Ramp van Barletta is een symptoom
van een ontstellende janboel
Op
papier
feite
leek alles in orde, maar
deugde letterlijk niets
Vreedzame opmars in de
wereld van kernenergie
Passend einde voor Spitfire
Twee vliegdekschepen achter
één sleper de oceaan over
Lord Ironside overleden
m
Franse oudstrijders in hun
vroegere rechten hersteld
Premies worden evenwel
drastisch besnoeid
Zeker zestig doden
FLAT IN ROME
AFGEKEURD
Wetten met nageleefd
Geharrewar in Wenen over het voorzitterschap
Marine-straaljagers nu
met Sidewinder-raketten
uitgerust
Boot met groot gezin in
Michigan zonk, 12 doden
wmmrnm
WmmÊmmï
Zelfs in een storm met windkracht 11 hadden we er
geen last meezegt kapitein van de „Elbe"
Frankrijk wil melk uit
Nederland invoeren
WOENSDAG 2 3 SEPTEMBER 1959
(Van onze correspondent in Rome)
In vredestijd is er in Italië, tenzij bij aardbevingen, nooit een ramp voor
gekomen van de omvang van die welke Barletta heeft getroffen. Hoe kon het
gebeuren, dat een huis van vijf verdiepingen in een ommezien ineenstortte? Dat
is de vraag, die telkens weer terugkomt en die (misschien) uit dit vreselijke
ongeluk iets goeds geboren zal doen worden. Gebleken is, dat alleen enkele
bewoners van de bovenste etage, er, zij het zwaar gewond, het leven hebben
afgebracht. In de andere etages heeft zich niemand kunnen redden. Het huis
is ingestort vroeg in de ochtend, een paar minuten voor zevenen, toen bijna alle
inwoners nog sliepen. Het ging zo vlug, dat bijna allen in en met hun bed ver
pletterd zijn. Dit is het tragische en tegelijk het belangrijkste aan deze ramp,
Niets heeft weerstand geboden. Alle muren, alle steunbalken, het gehele ge
raamte van het gebouw (beton en bakstenen) zijn tot gruis en stof geworden.
Van een huis, dat dertig meter hoog was, is niets over dan een berg gruis minder
dan vijf meter hoog. Meubelen, zelfs ijzeren ledikanten, ja lepels en vorken, zijn
kapot en ook de lijken zijn voor het merendeel verpletterd. Het enige wat „heel"
is gebleven, zijn matrassen en kleren. En vreemd genoeg, een goudvissenkom
met de nog levende vissen erin.
Was dit een oud huis een van de vele
middeleeuwse huizen, waaraan Barletta,
de kunsthistorisch meest belangrijke en
meest schilderachtige stad van Apulië, zo
rijk is? Integendeel, het bouwsel was nog
geen zes maanden oud en eigenlijk wat
het binnenwerk betreft, nog niet helemaal
klaar. De „geschiedenis" van het „Palaz-
7,0" is leerzaam en doet ons enigszins be
grijpen hoe zulk een ramp kon ontstaan.
Ter plaatse was eerst een grote garage
voor de autobussen, die de verbinding on
derhouden tussen Barletta met de omlig
gende dorpen. Die garage was het eigen
dom van een zekere d'Oronzo (deze man
heeft bij de ramp acht van zijn negen kin
deren verloren), die haar verkocht aan
Marozzi, ondernemer van de autobus
diensten. De garage, niet veel meer dan
een schuur, had een plat dak waar even
tueel een verdieping op gezet kon worden.
Dat „bouwterrein" werd door Marozzi
verkocht aan een bouwspeculant, een in de
laatste tien jaren rijk geworden metse
laar Viola Del Carmine. Deze Del Carmi
ne wist van de gemeente verlof te krijgen
om een ontwerp te laten uitvoeren van de
bouwkundige ingenieur Lombardi, waar
bij op die garage maar liefst.vijf woon
lagen kwamen te rusten. In Italië is het
niet eenvoudig vergunning te krijgen
om een huis te bouwen. Er komen heel wat
paperassen aan te pas en men zou veron
derstellen, dat de instanties tot wie die pa-
(Van onze correspondent in Parijs)
Premier Debré heeft de oudstrijders
gisteren in hun vroegere rechten her
steld: zij krijgen weer recht op pensioen,
al zullen de uitkeringen, gezien de actue
le situatie van de schatkist, voorlopig dan
ook bescheiden moeten blijven. In plaats
van de veertienduizend franc of ruim
honderd gulden, die ze vroeger jaarlijks
ontvingen, mogen ze nu maar op vijfdui
zend frank rekenen.
De afschaffing van hun pensioenen, als
dit woord hier gebruikt kan worden, dooi
de regering-De Gaulle had ook in politie
ke, en in het bijzonder in rechtse, krin
gen veel kwaad bloed gezet. De Gaulle
had deze militaire premies echter afge
schaft, om ook de oudstrijders hun aan
deel in de offers, die hij van alle Fransen
verlangde, te doen dragen. Met dit her
stel in hun vroegere rechten heeft Debré,
op verzoek van zijn geestverwant de
rechts-gaullistische minister voor de oud
strijders Triboulet, die al vele publieke
en plechtige beloften in deze richting had
afgelegd, een tegemoetkomend gebaar
gedaan ten gunste van de oudgedienden,
die politiek ook vaak betekenis hebben.
Begrotingsguerrilla
Debré heeft gisteren de hele dag aan
het budget moeten besteden. Tussen ver
schillende departementen, als van Oor
log, Onderwijs en Opbouw, enerzijds en
de minister van Financiën, Antoine Pinay,
anderzijds is de laatste weken een afmat
tende „guerrilla" gevoerd met als inzet:
verhoging van de begrotingsgelden.
Debré heeft die twisten nog niet weten
te beslechten en vermoedelijk zal ook hier
De Gaulle, die vandaag een regeringszit
ting over deze zelfde onderwerpen presi
deert, wel weer het laatste woord moeten
spreken. Ter verhoging van de ambtena
rensalarissen met twee percent per 1 ja-
nuarii aanstaande zou echter al een be
drag van vijftig miljard frank op de be
groting zijn uitgetrokken.
LONDEN (Reuter-AFP-UPI) Veld
maarschalk Lord Ironside, chef van de
Britse imperiale generale staf bij het uit
breken van de tweede wereldoorlog, is op
79-jarige leeftijd te Londen overleden.
Hij klom op van kapitein in het leger
welke rang hij had toen hij als eerste
Britse officier in 1914 in Frankrijk land
de tot veldmaarschalk tijdens de twee
de wereldoorlog. Hij vocht onder meer in
dc Boerenoorlog in Zuid-Afrika. In okto
ber 1918 was hij bevelhebber van de ge
allieerde troepen in Archangel, die het
volgend jaar, na achterhoedegevechten
met bolsjewistische troepen, werden te
ruggetrokken.
In de jaren twintig heeft hij onder zijn
inlandse militairen een soldaat Reza Pah-
levi gehad, die later Sjah van Perzië werd.
Hij is gouverneur van Gibraltar en opper
bevelhebber van de Britse strijdkrachten
in het Nabije Oosten geweest.
Een kleine kring van intimi noemde
hem „Tiny", dat wil zeggen: kleintje,
maar het Britse leger kende de twee me
ter lange militair als „Old Ironsides".
pieren worden gericht, ook terdege zou
den onderzoeken of het bouwplan aan alle
eisen van veiligheid voldoet. En juist
daaraan begint men na deze ramp ernstig
te twijfelen.
Wie de resten van de steunbalken gezien
heeft, schrijft, dat het gaat om ijzeren sta
ven, niet veel steviger dan die welke ge
bruikt worden voor de carrosserie van een
auto., in ieder geval: op de garage kwa
men twintig appartementen, waarvan er
vijftien aan mensen uit de kleine burger
stand (ambtenaren, leraren, de stations
chef van Barletta, enzovoort) werden ver
kocht en reeds bewoond waren. Het kan
zijn, dat ook in enkele der vijf resterende
appartementen al gezinnen woonden, die
hun verhuizing nog niet bij de burgelijke
stand hadden opgegeven. Men weet ook
niet nauwkeurig hoeveel kinderen elk ge
zin had, hoewel inwonende dienstboden
(afkomstig uit andere plaatsen) er wa
ren. Het aantal personen, dat zich op het
ogenblik van de ramp in het gebouw be
vond wordt geschat tussen de negentig en
de honderdvijftien. Pas wanneer al het
puin geruimd zal zijn (en er werken ze
venhonderd man, onder wie vijfhonderd
soldaten) om dat doel binnen enkele da
gen (en nachten) te bereiken, zal men on
geveer het nauwkeurige aantal doden we
ten. We zeggen „ongeveer", omdat de
meeste lijken niet alleen onherkenbaar
zijn maar ook bij stukken en gedeelten
worden gevonden. In ieder geval zijn het
er meer dan zestig.
Er zijn enkele heel vreemde dingen bij
die ramp gebeurd. Het huis vertoonde al
sedert verscheidenen dagen zware scheu-
ROME (UPI) De politie van Rome
heeft gisteren, nog geen week na het in
storten van het flatgebouw in Barletta, een
inspektie uitgevoerd in een flat aan de Via
Degli Equi en daar zes van de 24 families
opdracht gegeven hun woning onmiddel
lijk te verlaten wegens gevaar van instor
ting. De zes families hebben echter gewei
gerd te vertrekken en de vaders hebben
nu een verklaring ondertekend waarbij zij
alle verantwoordelijkheid voor de gevol
gen op zich nemen. Het afgekeurde ge
bouw is vijftig jaar oud.
ren en men had de bouwondernemer ge
waarschuwd. Juist op de ochtend van de
ramp was de vroegere eigenaar van de
garage d'Oronzo, met zijn jongste zoon
tje vroeg opgestaan om opnieuw naar Del
Carmine te gaan. Hij kwam Del Carmine
op straat tegen en zei hem, dal de toestand
werkelijk onhoudbaar begon te worden.
Del Carmine beloofde steunen te zullen
laten aanbrengen, maar zei tevens dat
men zich niet ongerust behoefde te ma
ken: het was een deugdelijk huis, door de
gemeentelijk dienst van woningtoezicht
goedgekeurd. Op datzelfde ogenblik hoor
de men een hels lawaai en zagen de twee
mannen het huis voor hun ogen in puin
vallen. d'Oronzo wist in dat puin acht van
zijn kinderen begraven. Maar hoe te ver
klaren, dat het huis al niet de dag tevoren
was ontruimd?
De „Stampa" van Turijn schrijft, dat de
bouwwetten in Italië serieus genoeg zijn,
maar dat ze niet worden nageleefd. In 1958
zjjn er alleen in de stad Turijn meer dan
15.000 boeten opgelegd voor bewoning van
huizen, die niet door de bouwinspectie wa
ren gecontroleerd. En dat is Turijn, de meest
„Europese" en noordelijke stad van Ita
lië. Het blad schrijft dat in vele gevallen
in het huurcontract een bepaling wordt op
genomen, dat de huurder de eventuele
boete (duizend lire per vertrek) betalen
zal voor bewoning van een huis, dat nog
niet is goedgekeurd. Is er dan zulk een wo
ningnood in Italië. Integendeel, er staan in
alle steden talloze woningen te huur, maar
doorgaans van het duurdere soort!
In Barletta en in vele andere Zuidita-
liaanse steden is er onder de burgerij een
sterke voorliefde om nieuwe huizen te be
trekken, die meer comfort bieden dan de
oude. Ook het thans ingestorte „Palazzo"
bood voldoende comfort en kon zelfs aan
spraak maken op de naam „luxeflat".
Barletta is in vele opzichten een tragische
stad. Zij heeft ruim zeventigduizend in
woners en er zijn 35.000 onbewoonbaar
verklaarde en natuurlijk toch bewoonde
„vertrekken", meestal in oude huizen.
Van alle belangrijke centra van Italië
heeft deze. zeer arme stad het hoogste
sterftecijfer. In 1952 is er een oud huis in
gestort, waarbij zeventien personen om
het leven kwamen. Op 14 maart 1956 heeft
een uitgehongerde massa er de magazij
nen bestormd van de Pauselijke bijstands
commissie wegens ontevredenheid over
de soepuitdelingen. Er werd op de mensen
geschoten met het gevolg, dat er drie do
den vielen en zeventien gewonden. De toe
standen in die Zuiditaliaanse steden zijn
waarlijk al erg genoeg zonder dat bouw-
speculanten door het gebruik van ondeug
delijk materiaal en het bouwen van hoge
huizen op onvoldoende funderingen de
zaak nog erger maken.
President Gronchi heeft een nauwgezet
onderzoek beloofd en tevens aangekon
digd, dat wanneer er schuldigen zijn, de
ze voorbeeldig zullen worden gestraft. De
minister van Openbare Werken Togni, die
in deze dagen in Nederland vertoeft, heeft
verscherping van de wetgeving op de wo
ningbouw in uitzicht gesteld. Maar van ve
le zijden hoort men dat de bestaande wet
ten ruimschoots voldoende zijn, mits men
er slechts de hand aan zou houden. Een
feit is, dat van de huizen in de laatste der
tig jaar gebouwd (en we praten over hui
zen die er van buiten vaak aantrekkelijk
uitzien, niet over noodwoningen) er vrij
wel niet een is zonder scheuren en verzak
kingen.
Brand in N.O.-polder. De schuur van
de landbouwer J. A. Greidanus aan de
Lemsterweg te Bant in de Noordoost
polder is geheel uitgebrand. Daarbij ging
de hele oogst aan graan, hooi en aard
appelen, alsmede een transporteur, ver
loren. De brandweer slaagde erin de wo
ning te behouden.
WENEN (Reuter-UPI) De conferen
tie van de Internationale Organisatie voor
Kernenergie (I.O.A.E.) is dinsdag in We
nen begonnen met een verhit debat over
de verkiezing van de voorzitter. De Rus
sische afgevaardigde Novikov beschuldig
de de Amerikanen van het gebruiken van
een „koude-oorlogtechniek" door druk op
de andere afgevaardigden uit te oefenen
om de Japanse ambassadeur te Wenen,
Foeroetsji, naar voren te schuiven. Hij
betoogde dat het stellen van twee kandi
daten bij internationale organisaties onge
bruikelijk is en dat dit gebeurt nu Kroesj-
tsjev en Eisenhower belangrijke bespre
kingen vieren ter vermindering van de in-
internationale spanning. Tenslotte werd
Foeroetsji met 39 tegen vijftien stemmen
bij zeven onthoudingen, tot voorzitter be
noemd als opvolger van dc Indonesiër, dr.
Sudjarwo. De nieuwe voorzitter verklaar
de dat aan de groeiende behoefte van de
onderontwikkelde landen aan technische
bijstand niet geheel tegemoet kan worden
gekomen, tenzij de I.O.A.E. over meer
financiële middelen kan beschikken.
Professor A. J. P. Tammes (Neder
land) werd gekozen tot voorzitter van de
administratieve en juridische commissie.
Op de conferentie die tenminste twee we
ken zal duren, zullen de plannen en de be
groting voor 1960 worden besproken.
Gistermiddag werd een algemene dis
cussie gehouden over de toekomst van
kernenergie. De Britse Nobelprijswinnaar
Sir John Cockcroft verklaarde onder meer
dat het Britse programma voor de aan
wending van kernenergie thans in lang
zamer tempo wordt uitgevoerd wegens de
huidige overvloed van goedkope steenkool.
Hierin zou echter verandering komen wan
neer de kernenergie goedkoper zou wor
den verkregen. Dr. Baba, voorzitter van
de Indische commissie voor Kernenergie,
verklaarde dat in sommige gebieden van
India het gebruik van kernenergie voorde
liger zou zijn dan het gebruik van schaarse
traditionele krachtbronnen.
De secretaris van de I.O.A.E., de Zwit
ser Jolles, heeft op- een persconferentie
gezegd, dat de organisatie het afgelopen
jaar „een bescheiden maar concrete voor
uitgang" heeft geboekt. Hij wees op de uit
breiding van het aantal beurzen van 132 in
1958 tot 439 nu. Ook het program voor tech
nische bijstand werd uitgebreid. Ondanks
de schaarste aan kerngeleerden gingen er
missies naar Brazilië, Birma, Grieken
land, Indonesië, Pakistan, Thailand en de
Verenigde Arabische Republiek. Verzoe
ken om bijstand uit andere landen stape
len zich echter op. Dit jaar werden 27 con
tracten gesloten voor onderzoek, tegen
twee in 1958. Het aantal opleidingscursus
sen en de uitwisseling van geleerden nam
toe. De bibliotheek van de organisatie be
schikt nu over zevenduizend technische
werken, driehonderd periodieken en veer
tigduizend wetenschappelijke documen
ten. In het afgelopen jaar werden onge
veer 170.000 kopieën van artikelen ver
spreid.
Voorts werd goede voortgang gemaakt
met het voorbereidend werk voor het op
stellen van internationale veiligheidsvoor
schriften. Het program van de technische
bijstand is nu volledig tot ontplooiing ge
komen. De volgende stap zal zijn het ver
strekken van kernbrandstof aan de aange
sloten landen. Critiek op traagheid in deze
verwierp hij met de opmerking, dat er nog
veel moeilijkheden zijn op economisch ge
bied en met de veiligheidsvoorschriften.
Het budget voor 1960 is met twaalf per
cent uitgebreid tot 8.233.000 dollar.
Het succes van de organisatie hangt voor
een goed deel af van de goede betrekkin
gen tussen Oost en West, aldus Jolles. Als
gunstige ontwikkeling noemde hij de Rus
sisch-Amerikaanse overeenkomst van 15
september, waarbij in principe werd beslo
ten dc I.O.A.E. te gebruiken als verzamel-
centrum voor alle dienstige gegevens over
vreedzame toepassingen van kernenergie,
van waaruit deze gegevens dan verspreid
zouden kunnen worden onder alle landen.
De Marine Luchtvaartdienst van de
Koninlijke Marine heeft als eerste NAVO
land op het vasteland van Europa straal
jagers uitgerust met zelfgeleidende Ame
rikaanse „Sidewinder"-raketten tegen
vijandelijke vliegtuigen. Op de vliegbais
Valkenburg heeft men volgens eigen ont
werp een ophanginrichting onder de vleu
gels van enige Seahawks aangebracht,
die door Amerikaanse deskundigen in
middels is goedgekeurd. De „Seahawk"
en de „Sidewinder" wordt een ideale
combinatie geacht. Hoewel de raketten
nog niet werden afgevuurd, zijn toch reeds
enige oefenvluchten gemaakt, die bevre
digend zijn verlopen. Twee squadrons
een op Valkenburg en een van de Karei
Doorman zullen met de nieuwe raket
ten worden uitgerust.
De „Sidewinder" is drie meter lang en
heeft een diameter van twaalfeneenhal-
ve centimeter. De raket wordt alleen ge
bruikt tegen luchtdoelen. Zij wordt in de
buurt van het doel afgevuurd en zoekt het
doel dan zelf op met een snelheid, die de
geluidssnelheid ver te boven gaat.
„Doelzoeker" waarschuwt piloot
In de kop bevindt zich een zogenaamde
zoeker, een soort fotocel, die reageert op
infra-rood. Die reactie wordt omgezet in
geluid. Als de vlieger een doel nadert dan
hoort hij dat dus. Naarmate het doel
meer warmte uitstraalt zal de zoeker
heftiger reageren. De raket kan zijn doel
over een afstand van enkele kilometers
opzoeken en doet dat uitermate feilloos.
Voor het doel dat de raket heeft „uitge
zocht" is er geen ontkomen meer aan.
Het wapen kan falen als het binnen een
bepaalde hoek ten opzichte van de zon
wordt afgevuurd. Ook bij mist en zware
bewolking is er een kans, dat het wapen
niet functioneert. Maar onder alle ande
re omstandigheden wordt de trefzekerheid
gegarandeerd.
Ook de Koninklijke Luchtmacht zal vol
gens de toelichting op de begroting van
Defensie worden voorzien van „Sidewin
ders". De hiervoor in aanmerking komen
de vliegtuigen zullen in de komende twee
jaar hiermee worden uitgerust.
MUNISING (Reuter/AFP) Een moeder
en tien van haar elf kinderen en een oom
zijn dinsdag verdronken in het McKeever-
meer in de Amerikaanse staat Michigan.
De vier meter lange boot, waarin zij zaten
kreeg als gevolg van overbelasting water
binnen, sloeg om toen de vader van het ge
zin, Leonard Larsen, de buitenboordmo
tor aanzette. Larsen zelf wist, zich aan de
boot vast klampend, de oever te bereiken,
welke slechts ongeveer tien meter verwij
derd was. De kinderen, vijf jongens en
vijf meisjes, waren vijf maanden tot vijf
tien jaar oud. De oudste dochter was op
school toen het ongeluk gebeurde.
lilSJBHPiSfc.
■MM 1 it 1 «li
Terwijl de oren van de Londenaars zondag nog tuitten van de donder der straal
vliegtuigen, die ter herdenking van de Slag om Engeland aan de jaarlijkse lucht-
parade deelnamen, klonk daar ineens een heel oud, maar toch nog zeer familiaar
geluid boven hen: het nijdige gekras van een Spitfire. Het was de laatste van
een geducht en roemrijk geslacht, zonder hetwelk de Slag om Engeland nooit
gewonnen had kunnen worden. Dat vliegtuigje en dat standbeeld van Nelson
op de bovenste foto, hebben beide hun historische plaats gekregen. Een vuur-
spuwer en een vuurvreter. De bejaarde Spitfire vertikte het overigens om op de
gebruikelijke wijze te landen en dwong zijn bestuurder door plotselinge kuren
tot een noodlanding, zoals veel van zijn soortgenoten in de oorlog er een hebben
moeten maken. Zo vond dit oude paradepaard zijn einde op de gewijde grond van
een cricketveld. De piloot, een vice-maarschalk van de RAF, maakte tegenover
de spelers zijn excuses hun spel verstoord te hebben.
In 29 dagen sleepte de sleepboot
„Elbe" van L. Smit en Co's internatio
nale sleepdienst twee „baby-flattops"
(7.000 tons vliegdekschepen uit de
Amerikaanse „mottenballenvloot", die
voor sloop zijn verkocht) van Boston
over de Atlantische Oceaan naar West-
Europa, een onderneming die van con
currerende zijde als bijzonder riskant
werd bestempeld, zo riskant dat de
goede naam van de Nederlandse zee
sleepvaart ermee in gevaar kon worden
gebracht. Door goed en ook door bij
zonder slecht weer het furieuze res
tant van de tropische orkaan Flora
heeft kapitein Arie Poot de beide sloop-
schepen gesleept. Er is geen tros ge
broken, geen klinknagel verloren gegaan
ook al woei de verf bijna van de masten.
Hij is van mening, dat ook bij slecht
weer een dergelijke dubbele sleep te
regeren valt en dat het risico niet zoveel
groter is dat de sleepvaart zou moeten
bedanken voor een dergelijke sleep.
„Maar je moet er het materiaal voor
hebben", zegt hij.
De „Elbe" heeft één van de „baby-flat
tops", de „Petrof Bay", in Antwerpen
voor de Boudewijnsluis gebracht. Rivier
slepers namen het logge gevaarte van de
„Elbe" daar over en sleepten het door de
sluis naar de sloopwerf. Het tweede schip,
dat de „Elbe" achter zich aan de tros
heeft gehad, heeft men ter hoogte van het
eiland Wight aan de sleepboot „Gele Zee"
overgegeven, omdat dit sloopschip naar
Zeebrugge moest.
Terwijl de „Elbe" aan de Scheldekaai
meerde om te wachten op een loods om de
Schelde weer af te varen, op weg naar
Maassluis (voor een kort oponthoud
waarna weer zo'n reis begint maar nu
met twee van deze schepen van Boston
naar Japan, een dikke elfduizend mijl)
heeft kapitein Poot hij was transport
commandant toen in mei een 55.000 tons
droogdok van Portsmouth naar Rotterdam
werd versleept verteld van dit sleep-
karwei over een afstand van 3.399 mijl.
„Dit werk was geen experiment, want
we hebben al zovele malen met twee of
zelfs met drie sleepobjecten achter een
sleepboot te maken gehad", zei hij. „Iets
nieuws kon je het wel noemen omdat twee
schepen van dit type achter aan de tros
nog niet was voorgekomen. En met iets
nieuws weet je nooit wat je te wachten
staat. Dat is altijd zo in het sleepwerk. Als
je denkt een sleep als een hondje te heb
ben, blijkt het een lastig geval te zijn.
Andersom is ook dikwijls het geval. We
hebben deze twee schepen, die elk bemand
waren met acht runners, achter ons
genomen, elk aan een eigen tros. Dat was
een sleep van bijna een kilometer lengte.
De ene namen wij aan een tros van 800
meter. De andere aan een tros van on
geveer 600 meter. Zij werden dus naast
elkaar, maar ook achter elkaar gesleept.
Zulke schepen hebben een neiging tot gie
ren, maar er werd aan boord van die twee
wat meegestuurd, al heeft dit niets te be
tekenen als het slecht weer wordt. En dat
is het op deze reis wel even geweest".
„Op zondag 13 september, toen we tot
een driehonderd mijl ten westen van het
Kanaal waren gevorderd, werden we over
vallen door het restant van de tropische or
kaan „Flora". We hadden al een zware
bries gehad, maar die kwam van opzij in
en veroorzaakte niet veel last. Het weer
bericht sprak van een opvullende depres
sie die in de kern 994 millibar was. Dat
wees die zondagmorgen onze barometer
aan en we dachten dat we het hadden ge
had. Maar die morgen om 11 uur daalde de
barometer echter nog eens zeer snel met
veertien millibar en daar kwam een hoop
wind uit. Die storing was wel fel, maar
niet omvangrijk, zodat, toen we een paar
uur later de ergste wind kwijt raakten,
de zee ook spoediger kalmer werd. Maar
ongeveer drie uur lang hadden we wind
kracht 11.
De twee „baby-flattops" vielen direct
dwars op de wind en het enige wat ik
kon doen was rond te gaan en, langzaam
draaiend om geen gevaarlijke krachten
op de trossen te veroorzaken, vóór de
storm weg te drijven. Dat lukte mooi. Er
gebeurde niets. Maar het woei zo hard,
dat de runners op het vliegdek van de bei
de sloopschepen plat moesten gaan liggen,
anders waren ze overboord gewaaid.
Wij zijn zo voor de storm weggedreven
tot ongeveer 5 uur in de middag. Toen
was het centrum van de storing over ons
heengetrokken en nam de wind snel af.
De zee bleef nog wel ruw maar we kon
den al weer wat op koers gaan liggen.
Tijdens de storm bleven de beide „baby-
flattops" behoorlijk uit elkaar liggen en
veroorzaakten geen last".
Gevraagd naar zijn persoonlijke mening
over de uitvoerbaarheid en de mate van
risico bij een dergelijke sleep dit naar
aanleiding van een interview met de di
recteur van Bureau Wijsmuller, de heer
John F. Wijsmuller, waarin deze verklaar
de dat het verslepen van twee vliegkamp
schepen over de oceaan door één sleepboot
een opgave was, die een zeeman nooit van
een andere zeeman mocht vergen omdat
de risico's zo groot waren, dat zij een blaam
zouden kunnen werpen op de grote naam
van de Nederlandse zeesleepvaart ver
klaarde kapitein Poot: „Dit soort slepen is
uitvoerbaar als je het materiaal ervoor
hebt. Als je niet een behoorlijk aantal paar-
dekrachten in je schip hebt (de „Elbe"
heeft er 4.000) gaat het niet. Je moet vaart
in je sleep kunnen krijgen. Je moet be
schikken over eerste klas materiaal, zo
dat je niet direct bij wat minder goed
weer moet gaan minderen om niet teveel
spanningen te verwekken, die in brokken
zouden kunnen eindigen. En natuurlijk
met beleid slepen! Als aan deze voor
waarden niet zou worden voldaan, zou
ik een sleep weigeren. Ik heb dat eens ge
daan bij het verslepen van een booreiland.
Ik eiste van de opdrachtgever enkele
voorzieningen omdat naar mijn mening de
sleep anders niet goed zou overkomen. Hij
weigerde en ik weigerde eveneens, ook toen
hij me voorhield dat het dan contractbreuk
zou zijn. Ik kreeg mijn zin. Als de con
currentie zegt, dat zij er niet aan denkt
een dergelijke opdracht te aanvaarden
vanwege de grote risico's dan kan dat al
leen omdat haar het materiaal ontbreekt",
aldus kapitein Poot.
De Franse regering zal een beroep doen
op België en vooral op Nederland om
melk aan Parijs en andere grote steden
te leveren. Men spreekt over een invoer
van 100 miljoen liter melk. Alleen Parijs
drinkt per dag al 1.200.000 liters melk,
waarvan men de laatste weken ongeveer
150.000 liter tekort kwam. Door de droog
te en de daaruit voortvloeiende vermin
derde melkproduktie is er vooral in Pa
rijs een groot gebrek aan melk, waarover
de gezondheidsdiensten zich ernstig onge
rust maken. Niet alleen als gevolg van de
abnormaal droge zomer is er een tekort
aan melk, maar ook doordat de boeren en
de regering het over de melkprijs moei
lijk eens kunnen worden. In ieder geval
is de hoop van de regering en van de Pa-
rijzenaars wat betreft de melkvoorziening
nu vooral op Nederland gericht.
Dat bij het breken van een van de tros
sen de sleep verloren zou zijn, ontkende
kapitein Poot ten stelligste. „We hebben
dat meer bij de hand gehad. Je moet met
die andere nog achter je aan de tros bij
de losgeslagene in de buurt blijven. En als
het stormweer is, wacht je natuurlijk af
tot het wat beter wordt en de kans op
vastmaken weer gunstig is. Voor de run
ners is er dan hoegenaamd geen gevaar.
Zij zitten op zo'n „baby-flattop" op een
zeewaardig schip. Op een losgeslagen bag
germolen zouden ze heel wat ongunstiger
zitten".
Smit heeft met deze reis getoond, dat
het slepen van twee van dit type schepen
door één sleepboot mogelijk is, ook als
slecht weer de sleep overvalt.
De „Elbe" zal over een week naar
Boston vertrekken om twee „baby-
flattops" door het Panamakanaal en over
de Stille Oceaan naar Japan te slepen.
De „Clyde" krijgt ook zulk een sleep en
de sleepboot „Oostzee" zal één „baby-
flattop" aan de tros krijgen. De drie sleep
boten zullen in konvooi varen.
Nu de „Elbe" van Smit erin is geslaagd
de beide vliegdekschepen tegelijk over de
Atlantische Oceaan te brengen, is schijn
baar hiermede de mening van de heren
John en Arthur Wijsmuller gelogenstraft,
die onlangs hebben gewezen op het on
nodige risico, dat de Nederlandse zee
sleepvaart met het uitvoeren van derge
lijke opdrachten op zich neemt. Schijnbaar,
want deze geslaagde reis zegt niet alles.
De heer John Wijsmuller heeft onlangs
tijdens een interview met onze verslag
gever gesteld, dat de reizen best kunnen
lukken, maar dat een gelukte reis toch
wel een reis met risico kan zijn.
„De Nederlandse sleepvaart zit niet dus
danig om opdrachten verlegen dat het
nodig is een dergelijk risico te aanvaar
den", verklaarde de heer Arthur Wijsmul
ler, toen wij hem om zijn mening vroe
gen over deze eerste geslaagde reis van
de „Elbe".
„Het experiment, zoals de directie van
Smit en Co. deze onderneming zelf noem
de. is gelukt. Het kan nog wel vaker luk
ken. Maar daarmee is niet bewezen, dat er
aan een dergelijke sleepreis geen grote
risico's zijn verbonden. Zelfs die drie uren
in een orkaan zeggen in dit verband wei
nig. De afgelopen maanden zijn geken
merkt door uitzonderlijk mooi weer, zo
dat zo'n orkaan wel voor hoge windsnel
heden zorgt, maar de zee toch niet in een
zodanige heksenketel verandert, dat de
risico's duidelijk aan het licht treden".
Men blijft bij Wijsmuller op het stand
punt staan dat bij het nemen van on
nodige risico's de naam van de Neder
landse zeesleepvaart op het spel staat.