Ramp van Barletta is een symptoom van een ontstellende janboel Op papier feite leek alles in orde, maar deugde letterlijk niets Vreedzame opmars in de wereld van kernenergie Passend einde voor Spitfire Twee vliegdekschepen achter één sleper de oceaan over Lord Ironside overleden m Franse oudstrijders in hun vroegere rechten hersteld Premies worden evenwel drastisch besnoeid Zeker zestig doden FLAT IN ROME AFGEKEURD Wetten met nageleefd Geharrewar in Wenen over het voorzitterschap Marine-straaljagers nu met Sidewinder-raketten uitgerust Boot met groot gezin in Michigan zonk, 12 doden wmmrnm WmmÊmmï Zelfs in een storm met windkracht 11 hadden we er geen last meezegt kapitein van de „Elbe" Frankrijk wil melk uit Nederland invoeren WOENSDAG 2 3 SEPTEMBER 1959 (Van onze correspondent in Rome) In vredestijd is er in Italië, tenzij bij aardbevingen, nooit een ramp voor gekomen van de omvang van die welke Barletta heeft getroffen. Hoe kon het gebeuren, dat een huis van vijf verdiepingen in een ommezien ineenstortte? Dat is de vraag, die telkens weer terugkomt en die (misschien) uit dit vreselijke ongeluk iets goeds geboren zal doen worden. Gebleken is, dat alleen enkele bewoners van de bovenste etage, er, zij het zwaar gewond, het leven hebben afgebracht. In de andere etages heeft zich niemand kunnen redden. Het huis is ingestort vroeg in de ochtend, een paar minuten voor zevenen, toen bijna alle inwoners nog sliepen. Het ging zo vlug, dat bijna allen in en met hun bed ver pletterd zijn. Dit is het tragische en tegelijk het belangrijkste aan deze ramp, Niets heeft weerstand geboden. Alle muren, alle steunbalken, het gehele ge raamte van het gebouw (beton en bakstenen) zijn tot gruis en stof geworden. Van een huis, dat dertig meter hoog was, is niets over dan een berg gruis minder dan vijf meter hoog. Meubelen, zelfs ijzeren ledikanten, ja lepels en vorken, zijn kapot en ook de lijken zijn voor het merendeel verpletterd. Het enige wat „heel" is gebleven, zijn matrassen en kleren. En vreemd genoeg, een goudvissenkom met de nog levende vissen erin. Was dit een oud huis een van de vele middeleeuwse huizen, waaraan Barletta, de kunsthistorisch meest belangrijke en meest schilderachtige stad van Apulië, zo rijk is? Integendeel, het bouwsel was nog geen zes maanden oud en eigenlijk wat het binnenwerk betreft, nog niet helemaal klaar. De „geschiedenis" van het „Palaz- 7,0" is leerzaam en doet ons enigszins be grijpen hoe zulk een ramp kon ontstaan. Ter plaatse was eerst een grote garage voor de autobussen, die de verbinding on derhouden tussen Barletta met de omlig gende dorpen. Die garage was het eigen dom van een zekere d'Oronzo (deze man heeft bij de ramp acht van zijn negen kin deren verloren), die haar verkocht aan Marozzi, ondernemer van de autobus diensten. De garage, niet veel meer dan een schuur, had een plat dak waar even tueel een verdieping op gezet kon worden. Dat „bouwterrein" werd door Marozzi verkocht aan een bouwspeculant, een in de laatste tien jaren rijk geworden metse laar Viola Del Carmine. Deze Del Carmi ne wist van de gemeente verlof te krijgen om een ontwerp te laten uitvoeren van de bouwkundige ingenieur Lombardi, waar bij op die garage maar liefst.vijf woon lagen kwamen te rusten. In Italië is het niet eenvoudig vergunning te krijgen om een huis te bouwen. Er komen heel wat paperassen aan te pas en men zou veron derstellen, dat de instanties tot wie die pa- (Van onze correspondent in Parijs) Premier Debré heeft de oudstrijders gisteren in hun vroegere rechten her steld: zij krijgen weer recht op pensioen, al zullen de uitkeringen, gezien de actue le situatie van de schatkist, voorlopig dan ook bescheiden moeten blijven. In plaats van de veertienduizend franc of ruim honderd gulden, die ze vroeger jaarlijks ontvingen, mogen ze nu maar op vijfdui zend frank rekenen. De afschaffing van hun pensioenen, als dit woord hier gebruikt kan worden, dooi de regering-De Gaulle had ook in politie ke, en in het bijzonder in rechtse, krin gen veel kwaad bloed gezet. De Gaulle had deze militaire premies echter afge schaft, om ook de oudstrijders hun aan deel in de offers, die hij van alle Fransen verlangde, te doen dragen. Met dit her stel in hun vroegere rechten heeft Debré, op verzoek van zijn geestverwant de rechts-gaullistische minister voor de oud strijders Triboulet, die al vele publieke en plechtige beloften in deze richting had afgelegd, een tegemoetkomend gebaar gedaan ten gunste van de oudgedienden, die politiek ook vaak betekenis hebben. Begrotingsguerrilla Debré heeft gisteren de hele dag aan het budget moeten besteden. Tussen ver schillende departementen, als van Oor log, Onderwijs en Opbouw, enerzijds en de minister van Financiën, Antoine Pinay, anderzijds is de laatste weken een afmat tende „guerrilla" gevoerd met als inzet: verhoging van de begrotingsgelden. Debré heeft die twisten nog niet weten te beslechten en vermoedelijk zal ook hier De Gaulle, die vandaag een regeringszit ting over deze zelfde onderwerpen presi deert, wel weer het laatste woord moeten spreken. Ter verhoging van de ambtena rensalarissen met twee percent per 1 ja- nuarii aanstaande zou echter al een be drag van vijftig miljard frank op de be groting zijn uitgetrokken. LONDEN (Reuter-AFP-UPI) Veld maarschalk Lord Ironside, chef van de Britse imperiale generale staf bij het uit breken van de tweede wereldoorlog, is op 79-jarige leeftijd te Londen overleden. Hij klom op van kapitein in het leger welke rang hij had toen hij als eerste Britse officier in 1914 in Frankrijk land de tot veldmaarschalk tijdens de twee de wereldoorlog. Hij vocht onder meer in dc Boerenoorlog in Zuid-Afrika. In okto ber 1918 was hij bevelhebber van de ge allieerde troepen in Archangel, die het volgend jaar, na achterhoedegevechten met bolsjewistische troepen, werden te ruggetrokken. In de jaren twintig heeft hij onder zijn inlandse militairen een soldaat Reza Pah- levi gehad, die later Sjah van Perzië werd. Hij is gouverneur van Gibraltar en opper bevelhebber van de Britse strijdkrachten in het Nabije Oosten geweest. Een kleine kring van intimi noemde hem „Tiny", dat wil zeggen: kleintje, maar het Britse leger kende de twee me ter lange militair als „Old Ironsides". pieren worden gericht, ook terdege zou den onderzoeken of het bouwplan aan alle eisen van veiligheid voldoet. En juist daaraan begint men na deze ramp ernstig te twijfelen. Wie de resten van de steunbalken gezien heeft, schrijft, dat het gaat om ijzeren sta ven, niet veel steviger dan die welke ge bruikt worden voor de carrosserie van een auto., in ieder geval: op de garage kwa men twintig appartementen, waarvan er vijftien aan mensen uit de kleine burger stand (ambtenaren, leraren, de stations chef van Barletta, enzovoort) werden ver kocht en reeds bewoond waren. Het kan zijn, dat ook in enkele der vijf resterende appartementen al gezinnen woonden, die hun verhuizing nog niet bij de burgelijke stand hadden opgegeven. Men weet ook niet nauwkeurig hoeveel kinderen elk ge zin had, hoewel inwonende dienstboden (afkomstig uit andere plaatsen) er wa ren. Het aantal personen, dat zich op het ogenblik van de ramp in het gebouw be vond wordt geschat tussen de negentig en de honderdvijftien. Pas wanneer al het puin geruimd zal zijn (en er werken ze venhonderd man, onder wie vijfhonderd soldaten) om dat doel binnen enkele da gen (en nachten) te bereiken, zal men on geveer het nauwkeurige aantal doden we ten. We zeggen „ongeveer", omdat de meeste lijken niet alleen onherkenbaar zijn maar ook bij stukken en gedeelten worden gevonden. In ieder geval zijn het er meer dan zestig. Er zijn enkele heel vreemde dingen bij die ramp gebeurd. Het huis vertoonde al sedert verscheidenen dagen zware scheu- ROME (UPI) De politie van Rome heeft gisteren, nog geen week na het in storten van het flatgebouw in Barletta, een inspektie uitgevoerd in een flat aan de Via Degli Equi en daar zes van de 24 families opdracht gegeven hun woning onmiddel lijk te verlaten wegens gevaar van instor ting. De zes families hebben echter gewei gerd te vertrekken en de vaders hebben nu een verklaring ondertekend waarbij zij alle verantwoordelijkheid voor de gevol gen op zich nemen. Het afgekeurde ge bouw is vijftig jaar oud. ren en men had de bouwondernemer ge waarschuwd. Juist op de ochtend van de ramp was de vroegere eigenaar van de garage d'Oronzo, met zijn jongste zoon tje vroeg opgestaan om opnieuw naar Del Carmine te gaan. Hij kwam Del Carmine op straat tegen en zei hem, dal de toestand werkelijk onhoudbaar begon te worden. Del Carmine beloofde steunen te zullen laten aanbrengen, maar zei tevens dat men zich niet ongerust behoefde te ma ken: het was een deugdelijk huis, door de gemeentelijk dienst van woningtoezicht goedgekeurd. Op datzelfde ogenblik hoor de men een hels lawaai en zagen de twee mannen het huis voor hun ogen in puin vallen. d'Oronzo wist in dat puin acht van zijn kinderen begraven. Maar hoe te ver klaren, dat het huis al niet de dag tevoren was ontruimd? De „Stampa" van Turijn schrijft, dat de bouwwetten in Italië serieus genoeg zijn, maar dat ze niet worden nageleefd. In 1958 zjjn er alleen in de stad Turijn meer dan 15.000 boeten opgelegd voor bewoning van huizen, die niet door de bouwinspectie wa ren gecontroleerd. En dat is Turijn, de meest „Europese" en noordelijke stad van Ita lië. Het blad schrijft dat in vele gevallen in het huurcontract een bepaling wordt op genomen, dat de huurder de eventuele boete (duizend lire per vertrek) betalen zal voor bewoning van een huis, dat nog niet is goedgekeurd. Is er dan zulk een wo ningnood in Italië. Integendeel, er staan in alle steden talloze woningen te huur, maar doorgaans van het duurdere soort! In Barletta en in vele andere Zuidita- liaanse steden is er onder de burgerij een sterke voorliefde om nieuwe huizen te be trekken, die meer comfort bieden dan de oude. Ook het thans ingestorte „Palazzo" bood voldoende comfort en kon zelfs aan spraak maken op de naam „luxeflat". Barletta is in vele opzichten een tragische stad. Zij heeft ruim zeventigduizend in woners en er zijn 35.000 onbewoonbaar verklaarde en natuurlijk toch bewoonde „vertrekken", meestal in oude huizen. Van alle belangrijke centra van Italië heeft deze. zeer arme stad het hoogste sterftecijfer. In 1952 is er een oud huis in gestort, waarbij zeventien personen om het leven kwamen. Op 14 maart 1956 heeft een uitgehongerde massa er de magazij nen bestormd van de Pauselijke bijstands commissie wegens ontevredenheid over de soepuitdelingen. Er werd op de mensen geschoten met het gevolg, dat er drie do den vielen en zeventien gewonden. De toe standen in die Zuiditaliaanse steden zijn waarlijk al erg genoeg zonder dat bouw- speculanten door het gebruik van ondeug delijk materiaal en het bouwen van hoge huizen op onvoldoende funderingen de zaak nog erger maken. President Gronchi heeft een nauwgezet onderzoek beloofd en tevens aangekon digd, dat wanneer er schuldigen zijn, de ze voorbeeldig zullen worden gestraft. De minister van Openbare Werken Togni, die in deze dagen in Nederland vertoeft, heeft verscherping van de wetgeving op de wo ningbouw in uitzicht gesteld. Maar van ve le zijden hoort men dat de bestaande wet ten ruimschoots voldoende zijn, mits men er slechts de hand aan zou houden. Een feit is, dat van de huizen in de laatste der tig jaar gebouwd (en we praten over hui zen die er van buiten vaak aantrekkelijk uitzien, niet over noodwoningen) er vrij wel niet een is zonder scheuren en verzak kingen. Brand in N.O.-polder. De schuur van de landbouwer J. A. Greidanus aan de Lemsterweg te Bant in de Noordoost polder is geheel uitgebrand. Daarbij ging de hele oogst aan graan, hooi en aard appelen, alsmede een transporteur, ver loren. De brandweer slaagde erin de wo ning te behouden. WENEN (Reuter-UPI) De conferen tie van de Internationale Organisatie voor Kernenergie (I.O.A.E.) is dinsdag in We nen begonnen met een verhit debat over de verkiezing van de voorzitter. De Rus sische afgevaardigde Novikov beschuldig de de Amerikanen van het gebruiken van een „koude-oorlogtechniek" door druk op de andere afgevaardigden uit te oefenen om de Japanse ambassadeur te Wenen, Foeroetsji, naar voren te schuiven. Hij betoogde dat het stellen van twee kandi daten bij internationale organisaties onge bruikelijk is en dat dit gebeurt nu Kroesj- tsjev en Eisenhower belangrijke bespre kingen vieren ter vermindering van de in- internationale spanning. Tenslotte werd Foeroetsji met 39 tegen vijftien stemmen bij zeven onthoudingen, tot voorzitter be noemd als opvolger van dc Indonesiër, dr. Sudjarwo. De nieuwe voorzitter verklaar de dat aan de groeiende behoefte van de onderontwikkelde landen aan technische bijstand niet geheel tegemoet kan worden gekomen, tenzij de I.O.A.E. over meer financiële middelen kan beschikken. Professor A. J. P. Tammes (Neder land) werd gekozen tot voorzitter van de administratieve en juridische commissie. Op de conferentie die tenminste twee we ken zal duren, zullen de plannen en de be groting voor 1960 worden besproken. Gistermiddag werd een algemene dis cussie gehouden over de toekomst van kernenergie. De Britse Nobelprijswinnaar Sir John Cockcroft verklaarde onder meer dat het Britse programma voor de aan wending van kernenergie thans in lang zamer tempo wordt uitgevoerd wegens de huidige overvloed van goedkope steenkool. Hierin zou echter verandering komen wan neer de kernenergie goedkoper zou wor den verkregen. Dr. Baba, voorzitter van de Indische commissie voor Kernenergie, verklaarde dat in sommige gebieden van India het gebruik van kernenergie voorde liger zou zijn dan het gebruik van schaarse traditionele krachtbronnen. De secretaris van de I.O.A.E., de Zwit ser Jolles, heeft op- een persconferentie gezegd, dat de organisatie het afgelopen jaar „een bescheiden maar concrete voor uitgang" heeft geboekt. Hij wees op de uit breiding van het aantal beurzen van 132 in 1958 tot 439 nu. Ook het program voor tech nische bijstand werd uitgebreid. Ondanks de schaarste aan kerngeleerden gingen er missies naar Brazilië, Birma, Grieken land, Indonesië, Pakistan, Thailand en de Verenigde Arabische Republiek. Verzoe ken om bijstand uit andere landen stape len zich echter op. Dit jaar werden 27 con tracten gesloten voor onderzoek, tegen twee in 1958. Het aantal opleidingscursus sen en de uitwisseling van geleerden nam toe. De bibliotheek van de organisatie be schikt nu over zevenduizend technische werken, driehonderd periodieken en veer tigduizend wetenschappelijke documen ten. In het afgelopen jaar werden onge veer 170.000 kopieën van artikelen ver spreid. Voorts werd goede voortgang gemaakt met het voorbereidend werk voor het op stellen van internationale veiligheidsvoor schriften. Het program van de technische bijstand is nu volledig tot ontplooiing ge komen. De volgende stap zal zijn het ver strekken van kernbrandstof aan de aange sloten landen. Critiek op traagheid in deze verwierp hij met de opmerking, dat er nog veel moeilijkheden zijn op economisch ge bied en met de veiligheidsvoorschriften. Het budget voor 1960 is met twaalf per cent uitgebreid tot 8.233.000 dollar. Het succes van de organisatie hangt voor een goed deel af van de goede betrekkin gen tussen Oost en West, aldus Jolles. Als gunstige ontwikkeling noemde hij de Rus sisch-Amerikaanse overeenkomst van 15 september, waarbij in principe werd beslo ten dc I.O.A.E. te gebruiken als verzamel- centrum voor alle dienstige gegevens over vreedzame toepassingen van kernenergie, van waaruit deze gegevens dan verspreid zouden kunnen worden onder alle landen. De Marine Luchtvaartdienst van de Koninlijke Marine heeft als eerste NAVO land op het vasteland van Europa straal jagers uitgerust met zelfgeleidende Ame rikaanse „Sidewinder"-raketten tegen vijandelijke vliegtuigen. Op de vliegbais Valkenburg heeft men volgens eigen ont werp een ophanginrichting onder de vleu gels van enige Seahawks aangebracht, die door Amerikaanse deskundigen in middels is goedgekeurd. De „Seahawk" en de „Sidewinder" wordt een ideale combinatie geacht. Hoewel de raketten nog niet werden afgevuurd, zijn toch reeds enige oefenvluchten gemaakt, die bevre digend zijn verlopen. Twee squadrons een op Valkenburg en een van de Karei Doorman zullen met de nieuwe raket ten worden uitgerust. De „Sidewinder" is drie meter lang en heeft een diameter van twaalfeneenhal- ve centimeter. De raket wordt alleen ge bruikt tegen luchtdoelen. Zij wordt in de buurt van het doel afgevuurd en zoekt het doel dan zelf op met een snelheid, die de geluidssnelheid ver te boven gaat. „Doelzoeker" waarschuwt piloot In de kop bevindt zich een zogenaamde zoeker, een soort fotocel, die reageert op infra-rood. Die reactie wordt omgezet in geluid. Als de vlieger een doel nadert dan hoort hij dat dus. Naarmate het doel meer warmte uitstraalt zal de zoeker heftiger reageren. De raket kan zijn doel over een afstand van enkele kilometers opzoeken en doet dat uitermate feilloos. Voor het doel dat de raket heeft „uitge zocht" is er geen ontkomen meer aan. Het wapen kan falen als het binnen een bepaalde hoek ten opzichte van de zon wordt afgevuurd. Ook bij mist en zware bewolking is er een kans, dat het wapen niet functioneert. Maar onder alle ande re omstandigheden wordt de trefzekerheid gegarandeerd. Ook de Koninklijke Luchtmacht zal vol gens de toelichting op de begroting van Defensie worden voorzien van „Sidewin ders". De hiervoor in aanmerking komen de vliegtuigen zullen in de komende twee jaar hiermee worden uitgerust. MUNISING (Reuter/AFP) Een moeder en tien van haar elf kinderen en een oom zijn dinsdag verdronken in het McKeever- meer in de Amerikaanse staat Michigan. De vier meter lange boot, waarin zij zaten kreeg als gevolg van overbelasting water binnen, sloeg om toen de vader van het ge zin, Leonard Larsen, de buitenboordmo tor aanzette. Larsen zelf wist, zich aan de boot vast klampend, de oever te bereiken, welke slechts ongeveer tien meter verwij derd was. De kinderen, vijf jongens en vijf meisjes, waren vijf maanden tot vijf tien jaar oud. De oudste dochter was op school toen het ongeluk gebeurde. lilSJBHPiSfc. ■MM 1 it 1 «li Terwijl de oren van de Londenaars zondag nog tuitten van de donder der straal vliegtuigen, die ter herdenking van de Slag om Engeland aan de jaarlijkse lucht- parade deelnamen, klonk daar ineens een heel oud, maar toch nog zeer familiaar geluid boven hen: het nijdige gekras van een Spitfire. Het was de laatste van een geducht en roemrijk geslacht, zonder hetwelk de Slag om Engeland nooit gewonnen had kunnen worden. Dat vliegtuigje en dat standbeeld van Nelson op de bovenste foto, hebben beide hun historische plaats gekregen. Een vuur- spuwer en een vuurvreter. De bejaarde Spitfire vertikte het overigens om op de gebruikelijke wijze te landen en dwong zijn bestuurder door plotselinge kuren tot een noodlanding, zoals veel van zijn soortgenoten in de oorlog er een hebben moeten maken. Zo vond dit oude paradepaard zijn einde op de gewijde grond van een cricketveld. De piloot, een vice-maarschalk van de RAF, maakte tegenover de spelers zijn excuses hun spel verstoord te hebben. In 29 dagen sleepte de sleepboot „Elbe" van L. Smit en Co's internatio nale sleepdienst twee „baby-flattops" (7.000 tons vliegdekschepen uit de Amerikaanse „mottenballenvloot", die voor sloop zijn verkocht) van Boston over de Atlantische Oceaan naar West- Europa, een onderneming die van con currerende zijde als bijzonder riskant werd bestempeld, zo riskant dat de goede naam van de Nederlandse zee sleepvaart ermee in gevaar kon worden gebracht. Door goed en ook door bij zonder slecht weer het furieuze res tant van de tropische orkaan Flora heeft kapitein Arie Poot de beide sloop- schepen gesleept. Er is geen tros ge broken, geen klinknagel verloren gegaan ook al woei de verf bijna van de masten. Hij is van mening, dat ook bij slecht weer een dergelijke dubbele sleep te regeren valt en dat het risico niet zoveel groter is dat de sleepvaart zou moeten bedanken voor een dergelijke sleep. „Maar je moet er het materiaal voor hebben", zegt hij. De „Elbe" heeft één van de „baby-flat tops", de „Petrof Bay", in Antwerpen voor de Boudewijnsluis gebracht. Rivier slepers namen het logge gevaarte van de „Elbe" daar over en sleepten het door de sluis naar de sloopwerf. Het tweede schip, dat de „Elbe" achter zich aan de tros heeft gehad, heeft men ter hoogte van het eiland Wight aan de sleepboot „Gele Zee" overgegeven, omdat dit sloopschip naar Zeebrugge moest. Terwijl de „Elbe" aan de Scheldekaai meerde om te wachten op een loods om de Schelde weer af te varen, op weg naar Maassluis (voor een kort oponthoud waarna weer zo'n reis begint maar nu met twee van deze schepen van Boston naar Japan, een dikke elfduizend mijl) heeft kapitein Poot hij was transport commandant toen in mei een 55.000 tons droogdok van Portsmouth naar Rotterdam werd versleept verteld van dit sleep- karwei over een afstand van 3.399 mijl. „Dit werk was geen experiment, want we hebben al zovele malen met twee of zelfs met drie sleepobjecten achter een sleepboot te maken gehad", zei hij. „Iets nieuws kon je het wel noemen omdat twee schepen van dit type achter aan de tros nog niet was voorgekomen. En met iets nieuws weet je nooit wat je te wachten staat. Dat is altijd zo in het sleepwerk. Als je denkt een sleep als een hondje te heb ben, blijkt het een lastig geval te zijn. Andersom is ook dikwijls het geval. We hebben deze twee schepen, die elk bemand waren met acht runners, achter ons genomen, elk aan een eigen tros. Dat was een sleep van bijna een kilometer lengte. De ene namen wij aan een tros van 800 meter. De andere aan een tros van on geveer 600 meter. Zij werden dus naast elkaar, maar ook achter elkaar gesleept. Zulke schepen hebben een neiging tot gie ren, maar er werd aan boord van die twee wat meegestuurd, al heeft dit niets te be tekenen als het slecht weer wordt. En dat is het op deze reis wel even geweest". „Op zondag 13 september, toen we tot een driehonderd mijl ten westen van het Kanaal waren gevorderd, werden we over vallen door het restant van de tropische or kaan „Flora". We hadden al een zware bries gehad, maar die kwam van opzij in en veroorzaakte niet veel last. Het weer bericht sprak van een opvullende depres sie die in de kern 994 millibar was. Dat wees die zondagmorgen onze barometer aan en we dachten dat we het hadden ge had. Maar die morgen om 11 uur daalde de barometer echter nog eens zeer snel met veertien millibar en daar kwam een hoop wind uit. Die storing was wel fel, maar niet omvangrijk, zodat, toen we een paar uur later de ergste wind kwijt raakten, de zee ook spoediger kalmer werd. Maar ongeveer drie uur lang hadden we wind kracht 11. De twee „baby-flattops" vielen direct dwars op de wind en het enige wat ik kon doen was rond te gaan en, langzaam draaiend om geen gevaarlijke krachten op de trossen te veroorzaken, vóór de storm weg te drijven. Dat lukte mooi. Er gebeurde niets. Maar het woei zo hard, dat de runners op het vliegdek van de bei de sloopschepen plat moesten gaan liggen, anders waren ze overboord gewaaid. Wij zijn zo voor de storm weggedreven tot ongeveer 5 uur in de middag. Toen was het centrum van de storing over ons heengetrokken en nam de wind snel af. De zee bleef nog wel ruw maar we kon den al weer wat op koers gaan liggen. Tijdens de storm bleven de beide „baby- flattops" behoorlijk uit elkaar liggen en veroorzaakten geen last". Gevraagd naar zijn persoonlijke mening over de uitvoerbaarheid en de mate van risico bij een dergelijke sleep dit naar aanleiding van een interview met de di recteur van Bureau Wijsmuller, de heer John F. Wijsmuller, waarin deze verklaar de dat het verslepen van twee vliegkamp schepen over de oceaan door één sleepboot een opgave was, die een zeeman nooit van een andere zeeman mocht vergen omdat de risico's zo groot waren, dat zij een blaam zouden kunnen werpen op de grote naam van de Nederlandse zeesleepvaart ver klaarde kapitein Poot: „Dit soort slepen is uitvoerbaar als je het materiaal ervoor hebt. Als je niet een behoorlijk aantal paar- dekrachten in je schip hebt (de „Elbe" heeft er 4.000) gaat het niet. Je moet vaart in je sleep kunnen krijgen. Je moet be schikken over eerste klas materiaal, zo dat je niet direct bij wat minder goed weer moet gaan minderen om niet teveel spanningen te verwekken, die in brokken zouden kunnen eindigen. En natuurlijk met beleid slepen! Als aan deze voor waarden niet zou worden voldaan, zou ik een sleep weigeren. Ik heb dat eens ge daan bij het verslepen van een booreiland. Ik eiste van de opdrachtgever enkele voorzieningen omdat naar mijn mening de sleep anders niet goed zou overkomen. Hij weigerde en ik weigerde eveneens, ook toen hij me voorhield dat het dan contractbreuk zou zijn. Ik kreeg mijn zin. Als de con currentie zegt, dat zij er niet aan denkt een dergelijke opdracht te aanvaarden vanwege de grote risico's dan kan dat al leen omdat haar het materiaal ontbreekt", aldus kapitein Poot. De Franse regering zal een beroep doen op België en vooral op Nederland om melk aan Parijs en andere grote steden te leveren. Men spreekt over een invoer van 100 miljoen liter melk. Alleen Parijs drinkt per dag al 1.200.000 liters melk, waarvan men de laatste weken ongeveer 150.000 liter tekort kwam. Door de droog te en de daaruit voortvloeiende vermin derde melkproduktie is er vooral in Pa rijs een groot gebrek aan melk, waarover de gezondheidsdiensten zich ernstig onge rust maken. Niet alleen als gevolg van de abnormaal droge zomer is er een tekort aan melk, maar ook doordat de boeren en de regering het over de melkprijs moei lijk eens kunnen worden. In ieder geval is de hoop van de regering en van de Pa- rijzenaars wat betreft de melkvoorziening nu vooral op Nederland gericht. Dat bij het breken van een van de tros sen de sleep verloren zou zijn, ontkende kapitein Poot ten stelligste. „We hebben dat meer bij de hand gehad. Je moet met die andere nog achter je aan de tros bij de losgeslagene in de buurt blijven. En als het stormweer is, wacht je natuurlijk af tot het wat beter wordt en de kans op vastmaken weer gunstig is. Voor de run ners is er dan hoegenaamd geen gevaar. Zij zitten op zo'n „baby-flattop" op een zeewaardig schip. Op een losgeslagen bag germolen zouden ze heel wat ongunstiger zitten". Smit heeft met deze reis getoond, dat het slepen van twee van dit type schepen door één sleepboot mogelijk is, ook als slecht weer de sleep overvalt. De „Elbe" zal over een week naar Boston vertrekken om twee „baby- flattops" door het Panamakanaal en over de Stille Oceaan naar Japan te slepen. De „Clyde" krijgt ook zulk een sleep en de sleepboot „Oostzee" zal één „baby- flattop" aan de tros krijgen. De drie sleep boten zullen in konvooi varen. Nu de „Elbe" van Smit erin is geslaagd de beide vliegdekschepen tegelijk over de Atlantische Oceaan te brengen, is schijn baar hiermede de mening van de heren John en Arthur Wijsmuller gelogenstraft, die onlangs hebben gewezen op het on nodige risico, dat de Nederlandse zee sleepvaart met het uitvoeren van derge lijke opdrachten op zich neemt. Schijnbaar, want deze geslaagde reis zegt niet alles. De heer John Wijsmuller heeft onlangs tijdens een interview met onze verslag gever gesteld, dat de reizen best kunnen lukken, maar dat een gelukte reis toch wel een reis met risico kan zijn. „De Nederlandse sleepvaart zit niet dus danig om opdrachten verlegen dat het nodig is een dergelijk risico te aanvaar den", verklaarde de heer Arthur Wijsmul ler, toen wij hem om zijn mening vroe gen over deze eerste geslaagde reis van de „Elbe". „Het experiment, zoals de directie van Smit en Co. deze onderneming zelf noem de. is gelukt. Het kan nog wel vaker luk ken. Maar daarmee is niet bewezen, dat er aan een dergelijke sleepreis geen grote risico's zijn verbonden. Zelfs die drie uren in een orkaan zeggen in dit verband wei nig. De afgelopen maanden zijn geken merkt door uitzonderlijk mooi weer, zo dat zo'n orkaan wel voor hoge windsnel heden zorgt, maar de zee toch niet in een zodanige heksenketel verandert, dat de risico's duidelijk aan het licht treden". Men blijft bij Wijsmuller op het stand punt staan dat bij het nemen van on nodige risico's de naam van de Neder landse zeesleepvaart op het spel staat.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 9