Vierdaags bezoek van Koning Boude wijn aan ons la nd Pinay niet enthousiast voor vrijhandelszone Genève speelt Ëraa water Denemarken tussen twee vuren evenals de Benelux Groeiende nervositeit in het Saargebied over de dag „X" Programma vermeldt onder meer een helikoptervlucht boven de Deltawerken SLOT DEFECT? ZATERDAG 4 JULI 1959 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 15 De strijd om de kleine Vrijhandelszone Saargebied wordt Duitser Mr. J. Jolles wordt president-directeur van het A.N.P. Westduitse vertegenwoordigers doen goede zaken Onrust in de Zelfkant Vragen aan minister Marie Koenen ernstig ziek Woensdag begint het officiële bezoek dat de koning der Belgen aan Koningin Juliana en Prins Bernhard brengt. De koning komt met zijn vliegtuig uit Brussel op 8 juli des morgens 10 uur op Schiphol aan. Een escadrille van de Koninklijke Luchtmacht escorteert het vliegtuig van de grens tot nabij Schiphol. Na de begroeting door de Koningin en de Prins wordt op het vliegveld een erewacht van de Koninklijke Luchtmacht geïnspecteerd. Vervolgens worden de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer, de leden van de ministerraad, de ministers van Suriname en de Nederlandse Antillen en andere hoge auto riteiten aan de koning voorgesteld. In auto's rijden de vorsten en hun gevolg naar het Stadionplein, waar de begroeting der Amsterdamse autoriteiten plaats heeft. Daar wordt overgestapt in rijtuigen voor de officiële intocht in de hoofdstad. Om 11 uur komt de koninklijke stoet voor het paleis op de Dam aan. Na het spelen van de „Brabanqonne" wordt een erewacht van het garderegiment Jagers geïnspecteerd. Even nadat de vorsten het paleis hebben betreden zullen zij op het balkon verschijnen. Om 11.30 uur zal de koning zich langs erehagen van studenten-weerbaarheidsverenigingen naar het nationaal monument op de Dam begeven, waar hij een krans zal leggen. Na het noenmaal ten paleize, waaraan ook de prinsessen Beatrix en Irene deelnemen, rijden tegen 14.30 uur de vorsten per auto naar het Amsterdamse stadhuis. In de raadszaal spreekt de burgemeester een welkomstwoord en worden de gemeenteraadsleden voorgesteld. Te 15.20 uur embarkeert het hoge gezelschap bij het stadhuis in een boot voor een tocht door Amsterdams grach ten naar het Rijksmuseum. Enige schilderijenzalen in het Rijksmuseum zullen bezocht worden. Nadat ten paleize de hoofden der diplomatieke missies zijn ontvangen, besluit een galadiner de eerste dag. DONDERDAG ROTTERDAM De volgende dag gaat het koninklijk gezelschap per auto naar Rotterdam. Om 11.45 uur komen de vorsten per auto bij het clubhuis van de Koninklijke Roei- en Zeilvereniging „De Maas" te Rotterdam aan. Daar begeven de vorsten zich aan boord van de „Erasmus" voor een tocht door de havens. Om 13.30 uur meert de „Erasmus" weer aan de steiger van het clubhuis „De Maas". Per sloep varen de vorsten naar Hr. Ms. „Karei Doorman". Op het dek neemt het gezelschap plaats in helikopters voor een rondvlucht over de vaarwaters en eilanden, die opgenomen zijn in het Deltaplan. Uit de helikopter laat koning Boudewijn bij Willemstad boven het water een krans neer, ter nagedachtenis aan de Belgische militairen, die daar in 1940 door oorlogshandelingen met een vaartuig zijn ondergegaan. Koningin Juliana doet hetzelfde mede namens de Prins, uit haar helikopter. Om 16.00 uur landen de helikopters op het strand bij de zuidboulevard te Noordwijk aan Zee. De koning, die als kind enige malen in Noordwijk vertoefde, zal zich aan de voet van de duinen onderhouden met het strandpersoneel, dat hem van zijn vroeger verblijf kent. Tegen half vijf wordt teruggereden naar Amsterdam, waar ten paleize het diner wordt gebruikt. Des avonds zullen de vorsten in de Stadsschouwburg de galavoorstel ling van Shakespeare's „Troilus en Cressida" bijwonen. De voorstelling begint om 20.30 uur. De prinsessen Beatrix en Irene zullen eveneens aanwezig zijn. VRIJDAG: EINDHOVEN EN DEN HAAG Op vrijdag 10 juli rijden de vorsten om 9.30 uur van het paleis naar Schiphol om vandaar te vertrekken voor een bezoek aan de gemeente Eindhoven en de Philipsfabrieken. Om 10.30 uur landt het vliegtuig op de vliegbasis Eindhoven der Koninklijke Luchtmacht. Na de officiële begroeting wordt een rondrit door de stad gemaakt. Vijf voor elf arriveren de vorsten bij de Philips Gloeilampen fabrieken, die gedurende een uur bezocht zullen worden. Om 12,.25 uur vertrekt het gezelschap per vliegtuig naar de vliegbasis Ypenburg bij Den Haag, waar de vorsten om 12.50 uur aankomen. Per auto wordt naar het Binnenhof gereden. In de Trèveszaal biedt de Raad van Ministers het noenmaal aan. Ook de prinsessen Beatrix en Irene nemen hieraan deel. 's Middags staat een ont vangst door het Haagse gemeentebestuur op het programma. De vorsten arriveren tegen drie uur bij het oude stadhuis. Om half vier vertrekt het gezelschap naar Huis ten Bosch. Om half vijf gaat de koning naar kasteel Oud-Wassenaar voor de receptie van de Belgische kolonie. Daarna keert de koning terug naar Huis ten Bosch. Om 19.30 uur rijdt koning Boudewijn naar de ambtswoning van de ambassadeur van België, die een diner aanbiedt. De prinsessen Beatrix en Irene zullen hieraan eveneens deelnemen. Om 10.30 uur zullen de koning, de Koningin, de Prins en de prinsessen Beatrix en Irene op het Binnenhof aankomen ter bijwoning van een klank- en lichtspel. Op Huis ten Bosch wordt overnacht. ZATERDAG: MAASTRICHT Zaterdag 11 juli des morgens 10.15 uur heeft op de vliegbasis Ypenburg het officiële afscheid van de voorzitters der Eerste en Tweede Kamer, de minister president, de minister van Buitenlandse Zaken en andere hoge autoriteiten plaats. De vorsten vertrekken vandaar om een bezoek aan de provincie Limburg te brengen. Om 11.10 uur arriveren zij op het vliegveld Beek. In Heer zullen de vorsten kransen leggen bij het monument voor Belgische verzetsstrijders, die daar één dag voor de bevrijding gefusilleerd werden. Daarna rijden de vorsten naar Maastricht. Op het Vrijthof wonen zl] van 12.10 tot 13.00 uur een huldiging van de Maaslanden (Belgisch-Limburg, provincie Luik en Neder lands Limburg) bij als uiting van de Benelux-samenwerking. Na een korte rit door de stad komt men om 13.10 uur aan bij het gouvernementshuis, waar een erewacht van het regiment Limburgse Jagers wordt geïnspecteerd. In de ambtswoning bieden de Commissaris der Koningin in de provincie Limburg en mevrouw Houben het noenmaal aan. Te drie uur vertrekken de vorsten naar het vliegveld te Beek. Daar heeft het afscheid plaats van de koning der Belgen, die om 15.25 uur met zijn eigen vliegtuig naar Brussel terugkeert. Enkele minuten later vertrekken de Koningin en de Prins per vliegtuig naar Soesterberg. De Franse minister van Financiën, Antoine Pinay, heeft tijdens een eendaags bezoek aan Bonn besprekingen gevoerd met de Westduitse minister van Economische Zaken, dr. L. Erhard, en met de minister van Financiën der Bondsrepubliek. Fr. Etzel. Minister Erhard heeft later op de dag bekend gemaakt, dat zijn besprekingen met de Franse minister van Financiën hoofdzakelijk betrekking hadden op de mogelijk heid van een Europees Vrijhandelsgebied. Een woordvoerder van het Westduitse ministerie van Financiën deelde mede, dat de besprekingen tussen Etzel en Pinay betrekking hadden op plannen inzake een conferentie van de ministers van Financiën van de zes landen van de Euromarkt. Minister Etzel wil de ministers van Financiën van de overige E.E.G.-landen uitnodigen voor een conferentie te Bonn, te houden op 16 en 17 juli aanstaande. Volgens UPI heeft Erhard met zijn stre ven voor een Europees vrijhandelsgebied maar een lauwe instemming gekregen van Pinay. Personen, die in nauw contact staan met Erhard, hebben er op gewezen, dat Pinay weinig neiging had vertoond, zich voor het wagentje van Erhard te willen laten spannen. Zij zeggen, dat Pinay het met de grondbeginselen eens was geweest, maar op de formidabele hinderpalen waar Frankrijk rekening mee moet houden, had gewezen. Dc Duitsers hebben echter de indruk, dat niet alle redenen, waarom Frankrijk geen haast wil maken met het vrijhandelsge bied, economische redenen zijn. Geloofd wordt, dat een beslissend argument voor Frankrijk is, dat de economische en poli tieke belangrijkheid van Frankrijk binnen de gemeenschappelijke markt van de zes landen groter is, dan zij ooit zou kunnen zijn in een vrijhandelsgebied, dat Engeland zou insluiten. Een communiqué, uitgegeven nadat Pi nay Bonn verlaten had, luidt alleen maar kort en bondig, dat „de bespreking zich bewoog rond kwesties van Frans-Duitse economische betrekkingen en de Europese integratie." Het maakte geen melding van een voortzetting van de besprekingen, al lieten Duitse kringen dan ook uitkomen, dat Erhard van plan is, de idee in de diplomatieke discussie te houden en Pinay opnieuw hoopt te ontmoeten. Kanselier Konrad Adenauer was gast heer van Pinay op een officiële lunch, ge durende een korte onderbreking van de besprekingen tussen Erhard en Pinay en had een korte politieke bespreking met hem. m fkéMÊ tWmÊÊÊm (Van onze correspondent in Bonn) Het bezoek dat de Deense ministers Krag (Buitenlandse Zaken) en Skytte (Land bouw) aan Bonn en Londen hebben gebracht, maakt het duidelijk, dat de creatie van de kleine vrijhandelszone grote moeilijkheden zal kunnen veroorzaken. Men is te Bonn ernstig gaan nadenken over dc positie der Denen en daarbij tot de conclusie gekomen dat Denemarken niets meer of minder dan een soort bemiddelaarsrol tussen Bonn en Londen, tussen de Europese Economische Gemeenschap en de kleine vrij handelszone begint te spelen. En wel uit puur zelfbehoud. Denen en Westduitsers (Adenauer en Erhard) waren het er over eens, dat keiharde blokvorming met als gevolg een economische oorlog, voorkomen moet worden. De landen van de kleine vrijhandelszone willen een soort tegenwicht vormen tegen de gemeenschappelijke markt, die verdacht wordt van protectionistische tendenzen. De Denen zitten hierbij in het bijzonder in de klem. Immers, 37 pei-cent van hun export gaat naar Engeland, 32 percent naar de landen van de gemeenschappe lijke markt. Isoleert de E.E.G. zich, dan wordt Denemarken even ernstig gedupeerd als wanneer het zich zou buitensluiten van de kleine vrijhandelszone. Vandaar dat het mèt prof. Erhard, de Westduitse minister Overal langs de grenzen van Saarland bereidt men zich voor op de dag „X", waarop de economische eenwording van Saarland en West-Duitsland een feit wordt. Aan de Frans-Saarland- se grens, op de weg van Metz naar Saarbrücken wordt al een slagboom van het Duitse type geplaatst. Wegens het bereiken van de pensioen gerechtigde leeftijd zal de heer H. H. J. van de Pol aftreden als president-direc teur van het Algemeen Nederlandsch Persbureau A.N.P. met ingang van 1 juli 1960, op welke dag het A.N.P., dat hij geleid heeft van de oprichting af, tevens 25 jaar zal bestaan. De Raad van Beheer van de stichting A.N.P. heeft tot zijn op volger benoemd met ingang van dezelfde datum mr. J. Jolles, die echter reeds in het najaar van 1959 aan het A.N.P. verbon den zal worden met de titel en in de func tie van waarnemend president-directeur. De heer Jolles heeft tot nu toe een amb telijke carrière gehad. Hij in 1916 in Utrecht geboren, heeft aldaar het stede lijk gymnasium gevolgd en daarna rechts wetenschappen gestudeerd aan de Rijks universiteit. Hij vervulde in het Utrechts Studenten Corps verschillende bestuurs functies, waarbij hij zich in het bijzonder op het gebied van toneel en muziek be woog. Tijdens de oorlogsjaren afgestudeerd, trad mr. Jolles, na korte tijd als advo caat en procureur bij de Utrechtse balie te zijn ingeschreven, in dienst van de Ne derlandse Spoorwegen n.v. Door zijn werk in de illegaliteit vervulde hij na de bevrij ding enige tiid de functie van secretaris van de Politieke Opsporingsdienst in Utrecht, waarna hij een aanstelling kreeg bij het ministerie van Financiën als hoofd van het Bureau Oorlogsbuit, in welke functie hij tevens werd belast met de behandeling van de uit Duitsland ge recupereerde goederen en met de verkoop van de machines, welke in het kader van de herstelbetalingen aan Nederland wer den toegewezen. In 1953 volgde zijn be noeming tot officier in de orde van Oran- je-Nassau. Na vervolgens enige jaren aan hetzelfde ministerie militaire en met name NAVO-problemen te hebben behan deld, werd mr. Jolles als financieel raad van de diplomatieke vertegenwoordigung van Nederland naai Indonesië gezonden. Sinds kort is hij werkzaam bij het minis terie van Binnenlandse Zaken als hoofd Organisatie Bescherming Bevolking. (Van onze correspondent in Bonn) In het Saargebied, dat sedert 1 januari 1957 politiek reeds deel van de bondsre publiek uitmaakt, wacht men met span ning op de mededeling wanneer de so ciaal-economische aansluiting bij West- Duitsland zal volgen. Een afspraak tus sen de Franse en de Westduitse regerin gen verhindert, dat deze mededeling vroegtijdig wordt gedaan. Het miljoen Saarlanders rekent erop dat de zoge naamde dag X de dag van de over gang misschien dit weekeinde, maar waarschijnlijk pas later zal vallen. In Bonn is na enkele dagen heftige de batten de parlementaire behandeling der wettelijke voorbereiding van de sociaal- economische terugkeer van het Saarge bied naar West-Duitsland afgesloten. Er zijn hierbij grote meningsvei-schillen tot uiting gekomen, omdat de Westduitse re gering de Saarlanders in 1956 alle so ciale hulp. die zij onder het Franse be stuur hadden ontvangen, ook na de poli tieke aansluiting had beloofd te garande ren. Daarvan is geen sprake meer. De Saarlanders zijn bijzonder teleurgesteld over de kinderbijslagregeling, waarmee zij door de Fransen zeer waren verwend. De economische terugkeer van het Saargebied komt de Westduitse staat op een bedrag van een halfmiljard mark te staan. De Saarlanders mogen hun geldbe- zittingen in franken tegen een koers van 1 op 117,2 voor marken omruilen. Dat geldt zowel voor spaar- en banktegoeden als voor andere particuliere geldvoorra den. Daarbij heeft de Westduitse regering zich verplicht de op deze wijze verkregen frankenvoorraad niet meer bij Frankrijk in rekening te brengen, waardoor de om wisseling in feite een soort „geschenk aan Parijs" wordt. De Franse regering krijgt hiermee in haar strijd tegen de inflatie aanzienlijke hulp. Auto-invasie In het Saargebied weet men niet waar aan men toe is. Niemand wil onaange naam verrast worden. Alle grote gebeur tenissen op velerlei gebied zijn uitgesteld, met uitzondering van de landenzwcmwed- strijd West-DuitslandNederland. Banken vragen hun personeel ook zondags op kan toor te komen. De vrachtwagens die de miljoenen marken uit Frankfort naar Saarbrücken moeten brengen, zijn echter nog niet aangekomen en om dat geld gaat het. De prijzen in de winkels zijn nog in francs genoteerd, maar de kooplieden hou den de voorraad Duitse produkten bijzon der klein, omdat deze goederen na de dag X zonder invoerrechten uit West- Duitsland kunnen worden ingevoerd. Het Saai-gebied wordt overstroomd door ver tegenwoordigers van allerlei Westduitse ondernemingen, die hier beste zaken doen. Vooral in de autobranche heerst een haus se. Er zijn de laatste maanden duizenden kleine Duitse auto's gekocht (met francs betaald). Al die auto's moeten op of vlak na de dag X worden geleverd. De economische aansluiting van het Saargebied bij West-Duitsland betekent dat de produktie in staal in de Bondsre publiek per jaar met 3,5 miljoen ton en die van steenkool met 12,7 miljoen ton zal toenemen. Volgens het Frans-West- duitse Saarakkoord zal het Saargebied per jaar goederen ter waarde van anderhalf miljard mark uit Frankrijk invoeren zon der invoerrechten en goederen ter waar de van 8,5 miljard franc aan Frankrijk le veren zonder invoerrechten. De heer J. M. Peters (K.V.P.), lid van de Tweede Kamer, heeft aan de minister van Buitenlandse Zaken de volgende vra gen gesteld: „Is het de minister bekend, dat in de grenscorrectiegebieden en zeer in het bij zonder in de z.g. Zelfkant grote onrust on der de bevolking is ontstaan ten gevolge van mededelingen in de pers met betrek king tot de onderhandelingen met Duits land? Is het de minister bekend, dat ook onder de Duitse bevolking de wens leeft, dat over de toekomstige status van deze gebieden wordt beslist via een volksstem ming? Kan de minister mededelen, hoe veel Nederlanders in deze gebieden woon- acht gizijn en hoevelen onder hen zich al daar hebben gevestigd na de datum van ingang van de grenscorrecties?" De in Houthem-St. Gerlach wonende ro manschrijfster dr. Marie Koenen, die dit jaar haar tachtigste verjaardag vierde, is dezer dagen in het ziekenhuis St. Annadal in Maastricht opgenomen. Uit voorzorg zijn haar de sacramenten der zieken toe gediend. van Economische Zaken, geporteerd is voor een grotere gemeenschap dan elk van de twee waarover het gesprek thans gaat: het wil een economische eenheid tussen alle zeventien landen van de O.E.E.S. Maar zo hard van stapel wil men te Parijs bepaald niet lopen. Vandaar dat de Denen het te Bonn niet verder brachten dan een gemeenschappelijk communiqué met de Adenaueriaanse woorden: „Streven naar een Europese multilaterale associatie" een begrip dat voor het eerst is opgedo ken in de herfst van het afgelopen jaar tijdens de besprekingen te Bad Kreuznach tussen Adenauer en De Gaulle! Die „as sociatie" bedoelde niets anders te zijn dan een verzwakking van de Vrijhandelszone der zeventien Europese landen, inclusief Engeland De Benelux-positie De Denen zouden overwegen op 20 juli niet toe te treden tot de kleine vrijhan delszone, en de voorkeur willen geven aan een neutrale positie tussen deze zone en de gemeenschappelijke markt; dan zouden zij kunnen bemiddelen en tegelijker tijd van beide wallen kunnen eten. Op 20 juli zal te Stockholm een ministersconfe rentie van de zeven landen over de kleine zone worden gehouden. Maar niet slechts de Denen verkeren in een moeilijk parket, ook de drie Benelux- landen. Reeds is te Bonn opgemerkt, dat de creatie van een kleine vrijhandelszone van Engeland, Noorwegen, Zweden, De nemarken, Portugal, Zwitserland en Oos tenrijk niet de Fransen en de Italianen waartegen zij in eerste instantie gericht zou zijn zal treffen, maar de Benelux- landen die notabene de grootste voorstan ders binnen de E.E.G. zijn van een vrij handelszone van groot formaat en te Bonn heeft men om dit alles juist zo'n gro te belangstelling voor de Deense positie thans. Want ook de Westduitse handel met de genoemde zeven landen is zeer omvang rijk. Bonn boekte hierbij vorig jaar een uitvoeroverschot van 900 miljoen dollar, Nederland van 120 miljoen dollar. 27 per cent van de Duitse export gaat naar de „zeven" van de kleine vrijhandelszone. Van de Franse export gaat slechts 13 per cent naar de zeven landen. Bij dit alles zitten de Denen dus tussen twee vuren: de Britten willen hen graag mee naar hun zone hebben, maar kunnen Kopenhagen niet méér exportmogelijkhe den aan boter, eieren, bacon en dergelij ke geven dan thans, in verband met hun eigen en de Australische en Nieuwzee- landse producenten. En juist omdat dit niet mogelijk is, vallen'de Denen op Bonn terug en daarmee weer op de E.E.G.! Het is voor Denemarken een dilemma: toetre den tot de kleine vrijhandelszone is net zo slecht als toetreden tot de E.E.G.! Van daar dat overwogen zou worden om „neu traal" te blijven.Hoe zo iets in de wer kelijkheid toe zal gaan, of er niet een strijd om de gunsten der Denen zal ontstaan, tus sen „kleine zone" en E.E.G. schijnt een kwestie die in dat geval onherroepelijk zal optreden Advertev.tie „DE SLEUTELSPECIALIST* LANGE VEERSTRAAT 10 TEL. 11493 HAARLEM Genève telt vele standbeel den, want de verdienstelijke mannen hebben er door de eeuwen heen een voortreffe lijke voedingsbodem gevon den. Ik heb er echter tever geefs gezocht naar een ge denkteken voor de heer Tur- rettini en dat lijkt me een grove onbillijkheid. Dank zij zijn initiatief immers is de be faamde fontein in het meer al enkele jaren een veelbe lovende kleuter indertijd tot volle wasdom gekomen. Dat de forse stoot naar boven van 1891 niet het einde van de groei heeft betekend, mag monsieur Turrettini niet wor den verweten: de laat-negen- tiende-eeuwse techniek liet niet meer toe. Nee, alles wel beschouwd heeft hij zeker verdiend een plaats te krijgen naast Jean-Jacques Rousseau, die de ganse lieve dag naar het wercldstadverkeer op de Pont du Mont-Blanc zit te kijken. Het is waar, dat het oor spronkelijk idee niet aan het brein van Turrettini is ont sproten. Een ander was hem voor geweest, maar dat doet aan zijn verdienste niets af. Evenzeer is waar, dat de Ge- nevois er altijd al plezier in hebben gehad met water te spelen daarvoor kunnen we zelfs heel ver in de geschie denis teruggaan. Reeds in 1737 leidde die liefhebberij tot een opgewonden standje, toen de bewoners van Villeneuve zich per brief op poten tot de auto riteiten in Bern richtten. „Die heren van Genève voelen zich blijkbaar de koningen van de streek", klaagden zij. „Zij hebben nieuwerwetse machi nerieën in de Rhone geplaatst met" het uitsluitend doel het Onder de talrijke bezienswaardigheden van de conferentiestad in het uiterst westelijke puntje van Zwitserland bevindt zich een fontein, die bijna zo hoog spuit als hei gebouw van de UNO in New York hoog is. hele jaar door op forel te kun nen vissen, maar zij vergeten dat wij daardoor last krijgen van overstromingen. Ons vee verdrinkt en onze oogsten gaan te gronde!" Het lakonie- ke verweer van het Geneefse stadsbestuur, aan de tand ge voeld door Bern, is typerend: „Zijn wij soms verantwoorde lijk voor de regen, die uit de hemel valt?" En inderdaad, dat waren zelfs zij niet. We moeten nu in korte tijd met rappe schreden door de historie lopen en bijna ander halve eeuw later halt houden. Wij vinden dan het jaar is 1886 een zekere ingenieur Butticaz belast met de water voorziening in de stad. Deze baan schijnt hem nogal wat moeilijkheden te hebben op geleverd: op door de weekse dagen functioneerde het appa raat vlot en vlekkeloos, maar 's zondags zat hij tegen een overschot aan te kijken, omdat de industrieën dan niets af namen. De reservoirs dreigden over te lopen, met alle narig heid van dien. Hij vond een zowel nuttige als aangename oplossing door vlakbij de Pont de la Coulouvrenière een fon tein in werking te stellen. Och, hij bereikte maar een bescheiden hoogte dertig meter maar de Genevois keken er toch met een gevoel van trots naar, wanneer zij op de rustdag hun middagwande ling maakten langs het meer. Aangemoedigd door dit suc ces nam Butticaz proeven met verlichting in allerlei kleuren, doch deze hadden niet het verwachte succes, zodat hij het verder maar bij de klare straal water hield. Vijf jaar later bereidde Ge nève een groot feest voor. Men hoopte bezoekers uit heel Zwitserland te trekken en zon ter meerdere glorie van de stad op middelen om de al in zo'n ruime mate voorhanden zijnde natuurlijke attracties nog te vergroten. En hier kom ik dan weer terug op de on vergetelijke monsieur Turret tini: hij was het, die voorstel de een gigantische fontein te laten spuiten. Wat kenners van de huidige stadspolitiek nu nog verwondert, is de on gelooflijk snelle verwezen lijking van het plan tussen voorstel en functioneren ver liepen niet meer dan drie maanden. De nieuwe fontein kon een hoogte van vijfentachtig meter bij windstil weer zelfs van achtentachtig meter berei ken. Wilt u zich even voor stellen, dat u op het uiterste puntje van de oude Bavotoren royaal zou worden natgespo ten? Om de grote stonden vier kleintjes, die een soort bloem kelk vormden. Weer ging men met illuminatie experimen teren. maar de conclusie was, dat men de fraaiste resultaten verkreeg met wit licht. In 1931 heeft men het nogmaals met een nieuw systeem van pro jectie geprobeerd, waarna men ijlings terugkeerde tot wit. En zo is het gebleven. Opgemerkt moet nog worden, dat de fon tein van de onsterfelijke Tur rettini evenals die van Butti caz alleen maar op zondag spoot. Negen jaar na de inwerking stelling lukte het de capaciteit van de Jet d'Eau zodanig te verbeteren, dat het uiterste puntje van de omhooggestuw- de watermassa een tiental meters hoger kwam te liggen. Hoe hoog precies was echter niet bekend. De wakkere ge meenteraadsleden van de goe de stad Genève begon het langzamerhand geducht dwars te zitten, dat men vragen van nieuwsgierige toeristen altijd min of meer in het. vage moest beantwoorden. Monsieur Mou- chet, de officiële stadsland meter kreeg opdracht zijn tanden in het probleem te zetten en op 27 augustus van hetzelfde jaar klonk zijn ver lossend woord: zevenennegen tig meter! Dat is eigenlijk de moeite niet. vonden de Genevois. Er werd een commissie benoemd men voerde besprekingen men maakte berekeningen men nam proeven en ten slotte ook nog besluiten. Zelfs de leek zal duidelijk zijn, dat slechts een aanzienlijke ver hoging van druk de fontein nog majesteitelijker zou kun nen maken. Daar kwam het dan ook op neer. De dag dat de Jet d'Eau voor het eerst zijn tegenwoordige hoogte be reikte, moet voor tienduizen den inwoners en vreemdelin gen als onvergetelijk zijn aan getekend. Wanneer ik nog eens ter vergelijking naar de Bavo toren mag grijpen, ontdek ik aan dat schone bouwwerk lang niet genoeg te hebben. Ik heb er zelfs twee nodig, want dan komen we ongeveer aan de hedendaagse honderddertig meter. Of wilt u een andere vergelijking: met deze fontein zouden alle ramen van het im posante hoofdkwartier der Verenigde Naties in New York kunnen worden schoongespo- ten. Men kan over een smalle pier het meer van Genève in lopen en tot een meter afstand van de Jet d'Eau komen. Er staat een keurig hekje om, ook al om de veiligheid: het water verlaat de pijp met een snel heid van tweehonderd kilo meter per uur. Vijfhonderd liter per seconde schieten de lucht in en het gewicht van het water, dat zich tijdens het spuiten boven het meeropper vlak bevindt, kan gesteld worden op zeven ton. De bezoeker staat gefasci neerd naar de enorme water kolom te kijken. Hij ziet van een afstand hoe de zon er kleuren in tovert en hoe een fijn gordijn van waterdruppels door de wind wordt meege voerd. En wanneer hij het treft, zal hij meemaken dat ('s zomers om elf uur in de avond) de twee pompen met een gezamenlijke capaciteit van dertienhonderdzestig paardekracht worden afgeslo ten. Op dat moment staat dan de fontein nog even in de lucht, zoals de glimlach van de Cheshire cat uit Alice in Wonderland, tussen de blade ren bleef schemeren, toen het dier al verdwenen was. J. J. F. Kemming

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 17