Raad wenst met Sinterklaas een andere
winkelsluiting dan B. en W.
KELLER voor
Haarlemse raad deelt ongerustheid en
wil overleg met de betrokkenen
luiMt&ufMödj
lichte en géurige
De Bakenessergracht zal niet
worden gedempt
Ambtenarencentrum niet toegelaten
tot georganiseerd overleg
Extra voorzieningen aan
Lourens Costerlyceum
deteJiÉ. verlichting
DONDERDAG 12 NOVEMBER 1959
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
9
Beschaamd
Ander geluid
Lugubere sfeer
1.2.3.4.5
RAAD UNANIEM VAN OORDEEL:
Brits vliegtuig zoek
boven Waddenzee
Examens
Niemeijer
kent de pijproker al lit jaar lang
AMSTERDAMSE HA VENUITBREIDINGEN
Nog veel vraagtekens bij urgente problematiek
Keurslijf
De door B. en W. van Haarlem voorgestelde winkelsluitingsregeling voor de
St. Nicolaastijd is woensdagmiddag door de Haarlemse raad niet zonder meer
aangenomen. De heer V o s (KA .P.) had bezwaar tegen een openstelling tot tien
uur 's avonds omdat daardoor naar zijn mening het centrum van de stad oneven
redig bevoordeeld zou worden. Hij diende een amendement in, volgens hetwelk
de winkels slechts gedurende do drie Sinterklaas voorafgaande dagen tot tien
uur 's avonds zouden zijn geopend en de andere dagen van 28 november af tot
negen uur. Dit amendement werd met miniem verschil (18-17 stemmen) door
de raad aanvaard.
Voorts besloot de raad met 22 tegen 14 stemmen het Ambtenarencentrum niet
tot het georganiseerd overleg toe te laten. Verder nam de raad «met 26 tegen 8
stemmen een motie-F ortgens (Arb.) aan, waarbij aan het krediet van
180.000 voor voorzieningen aan het gebouw van het Lourens Costerlyceum
nog eens 16.900 zou worden toegevoegd om ramen in de lokaalwanden aan
de gangzijde aan te brengen. Dit ondanks energiek verzet van wethouder
Bakker, die dit aanvullende bedrag wilde besparen op de toch al reeds zo krappe
begroting. De andere voorstellen werden alle zonder of met geringe discussie
aanvaard.
Vooraf werd bij monde van de voorzit
ter, burgemeester mr. O. P. F. M. Cremers,
afscheid genomen van de raadsleden Dog
ger (P.S.P.) en Jansen (Arb.), die voor het
raadslidmaatschap hadden bedankt. Laatst
genoemde bracht de voorzitter en de raad
dank voor de ondervonden samenwerking,
welke woorden door de raad met applaus
werden beantwoord.
De heer Voskuilen (Arb.) herinnerde
B. en W. eraan, dat het debat over de
winkelsluiting tijdens de Sinterklaasweek
nu al verscheidene keren is gevoerd, waar
bij veelal steeds dezelfde argumenten naar
voren werden gebracht. Hij hield B. en W.
voor, dat dit aan het college te wijten was,
omdat vorig jaar is toegezegd, dat overleg
zou worden gepleegd met de betreffende
organisaties. Dit is tot op heden niet ge
beurd en daarom moest de zaak thans weer
aan de orde worden gesteld. De heer Vos
kuilen vroeg van B. en W. de positieve
toezegging, dat het bedoelde overleg in de
toekomst wel zal worden gepleegd.
Namens zijn fractie bracht hij drie
standpunten naar voren: winkelopenstel
ling niet langer dan tot negen uur; idem,
behalve voor de laatste drie dagen, wan
neer tot tien uur geopend zou mogen zijn
en winkelsluiting conform het voorstel
van B. en W.
De heer Vos (K.V.P.) vroeg zich af, of
er behoefte bestaat aan een openstelling
tot tien uur op vrijdag 27 november en aan
openstelling tot tien uur 's avonds. Hij
wenste zaterdag 28 november en de daar
opvolgende maandag en dinsdag een open
stelling tot negen uur 's avonds en de aan
sluitende woensdag, donderdag en vrijdag
tot tien uur 's avonds.
Ten aanzien van de ingewonnen advie
zen verwonderde het de heer Vos, dat de
A. J. A. Vos (K.V.P.)
Middenstandscentrale het wat betreft de
winkelsluiting eens was met het groot
winkelbedrijf. Waren alle middenstands
zaken wel geraadpleegd?, zo vroeg hij
zich af.
De neer Lichtenveldt (V.V.D.) was
het met B. en W. eens en achtte het advies
van de Middenstandscentrale zeker vol
ledig.
Wethouders Sc h i p p e r s zei beschaamd
te zün, dat nog geen overleg met de orga
nisaties had plaats gehad. Hij zegde toe
maatregelen te zullen nemen, dat dit over
leg in de toekomst zal .geschieden, alvorens
adviezen in te winnen.
Overigens noemde hij de voorgestelde
regeling traditioneel en zei vooral rekening
te hebben gehouden met de belangen van
de consument. De adviezen waren eenslui
dend, behalve dat van de personeelsver
enigingen, die zich naar zijn mening bui
ten hun terrein hadden begeven door al
gemeen economische overwegingen in het
geding te brengen.
Hiermee was de heer Voskuilen het al
lerminst eens: „De werknemersvakorgani
saties hebben de plicht ook de economische
belangen te bekijken."
De heer Vos goot zijn denkbeelden in een
amendement, dat met 18 tegen 17 stemmen
werd aangenomen. Tegen stemden de wet
houders, de V.V.D.- en Prot. Chr.-fracties,
alsmede mevrouw KerkhoffPet en me
vrouw Van der WallDuyvendak en de
heren Van den Bergh en Fortgens (allen
Arb.).
De toelating van het Ambtenarencen
trum tot het georganiseerde overleg zoals
dit door B. en W. was voorgesteld, had een
principiële en een praktische kant. Beide
kwamen tijdens de debatten grondig naar
voren. Principieel noemde de heer Voogd
(Arb.) de vrijheid van organisatie, waar
aan hy op geen enkele manier wilde
tornen. Daarbij moesten echter enige eisen
van praktische aard worden vervuld. De
organisatie, die toelating tot het georgarn
eerde overleg wenste, moest naar zijn
lening bijvoorbeeld voldoen aan de eis
'lat zij open staat voor alle in dit ge-
■al ambtenaren en zij moest over vol-
'oende kracht beschikken iets te kunnen
rereiken in dat overleg. Aan beide uit
gangspunten beantwoordde het Ambte
narencentrum niet, volgens de socialis
tische woordvoerder, die er tegen op
kwam., dat 5 percent zou gaan meebeslis
sen over 95 percent, die zij bepaald niet
wensten te vertegenwoordigen.
Ook de heer Loerakker (K.V.P.)
vreesde bij toelating van het Ambtenaren
centrum een verzwakking van het georga
niseerde overleg. Hij achtte de twee cate
gorale bonden van het centrum te klein
en meende dat men juist omwille van de
mocratische beginselen vaak beperkingen
moet vaststellen.
De heer D ij k s m a n (Prot. Chr.) achtte
het evenmin ondemocratisch om voorwaar
den te stellen. Hij vond het van B. en W.
ook niet democratisch om het centrum
wel te willen toelaten tot het georgani
seerd overleg, maar niet tot de personeels-
D. Dijksman (Prot. Chr.)
commissie. Hij noemde de weg die het col
lege wenste te gaan gevaarlijk en vond
het onbillijk, dat bepaalde categorieën
ambtenaren een extra vertegenwoordiging
kregen. De heer Dijksmans wenste alleen
representatieve organisaties tot het over
leg toe te laten.
Een geheel ander geluid liet de V.V.D.-
fractie horen bij monde van de heren Bet-
tink en Vink en mevrouw Van Rap-
p a r dK obus. Eerstgenoemde wees er
op, dat het centrum landelijk allang is toe
gelaten tot het overleeg en dat slechts de
steden Amsterdam, Rotterdam en Haar
lem wat dit betreft achterbleven. De af
wijzende houding van de andere organisa
ties noemde hij te star en hij toonde zich
er een voorstander van, dat elke organisa
tie een vertegenwoordiger bij het overleg
kreeg. Er is nooit gesteld, dat dit naar
verhouding van het ledental dat naar
zijn mening ruimschoots voldoende is
moest gebeuren.
De heer Spek (Prot. Chr.), die zei na
mens de meerderheid van zijn fractie te
spreken, was het hier mee eens. Hij wens
te meer aandacht voor de principiële zijde
van het geval. „De praktische bezwaren
kunnen wij niet onderschrijven."
De heer Bovenkerk (P.S.P.) tenslot
te waarschuwde voorzichtig te zijn met de
rechten van een minderheid. Men moet
bepaalde minderheidsorganisaties gelegen
heid geven uit te groeien en daarom het
centrum erkennen en toelaten tot het over
leg, meende hij.
Wethouder Bakker was dezelfde me
ning toegedaan. Uit principiële overwe
gingen willen B. en W. het centrum toe
laten. Het categorale karakter staat er
buiten, oordeelde hij. Overigens deelde hij
mee, dat B. en W. wel degelijk ook in de
personeelscommissie een plaats voor het
centrum wilden inruimen. Alleen wenste
men daar de normen iets hoger te stellen,
omdat anders weinigen meespreken over
de belangen van velen.
Ondanks het heftige verweer van de
V.V.D.-fractie kon de raad zich niet met
het standpunt van B. en W. verenigen. Met
22 tegen 14 stemmen werd het voorstel
verworpen. Vóór stemden de wethouders,
de V.V.D.-fractie en de heren Spek. Van
Marselis Hartsinck, Van den Berg (Prot.
Chr.) en Bovenkerk (P.S.P
Bij het voorstel van B. en W. om géén
extra krediet van 16 900 voor het aan
brengen van glaswanden aan de gapgzijde
van de lokalen van het Lourens Coster
lyceum te voteren, kwam de heer Fort
gens (Arb.) onmiddellijk met een motie
dit wél te doen, omdat hij van mening
was, dat deze verbeteringen dringend nodig
waren en zij anders toch later voor mis
schien meer geld moesten worden aange
bracht.
Mejuffrouw B o 1 s i u s (K.V.P.) en de
heren P i e 1 a g e (Arb.) en Bovenkerk
(P.S.P.) steunden de motie. De laatste hield
een bewogen betoog, waarbij hij wees op
de grote nadelen voor het onderwijs tenge
volge van de „lugubere sfeer" van de som
bere gangen.
De heer VandenBerg (Prot. Chr.) zei
namens het grootst mogelijke deel van zijn
fractie tegen de motie te zullen stemmen
op grond van de financiële toestand van
de gemeente. Mevrouw Van Rappard
Kobus (V.V.D.) was het zelfde standpunt
toegedaan.
Wethouder Bakker betreurde het, dat
de heer Fortgens zich reeds onmiddellijk
door het indienen van een motie had vast
gelegd, waardoor het onmogelijk werd hem
nog te overtuigen. De heer Bakker wilde
dit desondanks proberen door op uitvoe-
Advertentie
ATAX-TAXI
rige wijze de slechte financiële toestand
van de gemeente te belichten, waardoor
alle niet zéér urgente werken beter kon
den worden uitgesteld. Hij wenste een dui
delijk onderscheid te maken tussen wat
dringend nodig is en wat alleen maar wen
selijk is. De heer Geluk vertolkte de op
vatting van de minderheid van het college,
die wel voor de extra kredietverlening
was.
De motie-Fortgens werd vervolgens met
26 tegen 8 stemmen aangenomen. Tegen
stemden de wethouders Bakker en Schip
pers (mevrouw Scheltema was bij de stem
ming afwezig), de V.V.D.-fractie en de
heren Van Marselis Hartsinck en Dijksman
(Prot. Chr.). Het gewijzigde voorstel van B.
en W. werd daarna aangenomen met 25
tegen 5 stemmen.
GEHEEL tegen de verwachting in
dienden er zich woensdagmiddag bij de
debatten in de Haarlemse raad over de
voorgestelde voorzieningen aan de Ba-
kenessergracht geen voorstanders van
demping aan. Zelfs de heer Spek
(Prot.Chr.), die enige jaren geleden de
initiatiefnemer was tot een „dempings
debat" in de raad, waarbij hij zichzelf
een voorstander van demping had ge
toond, bleek te zijn omgezwaaid. Of, om
het met de woorden van zijn fractie
genoot de heer Van Marselis Hartsinck
r>
te zeggen: hij was van de dwalingen
zijns weegs teruggekomen. Zelf kon hij
helaas geen uiting geven aan zijn op
vatting, omdat hij door dringende werk
zaamheden de vergadering voortijdig
moest verlaten. Op gezag van de heer
Van Marselis Hartsinck werd aldus de
laatste der demping-mohikanen in de
rijen der voorstanders van het behoud
van de gracht bijgezet.
Voor de heer Van den Bergh (Arb.)
betekende de afwezigheid van de heer
Spek een teleurstelling, want hij had zich
erop verheugd de „dempers" eens met
een geschiedkundig en technisch wél on
derlegd betoog te vloeren.
Bij ontstentenis van enige tegenstand
stak hij zijn betoog toen toch maar af,
Mr. G. v. d. Bergh (Arb.)
daarbij alleen maar open deuren intrap
pend. Want niemand gevoelde er behoef
te aan zich tegen hem en tegen B. en W.
te verzetten.
Advertentie
ZIJLSTRAAT 63 - TEL. IS778
HAARLEM
Een vermoedelijk bij de R.A.F. in Duits
land gestationneerde Hunter-jager wordt
sinds woensdagmiddag vier uur vermist.
Op dat tijdstip had men het laatste radar
contact met het toestel gehad, dat even
tevoren had geseind, in moeilijkheden te
verkeren. De piloot zei toen, te willen lan
den op de vliegbasis Jever in Duitsland.
Toen de melding kwam, dat het vlieg
tuig in nood was, zou het ongeveer 10 mijl
ten noorden van Leeuwarden boven de
Waddenzee bevonden hebben. Inmiddels
is het Nederlandse opsporingsapparaat in
werking gesteld om mee te helpen het
vliegtuig te vinden. Van het vliegkamp
Valkenburg zijn vliegtuigen opgestegen en
voorts zijn enige reddingboten uitgevaren,
die zijn gestationneerd langs de Wadden
zee.
Amsterdam. (Gem. Univ.). Bevorderd tot arts:
mevrouw H. de Geus-Le Nobel, mej. J. B. E.
Penters, mevrouw B. S. Vietor-Van Menk, mej.
E. J. A. de Hart, A. C. Mars, A. Khazam, allen
te Amsterdam en J. K. A. Stutterheim, Haarlem.
Artsexamen eerste gedeelte: A. R. Bantle, Am
sterdam.
De heer Van den Bergh, die lof toe
zwaaide aan de directeur van Openbare
Werken voor diens zeer deskundig rap
port een lof, die door alle andere spre
kers onder wie wethouder Happé werd
overgenomen verzocht B. en W. nu
ook spoed te maken met de restauratie en
sanering van het „Bakenesserkwartier".
De heer Van Velsen (K.V.P.) viel
hem bij evenals de heer Van Marse
lis Hartsinck, die schertsend
de hoop uitsprak, dat de schoonheidscom
missie eens zou toestaan, dat er op de
gracht wat lelijks zou worden gebouwd,
want „dan komen de vele prachtige gevel
tjes zoveel te mooier uit"
Wethouder Happé noemde de heer
Speks gewijzigde houding een compli
ment voor de directeur van Openbare
Werken, die immers in zijn rapport had
aangetoond, dat de voorgestelde voorzie
ningen aan de gracht niet duurder waren
dan demping. Hij zegde toe de „revalida
tie" van de omgeving van de gracht bin
nen afzienbare tijd ter hand te zullen ne
men en eindigde met een vergelijking
met Alkmaar, dat samen met Haarlem in
de zestiende eeuw een beleg heeft te door
staan gehad. „Toen zei men: van Alk
maar uit begint de victorie, nu kan men
dit met evenveel recht van Haarlem zeg
gen". Hetgeen de Alkmaarse „grachten
dempers" waarschijnlijk wel niet met
hem eens zullen zijn.
Advertentie
Voortrekkers en u rookt
ideale pijp. Want Voortrekkers
een evenwichtige melange van niet
minder dan zestien heerlijke
tabakssoorten; geurig en mild.
TEN OVERSTAAN van twee grote landkaarten besprak de Haarlemse
gemeenteraad woensdagmiddag de nota, waarin B. en W. hun ongerustheid
hadden geformuleerd over de Amsterdamse havenplannen. Deze ongerust
heid werd door alle sprekers volkomen gedeeld en na afloop van het debat,
dat over het algemeen op een hoog peil stond, was de raad unaniem in zijn
steun aan het voorstel van B. en W. de kwestie van de ruimtelijke ordening
in het gebied van het Noordzeekanaal grondig te bestuderen en ervoor zorg
te dragen, dat Haarlem bij de uiteindelijke vormgeving een stem in het
kapittel zal krijgen. Dit alles uiteraard in nauwe samenwerking met de
betrokken gemeenten, de provincie en het rijk. Welke vorm deze samen
werking zal krijgen kon in het korte bestek van het Haarlemse raadsdebat
natuurlijk niet worden beantwoord, al gaf burgemeester mr. O. P. F. M.
Cremers als zijn mening te kennen, dat dit wellicht in het geheel van een
soort havenschap zou dienen te gebeuren.
Noodgedwongen moesten er bij de dis
cussies veel vraagtekens worden gezet,
mede doordat de raadsleden door de gron
dige voorbereiding van de zijde van B. en
W. weinig tijd voor bestudering van de
nota en van de verschillende rapporten
over deze moeilijke materie was gelaten.
Was men het over het geheel genomen roe
rend eens met het standpunt van B. en
W. in het bijzonder vond men elkaar in
de vaststelling, dat het geheel van proble
men dat met de ruimtelijke ordening rond
het Noordzeekanaal samenhangt, té veel
omvattend is voor de gemeenten en dat
het rijk bij alles een zeer belangrijke taak
heeft.
Burgemeester mr. Cremers sprak de
hoop uit, dat de Tweede Kamer zich bij
haar te nemen beslissing over de grens
wijzigingen in verband met de voorgeno
men opheffing van de gemeente Haarlem-
merliede en Spaarnwoude niet zal laten op
houden door de Amsterdamse plannen
omdat zijns inziens het vraagstuk van de
ruimtelijke ordening geheel los staat van
al dan niet te wijzigen gemeentegrenzen.
De verschillende sprekers deelden al
len de verontrusting van B. en W. ten aan
zien van de toekomst van het gebied rond
het Noordzeekanaal, zij allen juichten
evenzeer het voornemen van B. en W. toe
om te trachten met de andere belangheb
benden tot een vastomlijnd beleid te ko
men en verder was men het er roerend
over eens, dat Haarlem in ieder geval er
voor zal moeten zorgen een „vinger in de
pap" te krijgen.
Voor de rest lagen de accenten bij de
diverse sprekers uiteraard verschillend.
variërend naar gelang men zijn visie op
het vraagstuk van een nationaal of zelfs
internationaal dan wel van een plaat
selijk standpunt uit benaderde en verder
afhangend van de mate, waarin men meer
of minder ordening voorstond.
De heer P i e 1 a g e (Arb.) was als so
cialist een warm voorstander van een ver
antwoorde ordening. Hij noemde het
vraagstuk van nationaal belang en merk
te in dit verband op, dat het angstwekkend
is te zien hoezeer de rijksoverheid nalaat
de diverse plannen te coördineren en in
de juiste richting te leiden.
De heer Vissers (K.V.P.) was even
eens een voorstander van het bestuderen
van het vraagstuk op grootscheepse wij
ze. Vooral het probleem van de te ver
wachten bevolkingstoename tot bijna een
half miljoen vereiste volgens hem een
diepgaande studie. De K.V.P.-spreker was
er sterk voor de door B. en W. in te stel
len commissie uit te breiden met verte
genwoordigers uit het bedrijfsleven.
Ditzelfde bepleitte de heer B e 11 i n k
(V.V.D.), die vreesde dat de Haarlemse
industrie in de knel zou komen te zitten
als de verwachte uitbreiding van Amster
dam zou doorgaan.
De heer Van Marselis Hart
sinck (Prot. Chr.) sprak van een keurs
lijf waarin Haarlem zit gedwongen. Hij
noemde het knelpunt voor industriële uit
breiding van Haarlem de sluis bij Spaarn-
dam.
De heer Van Marselis Hartsink wenste
bij het zijkanaal F. voor Haarlem dezelf
de faciliteiten van de in de toekomst
te vergroten gemeente Haarlemmermeer
als Amsterdam voor Schiphol heeft. Op
deze manier zou de mogelijkheid van een
toekomstige uitbreiding van de Haarlem
se industrie verzekerd zijn volgens hem.
Overigens toonde hij zich er ook een
voorstander van, dat industriëlen in de
gelegenheid zouden worden gesteld hun vi
sie op de vraagstukken van ruimtelijke
planning te geven.
De voorzitter kon zich op korte
termijn niet vastleggen op een belofte van
de adviescommissie met mensen uit het
bedrijfsleven uit te breiden. Wel zegde hij
toe dit punt nader in het college van B.
en W. te zullen opnemen.
Mr. Cremers gaf nog eens een uitvoeri
ge uiteenzetting van de totaliteit van het
vraagstuk, waarbij hij aantoonde, dat de
te verwachten toekomstige bevolking zou
moeten komen te wonen op een gebied van
35 a 70 vierkante kilometer, uitgaande van
een zelfde bevolkingsdichtheid als Haar
lem thans heeft. In vergelijking noemde
hij de oppervlakte van de gehele Haar
lemmermeer (180 vierkante kilometer) en
die van het nieuwe Schiphol (15 vierkante
kilometer). Overigens moest ook mr. Cre
mers achter tal van vragen nog een vraag
teken plaatsen.
Wethouder Happé stelde nog eens dui
delijk. dat het er niet om te doen was een
Haarlems plan tegenover een Amster
dams plan te stellen, maar eerder om een
zo harmonieus mogelijke ontwikkeling te
verkrijgen.
Als dringend vraagstuk roerde de wet
houder nog eens de in het streekplan ge
projecteerde oost-westverbinding dwars
door Haarlem aan. Bij de te verwachten
ontwikkeling zal dit plan al spoedig niet
meer uitvoerbaar zijn en zal men toch
moeten overgaan tot een autoweg ten zui
den van de agglomeratie Haarlem-Heem-
stede-Bloemendaal om.
BURGERLIJKE STAND BLOEMENDAAL
BEVALLEN: G. Barten—Quak. d.; J. P.
M. DuivenvoordenVan den Berg, z.
ONDERTROUWD: G. A. van der Werff
en G. van den Brink; H. J. P. Vermeer en
A. E. F. Schuurman.
GETROUWD: Th. H. Langeslag en E.
Pelgrim; E. H. M. Conijn en M. S. Monkel;
E. C. M. Cuijpers en W. E. Koppen; J. Ver-
berne en E. M. Maas.
OVERLEDEN: Chr. Gerritsen. 54 j.;
Wed. E. de GraafConelissen, 88 j.; Mw.
P. R. Meilof—Van Vliet, 69 j.; Wed. Chr.
B. GosenHeerholtz, 90 j.; K. Frielink, 92
j.; Wed. M. de RegtRusman, 82 j.
Advertentie
GvzeMigt