wemelt het
van pompeuze kloos
ters en van nietige
dorpskerkjes, die in
deze stijl zijn opge
trokken of indertijd
werden „gemoderni
seerd". In vele geval
len echter is deze
kunstvorm slechts
ommanteling of op
vulling, waaronder
nog prachtige Ro
maanse of Gotische
bouwwerken verbor
gen liggen. Een ty
pisch voorbeeld is de
Stefanskerk van We
nen. Het interieur
maakt op het eerste
gezicht een barokke
indruk door het grote
aantal altaren met
pathetisch gebarende
heiligenbeelden, maar
bij nader toezien ont
dekt. men dat dit alles
omsloten is door een
Gotisch geraamte. Wanneer men de hoofd
ingang nauwkeurig bekijkt, ziet men dat
hier nog een Romaans portaal bewaard is
gebleven, dat in de Gotische pui werd
opgenomen.
Oostenrijk is een land van bergen, die
men eeuwig en onveranderlijk pleegt te
noemen en toch is er één berg, die
voortdurend van gestalte verandert. De
Erzberg in Stiermarken is de Oostenrijkse
„goudmijn", waar reeds de Romeinen erts
hebben gedolven. Aan de buitenkant wordt
deze berg van 1534 meter stelselmatig afge
graven en vertoont nu de vorm van een
trappiramide. In de loop van de eeuwen is
deze berg door het afgraven tachtig meter
lager geworden, en nu vraagt men zich af
hoelang de voorraad nog zal strekken.
Niet alleen de Weners, maar ook de
Oostenrijkers zijn trots op de Ringstraat
van Wenen, een grote avenue van zestig
meter breedte, die met een lengte van vier
kilometer rondom de oude binnenstad
loopt. Langs deze Ring staan pompeuze
paleizen naast de Opera, het parlement,
raadhuis, de universiteit en het Burgthea
ter, maar op een bepaald gedeelte ziet men
er nog gaslantaarns. Dit is geen bewijs van
achterlijkheid, want het gemeentebestuur
heeft deze ouderwetse lantaarns hier met
opzet laten staan, omdat het gaslicht een
romantisch en warm licht uitstraalt. Ook in
de buitenwijken staan nog duizenden gas
lantaarns, doch daar is geen sprake van
romantiek.
Een stuk Balkan op de Weense Ring
straat. De kastanjevrouw, een Tirools
hoedje en cle internationale fluwelen
pet.
vrij te houden. In de drukste straten van
Wenen. Innsbruck en Linz kan men nog
bedelaars op de grond zien zitten. Vroeger
was dit verschijnsel veel sterker, maar ook
nu nog voelt buitenlander zich daardoor
gegeneerd. De Oostenrijkers gaan er echter
onverschillig aan voorbij, omdat zij deze
bedelaars dóór hebben. Schoenpoetsers ont
breken echter bijna geheel. Zeer sterk valt
evenwel op, dat achter de keurig gelapte
ramen bijna geen bloemen staan. Ze zijn
te duur, behalve voor het gemeentebestuur.
Alleen Tirol maakt' een uitzondering met
het grote aantal potplanten op de balustra
des van de boerenhoeven.
Een band tussen jong en oud blijft de
muziek. Een stil straat je in Wenen met
een (deerlijk gehavend) barok
burgerhuis.
handhaven. Overal zijn plantsoenen en de
wijngaarden dringen tot diep in de kernen
van de Weense buitenwijken door. Hier
schuilt gedeeltelijk het geheim van de Oos
tenrijkse muzikaliteit. In de drukste steden
vindt, men nog kleine natuurreservaten,
verstilde en romantische pleintjes of bin
nenplaatsen. Daar kan men een straat
muzikant tegenkomen, die geheel en al in
zijn muziek opgaat, of een orgeldraaier, die
een Weense wals afdraait, terwijl kinderen
vol bewondering toeluisteren. En wie des
avonds door een Oostenrijks dorp slentert,
hoort dat in de enige herberg een viool
wordt gestemd, verder weg op een citer
wordt getokkeld en dat ergens in een
boerenhuiskamer een oud lied meerstem
mig wordt gezongen.
(Van onze Amsterdamse redacteur)
Als men de cijfers van de criminaliteit
in de hoofdstad bekijkt, lijkt het, alsof
Amsterdam op weg is een nette stad te
worden. In 1934 registreerde de politie
20.330 misdrijven en hoewel de stad sinds
dien met ruim 100.000 inwoners is toe
genomen, kwamen er in 1957 „slechts"
18.094 misdrijven voor. Wat de overtredin
gen van de algemene politieverordening
betreft, kan men tot zijn verbazing con
stateren, dat dit aantal in die periode
terugliep van ruim 22.000 tot nog geen
2.000 per jaar. Daar staat tegenover, dat
het aantal overtredingen van de bijzon
dere wetten, o.a. de verkeersbepalingen,
van ruim 22.000 is gestegen tot 85.000. Deze
stijging is uiteraard veroorzaakt door de
toeneming van het verkeer. Vooral wat
betreft het parkeren op plaatsen, waar dit
niet is toegestaan, regent het bekeuringen.
Hoewel de politie na bestudering van het
parkeerschijvensysteem, zoals dat in Pa
rijs wordt toegepast, niet erg enthousiast
is, zou het toch wel eens kunnen gebeuren,
dat Amsterdam in de toekomst ook een
„blauwe zone" krijgt. Of men zou de klok
moeten terugzetten naar omstreeks 1920,
toen er geen parkeerprobleem bestond.
Niet omdat er geen verkeer was, maar om
dat het toen in Amsterdam verboden was
een auto onbeheerd achter te laten
Houden
Het aantal honden in Amsterdam loopt
terug, althans het aantal bij de belasting
geregistreerde honden. In 1954 waren er
27.000 tegen 24.000 op het ogenblik. Uit de
cijfers van de verkeerspolitie blijkt, dat
de Amsterdamse hond, vergeleken bij de
hond-uit-de-provincie, een voorbeeldig
weggebruikers is. In 1957, toen in ons land
ruim 20.000 verkeersongevallen door los
lopende honden zijn veroorzaakt, bedroeg
dit aantal in Amsterdam slechts 110. Ove
rigens wordt het aantal honden, dat slacht
offer wordt van het verkeer, telkenjare
groter. In 1955 werden 243 honden in Am
sterdam overreden, in 1956 was dit aantal
273, in 1957 reeds 352 en in 1958 vielen er
ruim 400 viervoeters als slachtoffer van
het verkeer.
Wie de Oostenrijkers wil leren kennen,
moet bedenken dat zij een natuurvolk zijn
gebleven. Elke vrije dag gaan ze wandelen,
skilopen of bergklimmcn. Elke stad heeft
haar eigen „huisberg": Bregenz de Pfander,
Innsbruck het Hafelekar, Linz de Pöstling-
berg en Wenen kan kiezen tussen Kahlen-
berg, Schneeberg en Rax. De natuur heeft
zich zelfs midden in Wenen, een metropool
van bijna twee miljoen inwoners, weten te
(Van onze weerkundige medewerker)
Dikwijls wordt, er omstreeks deze tijd
aan de weerkundigen de vraag gesteld
'wat „men' 'zoal van de komende zo
mer verwacht. Helaas is men met cle
verwachtingen op lange, termijn nog
niet zo ver gevorderd dat reeds in het
voorjaar met grote zekerheid het,
karakter van de komende zomer kan
worden voorspeld. Toch zijn er enkele
landen, waaronder Duitsland, waar
men al vele jaren een afdeling heeft
die zich speciaal met verwachtingen
op lange termijn bezig houdt en deze
verwachtingen ook verstrekt. Zo ont
vangen wij maandelijks uit Duitsland
een uitvoerig overzicht met hoogte-
kaartrh'zonnevlekkencijfers en tal
van andere, vergelijkingen afkomstig
van de Duitse weerdienst in Frankfort
die maandelijks een overzicht uitgeeft
van „Die Groswettcrlagcn „Uittel-
europas" De ma andvoorspelling, die
rcecls op de eerste dag van de maand
aan de Duitse weerstations wordt toe
gezonden, wordt pas omstreeks de
helft van de maand aan de abonnees
toegestuurd, zodat het niet mogelijk
is deze voorspelling reeds aan hei
begin van de maand te publiceren.
Oostenrijk is een land van tegenstellin
gen, waar oud en nieuw en zelfs het Wes
ten en de Balkan elkaar ontmoeten. Op
dezelfde Ringstraat, waar auto's in vier
rijen naast elkaar voortjagen, staan van de
nazomer af nog „Maronibrater", mannen
of vrouwen, die kastanjes in ijzeren pannen
poffen, voor Oostenrijkers een delicatesse.
De kastanjevrouwtjes hebben in de winter
dik gewatteerde vesten aan, zodat het wel
lijkt alsof men op de Ring in de Balkan
verzeild is geraakt.
Naast de nieuwste automodellen sjokken
nog steeds ouderwetse aapjeskoetsjes langs
deze avenue. Soms staan er twee lavendel-
verkoopsters die tweestemmig hun laven
delbosjes aanprijzen om de linnenkast mot-
WASHINGTON (Reuter) Op 15 okto
ber zal te Washington een conferentie
worden geopend over de toekomst van het
zuidpoolgebied, waaraan zal worden deel
genomen door: Argentinië, Australië, Bel
gië, Chili, Frankrijk, Groot-Brittannië,
Japan, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, De
Sovjet-Unie, de Verenigde Staten en de
Unie van Zuid-Afrika. Deze twaalf landen
hebben in het Geofysisch Jaar onderzoe
kingen verricht in het zuidpoolgebied.
Het hoofddoel van de conferentie is het
sluiten van een verdrag waarin wordt be
paald dat het zuidpoolgebied alleen voor
vreedzame doelen zal worden gebruikt.
Het voorstel daartoe is op 3 mei 1958 uit
gegaan van president Eisenhower. De
Amerikaanse president heeft gepleit voor
een verdrag waarbij de met elkaar in strijd
zijnde eisen ten aanzien van het gebied
worden „bevroren", alle landen vrijheid
wordt gegeven wetenschappelijk onder
zoek te verrichten, de voortzetting wordt
geregeld van de activiteit in het Geofysisch
Jaar en waarin wordt verzekerd dat het
zuidpoolgebied alleen voor vreedzame
doelen zal worden gebruikt.
In diplomatieke kringen is vernomen
dat op de conferentie ook zal worden ge
sproken over toezicht op de naleving van
de bepalingen van een eventueel zuidpool-
verdrag.
Vertegenwoordigers van de twaalf lan
den zijn 47 maal te Washington bijeen ge
weest voordat zij het er over eens werden
dat de conferentie op 15 oktober dient te
worden geopend. Het niveau waarop de
conferentie zal worden gehouden, staat
nog niet vast.
TWAALF, VEERTIEN EN ZELFS ZESTIEN UUR per etmaal
werken maakte de arbeiders zo'n zestig tot tachtig jaar ge
leden vroeg oud, vooral ook omdat men al op zeer jeugdige
leeftijd in het arbeidsproces werd ingeschakeld. Een man van
omstreeks de vijftig zag er uit. als een afgeleefde grijsaard, de
gemiddelde leeftijd lag zo omstreeks .12 jaarDat deze ge
middelde leeftijd zo sterk gestegen is kan men als een van de
belangrijkste prestaties van de mensheid beschouwen, vooral
als men in het oog houdt dat nog in het bronzen tijdperk de
gemiddelde te verwachten maximum leeftijd bij de geboorte
op achttien jaren geschal wordt. Thans hebben we. deze grens
met ongeveer 50 jaren overschreden; de levenskansen immers
van nu geboren baby's worden op omstreeks 70 jaren gesteld
in Nederland, waar zo ongeveer de hoogste cijfers van de ge
hele wereld bereikt worden. Dit danken we aan de goede
medische verzorging, hygiënische omstandigheden, betere
volksopvoeding en dergelijke. Maar toch zijn de gevolgen
van deze op zichzelf verheugende resultaten niet allemaal even
rooskleurig, men kan zich zelfs afvragen of er nu werkelijk
een verlenging van het leven bereikt wordt, of dat het meer
een uitstellen van de dood. betreft, met. andere woorden of de
moderne mens het sterven over een lange reeks van jaren aan
het spreiden is.
leerde aan de spelneigingen
van de mens, met zijn meesle
pend ritme. Plet is juist de
monotonie van de moderne ar
beid, die zich over steeds gro
ter gebieden uitstrekt kan
toorwerk, administratie, teken
kamer die de vermoeid-
heidsneurosen veroorzaakt.
Kort geconcentreerd, bijvoor
beeld gedurende vijf uur ach
tereen want de tussentijdse
rustpauzen verdwijnen mo
notone arbeid verrichten, blijkt
vermoeiender te zijn dan acht
of tien uur per dag meer af
wisselend werk te doen. De
minste klachten komen dik
wijls van de mensen die het
zwaarste werk doen, onder
moeilijke omstandigheden (hit
te, vuil, enzovoorts). Het werk
bevredigt velen niet en men
ZEKER IS dat de doktoren
het voortdurend drukker krij
gen, dat de toeloop voor een
groot deel zijn oorzaak vindt
in psychische en nerveuze
stoornissen. Want de zenuw
arts, de psycholoog en de psy
chiater zien hun spreekkamers
steeds drukker bevolkt worden
door mensen, die zeggen tegen
de omstandigheden niet langer
opgewassen te zijn, en hun
werk als te vermoeiend, als
zenuwslopend betitelen.
Dit nu is paradoxaal. Men
leeft langer en heeft daardoor
ook meer vrije tijd de pe
riode na het vijfenzestigste
levensjaar terwijl ook de
werktijd zelf korter is gewor
den. Bij een 48-urige werk
week heeft men zeven dagen
per jaar vrij voor feestdagen,
twaalf dagen vakantie; 52 zon
dagen en 26 dagen voor de
zaterdagmiddag vrij. Dat is een
totaal van 97' dagen per jaar;
of wel: per week wordt gemid
deld twee dagen niet gewerkt-
Bij een 44-urige werkweek
wordt een derde van het jaar
niet gewerkt en bij een veer-
tigurige heeft men 149 dagen
per jaar vrij, dat zijn 21 weken
of bijna vijf maanden.
DEZE GROTERE RUIMTE
komt er alleen dank zij de
voortgaande rationalisering en
automatisering van de pro-
duktie. Een steeds verder
gaande gedifferentieerde ar
beidsverdeling is noodzakelijk,
evenals een voortdurend hoger
produktietempo. Voorzover
machines het werk niet vol
ledig van mensen overnemen
en zover is het nog lang
niet zijn zij gedwongen snel
en geconcentreerd dezelfde
routinehandelingen te herha
len. De lopende band wordt
vaak als voorbeeld gebruikt,
maar over hem denkt, de mo
derne bedrijfspsychologie niet
eens zo slecht, want hij appel-
gaat er met tegenzin naar toe,
hierdoor wordt men dan weer
sneller moe, tengevolge waar
van de tegenzin weer sterker
wordt. Het. psychisch verzet uit
zich ook lichamelijk en dan is
het bezoek aan de zenuwarts
niet lang meer uit te stellen.
ANDERZIJDS GAAT MEN
in de vrije tijd de prikkels zoe
ken, die men nu juist in de
arbeid mist, enerzijds in de
vermaaksindustrie, anderzijds
in de doe-het-zelf-karweitjes,
die een goede indruk geven
van de menselijke veelzijdig
heid. Dit soort werk kan in
bepaalde opzichten als een ver
lengstuk'van de eigenlijke ar
beid worden gezien, want de
rusteloosheid, die in het mono
tone arbeidsproces wordt aan
gewakkerd. vindt ook thuis
geen einde. Men mag ook niet
eisen, dat een machine die in
hoog tempo werkt abrupt kan
worden afgezet, zonder schade
op te lopen. De moderne mens
moet ook in de vrije tijd in
actie blijven. Overigens is men
tot het zelf-doen wel genood
zaakt door het steeds schaarser
en duurder worden van dienst-
verleningsbedrijven die zich op
hetzelfde gebied bewegen. De
moderne materialen maken het
iedereen gemakkelijk, zodat
scholing en vakbekwaamheid
voor vele huiselijke werkzaam
heden niet dringend nodig zijn.
Maar iedere vorm van vrije
tijdsbesteding heeft twee kan
ten. In de V. S. valt het op hoe
men in zijn liefhebberijen
streeft naar een steeds groter
perfectionisme, of het nu sport
beoefening, fotograferen of
tuinieren is. Het amateurisme
maakt plaats voor een semi-
professionalisme, met andere
woorden: men gaat dat wat
ontspanning moet zijn te ern
stig menen en men wordt dan
de slaaf van zijn hobby's. Ook
hier te lande kan men reeds
de eerste verschijnselen in deze
richting waarnemen, men leze
er de handboekjes voor de
amateurs op tal van gebieden
maar op na.
DE BEVREDIGING die men
in het werk niet meer vindt
zoekt men in de liefhebberijen,
die naarmate de vrije tijd toe
neemt, steeds grotere omvang
zullen krijgen. Maar dan dreigt
het gevaar dat ze tot een twee
de soort werk gaan uitgroeien
met een eigen plan, arbeids-
tempo, precisie, en efficiency
enzovoorts. Zo ontstaat de
vrije-tijdsarbeid, die dikwijls
moeilijker en zwaarder is dan
de echte en die op haar beurt
weer een druk uitoefent op de
zich inspannende mens.
Het is met deze voorspellingen nog niet
zo dat de betrouwbaarheid ervan overeen
komt. ■meL,,de dagelijkse weersverwachting
van D'e Bilt die voor ons land een gemid
delde zekerheid van 85"pei-cent geeft. Toch
menen wij uit de nabeschouwing van de
Duitse voorspellingen in 1958 een vooruit
gang te kunnen bespeuren. Wij hebben de
uitkomsten gecontroleerd en hoewel het
gemiddelde weertype tussen West-Duits-
land en Nederland wel eens enige verschil
len te zien geeft, komen deze in grote trek
ken, althans wat het temperatuurverloop
betreft, sterk overeen. Men heeft in Duits
land de ware gemeten cijfers van de tem
peratuur van elke maand in 1958 verge
leken met de gedane voorspelling en zo
kwam men tot een betrouwbaarheid van
74,1 percent, hetgeen niet slecht is te
noemen.
Hier geven wij de maandelijkse uitkom
sten. 100 n/n betekent dat de voorspelling
geheel is uitgekomen, of dat er niets van
klopte.
Januari 77n'o, februari 90. maart 0, april
100, mei 25. juni 96, juli 55, augustus 65,
september 100, oktober 96, november 85,
december 100. Hieruit kan worden opge
maakt dat alleen de maart-, mei- en juli-
voorspelling teleurstellend was. Van maart
klopte niets, want men meende aanwijzin
gen voor een te warme lentemaand te heb
ben en de maand werd ruim twee graden
kouder dan normaal, evenals in ons land,
met veel vorst- en sneeuwdagen. Maar de
voorspellingen van februari, - april, juni,
september, oktober en december waren
zeer goed. Het geven van een temperatuur-
voorspelling gaat beter dan een neerslag
voorspelling, want deze kwam in 1958
slechts voor 60.5 percent uit.
Deze voorspellingen worden geheel langs
wetenschappelijke weg verkregen. Men
werkt ook met vergelijkingen en meent zo
doende bepaalde systemen te vinden. Ook
in de naaste toekomst zullen deze voor
spellingen nog teleurstellingen blijven
Wat kermissen betreft is Amsterdam
niet verwend. In de vooroorlogse jaren
wilde het gemeentebestuur er niet aan en
toen na de oorlog de noodzaak van dit
volksvermaak werd ingezien, bleek de
hoofdstad over te weinig pleinen te be
schikken. waar men dergelijke festijnen
kan houden. Voor dit jaar staan er vier
kermissen op het programma, waarvan er
een in oost en een in west wordt gehou
den. De oude binnenstad krijgt van Ko
ninginnedag tot en met de 5de mei weer
zijn kermis op de Nieuwmarkt en in het
najaar zal het traditionele Jordaanfesti-
val het wel niet zonder draaimolens en
schiettenten kunnen stellen. De klacht van
de kermis- en circusexploitanten, dat zij
in Amsterdam zo weinig geschikte plaat
sen kunnen krijgen, heeft ertoe geleid, dat
in de toekomst op de grens van oud- en
nieuw-west en in zuid aan de Amstel grote
terreinen voor dit doel zullen worden aan
gelegd. Voor een permanent lunapark, zo
als Kopenhagen en Wenen die kennen,
schijnt Amsterdam niet rijp te zijn. Na het
fiasco met het groots opgezette lunapark
in de randgemeente Diemén, in de dei'tiger
jaren, heeft zich nimmer meer een initia
tiefnemer gemeld.
Sloterplas niet in trek
Midden in de westelijke stadsuitbreiding
ligt de Sloterplas. Het reusachtige meer is
ontstaan nadat zuigers zand van grote
diepte hebben gehaald om grond te leve
ren voor ophoging van de terreinen, waar
thans de tuinsteden Slotermeer, Geuzen
veld en Slotervaart zijn verrezen. Het lag
voor de hand, dat die Sloterplas verder
zou worden bestemd voor recreatie. Er is
een groot standbad gebouwd en er is een
geïmproviseerd jachthaventje. Twee jaar
geleden zochten hier 220.000 Amsterdam
mers verpozing, verleden jaar waren het
er 200.000 en dit jaar verwacht men weer
minder, hoewel de bevolking in de tuin
steden belangrijk is toegenomen. De oor
zaak? Het strandbad is te primitief. Er
zijn geen ruime kleedgelegenheden, er zijn
te weinig gemakkelijke stoelen te huur en
er is geen restaurant met terras. Dat res
taurant (met een zeilschool) staat wel op
het uitbreidingsplan, maar tot dusver heeft
niemand het aangedurfd hier 55.000,—
voor neer te leggen. De Sloterplas, het
„Zandvoort binnen de gemeentegrenzen"
is niet in trek. Ook niet bij de zeilers, die
vinden dat het water te diep is de diep
te bedraagt 30 tot 40 meter. Bovendien
durft geen zeiler zijn jachtje te meren aan
de zware bazaltschoeiingen uit vrees, dat
het stukslaat. Amsterdam wacht op de
man. die van de Sloterplas een lustoord
maakt.
liet Leidseplein, of liever de uitloper er
van: het Kleine Gartmanplantsoen, is bij
zonder in trek. Niet alleen bij degenen,
die eens gezellig willen uitgaan, maar ook
bij de mensen, die Amsterdam met een
nieuw gebouw willen verrijken. Het rijtje
oude huizen langs het plantsoen en de
ruimte naast het City-theater hebben de
afgelopen jaren al vele bestemmingen ge
had, waarbij die van een groot hotel de
meeste kans scheen te maken. Thans ech
ter gaat de n.v. Belgische Maatschappij
van Algemene Verzekeringen een zeven
verdiepingen hoog kantoorgebouw naast
de City-bioscoop bouwen. En nu maar
wachten op het volgende plan. Het zal wel
zo zijn, dat het eerste plan het laatst zal
worden verwezenlijkt. Dat was het ont
werp van een stationsgebouw voor een
ondergrondse spoorweg naar Schiphol
geven, maar, en dat is hoopvol, er is voor
uitgang te bespeuren.
Wat de voorspelling van deze lente en de
komende zomer betreft, hebben wij nog
niet veel positiefs kunnen lezen. Wel, dat
kon worden vastgesteld dat omstreeks ok
tober 1957 het elfjarig zonnevlekkenmaxi-
mum heeft plaats gehad. De vlekkenactivi-
teit bleef ook in 1958 nog vrij groot op de
zon, maar is nu weer aan het afnemen. Dit
betekent dat wij in de komende zomer
bijna twee jaar na een zonnevlekkenmaxi-
mum leven. Sinds 1778 waren alle lentes
die hierop volgden in Duitsland te nat,
vooral de meimaand, en de zomers droog.
In 1939 en 1949 was dit ook in ons land het
geval. Toch zou het voorbarig zijn om op
grond van deze vergelijkingen (en dat heb
ben de Duitse meteorologen ook nog niet
gedaan) reeds nu al een mooie droge en
dan meestal ook vrij warme zomer aan te
kondigen.
Wanneer echter deze zelfde ontwikkeling
zoals dikwijls dus twee jaar na een vlek-
kenmaximum voorkomt, zich zou voordoen,
dan.... ja dan maken wij eindelijk eens
weer een goede kans op een mooie zomer.
XV. Laugeveld
Een aantal Russische „heldinnen van het moederscnap" vrouwen die tien of meer
kinderen hebben en deswege begiftigd zijn met de heldentitel en een mooie medaille
is in Moskou bijeengekomen om de tekst voor een verzoekschrift aan de ministers
van Buitenlandse Zaken der Grote Vier op te stellen. In de petitie, die hier wordt
voorgelezen door „heldin-moeder" Antonina Grigorijevna, vragen de vrouwen, een
einde te maken aan de bewapeningswedloop en de koude oorlog.