r
Mogelijkheden beperkt door tekort aan
dienstplichtigen en beroepspersoneel
HENSEN
DE RAM
Betere bezoldiging voorwaarde
voor vrijwilligerswerving
De verkorting van de militaire diensttijd
Commissie adviseert tot inkrimping van vrijstellingen
„Efficiency beste propagandamiddel
voor het militaire apparaat
4711 Sirfix jixeert am haai'
raatótoel
MONTY-CO ATS
ZEEDUFFEL
HEREN-PARKA'S
RIB-C0RD
natuurlijk
DINSDAG 6 OKTOBER 1959
HAARLEMS DAGBLAD
—OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
3
Van dag tot dag
„Nee... Peter merkf
nooit iets"
Vrijwilligers
Geen gelijktrekking
Hogere gevechtswaar de
Geen contractanten
bij de marine
Sirfix - met hel actieve "Captol T" tegen roos - verzorgt uw haar!
Sirfix regelmatig goed in de haarbodem ingemasseerd dit
beschermt tegen roos en is een radicale verzorging voor uw haar.
Sirfix is werkelijk een haarverzorgings-middel!
Sirfix Friseercreme van het
wereldhuis "4711*
Rapport aan justitie
Gevangene werd niet
mishandeld
Jeugdactie ten bate van
kinderdorp-Pestalozzi
0p de
Subandrio naar Peking,
Tokio en Manilla
ƒ35.—
ƒ59.75
PAARLAARSTEEG 1
Herman Anthony Romijn
Wanneer de regering de suggesties van
de „Commissie Werkelijke Diensttijd
Dienstplichtigen", neergelegd in het rap
port dat heden voor publikatie is vrijge
geven, zou volgen en in een ontwerp van
wet zou verwerken, zou het parlement bin
nenkort worden geconfronteerd met een
moeilijke keuze. Namelijk, met de vraag
of men een verkorting van de thans voor
dienstplichtigen geldende diensttijd wenst
en daarbij een verhoging van de defensie
uitgaven met tenminste 86 miljoen wil
accepteren, of dat men de diensttijd wil
handhaven zonder daarop betrekking heb
bende verhoging van de militaire begro
ting. Dit laatste moet uitdrukkelijk wor
den gestipuleerd, aangezien een verho
ging van de militaire uitgaven uit ande
ren hoofde uiteraard mogelijk blijft.
De keuze is dus tussen twee kwaden:
lange diensttijd of hogere uitgaven. Dat
men bij het kiezen de voor- en nadelen
zeer conciëntieus zal moeten afwegen,
maakt het rapport van de commissie-Van
Voorst tot Voorst wel zeer navrant duide
lijk. Want dit rapport heeft zich niet be
paald tot een tegenover elkander stellen
van de twee mogelijkheden doch zich
daarnaast uitvoerig verdiept in de ach
tergronden, invloeden en consequenties
ervan. Merkwaardig is, dat het rapport
vooral uit het oogpunt van militaire pa-
raatheidseisen tot de conclusie is geko
men, dat verkorting van de diensttijd aan
te bevelen is. Dit doet paradoxaal aan,
doch is het geenszins. Want die paraatheid
hangt ten nauwste samen met de, in ge
val van diensttijdverkorting noodzakelijk
wordende, werving van vrijwilligers,
contractanten en nadieners. Deze drie ca
tegorieën, samengevat in de formule van
beroeps- en semi-beroepspersoneel, wor
den onmisbaar geacht om de paraatheid
van onze krijgsmacht op te voeren tot het
noodzakelijke niveau. Men mag daaruit
concluderen dat de commissie net als
de meeste militaire deskundigen ver
uit de voorkeur geeft aan vast kaderper
soneel boven dienstplichtige „aanvoer
ders". Zij onderschrijft daarmee de oer
oude stelling, dat de dienstplicht welis
waar de kwantiteit der legers heeft be
vorderd doch de kwaliteit ervan heeft ver
laagd. De huurlegers van vroeger hadden
relatief grotere militaire waarde dan de
dienstplichtige legers van thans. Niet
voor niets heeft men in Engeland de weg
terug ingeslagen tot afschaffing van de
dienstplicht en tot opbouw van een be
roepsleger in vredestijd, dat in noodsitua
ties door een hernieuwde instelling van de
dienstplicht kan worden aangevuld.
De commissie-Van Voorst tot Voorst be
veelt een verkorting van de dienstplicht
met twee maanden aan, te realiseren in
het midden van 1962 en voorafgegaan door
werving van contractanten en nadienen
den. Zij is dus van oordeel, dat de hogere
defensiekosten van 86 miljoen daarbij
gerechtvaardigd zouden zijn. Niet alleen
uit het oogpunt van een bevordering der
efficiency bij het leger, doch ook ten aan
zien van de verbetering van atmosfeer die
het gevolg zal zijn, doordat de neerdruk
kende invloed van de langdurige dienst
tijd op maatschappij en gezin zal worden
verminderd.
Er is een onberekenbare factor in het
geheel, die echter ook nog wel even mag
worden genoemd: de kortere afwezigheid
van jongelieden uit het produktieproces
zal niet in bedragen kunnen worden uit
gedrukt, doch betekent niettemin een be
langrijk nationaal voordeel. Daartegen
over zal de onttrekking van vast militair
personeel aan de burgermaatschappij niet
of nauwelijks merkbaar zijn.
Al met al zijn de voordelen van een
diensttijdverkorting waarbij toch ook nog
moet worden gedacht aan de besparing
in kazerneringskosten zo duidelijk, dat
een beslissing in die zin ok al zal het
een geldelijk kostbare beslissing zijn
met voldoening zal mogen worden be
groet.
Advertentie
Zélfs niet dat ik het laatste
woord heb als we een cos»,
tuum voor hem kopen.
EVERFORMallicht! Ik
moet er tenslotte voor zorgen'
f dat z'n pakken netjes blijven!
Van EVERFORM herencos-
tuums heeft „de Faam" de al
leenverkoop. Wij hebben ze:
in 100% kamgaren, Terlenka,
wol en Trevira wol.!
Onberispelijke oostuums, die
onberispelijk blijven!
prijzen v.a f 109,®
costuums in solide uitvoering
ook reeds v.a. f 89,-
VERTROUWENSNAAM
ANEGANG HOEK L VEERSTRAAT
Aquarellisten. Op 10 oktober wordt
in de kunstzaal Van Efferen in Den Haag
een expositie geopend van „De Haagse
aquarellisten". De tentoonstelling duurt tot
29 oktober.
(Van onze Haagse redacteur)
De Commissie Werkelijke Diensttijd Dienstplichtigen is er bij de samenstelling
van haar rapport over de verkorting van de militaire diensttijd waarvan men
een beknopte weergeving der conclusies op pagina 1 aantreft van uitgegaan, dat
zy de omvang en organisatie der Nederlandse NAVO-bijdrage als axioma had te
aanvaarden. Zij achtte zich, als bestaande uit leken op dat gebied, daartoe niet
bevoegd. Ook de voorzitter, luitenant-generaal b.d. H. F. M. baron van Voorst tot
Voorst, rekende zich wegens de geruime tijd dat hij niet meer actief dient tot de
niet-deskundigen, naar hij maandagmiddag op een persconferentie verklaarde. De
Commissie bestond uit bestuursleden van de Stichting van de Arbeid, de directeur-
generaal van de Arbeidsvoorziening en adviserende leden voor leger-, vloot- en
hichtmachtzaken. Een en ander betekent, dat zy is uitgegaan van een behoefte van
72.642 parate dienstplichtigen in vredestijd. Evenmin is de Commissie bij de uit
werking van haar conclusies in beleidsvragen nopens de financiële en economische
consequenties der dienst tijdverkorting getreden.
De Commissie is bij haar arbeid al da
delijk op de moeilijkheid gestoten, dat het
huidige aantal jaarlijks voor de dienst
plicht ingeschrevenen onvoldoende is om
in de behoefte te voorzien. Van het aantal
ingeschrevenen komt namelijk slechts
62 pet. voor inlijving beschikbaar. Daar
om wordt er thans een beroep gedaan op
een lichting die een jaar jonger is dan de
normaal aan de beurt zijnde, de zoge
naamde vooruitgreep. Deze vooruitgreep
bedroeg in 1958 reeds 33.100 man. Bij de
huidige lichtingssterkte zal deze vooruit
greep toenemen tot en met 1962. Daarna
komen de zogenaamde na-oorlogse lich
tingen aan de beurt en zal de vooruit
greep afnemen. In 1967 is het evenwicht
hersteld. Dit betekent dat een verminde
ring van de lasten van de dienstplicht door
een verruiming van het aantal vrijstellin
gen voorlopig uitgesloten is.
De Commissie heeft ook nagegaan of
verkorting van de diensttijd mogelijk zou
zijn door de eerste opleidingsduur te be
perken, zodat de dienstplichtigen eerder
naar de parate troepen zouden kunnen
overgaan. Zij kwam tot de overtuiging,
dat het niet mogelijk is de duur van de
eerste opleiding vóór de overgang naai
de parate eenheden te verminderen zon
der dat de morele verantwoordelijkheid zou
worden aanvaard een aantal dienstplich
tigen in voorkomend geval onvoldoende
opgeleid in de strijd te brengen.
Het kardinale punt in het 83 bladzijden
vol cijferreeksen en 23 bijlagen omvatten
de rapport betreft dan ook de verkorting
van de diensttijd door het aanwerven van
vrijwilligers, door de commissie contrac
tanten genoemd. In België kent men de
overeenkomstige NAVO-technici, in Duits
land de „Auf Zeit"-vrijwilligers.
Ter bepaling van het aantal jaarlijks te
werven contractanten werden uitvoerige
en ingewikkelde berekeningen gemaakt,
uitgaande van de huidige lichtingssterkte
voor de landmacht van 46.000 man. De
aantallen jaarlijks te werven contractan
ten waren echter zo groot, dat de Com
missie een vergroting van de lichtings
sterkte eveneens nodig vond. Gezien de
reeds genoemde vooruitgreep op de jon
gere lichtingen was dit alleen mogelijk
door het aantal vrijstellingen te vermin
deren.
De Commissie adviseert dan ook geen
vrijstelling meer te verlenen wegens kost
winnerschap omdat de financiële bezwa
ren door een kostwinnersvergoeding kun
nen worden ondervangen. Het aantal vrij
stellingen wegens kostwinnerschap be
loopt 1,1 pet. per jaar. Afschaffing zou een
bedrag van 2,5 miljoen gulden vergen.
Verder wil de commissie onder de hui
dige omstandigheden geen vrijstelling
meer verlenen aan mijnwerkers bate: 1,3
pet. per jaar en adviseert zy verder te
overwegen om de huidige koopvaardijre-
geling tot de „bijzondere gevallen" te be
perken.
De Commissie heeft voorts de mogelijk
heid onder ogen gezien om de diensttijd
voor officieren en onderofficieren ener
zijds en de overige dienstplichtigen ander
zijds gelijk te trekken. De situatie is thans
zo, dat de officiële diensttijd voor gewo
ne dienstplichtigen bij de Landmacht
weliswaar 22 maanden bedraagt, maar dat
bij de Landmacht een „Klein-verlofrege-
ling" geldt, waardoor de dienstplichtigen
na achttien maanden afzwaaien. De overi
ge vier maanden blijven zij wel binnen vier
entwintig uur mobilisabel. Officieren, on
derofficieren en specialisten dienen bij de
Landmacht echter 21 maanden en bij de
Luchtmacht zelfs twee jaar.
Uit een oogpunt van efficiency en pa
raatheid bleek de gelijktrekking van de
diensttijd der officieren en onderofficie
ren met die der manschappen echter niet
mogelijk. Er zal immers tenminste acht
maanden dienst moeten worden gedaan
bij de parate onderdelen, zodat voor hen
wier eerste opleiding twaalf maanden
duurt, van een diensttijd verkorting tot
minder dan twintig maanden geen sprake
kan zijn. Bovendien zal door deze verkor-
99
(Van onze Haagse redacteur)
De Commissie Werkelijke Diensttijd Dienstplichtigen heeft zich ervan rekenschap
gegeven, dat de werving van vrijwillige contractanten, die noodzakelijk zijn om
deze verkorting in te voeren, alleen kan slagen wanneer de dienstneming ook
werkelijk aantrekkelijk wordt gemaakt. Een verbetering van de bezoldiging van
het beroepspersoneel wordt dan ook noodzakelijk geacht. De Commissie is daarbij
uitgegaan van de bezoldiging van een sergeant van ongeveer 25 jaar en zij heeft
gezocht naar een functie in de burgermaatschappij die als grondslag voor ver
gelijking zou kunnen dienen en tevens representatief is voor het reservoir waaruit
de onderofficieren-representanten moeten voortkomen. De Commissie heeft voor
die vergelijking de geschoolde metaalarbeider genomen. Diens loon is dermate hoger
dan het tegenwoordige salaris van een onderofficier, dat zonder optrekking van dit
salaris tot dat niveau onvoldoende animo moet worden gevreesd, waarmee het plan
tot verkorting van de diensttijd tot mislukking gedoemd is. Bovendien wenst de
Commissie een compensatie te geven voor de minder gunstige arbeidsvoorwaarden
van de militair, waarbij aan een toeslag van vyftien percent wordt gedacht. Op die
manier komt men voor de sergeant in de leeftyd van 23 tot 25 jaar tot een maand
salaris van 420 gulden.
De commissie die dus uitdrukkelijk
stelt dat het salaris van contracten en be
roepspersoneel gelijk dient te zijn, ver
wacht hiervan in het bijzonder een kwali
teitsverbetering van het kader.
Ook besparingen
Met het optrekken van de bezoldiging
van het beroepspersoneel is alleen al 38
miljoen gemoeid: dat is de basis waarop
de werving van contractanten moet begin
nen. Voor de contractanten zelf zal uitein
delijk in 1962 nog eens 48 miljoen nodig
zijn, in totaal dus 86 miljoen.
Men verwacht echter ook een positieve
financiële kant aan de inschakeling van
contractanten, namelijk een besparing
van onderhoudskosten voor het materieel
door hun hogere vakbekwaamheid. Deze
besparingen worden bij de landmacht op
twee tot vijf miljoen per jaar geraamd en
bij de luchtmacht op drie tot zes miljoen
gulden.
Verder wenst de Commissie de contrac
tanten bij het verlaten van de dienst de
volgende faciliteiten te verlenen:
Een premie van 25 pet. van het laatst
genoten maandsalaris voor elke maand
welke zij langer dan de dienstplichttijd in
dienst zijn gebleven. Dit komt in het al
gemeen bij een zesjarig contract op een
premie van 5880 neer.
Bijzondere aandacht bij arbeidsbemid
deling en bij scholing, dit laatste zo moge
lijk in diensttijd;
Een militaire overbruggingsuitkering
bij werkloosheid;
Verlening van andere faciliteiten, zoals
studietoelagen, bij het volgen van een
voortgezet en hoger onderwijs.
Voor de nadienenden zouden overeen
komstige regels moeten worden gesteld.
De Commissie heeft er evenwel op ge
wezen en haar voorzitter, luitenant-ge
neraal b.d. H. F. M. baron van Voorst tot
Voorst, heeft dat op de persconferentie
nog eens nadrukkelijk onderstreept, dat
het niet alleen de bezoldiging, maar ook
klimaat en sfeer bij de strijdkrachten voor
het succes van de werving van belang zijn.
Het komt immers vooral aan op de geest,
waarin het werk wordt verricht. De Com
missie meent te weten, dat de omstandig
heden waaronder velen hun dienst moeten
vervullen een neerdrukkende invloed uit
oefenen. Dit is met name het geval bij hen,
die langdurig gescheiden moeten leven van
hun gezin. Indien een weg zou kunnen wor
den gevonden dit euvel zoveel mogelijk te
beperken, zou daarmee een factor worden
uitgeschakeld, die het klimaat bij de
krijgsmacht en de sfeer, die bij de onder
delen heerst, ongunstig beïnvloedt.
Een goede en opgewekte bevelvoering
door leiders, die het vak volkomen beheer
sen, zal leiden tot verbetering van de
geest, tot uiting komend in de wijze van
oefenen, ook bij de parate eenheden.
Door het aannemen van contractanten
met een zesjarig dienstverband kan dit
worden bereikt. Een van de huidige te
kortkomingen is immers, dat de lagere
aanvoerders onvoldoende praktijk hebben
om hun onderdeel te leiden en onvoldoende
fantasie bezitten om variatie en spontaneï
teit in de militaire oefeningen te brengen.
Het tekort aan beroepskader leidt er bo
vendien dikwijls toe, dat het dienstplich
tig kader een hogere functie moet vervul
len dan met rang en opleiding overeen
komt. De Commissie heeft gemeend hierop
te moeten wijzen omdat de efficiency van
het militaire apparaat het beste propagan
damiddel moet zijn.
De Commissie verwacht niet alleen,
dat de vervanging van dienstplichtigen
door contractanten tot fundamentele
wijzigingen in de ophouw van land- en
luchtmacht zal leiden, maar dat daar
door ook de gevechtswaarde der parate
troepen op den duur belangrijk ver
hoogd zal worden. Dit komt niet alleen
omdat aan de contractant geen klein
verlof wordt toegekend, maar ook om
dat hij na verloop van tijd meer er
varing zal hebben opgedaan dan de
dienstplichtinge in zijn eerste oefentijd.
ting van de diensttijd de jaarbehoefte aan
hoogwaardig personeel aanmerkelijk stij
gen. Het betreft hier de bezetting van één-
mansfuncties, die essentieel voor het on
derdeel zijn.
Bij alle diensttijdverkortingen zal het
daarom bepaald nodig zijn de aan te wer
ven contractanten te bestemmen voor de
vervulling van deze hoogwaardige, min of
meer technische functies, vooral ook om
dat Nederland in een ongustige positie ver
keert wat de sterkte van het beroepsper
soneel bij het leger betreft. Bij SHAPE,
het NAVO-hoofdkwartier in Europa, is
men dan ook algemeen van oordeel, dat
uitbreiding van beroepspersoneel het eer
ste is waarnaar Nederland dient te stre
ven.
Bij de Landmacht vallen er 5100 en bij
de Luchtmacht 1100 beroepsfuncties te ver
vullen, zijnde 23 resp. 11 pet. van de aan
wezige sterkte. Door inschakeling van
dienstplichtigen heeft men de open posten
tot 2050 bij het leger en 850 bij de lucht
macht gereduceerd. Bij diensttijdverkor-
(Van onze Haagse redacteur
De Commissie Werkelijke Diensttijd
Dienstplichtigen heeft geen verkorting
van de diensttijd voorgesteld voor de Ko
ninklijke Marine omdat zij de daar gelden
de diensttijd van 21 maanden reeds mini
maal acht.
Deze diensttijd bedraagt voor alle cate
gorieën 21 maanden en hangt samen met
het specifieke karakter van de zeemacht,
waarbij de dienstplichtige niet alleen tot
militair, maar ook tot zeeman wordt opge
leid. Zeemiliciëns kunnen dan ook als spe
cialisten worden beschouwd. In verband
met het besloten karakter van de dienst
aan boord van de schepen is een discrimi
natie van de verschillende groepen dienst
plichtigen niet wenselijk. Dat de huidige
diensttijd voor de marine over de gehele
linie op 21 maanden is gesteld is een gevolg
van de doorlopende paraatheid welke aan
dit wapen, evenals aan de luchtmacht,
wordt gesteld.
Bovendien zou de werving van contrac
tanten tot gevolg hebben dat naast de
dienstplichtigen en het beroepspersoneel
nog een derde groep werd geschapen,
waardoor de werving van beroepsmilitai
ren die bij de marine bevredigend ver
loopt in het gedrang zou komen.
ting dient het inlopen van dit tekort in de
berekening van het aantal nodige contrac
tanten te worden verdisconteerd.
De Commissie heeft niet alleen nage
gaan hoeveel contractanten er nodig zijn,
maar ook wanneer een verkorting zou kun
nen ingaan. Daar bij een contractduur van
zes jaar dit pas op 1 januari 1966 moge
lijk zou zijn heeft de commissie voor een
kortere overgangstijd tevens gedacht aan
de mogelijkheid, dat dienstplichtigen nog
twee of zelfs drie jaar langer in dienst
zouden blijven. In haar rapport worden
dat de nadienenden genoemd.
Een en ander betekent, dat bij een ver
korting van twee maanden per medio 1962
ongeveer 5800 man per jaar geworven
moet worden, die dan nog in beginsel ge
schikt zouden moeten zijn voor hoogwaar
dige functies. Bovendien zal dit aantal con
tractanten in de eerstvolgende drie jaren
vermeerderd moeten worden met gemid
deld tweeduizend nadienenden per jaar.
Advertentie
Hef wordt zacht en glanzend, is gemakkelijk te friseren en ver
krijgt vorm en vastheid.
Voor gezond haar en een onbe
rispelijke coiffure
Grote tube f 1.95
De recherche van het bureau Leidse-
plein te Amsterdam heeft op verzoek van
de officier van Justitie, mr. W. P. Bak
hoven, een uitvoerig rapport samenge
steld over de grieven, die de gedetineer
de E.C. heeft geuit over zijn bewakers in
het Huis van Bewaring aan de Wetering
schans.
Deze 25-jarige kantoorbediende, die we
gens diefstal was veroordeeld, had zich be
klaagd over mishandeling, nadat hij een
poging had gedaan om uit de gevangenis
te breken. Hij zou door negen bewakers
zijn afgeranseld en daarna een week lang
met leren riemen op een brits in een
isolatiecel zijn gebonden.
„Sterk overdreven", zo luidt de conclu
sie van het rapport. Uit het onderzoek is
komen vast te staan, dat C. inderdaad
enige klappen heeft gekregen, doch dit ge
beurde tijdens het hevige verzet, dat hij
bood, toen hij na de mislukte ontsnappings
poging naar de isolatiecel werd gebracht.
Toen bleek dat hij zelfmoord wilde ple
gen. werd hij gebonden, niet. met leren rie
men, maar met linnen banden.
Aanvankelijk werd tot deze behandeling
besloten door de bewakers. Later adviseer
de de psychiater hiermee door te gaan.
Na een week kreeg C. weer de normale
behandeling als gevangene, daar toen geen
zelfmoox-dpogingen meer waren te duch
ten.
Het rapport, dat aan mr. Bakhoven is
toegezonden, zal de minister van Justitie
als leidraad dienen bij de beantwoording
van de door het Tweede-Kamerlid, mr.
M. Vrolijk (P.v.d.A.) gestelde vragen
De officier van Justitie is van mening,
dat er in het Huis van Bewaring geen mis
handeling heeft plaatsgehad. In hoeverre
Met als titel „Repen-actie wij zijn be
reid", is door de commissie-voor-de-Tro-
genactie-in-Nederland (voorzitter mr. N.
J. C. M. Kappeyne van de Coppello, secre
taris dr. A de Vletter te Bloemendaal) een
organisatie in het leven geroepen om in
het schooljaar 1960-1961 de scholieren van
de Nederlandse en Vlaamse middelbare en
ulo-scholen in te schakelen in de actie
voor de stichting van een Nederlands huis
in het internationale kinderdorp Pesta-
lozzi in Trogen in Zwitserland. Aan de lei
ders van alle middelbare en ulo-scholen is
aangeboden in de komende winter de leer
lingen door lezingen en lichtbeeld- en film
voorstellingen enig inzicht te geven in de
betekenis van het kinderdorp voor de ver
sterking van gevoelens voor wereldvrede
en broederschap. De Zwitserse scholieren,
alhoewel niet de helft van het aantal Ne
derlandse, bracht in 1946 bijna een half
miljoen bijeen om het werk in het dorp
mogelijk te maken.
In de „repen-actie" wordt aan alle leer
lingen gevraagd een door een chocolade
fabriek beschikbaar gestelde reep tegen het
dubbele van de winkelprijs te verkopen. In
de repen zullen lootjes verpakt zitten wel
ke kans geven op Zwitserse snuisterijen,
een verblijf in het kinderdorp, alsook kos
teloze deelneming aan vakantiecursussen
in de moderne talen in Zwitserland en lo-
geerverblijf bij in Zwitserland woonachtige
Nederlanders.
Ik wacht geduldig
Ik heb een stuk of twaalf V.V.V.-advie-
zen ontvangen om n naar een aantal
fraaie plaatsen in Nederland te komen:
„want nu is het heerlijk rustig bij ons";
„want juist nu de grote zomerdrukte voor
bij is, kunt u hier ongestoord genieten
„weet u dat in september de bossen rond
om ons stadje op hun mooist zijn?"; „in
de herfst kunt u volop en ongestoord ge
nieten van ons natuurschoon".
Als iemand een vreemdelingenver-
keer-man is dan ben i k het en als
iemand de ijver der vaderlandse toe
risteninstanties een welbestede ijver vindt,
dan ben ik dat nóg eens.
Maar er zit toch iets wonderlijks in deze
aansporingen om in de herfst, juist in
de herfst naar al die mooie plaatsen te
komen „omdat het speciaal in september
bij ons zo mooi is" en „omdat u juist nu
ongestoord kunt genieten van ons natuur
schoon".
Dit wonderlijke zit 'm in het feit, dat
die V.V.V.'s dit in hun zomer circulair es
niet verteld hebben.
Ik kan u met de hand op het hart ver
zekeren, dat ik in mei geen enkel vouw
blad van niet één V.V.V. ontvangen heb,
waarin stond: „wees zo verstandig en kom
niet in de zomer bij ons, want dan is het
veel te druk", of „u zoudt gek zijn om in
juli en augustus ons plaatsje te bezoeken;
want u kunt dan door alle gasten het bos
niet zien"; of „u haalt het toch zeker niet
in uw boerenhoofd om midden in de zo
mer bij ons te komen? Man dan hebt u
rust noch duur; er is dan in wijde omtrek
geen rustig plekje te vinden; u wordt dan
van de been gelopen door al die mannen
met blote dijen uit korte broekjes; u
weet wel."
In het feit dat ze mij pas in september
komen vertellen, dat het dan het plezie
rigst toeven bij hen is, terwijl ze mij dat
in de voorzomer niet hebben meegedeeld,
zit iets, dat ik niet helemaal verwerken
kan.
Want misschien krijg ik nu in november
circulaires, waarin ze zeggen: „er zijn nog
veel te veel mensen, die in de herfst bij
ons komen; die zoeken dan de stiltemaar
als er tienduizenden stiltezoekers komen,
dan begrijpt u wel, dat daar niets van
terecht komt; dat kunt met uw boeren
hoofd zelfs wel begrijpen; nee, in de
cember, dan is het pas heerlijk bij ons;
juist in december, als de sneeuw op
het land ligt; dan is het pas heerlijk wan
delen in de bossen rondom ons stadje, dan
hebt u geen hinder van al die zogenaamde
stiltezoekers. Als het stormt, en hagel en
regen in uw goede gezicht slaan, dan is het
in één woord verrukkelijk in onze streek."
Ik heb die twaalf herfstcirculaires dus
ter zijde gelegd en ik wacht geduldig op
de winterprospectussen.
Floris Flaneur
DJAKARTA (UPI) De Indonesische
minister van buitenlandse zaken is zon
dag vertrokken voor een reis van twee
weken naar communistisch China, Japan
en de Philippijnen. Hij reist via Bang
kok en Hongkong.
Minister Subandrio reist maandag van
Hongkong naar Kanton, waar hij een dag
blijft, om daarna door te reizen naar Pe
king. Hij zal daar van 8 tot 10 oktober
zijn, en dan via Kanton weer terugkeren
naar Hongkong. Op 12 oktober vertrekt
hij naar Tokio, waar hij van 13 tot 17
oktober zal zijn. Van 18 tot 20 oktober is
hij in Manilla.
In Peking zal de Indonesische minister
onder andere 't besluit bespreken waarbij
de zaken van Chinese kleinhandelaars in
de dorpen op het platteland door coöpera
ties zijn overgenomen. Duizenden Chine
zen worden getroffen door deze maatre
gel, die aan het eind van dit jaar in wer
king treedt. De Chinese communistische
regering heeft er fel tegen geprotesteerd.
Advertentie
100% wol
waterafstotend
winddicht
kleurecht
voor longens en Meisjes
Dames en Heren
Leeftijd 7 jaar
waterafstotend
teddy voering
Voor Sportkleding
er sprake is van overtreding van de re
glementen van de gevangenis ligt buiten
de competentie van de officier. De direc
teur-generaal van het Gevangeniswezen
zal de minister hierover nog nader inlich
ten.
SM
In Oosterbeek is overleden de kunst
schilder Herman Anthony Romijn. Her
man Romijn werd 13 november 1892 in
Barneveld geboren. Hij werkte eerst in
Utrecht, waar zijn werk, op de exposities
van de Utrechtse Kunstkring, veel waar
dering vond. Ongeveer twintig jaar gele
den vestigde zromijn zich in Barneveld.
Hij schilderde bij voorkeur landschappen,
die zich onderscheidden door een fijne
toon en detaillering, die zijn werk bij ve
len gezocht maakte. De begrafenis zal
plaats hebben woensdag om half drie te
Oosterbeek.