Amsterdam bood koning Boudewijn
een uniek geschenk aan
Op en omhet Binnenhof
r
ILFORD
r
Doen en laten in de warmte
Fa. A- EVERTS SSST^
Atlas met afbeeldingen van
hoofdstad uit 1775
de
BLIJF KOEL!
Bezoek aan Rotterdam
Zesde zomerconcert
van N.Ph.O.
DONDERDAG 9 JULI 19 5 9
Gistermiddag heeft het gemeentebe
stuur van Amsterdam in het voormalige
zestiende-eeuwse „Logement voor Prin
sen en Groote Heeren", het tegenwoor
dige Amsterdamse stadhuis rond het
Prinsenhof, de Belgische koning een
hartelijk welkom bereid. In de feestelijk
met bloemen en groen versierde raad
zaal sprak burgemeester Van Hall een
welkomstwoord.
Hi.i zei, dat het voor de hoofdstad een
blijde dag was, nu zij met haar vorstin
en de prins de vorst van een zozeer be
vriende natie in haar midden mocht ont
vangen.
De burgemeester herinnerde aan de tijd
waarin de zuidelijke en de noordelijke
Nederlanden ieder hun eigen richting be
paalden. Voor Amsterdam brak daarna
een tijd aan van grote bloei. De nieuw
ontstane welvaart werd niet alleen tot
stand gebracht door de reeds van oudsher
in Amsterdam gevestigde families, doch
zij werd ook en wel in zeer belangrijke
mate geleid en gestimuleerd door de
komst van vele ondernemende en begaaf
de refugiés uit de zuidelijke Nederlan
den. Hij dacht hierbij aan Plancius, Bar-
laeus, Lemaire, Verhulst en De Geer.
Waar het Amsterdam in het verleden zo
goed is gegaan dank zij de krachten die
haar vanuit het zuiden toevloeiden, is de
stad in deze moderne tijd zij het in een
ander verband verlangend haar beste
krachten te wijden aan een blijvend con
tact van Belgen en Nederlanders", aldus
de burgemeester.
Hü bod de koning als aandenken een
atlas van Amsterdam aan, een uniek
exemplaar van de „Atlas van Fouquet",
die omstreeks 1775 is gepubliceerd door
de Amsterdamse uitgever en prenten-
handelaar iPeter Fouquet jr. Dit boek
werk bevat ruim 80 prenten van het Am
sterdam uit die tijd. Het is gebonden in
wit leer en voorzien van een kalligrafi
sche opdracht aan de Belgische vorst.
Koning Boudewijn dankte burgemeester
Van Hall, nadat hij de atlas tezamen met
de Koningin en de Prins met zichtbare
interesse had bekeken.
Daarna werden de wethouders en de
raadsleden aan de vorstelijke gasten voor
gesteld.
Rondvaart
Met een rondvaartboot voer het gezel
schap vervolgens naar het Rijksmuseum.
Overal langs de route stond het publiek
te kijken, niet echter op de bijna 25 brug
gen in de route. Niemand werd op die
bruggen toegelaten op het moment dat de
boot er onderdoor voer. De politie ként
zijn pappenheimers: men kan met. de Am
sterdamse jeugd niet voorzichtig genoeg
zijn
Bij de hoofdingang van het Rijksmuséum
werden de hoge gasten ontvangen door
minister Cals en de hoofddirecteur van
het. Rijksmuseum, jhr. dr. D. C. Röell. De
rondgang, die drie kwartier duurde, ein
digde in de Nachtwachtzaal. Kort na vijf
uur vertrokken de koninklijke gasten per
auto naar het paleis op de Dam.
Galadiner
Om kwart voor acht schaarden het ko
ninklijk gezelschap, vele regeringsfunc
tionarissen en de hoofden van diplomatie
ke missies, totaal 156 personen, zich aan
het galadiner in de Burgerzaal van het
paleis.
De tafels waren versierd met fraaie
boeketten lathyrus uit de tuin van paleis
Soestdijk. Koningin Juliana en koning
Boudewijn namen plaats in het midden
van de hoofd tafel. Prins Bernhard zat
rechts van de koning met aan zijn andere
zijde prinses Irene. Links van de Konin
gin zaten de Belgische minister-presi
dent Eyskens en prinses Beatrix. Koning
Boudewijn en prins Bernhard waren in
groot ceremonieel tenue.
De Koninklijke Militaire Kapel bracht in
de aangrenzende zaal lichte muziek ten
gehore.
Toespraken
Aan het galadiner hebben koningin Ju
liana en koning Boudewijn toespraken ge
houden. De Koningin zei:
Koningin Juliana richtte zich met de
volgende toespraak tot koning Boudewijn:
„België is welkom in Nederland. Dit is
u gebleken overal waar u vandaag is ge
weest, het is u zelfs van de daken toege
roepen. Het zal zo zijn alle dagen van uw
bezoek. Mogen de indrukken ervan altijd
in uw herinnering blijven voortleven. Wij
verheugen ons over uw aanwezigheid met
de oprechte vreugde van de goede buren
en bondgenoten, die wij voor België wil
len zijn en blijven.
Onze beide volken werden in het jongste
verleden aaneengesmeed in het vuur dat
de oorlog over ons deed komen, in de ge
meenschappelijke krachtsinspanning en
het gemeenschappelijk ondergane leed.
Vaak hebben wij elkander de helpende
hand mogen bieden in de veelbewogen
omstandigheden die deze eeuw kenmerk
ten.
Uit de smeltkroes van de tweede wereld
oorlog is de Benelux ontstaan. Drie lan
den zijn daarin te zamen sterk omdat hun
lot is vervlochten door in gelijkwaardig
heid samen te gaan. Zij gaan elk hun
eigen weg, maar zij gaan gemeenschap
pelijk in dezelfde richting voorwaarts.
Over de eeuwen heen en ondanks een
ver uiteenlopende historische ontwikke
ling en zelfs onenigheid blijkt aldus de
lotsverbondenheid der lage landen in deze
tijd weer duidelijk. Het zijn zuster-naties,
waarbij wij onze zuiderbuur, met haar
hoge middeleeuwse cultuur, gaarne als de
oudste willen erkennen. Wij bewonderen
de vele en grote gaven, die het Belgische
volk en vele Belgen ons tonen en die zij
op ieder gebied, zo dikwijls met fantasie
en met energie, tot uiting weten te bren
gen. Bovendien zijn wij twee volken, die
zich beiden eeuwen lang het „Eendracht
maat Macht" als devies voor ogen heb-
en gehouden en die dit dus ook in groter
verband moeten kunnen toepassen.
Ik herinner mij goed het officiële be
zoek van uw vader aan mijn moeder in
1938, dus kort vóór de oorlog. Ik herin
ner mij ook hoe uw vader in deze zelfde
zaal sprak over het samengaan der klei
ne landen en over het gewicht, dat zij te
••men in de schaal kunnen leggen o.a.
met deze woorden: „De toenadering van
kleine staten verruimt de sfeer van hun
actie en van hun gezag". Deze toen nog
koene gedachte trof mij sterk en bleef mij
bij, ook al scheen zij gelogenstraft dooi
de machtsverschuiving, die met de oor
log als een lawine zelfs ons volksbestaan
wel had willen uitwissen. Zij bleek even
wel toch waar te zijn, toen de Benelux
ontstond en die zich steeds duidelijker
begon af te tekenen en levensvatbaarheid
ging vertonen. De Benelux gaf bovendien
nog de impuls tot grotere groeperingen.
Als een drie-, vier-, ja véél-trapsraket
heeft die gewerkt. De Kolen- en Staalge
meenschap ontstond en daarmee werd de
supranationale idee voor 't eerst verwe
zenlijkt. De Europese Economische Ge
meenschap en Euratom kregen hun be
slag in het allerjongste verleden, als be
langrijke nieuwe impuls. Wij vergeten
evenwel niet dat Europa nog groter is dan
deze zes en dat ons ideaal blijft in innige
gemeenschap met dit ons gehele wereld
deel te leven. De ontwikkeling tot de uit
eindelijke éénwording van Europa ligt in
het verlengde van deze gedachte.
In vroeger eeuwen was in onze Europe
se ogen alleen Europa van belang de
inter-Europese tegenstellingen leken ons
wereldconflicten hetgeen de eerste we
reldoorlog nog scheen te bewijzen.
Sindsdien hebben wij geleerd, dat het
perspectief wijder is. Wij leven in een
Noord-Atlantische saamhorigheid, en
wij zijn leden van de Verenigde Naties.
Wij vergeten daarbij niet, dat deze gehele
wereld een ondeelbaar geheel is in be
ginsel en steeds meer in de praktijk.
Wie echter aardrijkskundig gesproken
eenzelfde buurt vormen, mogen zich ge
waarschuwd achten, om zich samen tot
die buurtgemeenschap te ontwikkelen, die
dient tot groter welzijn van al zijn deel
genoten. Dit „verruimt de sfeer van hun
actie en van hun gezag". De som der we
derzijdse lusten, verminderd met die dei-
wederzijdse lasten, is toch nog altijd aan
merkelijk meer dan een simpele optel
ling en zo worden de ontwikkelingsmoge
lijkheden voor de leden van zulk een ge
meenschap onevenredig vergroot. Zij het
ook dat zij daarenboven nog elders door
sterke banden verbonden mogen zijn of
blijven.
Noodgedwongen en moeizaam went
Europa aan deze gedachte, die oorspron
kelijk te danken is aan de vooruitziende
blik van enige grote wijze figuren en aan
de stoere volharding van het. oprecht idea
lisme van velen die trachten het nog te
trage gemoed van de Europese kolos in
beweging te zetten.
Majesteit, het is voor mijn man en mij
persoonlijk een vreugde, u hier als onze
gast te verwelkomen. Het Nederlandse
volk ziet in u een sympathieke vertegen
woordiger van het Belgische. Ik moge dit
hartelijk gemeende welkom tot uiting
brengen door te uwer ere mijn glas op
te heffen en tevens te drinken op het
welzijn van uw familie en van heel het
Belgische volk en op de lotsverbondenheid
en vriendschap van onze beide naties".
In zijn antwoord zei koning Boudewijn:
„Het' heeft Uwe Majesteit behaagd mij
te verwelkomen met woorden die mij
recht naar het hart zijn gegaan. Daarbij
heeft uw volk mij onthaald op een zo
vriendelijke wijze als alleen van goede
buren en bondgenoten kan worden ver
wacht. Ik ben gelukkig Uwe Majesteit de
verzekering te kunnen geven dat de ge
voelens der Belgen voor hun broeders uit
Nederland even hartelijk zijn.
Bovendien hebben zij een culturele sa
menhorigheid te danken aan een voor
Vlamingen en Nederlanders thans meer
dan ooit bereikte eenheid van omgangs
taal, waarboven een bemoedigende een
heid der Nederlandse literatuur is uitge
groeid. Dit verlengt en volmaakt de van
ouds, langs Rijn, Maas en Schelde ver
wisselde luister van onze beide schilders
scholen.
Men kan zich voor twee buurvolkeren
nauwere banden bezwaarlijk voorstellen.
Bij de natuurlijke wedijver die daardoor
is ontstaan, hebben wij steeds de deugden
mogen bewonderen die het kenmerk
uwer landgenoten zijn: de vastberaden
heid, het doorzettingsvermogen, de vlijt
en een onvergankelijke liefde voor de
vrijheid.
Deze hoedanigheden werden eens te meer
in het daglicht gesteld door Uwe Majes
teit en haar regering, bij het ontwerpen
van het Deltaplan.
Met een helder inzicht in de toekomst
heeft de Waterstaat met zijn knappe in
genieursstaf het aangedurfd één der stout
moedigste verwezenlijkingen van onze
tijd te ondernemen.
De gemeenschap van belangen, die aan
de grond ligt- van ons beider lotsbestem
ming, openbaarde zich op een merkwaar
dige wijze toen in 1939 koningin Wilhel-
mina en mijn vader een uiterste poging
deden om de tweede wereldoorlog af te
wenden. Helaas, het edelmoedig gebaar
van beide staatshoofden was vergeefs.
Maar het heeft ons nog dichter tot elkaar
gebracht in de strijd die Nederland en
België, vijf jaar lang. voor het behoud en
de herovering van hun onafhankelijkheid
voerden.
Tegenover de geweldige coalities die in
de wereld tot stand kwamen, moeten zij
zich verenigen willen zij niet tenonder
gaan. Deze, louter defensieve verstand
houding, kan hen niemand euvel duiden:
haar vredelievend karakter is immers de
weerspiegeling van onze volksverzuchtin
gen en van onze aangeboren behoeften aan
veiligheid.
Wij willen in vrede leven.
Daarom zijn wij vast besloten de soeve
reiniteit van onze landen, de vrijheden en
idealen die de grondslag zijn van onze be
schaving, tot het uiterste te verdedigen.
Met geen ander oogmerk zijn wij bij de
N.A.V.O. aangesloten.
Wij weten dat ook op economisch terrein
een onderlinge verstandhouding broodno
dig is. Uwe Majesteit heeft de woorden
aangehaald die mijn vader reeds in 1938
tot koningin Wilhelmina richtte en die he
den nog van toepassing zijn. Deze gedach
te is de grondslag van Benelux, waarvan
het nut en de noodzakelijkheid, nu reeds,
onbetwistbaar zijn gebleken.
Vanzelfsprekend zijn deze akkoorden
voor aanpassing en verbetering vat
baar. Ik ben ervan overtuigd dat onze re
geringen de formules zullen vinden die,
soepel en doelmatig, onze gemeenschap
pelijke belangen zullen dienen zowel op
het gebied der economie als op dat dei-
waterwegen. De pimcipes van gelijkheid
en rechtvaardigheid, zonder welke een
waarachtige en weldoende samenwerking
niet denkbaar is, zullen hen hierin leiden.
Benelux is dus de kern van onze econo
mische betrekkingen geworden. Dank zij
de gemeenschappelijke markt zijn zij voor
een nog ruimere ontplooiing" aangewezen.
Met Uwe Majesteit hoop ik dat onze
markten zich voorspoedig mogen ontwik
kelen, tegelijk met de Europese gedach
te, die de kans op vrede en welvaart ver
groot.
Ik verheug mij over de vriendschappe
lijke betrekkingen die onze beide huizen
erop nahouden. Moge de toekomst deze
banden nog verstevigen. Zij mogen een
symbool voor harmonieuze samenwerking
tussen onze landen wezen.
Ik dank Uwe Majesteit, en door haar 't
Nederlandse volk, voor het onvergetelijk
onthaal dat mij hier te beurt valt en ik
drink op het geluk en op de welvaart van
Uwe Majesteit, van de Prins der Neder
landen, van de koninklijke familie en van
de ganse natie".
Het bezoek van koning Boudewijn aan I gin Juliana en Prins Bernhard pauze-
het Rijksmuseum. De koning, Konin- I ren even bij de „Schuttersmaaltijd"
van Van der Helst.
Vanmorgen heeft de N.T.S. een recht
streekse reportage gegeven van het bezoek
van koning Boudewijn aan Rotterdam. Leo
Pagano, de commentator, gaf er blijk van
heel wat van Neerlsnds eerste havenstad
af te weten. De kijkers kregen dank zij
bewegelijk camerawerk niet alleen een
voortreffelijke indruk van de drukte die
met de aankomst van de Belgische koning
gepaard ging, maar tevens een goed beeld
van de steeds weer boeiende bedrijvigheid
op en om de Nieuwe Waterweg. Een aantal
goede close-ups bracht de puf-hitte waar
onder het gezelschap gebukt ging in beeld.
Deze korte reportage werd besloten met
een opname van de afvaart van de „Eras
mus", waar het hoge gezelschap de lunch
zou gebruiken en waarmee een tocht naar
de Deltawerken zou worden ondernomen.
Het zesde zomerconcert van het Noord
hollands Philharmonisch Orkest heeft
plaats op donderdag 16 juli. Het concert,
dat onder leiding staat van Marinus Adam,
wordt geopend met de Sinfonia in Bes van
oh. Chr. Bach. De bekende Nederlandse
pianist Gerard Hengeveld is solist in het
vijfde pianoconcert van Beethoven. Na de
pauze volgt een uitvoering van de vierde
symfonie van Tsjaikofsky.
HET STAATSBEZOEK VAN de Koning
der Belgen geeft aanleiding in herinne
ring te brengen, hoezeer ook op het Bin
nenhof reeds terstond bij de herleving van
de Kamers na afloop van de tweede we
reldoorlog, op verblijdende wijze op de
voorgrond kwam te staan de, vergeleken
bij weleer, aanmerkelijk verbeterde ver
standhouding tussen België en Nederland.
Op 22 november 1945 toch de Tweede
Kamer was juist aan het werk gegaan
deed de voorzitter mededeling van een bij
hem ingekomen telegram van zijn Belgi
sche collega. Deze, de heer Van Cauwe-
laert, een oud vriend van Nederland zond
gelukwensen bij gelegenheid van de her
opening van de Staten-Generaal. Hij uitte
tevens de beste wensen voor Nederland's
herstel „van de rampspoed welke het on
der de gruwel van de ooi-log en de ver
drukking van een gewetenloze vijand vijf
jaar lang had moeten dragen." Het slot
van het telegram luidde: „Moge de vriend
schap en solidariteit tussen Nederland en
België, versterkt door het gemeenschap
pelijk lijden en verzet, voor beide landen
in de dagen van vrede een bron wezen
van toenemende voorspoed, geestelijke
vooruitgang en vertrouwen in een vreed
zame en veilige toekomst. „Blijkens het
in de Handelingen geboekstaafde volgden
hierop tekenen van instemming. Dat was
heel begrijpelijk. De Kamer toch besefte
ten volle het verheugende in dit telegra
fisch gebaar van de Belgische Kamer der
volksvertegenwoordigers. Het getuigde
immers van een nieuwe geest, te weten
van die. welke, goede samenwerking tus
sen de beide buurlanden voorstaat. Wel
aan, daartoe is het meer en meer geko
men. Zeker, hier en daar hapert er nog
wel eens iets aan die samenwerking, maar
in het algemeen genomen valt zij onge
twijfeld goed te noemen. Bij verschillende
gelegenheden hebben trouwens ook de
Tweede en de Eerste Kamer getoond, dat
zij het nodige willen bijdragen tot ver
sterking van de banden van uiteenlopende
aard tussen België en Nederland.
Minister De Quay op dreef
De Kamer van Vijfenzeventig heeft in
de afgelopen week slechts één dag verga
derd. Dat kon niet anders, aangezien het
bezoek van Koning Boudewijn tal van mi-
V
fk de volwaardige.geheel metalen 6*6 camera
a
nisters verhinderde en hetzelfde gold
in sommige opzichten onder meer ook voor
de beide Kamervoorzitters de overige
dagen in 's lands vergaderzaal aanwezig
te zijn.
Doordat minister Luns in den vreemde
vertoefde, moest de minister-president, tij
delijk voor hem invallen. Nu, hij deed dit
met succes, toen hij in de Tweede Kamer
de communistische afgevaardigde de heer
Bakker van antwoord had te dienen op
diens interpellatie over het feit, dat een
op 6 mei jl. met de Verenigde Staten ge
sloten uitvoeringsovereenkomst van het
verdrag van 1950 tot wederzijdse hulpver
lening inzake verdediging, niet aan de
goedkeuring der Staten-Generaal onder
worpen is. Staatsrechtelijk was de nu ge
volgde gang van zaken geheel en al in or
de. Duidelijk toonde minister De Quay
aan, dat het hier geenszins een zelfstan
dig verdrag betrof, gelijk de interpellant
beweerde, doch een uitvoeringsovereen
komst en dan nog wel een, waartoe de
regering al bij het hoofdverdrag van 1950
gemachtigd was geworden haar te sluiten
zonder dat de Kamers er nog eens aan te
pas zouden hoeven komen. Öok de stel
ling van de heer Bakker, dat de uitvoe
ringsovereenkomst afwijkingen van de
grondwet zou inhouden, weshalve zelfs
een goedkeuring met 2/3 meerderheid ver
eist zou zijn, wist minister De Quay met
geslaagde argumenten te weerleggen. Met
uitzondering van de communisten en van
de beide pacifistische socialisten bleek de
gehele Kamer aan de zijde van de minis
ter te staan,. Zodoende verwier f ...de com
munistische motie, waarin alsnog een
goedkeuringswet werd verlangd, slechts
vijf stemmen. Niet onpikant was, dat al
leen dank zij de pacifistische socialisten
het onontbeerlijke aantal van vijf handte
keningen bereikbaar was om de motie als
voldoende ondersteund in behandeling te
kunnen nemen.
Van oppositie tot regeringspartij
Een niet onvermakelijke gedachtenwis-
seling vond er dinsdag plaats, toen het
wetsontwerp tot wijziging van de wet op
de lijkbezorging aan de orde was. Hoe
zulk een op zichzelf nu niet bepaald amu
sant onderwerp nog stof tot vermaak kon
opleveren kan men zich misschien toch
wel voorstellen, zo men bedenkt, dat hier
bij de socialisten een, van hun standpunt
uit bezien, schone kans kregen de libera
len te laten voelen, dat zij zich in een
moeilijk parket bevonden. In 1955 was ten
langen leste een regeling in het leven ge
roepen, waardoor onder bepaalde voor
waarden lijkverbranding wettelijk toe
laatbaar is. De liberalen, die toen in de
oppositie waren, verweten de socialisten,
dat deze als regeringspartij het princi
piële offer hadden gebracht genoegen te
nemen met wetsbepalingen, die geens-
Om u uit te leggen, hoe het
lichaam zijn eigen toevoer van
hitte regelt en behoudt zou ik
het lichaam willen vergelijken
met een haard, een radiator
en een thermostaat. Net zoals
een haard brandstof verbruikt,
verbrandt het lichaam voedsel
en zet het dan om in energie
en warmte. Deze hitte houdt
ons lichaam op temperatuur.
Hoopt zich te veel zelfverwek
te warmte op, dan krijgt u het
gloeiend heet en voelt u zich
niet lekker. De massa warmte
die door het voedsel ontstaat
hangt, af van de hoeveelheid
voedsel en de calorieën daar
in. Om een opeenhoping van
hitte te voorkomen, heeft het
lichaam een radiator nodig en
deze functie neemt, de huid dan
over. Deze speelt de hoofdrol
bij de afvoer van de te grote
hoeveelheid warmte en ver
schaft u koelte. Verder heeft,
u een thermostaat om de graad
van de hitte, die opgewekt
wordt en weer verloren gaat
te regelen. Deze thermostaat
bevindt zich in het middelste
deel van de hersens en regelt
de lichaamstemperatuur, die
ca. 36.5 graad bedraagt. Deze
thermostaat controleert de
produktie van hormonen en
bepaalt daardoor de warmte
graad, waarbij het voedsel in
warmte omgezet wordt. De
thermostaat regelt, ook de
bloedtoevoer naar de huid, de
bloedtoevoer die naar gelang
van de hitte die het lichaam
verliest, verminderd of ver
meerderd wordt.. Is de huid
niet in staat, alleen door uit
straling vlug genoeg de hitte
af te geven, dan draait de
thermostaat de uiterst werk
zame droogmachine aan. Wij
bezitten talrijke ingebouwde
droogmachines. We kennen ze
als zweetklieren. Beginnen
deze klieren te werken, dan
bedekken ze onze huid met
vocht. Verdampt dit vocht dan
is de afkoeling tot stand geko
men. Vlugge afkoeling van de
moet u handenarbeid 's mor
gens vroeg of 's avonds afma
ken. Een koele omgeving stelt
het lichaam in staat zijn over
bodige hitte vlug aan de bui
tenlucht of de naastbijzijnde
voorwerpen af te staan en be
waart u er voor onaangenaam
warm te worden.
b. Verricht lichte werkzaam
heden gedurende de heetste
uren van de dag. Hebt u er tijd
voor, neem dan op deze uren
een krant of een boek ter hand
(Van onze medische medewerker
huid verhoogt de bekwaam
heid van de huid om het
lichaam te verlossen van al
te grote hitte.
Beschouwt u al deze gege
vens dan zult u de wegen en
de middelen vinden om u wel
bewust koel te houden. Hier'
volgen enige aanwijzingen
voor de meest praktische en
invloedrijke middelen:
a. verricht zwaar werk
(grasmaaien, spitten, sjouwen,
schoonmaken) liefst op de
koelste uren van de dag. Om
dat de lichaamswarmte door
werk belangrijk toeneeemt,
of doe een middagslaapje. Als
u rust of slaapt ontwikkelt
het lichaam de minste warmte
en daarom kunt. u bij het rus
ten veel meer warmte verdra
gen.
c. Drink veel water om te
vervangen wat u aan vocht af
gescheiden hebt. De zweetklie
ren kunnen daardoor ongehin
derd werken en de huid door
uitwaseming koel houden.
Wordt, gedurende enige tijd al
te veel zweet afgescheiden,
dan moet u het lichaam zout
bezorgen. Het extra zoutrant-
soen zal u bewaren voor het
gevoel van slapte, dat u op
warme dagen overvalt.
d. Draag ruimzittende en
lichte kleding, opdat de lucht
heel dicht bij het lichaam kan
komen. Opengewerkte stoffen
zijn het beste. Dat draagt veel
bij tot een succesvol verdam
pingsproces en maakt de huid
koel. De kleur van de kleding
is eveneens van belang. Helle
kleuren zijn koeler omdat ze
de zonnestralen weerkaatsen.
e. Laat de kamer op een
warme dag eens luchten door
ramen en deuren tegen elkaar
open te zetten.
f. Neem op heel warme da
gen twee of driemaal een
lauwwarme douche. Lauw
warm water brengt het hete
bloed aan de oppervlakte en
voert de overtollige, warmte
af. In strijd met de gebruike
lijke opvatting koelt een ijs
koude douche het lichaam niet
zo sterk af als een lauwwarme.
U kunt de douche met een
korte besproeiing met koud
water beëindigen, maar het
water mag niet te koud zijn.
g. U zult zich veel prettiger
voelen wanneer u voor de zo
mer er voor zorgt uw teveel
aan gewicht, kwijt te raken.
Vet isoleert en maakt het een
lichaam moeilijker om af te
koelen. Is uw gewicht nor
maal of beter nog te laag
dan kunt u de zomerhitte beter
verdragen. Wilt, u het dus
graag koel hebben, denkt u
dan aan de slanke lijn.
h. Het. is beter om in de zo
mer weinig voedsel te eten dat
eiwit en vet bevat. Voedsel
met eiwit doet de temperatuur
stijgen, waardoor het lichaam
zijn brandstof verbrandt. Let
dus op het voedsel, dat u in uw
lichaam opneemt.
i. Vertrouw niet op de goede
invloed van verkoelende dran
ken die ijskoud zijn.
Zij geven geen verkoeling. Als
een ijskoude substantie
water inbegrepen het
lichaam binnendringt, dan
werkt deze een voorbijgaande
schok uit op maag en inge
wanden. Als gevolg daarvan
stroomt het bloed naar de or
ganen waar het zijn warmte
juist niet kwijt kan.
Ijskoude dranken storen dus
het warmteverlies; bovendien
zit er meestal veel suiker in,
waardoor het lichaam nieuwe
brandstof ontvangt. Het
lichaam verbrandt deze suiker
gauw en wekt nieuwe warmte
op. Zo wordt uw onaangename
gevoel op hete dagen eerder
erger dan beter.
j. Zorg ervoor in een goede
stemming te zijn. Uw manier
van denken staat in nauwe sa
menhang met wat u voelt.
Vrolijke gedachten verminde
ren uw onaangenaamheden. U
zult ontdekken dat u veel min
der last van de hitte hebt als
u er niet de hele dag over
praat. Hoe meer u zich over de
hitte opwindt des te zwaarder
wordt ze om te verdragen.
zins aan de burgers volle vrijheid verle
nen zich te laten cremeren. Begraven
bleef i-egel en crematie werd slechts als
uitzondering toegestaan en dit dan met
behulp van diverse beperkende voor
schriften. Het thans behandelde wetsont
werp beoogde in sommige opzichten een
wat soepelere regeling in het leven te roe
pen. Maar het geeft toch niet die vrijheid,
waarvoor de liberalen zich destijds en ook
nog laatstelijk in de verkiezingsstrijd
warm hebben gemaakt. Zijnerzijds schiep
de heer Scheps (P.v.d.A.) er behagen in
zowel professor Oud als diens partijge
noot in het kabinet, minister Toxopeus,
onder de neus te duwen, dat zij nu op
hun beurt iets bleven slikken, dat hun
eigenlijk niet lag. Op zichzelf had de mi
nister schoon gelijk, toen hij erop wees,
dat hij, die trouwens het ontwerp in
kwestie, nog afkomstig van het kabinet-
Drees, bij zijn optreden had aangetrof
fen, niet alles wat hem niet geheel zint
op grond van zijn beginselen, uit te ver
dedigen wetsontwerpen kan verwijderen,
aangezien hij immers deel uitmaakt van
een ploeg, waarin de meerderheid ande
re dan liberale beginselen voorstaat. De
juistheid dier stelling viel niet te ontken
nen. Intussen was het voor de liberalen
een goede les, dat zij, wanneer zij in de
oppositie zijn, de regering en de regerings
partijen niet dienen te verwijten, wat zij
zelf van oppositie tot regeringspartij ge
worden, op hun beurt doen: te weten,
zich in een aantal opzichten voegen naar
hun coalitiegenoten. Daarvoor hadden zij
vroeger. niet voldoende oog en dit kregen
zij nu op geestige wijze op hun boterham.
De sociaal-economische nota
Wie in de wandelgangen van de Kamer
het. oor te luisteren legt, kan daar heel
wat horen over de strijd, die zich de vol
gende week op het Binnenhof zal afspelen.
Vooral het feit, dat blijkens de door de
regering aangekondigde plannen, de huur
verhoging aan de orde zou komen, voor
dat eerst de lonen zijn bijgetrokken, d.w.z.
voordat zekere achterstand met betrek
king tot het loonpeil zou zijn ingehaald,
doet heel wat wenkbrauwen fronsen. Met
name zit men hiertegen bij de K.V.P. nog
al aan te kijken. Men geeft zich daar on
der anderen rekenschap van de bezwaren,
welke de regeringsnota bij de Katholieke
Arbeiders Beweging heeft ontmoet als
ook bij het Christelijke Nationaal Vakver
bond om van het N.V.V. nu maar te zwij
gen.
Niet uit het oog moet men voorts ver
liezen, dat de aanvoerder van de Tweede-
Kamerfractie, professor Romme, bij het
debat over de regeringsverklaring ken
baar heeft gemaakt, dat optrekking der
lonen aan de huurverhoging vooraf zou
moeten gaan.
Zal de gedachtenwisseling op het Bin
nenhof het kabinet-de Quay er toe bren
gen, bv. door sommige termijnen wat te
wijzigen, een beetje water in de wijn te
doen? Het is niet makkelijk hierop een
stellig antwoord te geven. Vergis ik mij
niet, dan vindt er tussen de K.V.P.-frac-
tie en de ministers nog wel enig binnen
kamers overleg plaats. Intussen eist op
zichzelf een krachtig regeringsbeleid, dat
het kabinet in het algemeen voet bij stuk
houdt. Het kan er trouwens van op aan, dat
zelfs indien al sommige tot een van de re
geringspartijen behorende Kamerleden
er toe zouden overgaan te stemmen voor
een eventueel tegen de regeringsplannen
gerichte motie, niettemin nog altijd een
behoorlijke meerderheid steun aan het
kabinet zou geven. Enig ernstig gevaar
voor een parlementaire nederlaag kan ik
dan ook moeilijk bespeuren. Inmiddels
wist een van de vooraanstaande figuren
van de K.V.P.-fractie me te vertellen dat
het er naar uitziet, dat nog voor 1 janua
ri voor ongeveer 4/5 van de arbeiders een
loonsverhoging, als gevolg van wijzi
gingen in de collectieve arbeidscontrac
ten zou ingaan. Als men dan bovendien
nog vermag te bereiken, dat er voor de
hier bedoelde 1/5 van de werknemers
een bevredigende oplossing inzake hun
lonen gevonden wordt, zal er zich voor
professor Romme en zijn aanhangers vol
gende week geen moeilijkheid van beteke
nis meer voordoen.
D r. E. van Raalte
Advertentie
Hofdijkstraat 32 - Haarlem - Tel. 12181
lordensstraat 53 - Haarlem - Tel, 127.30
ERKENDE GAS - WATERFITTERS
Boete voor belediging. Het Haagse
gerechtshof heeit overeenkomstig het von
nis van de politierechter een boete van
40.opgelegd aan een caféhouder uit
Boskoop, die op zijn café een bord had
aangebracht met de tekst: „Wegens ver
krachting van de Drankwet door B. en W.
van Boskoop zijn wij gesloten". De café
houder had het bord aangebracht omdat
hem een verlof-A was geweigerd op grond
van zijn slechte gedrag.