Expositie van werk van Jules
Chapon in Galerie Espace
Wekelijkse Esperamtcvcursus
Wilt U LL
ANWB zette kroon
op het bouwwerk
Waterverbruik in
ons land gestegen
Meubelfabriek te
Assendelft in
vlammen
JlNGUAPHONE
Zesde les
Vreemde tweeling
voor het hekje
HAARLEMS DAGBLAD
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
17
Examens
In De Waag
Herdenkingsexpositie
van A. L. Koster
Herbouw „Kleine
Comedie" in Den Haag
Dr. Dibelius sprak met een
Oostberlijnse magistraat
Hoogste punt bereikt
van nieuw kantoor
Tweehonderd liter per
hoofd en per dag
U LEERT ^SSHètt^LEZEN EN SCHRIJVEN
MAAR U MOET HET 00K
KUNNEN SPREKEN EN VERSTAAN
80N
1
Kerkelijk Nieuws
Hoe gebruikt men HEINZ®
TOMATO KETCHUP?
De fles op tafel en een
flinke portie op bet bord
wat een smaakgenot
Tramstoring in Den Haag
mooïe witte tanden hebben,
gebruik dan IVOROLtandpasta
Partijen in bakkersstrijd
gebruiken verschillende
cijfers
VRIJDAG 20 NOVEMBER 1959
GALERIE ESPACE exposeert tot 6 de
cember werk van Jules Chapon. Naar aan
leiding van een vorige tentoonstelling van
Chapon heb ik geschreven dat de abstracte
kunst voor iemand als Chapon een bevrij
ding betekende. Zijn verdere ontwikkeling
maakt het duidelijk dat Chapon het gemak
niet zocht. Bijna ieder schilderij betekent
hem een nieuw probleem of mogelijk een
welbewuste variatie op een gevonden mo
tief en daarmee als resultaat een werk van
toch andere inhoud. Van deze expositie
zou men kunnen zeggen dat zij minder
aards is dan de vorige. Waarbij ik nog niet
van hemels spreek. Maar het is me of
Chapon meer aan het avonturen in de
ruimte is gegaan. De zogenaamde supre-
matisten hebben dit probleem al gesteld.
Voor .mijn gevoel doet Chapon het niet
minder overtuigend. Verschillende schil
derijen van hem vertonen twee rode ron
de schijven op een blauw fond. Een dezer
doeken heeft met die twee planeten, als
men wil, een ruimtewerking die ons even
aan het bestaan van lichamen in een heelal
dus doen denken. Ik wil niet zéggen dat
bij de schilder die beelding voorop stond,
maar meen dat hij iets als door mij be
doeld gevoeld heeft. Er zijn enkele andere
schilderijen, die ons aan de vorige ten
toonstelling doen denken. Zij zijn land-
schappelijker van aard, zij herinneren
aan iets tastbaars. Zo ook een klein doekje
waarin het rood overweegt en dat voor
mij eenzelfde betekenis kan hebben als
een echt stilleven bij een andere schilder.
Voor vele schilders geldt het schilderen
op zichzelf, de actie dus, als belangrijk
en het resultaat moet alleen maar getui
gen van die periode van actie. Nu geloof
ik dat ieder schilderij .van die periode van
actie getuigen kan, voor 'degene, die een
schilderij weet te zien. Als zovele moder
ne richtingen is wat de Amerikanen „ac
tion painting" noemden ook niet zo iets
nieuws en slechts een deel van het geheel
schilderkunst. Wat me aan Chapon zo be
valt is dat hij er echt op uit is een schil
derij te maken. Men ziet dat aan zijn door
wrochte wijze van werken, het steeds te
rugkomen op het werkstuk, het van ver
schillende kanten bekijken van een pictu
raal probleem. Nog blijft het mij de vraag
in hoeverre hij alles wat des schilder-
kunsts is raakt. Maar daarin staat hij ge
lijk met gevestigde reputaties in wier
werk ook maar een deel der kanten pre
valeerde. Een kunst als die van Chapon
Advertentie
B. D. Leefsma N.V. - Amsterdam
Kerkstraat 25 (b. d. Leidsestraat)
Amsterdam Gem Univ. Doctoraalexamen po-
itieke en sociale wetenschappen: mevrouw L. E.
Waney-Panggaoean en D. 't Hart. Amsterdam.
Doctoraalexamen economie: J. J. Herks. Amers-
toort. Doctoraalexamen Engels: F. J. van Beeck,
Amsterdam (met lof).
Leiden. Gepromoveerd tot doctor in de genees
kunde: J. J. van der Werff ten Bosch en N. J. A.
Noorduyn, beiden te Leiden.
Rotterdam Doctoraalexamen economische we
tenschappen: B. van Riel. Rotterdam. Gepromo
veerd tot doctor in de economische wetenschap
pen: C. A. Cannegieter, Voorschoten.
Een der in Galerie Espace geëxposeer
de werken van Jules Chapon.
blijft ons een moeilijke vooralsnog. Ver
trouwen moet toch geven dat men op deze
expositie tot duidelijke voorkeuren kan ko
men. Ik had die voor genoemd schilderij
tje met dat overwegende rood. En voor en
kele andere werken. Ik bespaar de lezer
het noemen van nummers. Men constate-
re zelf zijn voorkeuren.
Bob Buys
Op de herdenkingstentoovstelling van
A. L. Koster, die tot 30 november in De
Waag gehouden wordt, valt één ding 'di
rect op: Koster schilderde vaak bollen-
veldjes. Gezien de vele rommel, die naar
een dergelijk onderwerp ontstond, moet
men even een klein vooroordeel onder
drukken. Want het loont de moeite zich
op verscheidene van Kosters bollenveld-
jes te concentreren. In bescheiden for
maat wist Koster met dit hachelijke on
derwerp raad en enkele werkjes kunnen
me liever zijn dan het schilderij, dat de
grote Franse impressionist Monet bij ver
gissing in de bollenstreek maakte.
Koster begreep dat men zich bij de keu
ze van het onderwerp moest beperken tot
de voor het (schilderij geschikte hoekjes,
ïjij wps niet de §childA)> die- dooj; veran
derd aan de natuur 4ot -harmonSèh ge
daagd werk kon komen. Afhankelijk blijkt
hij ook van het materiaal. We ontmoeten
op deze tentoonstelling enige pastels. Zij
zijn minder dan de schilderijen in olie
verf. Beter lag hem de waterverf. Maar
daarmee werkte hij toch iets te angstig.
Hoezeer hij het vooral goed wilde doen
blijkt ook weer uit een bollenveldje voor
een huisje, dat van een grote toewijding
getuigt en van een werkelijk knappe de
taillering is. Toch verkreeg het evenmin
de eenheid van de schilderijen.
Koster was een typische Hollandse im
pressionist, een voorloper eigenlijk een
beetje van onze Boot. Dit dan gezien bei
der werk. Hij is niet niet genoeg meege
sleept door een beweging als de Haagse
school. Ik zoek naar enig excuus gezien
zijn aanleg. Want die was er. En dit wordt
ons duidelijk gemaakt door een bijna su
bliem schilderijtje: het Buiten Spaarne.
Aanleg blijkt verder uit schetsboekbla
den. Men moet daartoe in de schetsboeken
even zoeken. Voorts zijn de etsen te waar
deren. Ondernemingslust blijkt uit 'n ken
nelijk oudere prent van een steengroeve.
Bob Buys
Naar wij vernemen, zal in de eerstvol
gende vergadering van de Haagse ge
meenteraad, welke maandag 30 novem
ber wordt gehouden, de bouw van een
klein theater ten Dehoeve van „De Kleine
Comedie" aan de orde worden gesteld.
Als plaats hiervoor heeft men op het oog
een terrein, gelegen tussen het Stadhou
dersplantsoen en de Cornelis de Wittlaan,
in de onmiddellijke nabijheid van het ge
meentemuseum en van het toekomstige
congresgebouw. Vooralsnog hebben B. en
W. zich in hun voorstel beperkt tot 't vra
gen van een principe-besluit van de raad
tot het garanderen van een geldlening ter
grootte van vierhonderdvijftig duizend
gulden welke de exploitanten van de Klei
ne Comedie bij particulieren kunnen aan
gaan ter financiering van de bouwkosten.
Mocht de raad dit principe-besluit nemen,
dan is het te verwachten, dat B. en W. bin
nenkort verder zullen gaan en de raad zul
len voorstellen, de betreffende grond voor
een aantal jaren aan de exploitanten van
de schouwburg te verhuren.
De Kleine Comedie is jaren geleden ge
vestigd geweest in een noodschouwburg
op de hoek van het Spui en de Kalver
markt, welke in april 1954 op verzoek van
het rijk, dat eigenaar is, van deze grond,
in verband met de definitieve bebouwing
moest worden ontruimd en afgebroken.
Pogingen om elders in de stad voor ..De
Kleine Comedie" een schouwburg te doen
stichten hadden tot dusver schipbreuk ge
leden.
BERLIJN (UPI) De Evangelische
bisschop van Berlijn, dr. Otto Dibelius,
heeft gisteren een onderhoud gehad met
de plaatsvervangende burgemeester van
Oost-Berlijn, Waldemar Schmidt, die de
bisschop onlangs het preken in Oost-Ber
lijn verbood wegens diens uitspraak over
burgerlijke gehoorzaamheid in een staat,
die God niet erkent. Van het onderhoud
werd niets bekendgemaakt, maar van
kerkelijke zijde werd vernomen, dat het
een poging was het verschil bij te leggen.
(Van onze Haagse redacteur)
Donderdagmiddag heeft de voorzitter
van de Koninklijke Nederlandse Toeristen
bond A.N.W.B., de heer P. F. Zimmerman
letterlijk de kroon op het werk gezet. Op
zijn commando heeft een torenkraan een
vergulde metalen kroon naar het dak van
het in aanbouw zijnde kantoorgebouw van
de A.N.W.B. aan de Wassenaarse weg in
Den Haag gehesen, waar zij op het door
de Haagse beeldhouwer H. J. Etienne ver
vaardigde bronzen embleem van de toe
ristenbond werd geplaatst. Daarmee was
het hoogste punt, ruim zevenendertig me
ter boven de begane grond, bereikt, het
geen met de gebruikelijke uitdeling van
het „pannebier" aan de bouwvakkers en
de genodigden werd gevierd.
De voltooiing van het kantoorgebouw zal
nu nog een jaar vergen. Het staat op een
terrein van ruim drie hectaren, heeft een
lengte van 93 en een diepte van vijftien
meter. De inhoud van de zes verdiepingen
bedraagt in totaal 42.000 kubieke meter.
De op het dak gebouwde personeelscanti-
ne met een oppervlakte van 360 vierkante
meter is overdekt met geprefabriceerde
betonnen schaaldaken, volgens een door
prof. dr. ir. A. M. Haas ontworpen voor
het eerst toegepast systeem. Met de bak
stenen bekleding, eveneens gedeeltelijk
geprefabriceerd, hebben de architecten,
prof. ir. J. F. Berghoef en H. Klarenbeek
uit Aalsmeer, het Nederlandse karakter
van het gebouw willen uitdrukken.
Binnenkort wordt een begin gemaakt
met het meest spectaculaire deel van het
bouwwerk, namelijk de met een schaak
koepel overdekte ronde bezoekershal met
een diameter van vijfentwintig meter.
Daarom heen komt een krans van werk
vertrekken. Deze bezoekershal wordt door
middel van glaswanden met het hoofdge
bouw verbonden. Met deze rotonde heeft
prof. Berghoef de servicegedachte willen
symboliseren. De hal krijgt een oppervlak
te van tweeduizend vierkante meter en
wordt twaalf meter hoog. Zij ligt vier me
ter boven het terrein en is bereikbaar door
middel van een brede opgang. Het ge
bouw zal een transparante indruk maken
door de zilvergrijze roosterramen van
Surinaams hout.
Het A.N.W.B.-complex omvat verder
een viertal dienstwoningen, een wegen-
wachtverblijf met vijfentwintig bedden,
een wegenwacht-opleidingscentrum en
een technostation met garages en werk
plaatsen. Het parkeerterrein biedt plaats
aan tweehonderd auto's.
Het waterverbruik in ons land neemt
aanzienlijk toe. In een rapport uit 1940
werd becijferd dat in het jaar 2000 gere
kend moest worden op een jaarlijks ver
bruik van water van 650 a 700 miljoen m3,
maar op een te Utrecht gehouden bijeen
komst van de Vereniging van exploitanten
van waterleidingbedrijven in Nederland is
medegedeeld, dat deze prognose niet
meer reeel is. Na de tweede wereldoorlog
zijn de verbruiken, aldus deze medede
ling, aanzienlijk omhoog gegaan. Het ge
middelde verbruik voor geheel het land
beloopt thans reeds 200 liter per hoofd en
per dag. In deze stijgende lijn voortgaan
de zal ons land in het jaar 2000 circa 950
miljoen m3 water „consumeren". Het zal
dus nodig zijn tijdig de nodige maatrege
len te nemen. Het aantal nog niet op de
waterleiding aangesloten gemeenten is
thans nog slechts 23. Binnen enkele jaren
zullen alle gemeenten waterleiding heb
ben.
Over het vraagstuk van de waterwinge
bieden werd gezegd, dat op gemeentelijk
en provinciaal terrein de laatste tijd een
interessante ontwikkeling valt waar te ne
men met betrekking tot de bescherming
van de waterwinplaatsen.
In de afgelopen nacht omstreeks half
een is brand uitgebroken in de meubel
fabriek van de fa. Vink te Assendelft. Het
vuur breidde zich snel uit en de gedeelte
lijk van hout opgetrokken fabriekshal,
waarin dertien houtbewerkingsmachines
stonden, brandde tot de grond toe af. De
schade wordt op een half miljoen gulden
geraamd. De fabriek is verzekerd.
De Assendelftse brandweer geassi
steerd door de brandweerkorpsen van
Krommenie en Wormerveer, bestreden de
enorme vuurzee met veel materiaal,
maar het was spoedig duidelijk dat aan
behoud van de produktiehal, waarin 1000
stoelen gereed stonden voor verzending,
niet te denken viel. Door het nat houden
van de overige bedrijfspanden en de na
bijgelegen woningen kon uitbreiding van
de brand worden voorkomen.
De oorzaak is onbekend.
Advertentie
Linguaphone heeft nu een
speciale Esperanto cursus
met Nederlandse boeken!
Memand minder dan dr. Edmond Prlvat spreekt
met u op de platen van de IJnguaphone cursus
Esperanto. Woord voor woord, zin voor zin
leert u van deze befaamde Esperantist de per
fecte uitspraak. Mot, alsof het uw moedertaal
ls, verstaat u het gesprokene. I)oor nazeggen
en met de platen „meepraten" leert u zich met
het grootste gemak uitdrukken In feilloos Esperanto. En
straks, tussen buitenlanders op bijeenkomsten, congressen
of waar ook. spreekt u zonder hapering met mensen, wier
eigen taal u volkomen vreemd is.
Stuur nu de bon in voor
gratis prospectus.
In het prospectus leest u alles over
de aantrekkelijke Linguaphone-
condities, de gratis correctie ser
vice, en alle andere voordelen van
Linguaphone. Vraag het aan met
nevenstaande bon en ontdek hoe u
reeds voor f. 10.- per maand (min.
4 maanden.) de volledige cursus
ter beschikking kunt krijgen!
U kunt de cursus vooraf
zien en vooral hóren
U bent altijd welkom in de gehoor
zalen van Linguaphone. Zonder
enige verplichting kunt u er de
platen beluisteren, de boeken in
zien, inlichtingen vragen. Ook in
Haarlem is een Linguaphone-
eehoorzaal
11
i
ren*eenv&nb«'dë-)." i
Adres:
I
I
I Plaats;
I
ZSZSH"'»* Üe'tZ
^«•Passing ia. ~j
Hoofdkantoor: AMSTERDAM Helllgeweg 45 - 72
Tel. 31744-33724-245444 2») - Gehoorzalen te: HAARLEM -
Nieuwe Gracht 88 - Tel. 1441# (I 2544) - ROTTERDAM -
Botersloot 44 - Tel. 124471 180# en 4 14) - DEN HAAG - Lange
Voorhout 23a - Tel. 115142 1744) - UTRECHT - Achter de Dom 14
Tel. 24224 (4 34) - ARNHEM - Hoflaan 23 - Telefoon 33414 (4 8344)
van
245
Ned. Herv. Kerk
Be dankt voor Opheusden J. Bakker te
Giessendam voor Ommen dr. J. de
Bruijn te Leeuwarden.
Beroepen te Wijk bij Heusden A. Breure
te Oud-Vossemeer.
Advertentie
-
Post mallonga tempo Karlo sidas en la
daro. En la mano estas la kofro kaj la
irbastono kaj sur la kapo estas denove la
cilindra capelo. „Nun mi estas vera sin-
joro", li diras, „nun mi sidas en aütomo-
bilo kaj mi veturas al fremdaj landoj." Kiu
estas entaü la veturilo? Estas Niko. Li
tiras. Cu li iras? Ne! li kuras, kaj tre ra-
pide la veturilo iras tra la gardeno de unu
angulo al alia, (klemtoon: a-li-a).
Sed kio kusas sur la tero? Granda stono.
Cu Karlo vidas giN? Cu Niko vidas giN?
Ne, nek Karlo, nek Niko vidas la stonoN..
kaj la rado de la veturilo ankaü ne vidas
giN.
La malgranda veturilo rapidas tra la
gardeno. La cevalo ne estas maldiligenta
kaj la sinjoro en la caro laüte krias: „Ra-
pidu! Rapidu!" Li gojas j<aj ridas kaj la
knaboj bonege amuzas sin. Nun la veturilo
venas ce la benko kie sidas la patrino. Si an-
koraü riparas la knabaN surtutoN. KioN
nun faras la sinjoro en la aütomobilo? Li
levas la altaN êapeloN, salutas la patrinoN
kaj diras al si: „BonaN tagoN, sinjorino!"
Si levas la brakon kaj diras: „BonaN
vojaêoN, sinjoro!"
Taalregels.
25. -Kio?- wat?) vraagt naar dieren
en dingen. Het is weer het eerste woord
van een rijtje van vijf. Even van buiten
leren: wat - dat - iets - niets - alles.
26. Povas kan) wordt gevolgd door
een werkwoord, dat op een -i- uitgaat. Dat
is de onbepaalde wijs van het werkwoord,
d.w.z. die vorm van het werkwoord, die
geen tijd aangeeft. Het is ook de vorm, die
u in het woordenboekje vindt. Hetzelfde
geldt voor de werkwoorden volas (willen),
devas i moeten) en satas (houden van).
Li ne povas vidi. Li ne povis vidi.
Li ne povos vidi.
27. Die onbepaalde wijs - het werkwoord
op -i- vinden we ook na het voorzetsel
-por-, dat -om te- betekent.
Li venis por helpi om te helpen.
28. Namen van vrouwen en vrouwelijke
dieren maken we met behulp van het
achtervoegsel -in-,
Knabo knabino.. sinjoro sinjorino
hundo hundino.
29. Het achtervoegsel -il- maakt namen
van werktuigen.
veturas rijdenveturilo rijtuig.
kudras naaien kudrilo naald.
30. -Kie?- waar?) vraagt naar de
plaats. Spreek uit: Kie-è.
Kie? En la lernejo, en la gardeno, en
la domo.
Het is weer het eerste van een rijtje van
vijf. Even van buiten leren:
waar? - daar - ergens - nergens - overal.
31. -fi- is een voorzetsel, dat een slechte
karaktereigenschap aanduidt.
fihomo een slecht mens.
fiplantoj onkruid.
32. Een gebod kan ook een wens inhou
den. Het klinkt dan minder bevelend.
Ludu! speel!
Ni ludu! Laten we spelen.
Rigardu! Kijk!
Ni rigardu al la kato. Laten we eens
naar de kat kijken.
33. Bijwoorden zeggen, hoe we iets doen.
Ze eindigen m Esp. op een -e-.
Li kuras rapide. La knaboj krias laüte.
Ze zouden heel gemakkelijk te herken
nen zijn, als we ze vaak ook niet als bij
voeglijk naamwoord gebruikten. En daar
een bijv. nw. (zie taalregel 2) op een -a-
eindigt, is het noodzakelijk, dat we ze van
elkaar leren onderscheiden.
La bela sinjorino of, wat hetzelfde
is La sinjorino estas bela.
Hier is -bela- een bijvoeglijk naam
woord, omdat het zegt, hoe de dame is.
In de zin: La sinjorino kantas bele
heeft dat -bele- iets te maken met het zin
gen en niet met de dame, want die kan
wel lelijk zijn. Hier is dus de vraag: Hoe
doet ze het, hoe zingt ze en het antwoord
is nu -bele- met een -e-, een bijwoord.
Omdat we weten, dat deze onderscheiding
lastig is voor allen, die alleen maar de
lagere school hebben gehad, geven we
voorlopig bij elke les een paar voorbeel
den.
Vertaling.
Na korte tijd zit Karei in de kar. In de
hand /ijn de koffer en de wandelstok en
op het hoofd is weer de hoge hoed. „Nu
ben ik een echte heer", zegt hij, „nu zit ik
in een auto en ik rijd naar vreemde lan
den." Wie is voer het rijtuig? Het is Niko.
Hij trekt. Loopt hij? Nee, hij rent en het
rijtuig gaat erg snel door de tuin van (de)
ene hoek naar (de) andere.
Maar wat ligt (er) op de grond? Een
grote steen. Ziet Karei hem? Ziet Niko hem?
Nee, noch Karei, noch Niko zien de steen.
en het wiel van het rijtuig ziet hem ook
niet.
Het kleine rijtuig snelt door de tuin. Het
paard is niet lui en de heer in de kar
schreeuwt luid: „Sneller! sneller!" Hij is
blij en lacht en de jongens amuseren zich
uitstekend. Nu komt het rijtuig bij de bank
waar de moeder zit. Ze herstelt nog de
jongens-overjas. Wat doet de heer in de
auto nu? Hij licht de hoge hoed op, groet
de moeder en zegt tegen haar: „Goede dag.
Mevrouw!" Zij steekt de arm omhoog en
zegt: „Goede reis, mijnheer!"
Oefeningen.
17. Vertalen en goed letten op dat -hij-,
en -zij-. De drie zinnetjes achter elkaar
horen weer bij elkaar.
De tuin. Hij is groot. Is hij groot?
De wandelstok. Hij ligt op de grond.
Wat ligt op de grond?
De hond. Hij blijft in het huis. Blijft
hij in het huis?
De kar. Staat hij bij de deur?
Speelt Karei er mee met hem).
De bloemen. Ze staan in de bloem
bedden. Zijn ze van Karei?
De hoed. Is hij van de moeder? Is
het een mooie hoed?
De )ongen. Hij staat bij de bank.
Waar is de bank?
Moeder. (Pas op!) Is ze jong en mooi?
Kijkt ze naar de jongens?
De school. Hij is in de straat. Is
het een nieuwe school?
Wie schreeuwt? Schreeuwt Karei?
Nee, Karei is een heer.
18. In plaats van -de kleine jongen- kun
nen we ook zeggen -de jongen is klein.-
De betekenis van beide zinnetjes is pre
cies dezelfde en we gebruiken ze, al naar
ons dat het best uitkomt.
In Esperanto is dat precies hetzelfde en
er komen pas moeilijkheden, als de zinne
tjes in het meervoud staan, want dan krijgt
het bijv.nw. ook een -j-,
We geloven niet, dat er ooit een Esperan
tist is geweest, die die -j- nog nimmer
heeft vergeten. Hier bestaat voor u dus
de kans om de eerste te zijn!
Voorbeeld:
De kleine jongens De jongens zijn
klein.
La malgrandaj knaboj La knaboj es
tas malgrandaj. (ja juist! die -j-!)
Evenzo vertalen:
De zwarte hoeden. De hoeden zijn
zwart.
De grote tuinen. De tuinen
De mooie bloemen. De
De grijze overjassen. De
De hoge huizen.
De bruine handen.
De groene stokken.
De sterke koffers.
19. Invullen. Het gaat om de -n-. Denk
er om: -la- is een lidwoord en geen voor
zetsel.
Niko batis la capel- sur la okul- (meer
voud) de la malgrand- knab-.
La ric- sinjor- salutis la patrin- te la
foriro al fremd- land-,
Karlo ludis en la garden- per la nigr-
capel-.
La patrin- diras al la knab- en la griz-
surtut- bon- tag-.
De temp- al temp- la knab- iras al la
patrin-.
Niet vertalen. Alleen goed bekaken!
20. Hoe is hij of zij of het?
bijv. naamw.
La knabo estas forta.
La cevalo estas diligenta.
La caro estas bela.
Hoe doen ze het?
bijwoord.
La manoj forte laboras.
La cevalo diligente tiras.
La knabo bele sidas en la caro.
21. Maar weer aan u zelf het verhaaltje
vertellen.
Donderdagavond is in Den Haag kort
sluiting ontstaan in een motorwagen van
een tram van lijn 6. In de wagen brak een
brandje uit, dat snel kon worden geblust.
Persoonlijke ongevallen deden zich niet
voor. Er ontstond ook kortsluiting in de
bovenleiding van de tram. Daardoor smol
ten op het Hobbemaplein enkele draden
van de bovenleiding door, waardoor een
deel van het net omlaag kwam. Het ver
keer moest gedurende korte tijd worden
omgelegd.
De hele bovenleiding van het Hobbema
plein tot aan de Escamplaan moest ver
vangen worden.
Voor de Haagse rechtbank hadden twee
Rotterdamse tweelingzusjes, Wiegertje en
Dientje M., zich te verantwoorden terzake
van het stelen van een japon uit een groot
kledingmagazijn in Den Haag.
De 23-jarige tweeling geniet in Rotter
dam een zekere beruchtheid door de rare
streken die zij altijd samen plegen uit te
halen. Zij zijn al verscheidene keren ver
oordeeld: een keer voor het stelen van een
gipsen kabouten uit een tuin, eens voor
brandstichting in de duinen bij de Ruige
Hoek, voor stroperij en voor nog andere
misstappen.
Een verkoopster van het kledingmaga
zijn verklaarde als getuige, dat zij perti
nent zeker wist, dat de zusjes de diefstal
van de japon samen gepleegd hadden. Het
personeel van het magazijn had namelijk
maar een zusje kunnen aanhouden. Zij had
de japon in haar tas. Het meisje met wie
zij de diefstal samen gepleegd had, was
hard weggelopen. Het betrapte meisje gaf
de diefstal toe, maar, zo zei ze, zij was
alleen geweest.
Haar zusje ontkende dan ook alle schuld.
Zij verklaarde dat zij op de bewuste dag
niet naar Den Haag was gegaan met haar
zusje, doch dat zij al liftende door het land
was getrokken. Óp de bewuste zaterdag
middag had zij in Groningen gelogeerd.
Zij wilde niet zeggen waar, om haar ken
nissen geen last te bezorgen. Een feit is,
dat zij sinds de dag van de winkeldiefstal
spoorloos is geweest tot de politie haar
tien dagen later aantrof in een droge sloot
van de Haarlemmermeerpolder.
„Deze zaak heeft zowel een humoristi
sche als een tragische zijde." meende de
officier die tegen elk der meisjes een ge
vangenisstraf van vier maanden eiste,
omdat hij het zonneklaar bewezen achtte,
dat de zusjes, zoals altijd, ook dit geval
samen hadden „gedaan". De verdedigster
beschreef de zusjes als kinderlijke impul
sieve wezentjes. Haar cliënte had zeker
niet het boze opzet tot stelen gehad, het
betrof hier eerder weer een geval van kat-
tekwaad: eens proberen of het lukte. De
verdedigster van het andere zusje achtte
het tenlastegelegde niet bewezen.
Uitspraak 3 december.
Advertentie
Er zijn verschillende cijfers gehanteerd
met het oog op het S.E.R.-advies over de
bakkerijparagraaf door de bakkerspa
troonsbonden en door de Nederlandse ver
eniging van werkgevers in het bakkersbe
drijf. Naar aanleiding hiervan deelt de Ne
derlandse vereniging van werkgevers in
het bakkersbedrijf mede, dat de door haar
verstrekte cijfers zijn gebaseerd op een
zeer recente enquête onder haar leden.
Uiteraard zullen deze cijfers verschillen
van de cijfers van het C.B.S. over het
jaar 1954, welke door de patroonsbonden
worden gebruikt. Zo merkt de Nederland
se vereniging van werkgevers in het bak
kersbedrijf op, die voorts verklaart gaar
ne bereid te zijn haar cijfers te doen con
troleren door een onpartijdige instantie,
waarbij wordt gedacht aan het ministe
rie van Economische Zaken.