MENSELIJKE PSYCHE IS GEEN VERKEERSREGLEMENT
KUNST DIE MEER IS DAN KUNST
STEMMINGEN EN KARAKTEREIGENSCHAPPEN
ALS OORZAAK VAN VERKEERSONGELUKKEN
Litteraire
Kanttekeningen
EZELS ONDERWEG
,Het stenen bruidsbed5
een voortreffelijke
roman van Mulisch
ZATERDAG 11 JULI 1959
E*bij
PAGINA DR
VANDAAG, MORGEN OF DE VOL
GENDE WEEK kunt u verantwoor
delijk zijn voor een verkeersonge
luk. Zou dit gebeuren, dan is er
een kans van tachtig percent, dat
de oorzaak gezocht moet worden
in een kleine storing van uw per
soonlijkheid. Het kan een heel
korte geestelijke inzinking zijn,
die in de regel volstrekt onge
vaarlijk is, maar die, als u achter
het stuur zit, uw reactiesnelheid
kan verminderen, uw beoorde
lingsvermogen ongunstig beïnvloe
den of u blind maken voor de ge
varen van de weg. Deskundige
onderzoekers in de Canadese
provincie Ontario schatten, dat
tachtig percent van alle auto
ongelukken waardoor jaarlijks
drieduizend mensen het leven
verliezen in Canada hun oor
zaak vinden in psychische sto
ringen bij automobilisten. Heel
vaak zijn het lichte storingen,
maar ernstige gevallen komen
opk voor. Zo stelden de deskun
digen van een psychiatrisch insti
tuut in Chicago vast, dat veertig
percent van de verkeersovertre-
ders in die stad een zodanige
psychische gesteldheid hebben,
dat psychiatrische behandeling
nodig zou zijn. Maar ook de lichte
gevallen' kunnen fatale ongeluk
ken veroorzaken. De deskundigen
wijzen er met nadruk op, dat
ieder mens onderhevig is aan
kleine geestelijke of psychische
storingen, die zeer gevaarlijk kun
nen zijn in het verkeer. „De ge
vaarlijkste van allen", aldus in
specteur Albert Witts (Ontario),
„is de man, die zich een goed
rijder vindt en meent, geen last
te hebben van storingen. Vooral
deze houding kan een ernstig
ongeluk veroorzaken", ledereen
is ooit een slechte rijder.
Psychiatrisch Hospitaal te Toronto zegt,
dat niemand zich behoeft te schamen, als
hij of zij zich eens een beetje irrationeel
gedraagt. „Het bewijst alleen maar, dat
u menselijk bent". Maar omdat zelfs de
meest begrijpelijke kleine psychische sto
ring kan leiden tot doden en gewonden
en dit is het geval, als u achter het stuur
zit „is het heel belangrijk, die storing
zelf vast te stellen en er dan iets aan de
doen!" Hoewel reeds vaststaat, dat er een
nauw verband bestaat tussen psychische
storingen en slecht rijden, geven de psy
chiaters en psychologen toe, dat er nog
heel veel onderzoekingen nodig zullen zijn,
voor zij de antwoorden kunnen geven, die
zij op den duur willen en moeten geven.
„Er zullen jaren nodig zijn om het nodi
ge materiaal bijeen te brengen", zei ko
lonel Walter Reynolds, commissaris van
Verkeersveiligheid in Ontario, „maar de
feiten, die wij nu kennen, zijn al heel
erg bezwarend".
Dergelijke feiten kwamen bij voor
beeld aan het licht in Londen (On
tario). Dr. William Tillman onderzocht
zesenzeventig taxi-chauffeurs om te zien,
of de ongelukken-veroorzakers punten
van overeenkomst hadden. Chauffeurs
die nooit een ongeluk hadden gehad, kwa
men bij de persoonlijkheidstests goed uit
de bus. Tweederde van het aantal slech
te chauffeurs bleek anti-sociaal te zijn en
alle ongelukkenveroorzakers waren im
pulsief en onrijp. „Onbewuste gevoelens
van minderwaardigheid of vijandigheid
kunnen worden gecompenseerd door de
gaspedaal diep in te drukken", zei dr.
E. J. Kelleher, directeur van een psychia
trisch instituut in Chicago, waar ver-
keersovertreders werden getest. Dr. Kel
leher is van mening, dat automobilisten,
die roekeloos rijden en „de verkeersvoor-
schriften overtreden alleen, omdat zij dit
prettig vinden", dit vaak doen om te pro
beren, emotionele spanningen op te heffen.
MAAR NIET ALLE verkeerszonden zijn
het gevolg van lichte of normale psychi
sche storingen. In de Kliniek voor Ver
keersveiligheid (een soort psychiatrische
rechtbank) te Detroit onderzocht men 832
verkeerszondaai's. Bij dit onderzoek bleek,
dat er slechts 79 waren, die geen ernsti
ge psychologische problemen hadden. Ne
gentig anderen waren- zwakzinnig of op
de grens van zwakzinnigheid, terwijl 154
onderzochte automobilisten een intelligen
tie hadden, die lager was dan het gemid
delde. De overige 509 leden aan ernstige
storingen of ziekten, als daar zijn psycho-
neurosis, seniliteit, alcoholisme, para
noia of schizophrenic. Het ernstigste
aspect van deze cijfers is, dat er zeer veel
mensen zijn, die een officiële vergunning
hebben om een auto te rijden zonder dat
hun potentieel zeer gevaarlijke afwijkin
gen onderkend zijn. „Wij hopen zo ver te-
komen", aldus kolonel Reynolds, „dat wij
iemand, die als het ware voorbestemd is
om ongelukken te maken, kunnen ontdek
ken, als hij zijn rijbewijs aanvraagt en
dan stappen kunnen nemen om hem tot
een minder gevaarlijke rijder te maken".
In Ontario heeft men al enige stappen in
die richting gedaan. Zowel de aavrager
van een rijbewijs als de verkeerszondaar
kan gedwongen worden, een doktersver
klaring over te leggen, waarin de arts
verzekert, dat de man (vrouw) lichamelijk
en geestelijk gezond is. Deze attesten wor
den bestudeerd door een medische com
missie. bestaande uit een psychiater, een
psycholoog en een huisarts. Deze commis
sie kan aanbevelen, geen rijbewijs uit te
reiken of 'n bestaand rijbewijs op te schor
ten dan wel in te trekken totdat de licha
melijke en geestelijke gesteldheid van de
aanvrager (houder) weer op niveau zal
zijn. De autoriteiten erkennen, dat dit
systeem verre van volmaakt is en dat bij
routine-onderzoekingen tal van potentieel
gevaarlijke rijders niet ontdekt worden. De
voorstanders van het systeem hopen ech
ter op ingrijpende verbeteringen zodra de
uitkomsten bekend zijn van de studie en
onderzoekingen, die thans gedaan worden
door een speciaal daarmede belaste pro
vinciale commissie. In andere Canadese
provincies is men nog niet zo ver als in
Ontario, maar er is toch de neiging be
speurbaar om te komen tot een psycho
logisch onderzoek der gegadigden voor
rijbewijzen.
PERSOONLIJKE ZORGEN meestal
samenhangende met het gezin of de werk
kring van de automobilist zijn de meest
voorkomende psychologische oorzaken
van verkeersongevallen. Zo'n gevoelspro-
bleem kan van korte of lange duur zijn,
van weinig of van veel belang. De man,
die juist getwist heeft met zijn vrouw, het
meisje, wier moeder pas gestorven is, de
vrouw, wier zoon voor een belangrijk
examen gezakt is, dergelijke mensen zijn
ernstige gegadigden voor een hospitaal of
begrafenisonderneming, als zij achter het
stuur gaan zitten. Eens werd dr. Lovett-
Doust op weg naar huis aangereden door
iemand. Zijn wagen werd beschadigd. Er
was weinig verkeer en het zicht was goed.
.,De politie ondervroeg de aanrijder en ik
kon niet nalaten, hem een beetje psychia
trisch te onderzoeken", aldus dr. Lovett-
Doust. „Ik ontdekte, dat hij zeer veel
hield van zijn gezin. Maar dit vertoefde
nog in Italië. Hij was chronisch eenzaam,
had heimwee en was emotioneel oneven
wichtig Door dit alles reed hij slecht en
veroorzaakte hij een schade van vierhon
derd dollar".
Psychische storingen zijn dikwijls meer
in het oog vallend en als het ware meer
acuut dan in het geval van deze Italiaan.
Op een avond had de algemene verkoop
leider van een Oostcanadese firma een
ernstig meningsverschil met een verko
per. Hij stormde het kantoor uit, klom in
Dit zijn zegt Michael Jacot geen
ijclele bespiegelingen van een stu
deerkamer-psycholoog, maar feiten,
geconstateerd door samenwerkende
verkeersautoriteiten en psychiaters
in de Canadese provincie Ontario en
sommige delen der Verenigde Staten
tijdens hun onderzoekingen naar de
fundamentele oorzaken van verkeers
ongevallen. Aan de uitkomsten van
deze onderzoekingen wijdde Jacot
deze beschouwingen.
zijn auto en reed snel door het spitsuur-
verkeer. Hij stierf meteen, toen hij met
zijn auto met een vaart van 100 km tegen
een lantaarnpaal reed. Zelfs de kleinste
irritatie kan een automobilist brengen tot
een rampzalige daad. Dr. Lovett-Doust
vertelde ons het geval van een verkoper.
De man had juist een grote order afge
sloten en reed naar huis. Na enige tijd pas
seerde een oudere heer hem in een oude
re en goedkopere wagen dan de zijne. De
verkoper werd woedend over deze „ver
nedering". Hij drukte zijn gaspedaal in,
passeerde de oudere heer en botste in vol
le vaart op een vrachtauto, die uit een
zijweg kwam. De verkoper bracht het er
levend af, maar zijn auto werd totaal
vernield.
Nauwgezette en achtbare mensen kun
nen als automobilisten bedrieglijk gevaar
lijk zijn Achter hun degelijke, vriende
lijke en verzorgde uiterlijk gaan soms ge
vaarlijke spanningen schuil. Zij hechten
zeer veel waarde aan accuraatheid, op tijd
zijn en maatschappelijkheid. Maar vaak
zijn zij te weinig soepel. Zij kunnen niet
juist reageren op een plotseling gevaar
of onverwachte wijzigingen. En dan kun
nen die innerlijke spanningen tot gevaar
lijke explosies leiden! Een in Toronto wo
nende boekhouder verliet zijn huis steeds
om 8,25 en kwam dan om 8.45 op zijn
kantoor. Eens op een ochtend was de
straat, waar hij steeds door reed, afge
sloten. Hij sloeg een zijstraat in. Het ver
keer stokte. Hij probeerde een andere
straat. Daar was helemaal geen doorko
men aan. Hij geraakte in paniek. Pro
beerde een U-bocht te maken, raakte het
trottoir, reed op een tegenligger in en
bracht daardoor een poosje in een zieken
huis door.
GEVAARLIJK ZIJN OOK automobilis
ten, die lijden aan verstrooidheid of ge
brek aan concentratievermogen. Iemand
kan bij voorbeeld zo opgaan in zijn werk
of problemen, dat hij half in de werkelijk
heid en half in zijn verbeelding leeft. Dit
vindt men vooral bij mensen met verbeel
dingskracht, zoals schrijvers en schil
ders. Onderzoekingen wezen uit, dat onge
veer vijftien percent van alle Canadezen
chronisch aan wat we nu maar zullen
noemen „verstrooidheid" lijdt. Intus
sen, ook de man die zeg,t met beide be
nen op de grond te staan, is niet immuun
voor verstrooidheid. Een grondig onder
zoek van vrijwel ieders geestelijke ge
steldheid leert, dat nagenoeg iedereen
soms een beetje een dromer is en dus (en
dan) in lichte graad verstrooid. Dromerig
heid kan ongevaarlijk en zelfs nuttig zijn,
maar nooit, als iemand achter het stuur
zit! Ook blijmoedige mensen, die de we
reld door een roze bril bekijken en menen,
dat hun niets onaangenaams kan gebeu
ren, kunnen moeilijkheden berokkenen.
De onderzoekers van verkeersongevallen
hebben vastgesteld, dat die mentaliteit
iemand's voorzichtigheid kan verminde
ren en zijn reflexen kan vertragen. „De
vreugde om te rijden, de buitenlucht, de
zon en het gevoel van vrij te zijn" al
dus inspecteur Witts „zijn soms dode
lijk voor die blijmoedige mensen". Het
geval van een zakenman uit Toronto is
leerzaam. Dertig jaar had hij gereden en
nooit een ongeluk gehad. Eindelijk, na
twintig jaar geen vakantie te hebben ge
nomen, besloot hij, er een poosje uit te
trekken en een lange autotocht te gaan
maken. Een uur later was hij dood. Het
zicht was uitstekend. Zijn auto was in pri
ma conditie. Toch xeed hij op tegen een
locomotief op een onbewaakte overweg.
Onbegrijpelijk? Psychologen, die het ge
val bestudeerden, kwamen tot de conclu
sie, dat 's mans vreugde over zijn zo
lang uitgestelde vakantie hem in de let
terlijke zin des woords verblind had.
ZIJ, DIE BELAST ZIJN met het onder
zoek van verkeersongevallen, hebben heel
wat minder sympathie voor een ander ty
pe automobilisten, die zij verantwoorde
lijk stellen voor vijftig percent van alle
ongelukken. Dat zijn de mensen, die we
ten, dat zij roekeloos rijden, maar die het
niets kan schelen. Een politie-officier be
schreef dit type als volgt: „De man is op
weg om een belangrijke zaak af te sluiten.
Duizenden dollars kan hij verdienen.
Waarom zou hij zich druk maken over
andere mensen of een boete van een paar
honderd gulden? Wij zijn altijd blij, als
we hem de kans kunnen bieden om een
poosje over zijn houding na te denken.,
in een cel." Psychologen zijn tot de con
clusie gekomen, dat een dergelijke hou
ding vaak het gevolg is van een verkeer
de opvoeding. Te veel of te weinig disci
pline in de jeugd leidt tot een gebrek aan
zelfdiscipline. En dit tekort toont iemand
steeds en overal. Het grootste deel van
de dag wordt zo'n man misschien in toom
gehouden door een strenge baas of een
bedillerige vrouw. Maar zodra hij achter
het stuur zit en zich eigen heer en mees
ter weet, wordt zijn auto het instrument,
waarmede hij schade en dood kan aan
richten.
Een zelfde roekeloze houding vindt men
vaak bij jeugdige automobilisten, die lij
den aan een nog meer voorkomende psy
chische kwaal, te weten de drang om op
te scheppen of opvallend te doen. Eens
reed een jonge automobilist in Ontario met
een snelheid van 160 km. op de verkeerde
rijbaan en doodde zichzelf zowel als vijf
anderen bij de onvermijdelijke botsing.
Gelukkig worden de meeste jongelui hun
onverantwoordelijkheid vrij spoedig de
baas, als zij onder discipline komen en
goede rijlessen krijgen. En dan zijn zij
vaak betere rijders dan de meeste volwas
senen, omdat zij een beter reactievermo
gen hebben en in betere lichamelijke con
ditie zijn.
HEEL VEEL PRAKTISCH nuttige ge
gevens omtrent automobilisten werden en
worden verzameld in de kliniek te Detroit.
Daar worden ook zeer veel verkeersover-
treders onderzocht, die geen ongelukken
hebben veroorzaakt. Zij worden onder
worpen aan intelligentie-tests en tevens
onderzocht op hun ogen. Dan moeten ze
plaatsnemen achter een dummy-stuur en
de gast- en rempedalen gebruiken. Met be
hulp van een vernuftig toestel de
reactograaf worden hun reacties vast
gelegd. Nadien moeten zij vragen beant
woorden over verkeersborden, verkeers
regels en hun eigen leven, dus betreffende
hun familie, ziekten, betrekkingen, vrien-
TWEEMAAL, ten dele zelfs driemaal,
heb ik de jongste roman van Harry Mu-
lisch „Het stenen bruidsbed" geschre
ven in opdracht van de Regering en ge
lijktijdig door „De Bezige Bij" uitgegeven
als „Literaire Reuzenpocket" (goedkope
uitgave) en in een gebonden editie ge
lezen, elke keer met verbijstering, elke
keer met de duizelingwekkende gewaar
wording dat hier grenzen overschreden
worden: grenzen van het gangbare men
selijk ervaringsvermogen, grenzen van het
„gecultiveerde" mens-zijn, grenzen van de
in zichzelf besloten, gevangen, verstrikte
persoonlijkheid die zich „ik" pleegt te
noemen en grenzen tenslotte van de tradi
tionele romankunst. Dat ik ondanks deze
herhaalde lectuur niet met deze „roman"
in het reine ben gekomen, dat ik met geen
mogelijkheid alle associatieve elementen
ervan in hun ware be-t.eken-is zou weten
te peilen, laat staan te verklaren, doet
niets af aan mijn onvoorwaardelijke be
wondering. In tegendeel zelfs: het logisch-
önverklaarbare, het enkel intuïtief-waar
neembare, maakt niet alleen een essen
tieel bestanddeel van „Het stenen bruids
bed" uit, het is deze roman. Daarmee is
tevens de vorm ervan, de compositiewijze
waarover zo dadelijk gerechtvaar
digd als de enig mogelijke, die dit „on
denkbare en onvoorstelbare" maar niette
min hoogst reële, zou kunnen uitdrukken,
zó uitdrukken dat het zichtbaar, waarge
maakt, in zijn samenhang achterhaald
wordt en aldüs aan de oppervlakte van
het bewustzijn komt bovendrijven.
DAT MAG MISSCHIEN ietwat raadsel
achtig klinken, met mysteries en diepzin
nigheden heeft het niets van doen. Mulisch
schrijft geen allegorische, geen symboli
sche, geen mythische roman met een ver
borgen „sleutel"-probleem, dat de puzze
lende lezer dan mag trachten op te lossen.
Hij schrééf ze, soms in novellenvorm, ten
einde af te rekenen met zijn „onderwer
pen", zijn „complexen", met zichzelf en
een ontoereikend geworden verhaaltrant.
In de novellenbundel „De versierde mens"
(in 1957 verschenen bij De Bezige Bij) vol
trok zich naar mijn gevoelen een voor hem
beslissende omwenteling (die bij een zo
dynamische figuur als deze door en door
onhollandse schrijver stellig niet de laat
ste zal zijn): hij wendde zich af van de pa
rabel, van de vergelijking, van de gelijke
nissen of hoe men deze abstracte wijze van
voorstellen wil noemen, en keerde zich
naar de realiteit, zoals deze zich aan ons
innerlijk voordoet, de ware, onthullende,
schrikwekkende en bevrijdende realiteit,
waarin de mens zich van zijn verhouding
tot de werkelijkheid bewust wordt, zich
bewust tracht te maken althans.
DAT PROCES VAN BEWUSTWORDING
der achter de motieven (of zinloosheden)
verborgen driften is, als men het zo noe
men wil, het eigenlijke thema van Mulisch'
jongste roman. Een Amerikaanse tandarts,
Norman Corinth uit Baltimore, keert
twaalf jaar na de beëindiging van de twee
de wereldoorlog naar Dresden terug als
deelnemer aan een Oost-Duits congres
van dentisten. Hij wil, hij móét er terug
keren. Er is een ogenblik geweest waarop
zijn „ziel", zijn bewustzijn, ten achter
raakte bij zijn ervaringen, bij de realiteit
van zijn daden, zijn feitelijke deelname aan
het verwoestende bombardement op het
„Florence aan de Elbe", de Kunststad.
Dresden. Hóé hij dit vuurspuwende bom
bardement, deze bronstige vernietiging op
de dertiende februari van het jaar 1945
lichamelijk als een hevige bevrediging, als
een erotisch-moordzuchtige omarming on
derging, staat genoteerd in het drietal (cur
sief gedrukte) homerisch-parodistische
zangen geïnspireerd op de Ilias die
de „hoofdstukken" (zeg: bewustzijnfasen)
II tot en met IV besluiten als een confron
tatie van de Corinth-van-nu met de daad
van-toen. Nü pas wordt Corinth het ge
waar, wordt het een innerlijke werkelijk
heid met vérstrekkende, vroeg-historisch'e
perspectieven voor hem: Dresden is in een
voorwereldlijke puinhoop veranderd. Het
werd „het stenenbruidsbed", waarin de
onbekende minnares in een haat-liefde
werd gesmoord, verbrand, verpulverd en
die in levende lijve herrijst in enkele figu
ren, die deze „massacre" overleefden en
met wie Corinth oog in oog komt te staan:
Hella Viebahn, de communistische con
gresleidster, de pensionhouder Ludwig, de
chauffeur Günther, de pederastische jon
geling Eugène, de Westduitse (al dan niet
gewezen concentratiekampbeul) Schneider-
hahn. De psychische actieradius van elk
dezer figuren, ten nauwste verbonden met
de versteende stad, actualiseeert een deel
van Corinths uit het verleden opduikende
zieleleven, dat zijn ware werkelijkheid
tracht te achterhalen. Elk detail, elk ge
baar, elke nuance in de ontmoeting van
Corinth met deze overlevenden is van be
tekenis, is ontsluierend, het meest wel de
liefdeloze liefdesverhouding, die op een be
slissend ogenblik tussen Corinth en Hella
(door eeuwen en eeuwen van Helena van
Troje gescheiden en niettemin, zij het ne
gatief, met haar verbonden) ontstaat en op
hetzelfde moment aan een verstenende
doodshaat ten onder gaat. Broksgewijs in
tegreert Coi'inth de „verleden" feiten in
zijn „heden", niet in schuldbewustzijn,
evenmin ter zelfrechtvaardiging, maar als
doorgronding van zijn elementaire driften.
Misschien kan men zeggen dat hij zichzelf
onttakelt, zichzelf afbreekt tot een „puin
hoop", als men dit „zelf' dat Norman Co
rinth heet als een samenstel ziet van de
menselijke codes, die mens en maatschap
pij in deze staat van verstening, van schijn
bestaan, hebben gebracht. Corinth slaat
voor het eerst een blik achter de „code
mens". de chronologisch verlopende tijd der
zich na elkaar voltrekkende feiten wordt
in de verticale psychische tijdsorde ge
transformeerd tot een zich naast elkaar
voltrekkend proces: Attila, Timor Lenk,
Dschengis Kahn, Hitier en de bommen-
werpende Corinth zijn „tijdgenoten": ze
leven, ze plegen hun zinloze vernietigings
daden enkel uit archaïsche dadenwellust,
die in de doodsangst der bevrediging zijn
einde vindt.
IS DAARMEE DE verwoestingsorgie,
waaraan Corinth zich anno 1945 heeft
overgegeven, gerechtvaardigd, is ze als
schanddaad zedelijk verworpen? Mulisch
oordeelt niet, zijn boek ligt niet in het
ethische, noch zelfs in het „psychologische"
vlak. Hij onthult, evenals de „geliefde"
stad Dresden haar bruidssluier verscheurde
bij de aanblik van haar teisterende min
naar. Als men zijn boek leest als een his-
torisch-psychologische roman (en dus
mis-leest) is het navrant, wrang, cynisch,
wreed, „afschuwelijk" zelfs als men wil.
Maar benadert men het als wat het is, als
een verkenning van een innerlijke reali
teit in haar relatie tot de zichtbare feite
lijke werkelijkheid, ondergaat men dit
boek als een met alle mogelijke psychische
vermogens ondernomen poging om een
duistere zone van het menselijk-onbewuste
tot bewustzijn te brengen, dan betekent
deze huiveringwekkende roman (het on
derbewuste is huiveringwekkend!) een be
vrijding: een afbraak enerzijds, voor zover
hij de humanitairecode, die de primitieve
mens voor de geciviliseerde burger verbor
gen houdt, doorbreekt; een opbouw ander
zijds, voor zover de „holenmens" in het
bewustzijn van zijn alomtegenwoordigheid
onschadelijk wordt gemaakt.
MULISCH HEEFT EEN ROMAN ge
schreven, die aanspraak kan maken op een
vergelijking met de moderne buitenlandse
epiek van de eerste orde: ik noem als voor
beelden Hermann Broch, Robert Musil, Er-
nest Hemingway, Sartre of Camus,
schrijvers, die de fictie hebben doen
plaatsmaken voor een „verinnerlijking van
het verhalen", voor een doorbraak naar de
fundamentele lagen van de menselijke
existentie. Mulisch is geen „existentialist",
hij behoort tot geen enkel „-isme". Hij
trekt met een letterlijk wonderbaarlijke
intuïtie de lijnen van de gegeven werke
lijkheid door tot in het schemerduister van
het onbekende land, het terra incognita,
dat eeuwen en eeuwen her in de mens
verzonk. Als zodanig zou men zijn roman
een Columbiade en hemzelf een infra-
realist kunnen nomen. Wat van alle waar
achtige kunst, van alle litteratuur kan wor
den gezegd, dat ze méér dan kunst, méér is
dan litteratuur, is al staat Mulisch nog
betrekkelijk in het begin van zijn creatieve
kunnen van kracht voor dit „stenen
bruidsbeeld". Dat is de hoogste lof die een
jong auteur gegeven kan worden.
C. J. E. Dimti/x
den, liefhebberijen, huwelijken, afkeer,
voorkeur en vooroordelen. Op grond van
deze en nog andere gegevens wordt een
rapport geschreven, dat wordt voorgelegd
aan de verkeersrechter. Deze kan de ver
keerszondaar de keus geven tussen ge
vangenisstraf of een voorwaardelijke ver
oordeling en een psychiatrische behande
ling. De meesten kiezen het laatste, zodat
zij de kans hebben, beter te gaan rijden en
hun gevoelens te begrijpen en onder appèl
te houden.
DERGELIJKE GEGEVENS vergaart
men ook in Ontario, zij het op kleiner
schaal. Aan uitgebreide onderzoekingen
worden in de regel alleen zware verkeers-
overtreders onderworpen. De inlichtingen
worden voornamelijk ingewonnen door
ervaren ondervragers en maar weinig
door psychologen. De ondervrager begint
met het politierapport van het ongeluk te
bestuderen. Dan voert hij een aantal ge
sprekken om zoveel mogelijk te weten te
komen omtrent de persoonlijkheid en de
gewoontes van de automobilist. Is deze
niet gedood bij het ongeluk, dan begint de
ondervrager de gesprekken met hem en
bij voorkeur ten huize van de „zondaar".
„De vragen, die ik stel en de antwoorden,
die ik krijg, zijn vertrouwelijk," lichtte
Walter Heaslip toe. „Wij willen de auto
mobilist duidelijk maken, dat we niet
proberen, hem een nieuwe straf te bezor
gen. We proberen anderen te helpen door
middel van hem." Heeft de ondervrager
alle informaties verkregen van de auto
mobilist, dan gaat hij praten met de fa
milieleden en vrienden. Is de automobi
list door het ongeluk gestorven, dan pro
beert men toch van vrienden en familie
leden alle mogelijke bijzonderheden om
trent hem te vernemen, omdat deze ken
nis in de toekomst het leven van anderen
kan helpen redden. Alle verkregen inlich
tingen woi-den doorgegeven aan psycholo
gen en psychiaters, die ze bestuderen en
soms een nieuwe slechte gewoonte of gees
telijke storing toevoegen aan de reeds lan
ge lijst van ongevallen veroorzakende
„lichte en zware afwijkingen."
DE GELEERDEN HOPEN, dat de dag
zal komen, waarop zij in staat zullen zijn
om de autoriteiten te adviseren omtrent
het al dan niet uitreiken van rijbewijzen.
Dus: te kunnen zeggen, welke mensen wel
en welke niet potentieel gevaarlijk zijn
achter het stuur. Dan zal het misschien
tevens mogelijk zijn om automobilisten in
spe zo te vormen en op te leiden, dat ze
niet of niet meer gevaarlijk zijn voor le
ven, lijf en goederen van derden. En mis
schien zullen de psychologen en psychia
ters er zelfs in slagen, iedere automobilist
bewust te maken van het feit, dat hij een
potentieel slachtoffer is van eigen kleine
psychische storingen of ontsporingen.
„Het belangrijkste van alles is," aldus
inspecteur Witts, „in te zien, dat wij allen
onderhevig zijn aan dergelijke storingen
en ontsporingen. Al zouden maar vijftig
percent van alle automobilisten voor zich
zelf eerlijk erkennen, dat zij niet volmaakt
zijn en hier dan naar handelen, dan zou
het ongelukkencijfer reeds zo snel omlaag
gaan, dat wij de daling niet dan met
moeite zouden kunnen bijhouden."
Drie Spaanse ezeltjes, begeleid door
vijf studenten, zijn uit Madrid naar Ne
derland vertrokken. De ezeltjes zijn „Pla-
tero", „Reverte" en „Perez".
„Platero" is Andalusisch, „Reverte" is
Catalaans en „Perez" is Castillaans. De
studenten zullen „Platero" prinses Irene
aanbieden. De Nederlandse ambassade in
Madrid heeft reeds laten weten dat de
prinses het geschenk graag zal aanvaar
den.
Het idee ging uit van Manuel del Pozo
Ibanez, een 23-jarige student, die vorig
jaar zijn vakantie in Nederland door
bracht. Het viel hem op dat veel Neder
landers enthousiast waren over de ver
haaltjes over een ezeltje van de Spaanse
schrijver Juan Ramon Jimenez. Sinds
Franco zich van de macht meester maak
te verblijft Jimenez in Puerto Rico. In
1956 ontving Jimenez de nobelprijs voor
litteratuur.
„Reverte" en „Perez" zullen aan de
landbouwhogeschool in Wageningen en
aan een Nederlandse dierentuin ten ge
schenke worden gegeven. De vijf studen
ten gaan tot het grensplaatsje Irun per
vrachtwagen. Vrijdag begon de voet
tocht naar Nederland, waar zij eind augus
tus hopen aan te komen. De reis gaat via
Bayonne, Bordeaux, Poitiers, Tours,
Chartres, Versailles, Parijs, Valeneciennes
Mons en Brussel. De karavaan verwacht
op 22 augustus de Nederlandse grens te
bereiken (UPI).