Expositie van werk van Jules Chapon in Galerie Espace Wekelijkse Esperamtcvcursus Wilt U LL ANWB zette kroon op het bouwwerk Waterverbruik in ons land gestegen Meubelfabriek te Assendelft in vlammen JlNGUAPHONE Zesde les Vreemde tweeling voor het hekje HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 17 Examens In De Waag Herdenkingsexpositie van A. L. Koster Herbouw „Kleine Comedie" in Den Haag Dr. Dibelius sprak met een Oostberlijnse magistraat Hoogste punt bereikt van nieuw kantoor Tweehonderd liter per hoofd en per dag U LEERT ^SSHètt^LEZEN EN SCHRIJVEN MAAR U MOET HET 00K KUNNEN SPREKEN EN VERSTAAN 80N 1 Kerkelijk Nieuws Hoe gebruikt men HEINZ® TOMATO KETCHUP? De fles op tafel en een flinke portie op bet bord wat een smaakgenot Tramstoring in Den Haag mooïe witte tanden hebben, gebruik dan IVOROLtandpasta Partijen in bakkersstrijd gebruiken verschillende cijfers VRIJDAG 20 NOVEMBER 1959 GALERIE ESPACE exposeert tot 6 de cember werk van Jules Chapon. Naar aan leiding van een vorige tentoonstelling van Chapon heb ik geschreven dat de abstracte kunst voor iemand als Chapon een bevrij ding betekende. Zijn verdere ontwikkeling maakt het duidelijk dat Chapon het gemak niet zocht. Bijna ieder schilderij betekent hem een nieuw probleem of mogelijk een welbewuste variatie op een gevonden mo tief en daarmee als resultaat een werk van toch andere inhoud. Van deze expositie zou men kunnen zeggen dat zij minder aards is dan de vorige. Waarbij ik nog niet van hemels spreek. Maar het is me of Chapon meer aan het avonturen in de ruimte is gegaan. De zogenaamde supre- matisten hebben dit probleem al gesteld. Voor .mijn gevoel doet Chapon het niet minder overtuigend. Verschillende schil derijen van hem vertonen twee rode ron de schijven op een blauw fond. Een dezer doeken heeft met die twee planeten, als men wil, een ruimtewerking die ons even aan het bestaan van lichamen in een heelal dus doen denken. Ik wil niet zéggen dat bij de schilder die beelding voorop stond, maar meen dat hij iets als door mij be doeld gevoeld heeft. Er zijn enkele andere schilderijen, die ons aan de vorige ten toonstelling doen denken. Zij zijn land- schappelijker van aard, zij herinneren aan iets tastbaars. Zo ook een klein doekje waarin het rood overweegt en dat voor mij eenzelfde betekenis kan hebben als een echt stilleven bij een andere schilder. Voor vele schilders geldt het schilderen op zichzelf, de actie dus, als belangrijk en het resultaat moet alleen maar getui gen van die periode van actie. Nu geloof ik dat ieder schilderij .van die periode van actie getuigen kan, voor 'degene, die een schilderij weet te zien. Als zovele moder ne richtingen is wat de Amerikanen „ac tion painting" noemden ook niet zo iets nieuws en slechts een deel van het geheel schilderkunst. Wat me aan Chapon zo be valt is dat hij er echt op uit is een schil derij te maken. Men ziet dat aan zijn door wrochte wijze van werken, het steeds te rugkomen op het werkstuk, het van ver schillende kanten bekijken van een pictu raal probleem. Nog blijft het mij de vraag in hoeverre hij alles wat des schilder- kunsts is raakt. Maar daarin staat hij ge lijk met gevestigde reputaties in wier werk ook maar een deel der kanten pre valeerde. Een kunst als die van Chapon Advertentie B. D. Leefsma N.V. - Amsterdam Kerkstraat 25 (b. d. Leidsestraat) Amsterdam Gem Univ. Doctoraalexamen po- itieke en sociale wetenschappen: mevrouw L. E. Waney-Panggaoean en D. 't Hart. Amsterdam. Doctoraalexamen economie: J. J. Herks. Amers- toort. Doctoraalexamen Engels: F. J. van Beeck, Amsterdam (met lof). Leiden. Gepromoveerd tot doctor in de genees kunde: J. J. van der Werff ten Bosch en N. J. A. Noorduyn, beiden te Leiden. Rotterdam Doctoraalexamen economische we tenschappen: B. van Riel. Rotterdam. Gepromo veerd tot doctor in de economische wetenschap pen: C. A. Cannegieter, Voorschoten. Een der in Galerie Espace geëxposeer de werken van Jules Chapon. blijft ons een moeilijke vooralsnog. Ver trouwen moet toch geven dat men op deze expositie tot duidelijke voorkeuren kan ko men. Ik had die voor genoemd schilderij tje met dat overwegende rood. En voor en kele andere werken. Ik bespaar de lezer het noemen van nummers. Men constate- re zelf zijn voorkeuren. Bob Buys Op de herdenkingstentoovstelling van A. L. Koster, die tot 30 november in De Waag gehouden wordt, valt één ding 'di rect op: Koster schilderde vaak bollen- veldjes. Gezien de vele rommel, die naar een dergelijk onderwerp ontstond, moet men even een klein vooroordeel onder drukken. Want het loont de moeite zich op verscheidene van Kosters bollenveld- jes te concentreren. In bescheiden for maat wist Koster met dit hachelijke on derwerp raad en enkele werkjes kunnen me liever zijn dan het schilderij, dat de grote Franse impressionist Monet bij ver gissing in de bollenstreek maakte. Koster begreep dat men zich bij de keu ze van het onderwerp moest beperken tot de voor het (schilderij geschikte hoekjes, ïjij wps niet de §childA)> die- dooj; veran derd aan de natuur 4ot -harmonSèh ge daagd werk kon komen. Afhankelijk blijkt hij ook van het materiaal. We ontmoeten op deze tentoonstelling enige pastels. Zij zijn minder dan de schilderijen in olie verf. Beter lag hem de waterverf. Maar daarmee werkte hij toch iets te angstig. Hoezeer hij het vooral goed wilde doen blijkt ook weer uit een bollenveldje voor een huisje, dat van een grote toewijding getuigt en van een werkelijk knappe de taillering is. Toch verkreeg het evenmin de eenheid van de schilderijen. Koster was een typische Hollandse im pressionist, een voorloper eigenlijk een beetje van onze Boot. Dit dan gezien bei der werk. Hij is niet niet genoeg meege sleept door een beweging als de Haagse school. Ik zoek naar enig excuus gezien zijn aanleg. Want die was er. En dit wordt ons duidelijk gemaakt door een bijna su bliem schilderijtje: het Buiten Spaarne. Aanleg blijkt verder uit schetsboekbla den. Men moet daartoe in de schetsboeken even zoeken. Voorts zijn de etsen te waar deren. Ondernemingslust blijkt uit 'n ken nelijk oudere prent van een steengroeve. Bob Buys Naar wij vernemen, zal in de eerstvol gende vergadering van de Haagse ge meenteraad, welke maandag 30 novem ber wordt gehouden, de bouw van een klein theater ten Dehoeve van „De Kleine Comedie" aan de orde worden gesteld. Als plaats hiervoor heeft men op het oog een terrein, gelegen tussen het Stadhou dersplantsoen en de Cornelis de Wittlaan, in de onmiddellijke nabijheid van het ge meentemuseum en van het toekomstige congresgebouw. Vooralsnog hebben B. en W. zich in hun voorstel beperkt tot 't vra gen van een principe-besluit van de raad tot het garanderen van een geldlening ter grootte van vierhonderdvijftig duizend gulden welke de exploitanten van de Klei ne Comedie bij particulieren kunnen aan gaan ter financiering van de bouwkosten. Mocht de raad dit principe-besluit nemen, dan is het te verwachten, dat B. en W. bin nenkort verder zullen gaan en de raad zul len voorstellen, de betreffende grond voor een aantal jaren aan de exploitanten van de schouwburg te verhuren. De Kleine Comedie is jaren geleden ge vestigd geweest in een noodschouwburg op de hoek van het Spui en de Kalver markt, welke in april 1954 op verzoek van het rijk, dat eigenaar is, van deze grond, in verband met de definitieve bebouwing moest worden ontruimd en afgebroken. Pogingen om elders in de stad voor ..De Kleine Comedie" een schouwburg te doen stichten hadden tot dusver schipbreuk ge leden. BERLIJN (UPI) De Evangelische bisschop van Berlijn, dr. Otto Dibelius, heeft gisteren een onderhoud gehad met de plaatsvervangende burgemeester van Oost-Berlijn, Waldemar Schmidt, die de bisschop onlangs het preken in Oost-Ber lijn verbood wegens diens uitspraak over burgerlijke gehoorzaamheid in een staat, die God niet erkent. Van het onderhoud werd niets bekendgemaakt, maar van kerkelijke zijde werd vernomen, dat het een poging was het verschil bij te leggen. (Van onze Haagse redacteur) Donderdagmiddag heeft de voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Toeristen bond A.N.W.B., de heer P. F. Zimmerman letterlijk de kroon op het werk gezet. Op zijn commando heeft een torenkraan een vergulde metalen kroon naar het dak van het in aanbouw zijnde kantoorgebouw van de A.N.W.B. aan de Wassenaarse weg in Den Haag gehesen, waar zij op het door de Haagse beeldhouwer H. J. Etienne ver vaardigde bronzen embleem van de toe ristenbond werd geplaatst. Daarmee was het hoogste punt, ruim zevenendertig me ter boven de begane grond, bereikt, het geen met de gebruikelijke uitdeling van het „pannebier" aan de bouwvakkers en de genodigden werd gevierd. De voltooiing van het kantoorgebouw zal nu nog een jaar vergen. Het staat op een terrein van ruim drie hectaren, heeft een lengte van 93 en een diepte van vijftien meter. De inhoud van de zes verdiepingen bedraagt in totaal 42.000 kubieke meter. De op het dak gebouwde personeelscanti- ne met een oppervlakte van 360 vierkante meter is overdekt met geprefabriceerde betonnen schaaldaken, volgens een door prof. dr. ir. A. M. Haas ontworpen voor het eerst toegepast systeem. Met de bak stenen bekleding, eveneens gedeeltelijk geprefabriceerd, hebben de architecten, prof. ir. J. F. Berghoef en H. Klarenbeek uit Aalsmeer, het Nederlandse karakter van het gebouw willen uitdrukken. Binnenkort wordt een begin gemaakt met het meest spectaculaire deel van het bouwwerk, namelijk de met een schaak koepel overdekte ronde bezoekershal met een diameter van vijfentwintig meter. Daarom heen komt een krans van werk vertrekken. Deze bezoekershal wordt door middel van glaswanden met het hoofdge bouw verbonden. Met deze rotonde heeft prof. Berghoef de servicegedachte willen symboliseren. De hal krijgt een oppervlak te van tweeduizend vierkante meter en wordt twaalf meter hoog. Zij ligt vier me ter boven het terrein en is bereikbaar door middel van een brede opgang. Het ge bouw zal een transparante indruk maken door de zilvergrijze roosterramen van Surinaams hout. Het A.N.W.B.-complex omvat verder een viertal dienstwoningen, een wegen- wachtverblijf met vijfentwintig bedden, een wegenwacht-opleidingscentrum en een technostation met garages en werk plaatsen. Het parkeerterrein biedt plaats aan tweehonderd auto's. Het waterverbruik in ons land neemt aanzienlijk toe. In een rapport uit 1940 werd becijferd dat in het jaar 2000 gere kend moest worden op een jaarlijks ver bruik van water van 650 a 700 miljoen m3, maar op een te Utrecht gehouden bijeen komst van de Vereniging van exploitanten van waterleidingbedrijven in Nederland is medegedeeld, dat deze prognose niet meer reeel is. Na de tweede wereldoorlog zijn de verbruiken, aldus deze medede ling, aanzienlijk omhoog gegaan. Het ge middelde verbruik voor geheel het land beloopt thans reeds 200 liter per hoofd en per dag. In deze stijgende lijn voortgaan de zal ons land in het jaar 2000 circa 950 miljoen m3 water „consumeren". Het zal dus nodig zijn tijdig de nodige maatrege len te nemen. Het aantal nog niet op de waterleiding aangesloten gemeenten is thans nog slechts 23. Binnen enkele jaren zullen alle gemeenten waterleiding heb ben. Over het vraagstuk van de waterwinge bieden werd gezegd, dat op gemeentelijk en provinciaal terrein de laatste tijd een interessante ontwikkeling valt waar te ne men met betrekking tot de bescherming van de waterwinplaatsen. In de afgelopen nacht omstreeks half een is brand uitgebroken in de meubel fabriek van de fa. Vink te Assendelft. Het vuur breidde zich snel uit en de gedeelte lijk van hout opgetrokken fabriekshal, waarin dertien houtbewerkingsmachines stonden, brandde tot de grond toe af. De schade wordt op een half miljoen gulden geraamd. De fabriek is verzekerd. De Assendelftse brandweer geassi steerd door de brandweerkorpsen van Krommenie en Wormerveer, bestreden de enorme vuurzee met veel materiaal, maar het was spoedig duidelijk dat aan behoud van de produktiehal, waarin 1000 stoelen gereed stonden voor verzending, niet te denken viel. Door het nat houden van de overige bedrijfspanden en de na bijgelegen woningen kon uitbreiding van de brand worden voorkomen. De oorzaak is onbekend. Advertentie Linguaphone heeft nu een speciale Esperanto cursus met Nederlandse boeken! Memand minder dan dr. Edmond Prlvat spreekt met u op de platen van de IJnguaphone cursus Esperanto. Woord voor woord, zin voor zin leert u van deze befaamde Esperantist de per fecte uitspraak. Mot, alsof het uw moedertaal ls, verstaat u het gesprokene. I)oor nazeggen en met de platen „meepraten" leert u zich met het grootste gemak uitdrukken In feilloos Esperanto. En straks, tussen buitenlanders op bijeenkomsten, congressen of waar ook. spreekt u zonder hapering met mensen, wier eigen taal u volkomen vreemd is. Stuur nu de bon in voor gratis prospectus. In het prospectus leest u alles over de aantrekkelijke Linguaphone- condities, de gratis correctie ser vice, en alle andere voordelen van Linguaphone. Vraag het aan met nevenstaande bon en ontdek hoe u reeds voor f. 10.- per maand (min. 4 maanden.) de volledige cursus ter beschikking kunt krijgen! U kunt de cursus vooraf zien en vooral hóren U bent altijd welkom in de gehoor zalen van Linguaphone. Zonder enige verplichting kunt u er de platen beluisteren, de boeken in zien, inlichtingen vragen. Ook in Haarlem is een Linguaphone- eehoorzaal 11 i ren*eenv&nb«'dë-)." i Adres: I I I Plaats; I ZSZSH"'»* Üe'tZ ^«•Passing ia. ~j Hoofdkantoor: AMSTERDAM Helllgeweg 45 - 72 Tel. 31744-33724-245444 2») - Gehoorzalen te: HAARLEM - Nieuwe Gracht 88 - Tel. 1441# (I 2544) - ROTTERDAM - Botersloot 44 - Tel. 124471 180# en 4 14) - DEN HAAG - Lange Voorhout 23a - Tel. 115142 1744) - UTRECHT - Achter de Dom 14 Tel. 24224 (4 34) - ARNHEM - Hoflaan 23 - Telefoon 33414 (4 8344) van 245 Ned. Herv. Kerk Be dankt voor Opheusden J. Bakker te Giessendam voor Ommen dr. J. de Bruijn te Leeuwarden. Beroepen te Wijk bij Heusden A. Breure te Oud-Vossemeer. Advertentie - Post mallonga tempo Karlo sidas en la daro. En la mano estas la kofro kaj la irbastono kaj sur la kapo estas denove la cilindra capelo. „Nun mi estas vera sin- joro", li diras, „nun mi sidas en aütomo- bilo kaj mi veturas al fremdaj landoj." Kiu estas entaü la veturilo? Estas Niko. Li tiras. Cu li iras? Ne! li kuras, kaj tre ra- pide la veturilo iras tra la gardeno de unu angulo al alia, (klemtoon: a-li-a). Sed kio kusas sur la tero? Granda stono. Cu Karlo vidas giN? Cu Niko vidas giN? Ne, nek Karlo, nek Niko vidas la stonoN.. kaj la rado de la veturilo ankaü ne vidas giN. La malgranda veturilo rapidas tra la gardeno. La cevalo ne estas maldiligenta kaj la sinjoro en la caro laüte krias: „Ra- pidu! Rapidu!" Li gojas j<aj ridas kaj la knaboj bonege amuzas sin. Nun la veturilo venas ce la benko kie sidas la patrino. Si an- koraü riparas la knabaN surtutoN. KioN nun faras la sinjoro en la aütomobilo? Li levas la altaN êapeloN, salutas la patrinoN kaj diras al si: „BonaN tagoN, sinjorino!" Si levas la brakon kaj diras: „BonaN vojaêoN, sinjoro!" Taalregels. 25. -Kio?- wat?) vraagt naar dieren en dingen. Het is weer het eerste woord van een rijtje van vijf. Even van buiten leren: wat - dat - iets - niets - alles. 26. Povas kan) wordt gevolgd door een werkwoord, dat op een -i- uitgaat. Dat is de onbepaalde wijs van het werkwoord, d.w.z. die vorm van het werkwoord, die geen tijd aangeeft. Het is ook de vorm, die u in het woordenboekje vindt. Hetzelfde geldt voor de werkwoorden volas (willen), devas i moeten) en satas (houden van). Li ne povas vidi. Li ne povis vidi. Li ne povos vidi. 27. Die onbepaalde wijs - het werkwoord op -i- vinden we ook na het voorzetsel -por-, dat -om te- betekent. Li venis por helpi om te helpen. 28. Namen van vrouwen en vrouwelijke dieren maken we met behulp van het achtervoegsel -in-, Knabo knabino.. sinjoro sinjorino hundo hundino. 29. Het achtervoegsel -il- maakt namen van werktuigen. veturas rijdenveturilo rijtuig. kudras naaien kudrilo naald. 30. -Kie?- waar?) vraagt naar de plaats. Spreek uit: Kie-è. Kie? En la lernejo, en la gardeno, en la domo. Het is weer het eerste van een rijtje van vijf. Even van buiten leren: waar? - daar - ergens - nergens - overal. 31. -fi- is een voorzetsel, dat een slechte karaktereigenschap aanduidt. fihomo een slecht mens. fiplantoj onkruid. 32. Een gebod kan ook een wens inhou den. Het klinkt dan minder bevelend. Ludu! speel! Ni ludu! Laten we spelen. Rigardu! Kijk! Ni rigardu al la kato. Laten we eens naar de kat kijken. 33. Bijwoorden zeggen, hoe we iets doen. Ze eindigen m Esp. op een -e-. Li kuras rapide. La knaboj krias laüte. Ze zouden heel gemakkelijk te herken nen zijn, als we ze vaak ook niet als bij voeglijk naamwoord gebruikten. En daar een bijv. nw. (zie taalregel 2) op een -a- eindigt, is het noodzakelijk, dat we ze van elkaar leren onderscheiden. La bela sinjorino of, wat hetzelfde is La sinjorino estas bela. Hier is -bela- een bijvoeglijk naam woord, omdat het zegt, hoe de dame is. In de zin: La sinjorino kantas bele heeft dat -bele- iets te maken met het zin gen en niet met de dame, want die kan wel lelijk zijn. Hier is dus de vraag: Hoe doet ze het, hoe zingt ze en het antwoord is nu -bele- met een -e-, een bijwoord. Omdat we weten, dat deze onderscheiding lastig is voor allen, die alleen maar de lagere school hebben gehad, geven we voorlopig bij elke les een paar voorbeel den. Vertaling. Na korte tijd zit Karei in de kar. In de hand /ijn de koffer en de wandelstok en op het hoofd is weer de hoge hoed. „Nu ben ik een echte heer", zegt hij, „nu zit ik in een auto en ik rijd naar vreemde lan den." Wie is voer het rijtuig? Het is Niko. Hij trekt. Loopt hij? Nee, hij rent en het rijtuig gaat erg snel door de tuin van (de) ene hoek naar (de) andere. Maar wat ligt (er) op de grond? Een grote steen. Ziet Karei hem? Ziet Niko hem? Nee, noch Karei, noch Niko zien de steen. en het wiel van het rijtuig ziet hem ook niet. Het kleine rijtuig snelt door de tuin. Het paard is niet lui en de heer in de kar schreeuwt luid: „Sneller! sneller!" Hij is blij en lacht en de jongens amuseren zich uitstekend. Nu komt het rijtuig bij de bank waar de moeder zit. Ze herstelt nog de jongens-overjas. Wat doet de heer in de auto nu? Hij licht de hoge hoed op, groet de moeder en zegt tegen haar: „Goede dag. Mevrouw!" Zij steekt de arm omhoog en zegt: „Goede reis, mijnheer!" Oefeningen. 17. Vertalen en goed letten op dat -hij-, en -zij-. De drie zinnetjes achter elkaar horen weer bij elkaar. De tuin. Hij is groot. Is hij groot? De wandelstok. Hij ligt op de grond. Wat ligt op de grond? De hond. Hij blijft in het huis. Blijft hij in het huis? De kar. Staat hij bij de deur? Speelt Karei er mee met hem). De bloemen. Ze staan in de bloem bedden. Zijn ze van Karei? De hoed. Is hij van de moeder? Is het een mooie hoed? De )ongen. Hij staat bij de bank. Waar is de bank? Moeder. (Pas op!) Is ze jong en mooi? Kijkt ze naar de jongens? De school. Hij is in de straat. Is het een nieuwe school? Wie schreeuwt? Schreeuwt Karei? Nee, Karei is een heer. 18. In plaats van -de kleine jongen- kun nen we ook zeggen -de jongen is klein.- De betekenis van beide zinnetjes is pre cies dezelfde en we gebruiken ze, al naar ons dat het best uitkomt. In Esperanto is dat precies hetzelfde en er komen pas moeilijkheden, als de zinne tjes in het meervoud staan, want dan krijgt het bijv.nw. ook een -j-, We geloven niet, dat er ooit een Esperan tist is geweest, die die -j- nog nimmer heeft vergeten. Hier bestaat voor u dus de kans om de eerste te zijn! Voorbeeld: De kleine jongens De jongens zijn klein. La malgrandaj knaboj La knaboj es tas malgrandaj. (ja juist! die -j-!) Evenzo vertalen: De zwarte hoeden. De hoeden zijn zwart. De grote tuinen. De tuinen De mooie bloemen. De De grijze overjassen. De De hoge huizen. De bruine handen. De groene stokken. De sterke koffers. 19. Invullen. Het gaat om de -n-. Denk er om: -la- is een lidwoord en geen voor zetsel. Niko batis la capel- sur la okul- (meer voud) de la malgrand- knab-. La ric- sinjor- salutis la patrin- te la foriro al fremd- land-, Karlo ludis en la garden- per la nigr- capel-. La patrin- diras al la knab- en la griz- surtut- bon- tag-. De temp- al temp- la knab- iras al la patrin-. Niet vertalen. Alleen goed bekaken! 20. Hoe is hij of zij of het? bijv. naamw. La knabo estas forta. La cevalo estas diligenta. La caro estas bela. Hoe doen ze het? bijwoord. La manoj forte laboras. La cevalo diligente tiras. La knabo bele sidas en la caro. 21. Maar weer aan u zelf het verhaaltje vertellen. Donderdagavond is in Den Haag kort sluiting ontstaan in een motorwagen van een tram van lijn 6. In de wagen brak een brandje uit, dat snel kon worden geblust. Persoonlijke ongevallen deden zich niet voor. Er ontstond ook kortsluiting in de bovenleiding van de tram. Daardoor smol ten op het Hobbemaplein enkele draden van de bovenleiding door, waardoor een deel van het net omlaag kwam. Het ver keer moest gedurende korte tijd worden omgelegd. De hele bovenleiding van het Hobbema plein tot aan de Escamplaan moest ver vangen worden. Voor de Haagse rechtbank hadden twee Rotterdamse tweelingzusjes, Wiegertje en Dientje M., zich te verantwoorden terzake van het stelen van een japon uit een groot kledingmagazijn in Den Haag. De 23-jarige tweeling geniet in Rotter dam een zekere beruchtheid door de rare streken die zij altijd samen plegen uit te halen. Zij zijn al verscheidene keren ver oordeeld: een keer voor het stelen van een gipsen kabouten uit een tuin, eens voor brandstichting in de duinen bij de Ruige Hoek, voor stroperij en voor nog andere misstappen. Een verkoopster van het kledingmaga zijn verklaarde als getuige, dat zij perti nent zeker wist, dat de zusjes de diefstal van de japon samen gepleegd hadden. Het personeel van het magazijn had namelijk maar een zusje kunnen aanhouden. Zij had de japon in haar tas. Het meisje met wie zij de diefstal samen gepleegd had, was hard weggelopen. Het betrapte meisje gaf de diefstal toe, maar, zo zei ze, zij was alleen geweest. Haar zusje ontkende dan ook alle schuld. Zij verklaarde dat zij op de bewuste dag niet naar Den Haag was gegaan met haar zusje, doch dat zij al liftende door het land was getrokken. Óp de bewuste zaterdag middag had zij in Groningen gelogeerd. Zij wilde niet zeggen waar, om haar ken nissen geen last te bezorgen. Een feit is, dat zij sinds de dag van de winkeldiefstal spoorloos is geweest tot de politie haar tien dagen later aantrof in een droge sloot van de Haarlemmermeerpolder. „Deze zaak heeft zowel een humoristi sche als een tragische zijde." meende de officier die tegen elk der meisjes een ge vangenisstraf van vier maanden eiste, omdat hij het zonneklaar bewezen achtte, dat de zusjes, zoals altijd, ook dit geval samen hadden „gedaan". De verdedigster beschreef de zusjes als kinderlijke impul sieve wezentjes. Haar cliënte had zeker niet het boze opzet tot stelen gehad, het betrof hier eerder weer een geval van kat- tekwaad: eens proberen of het lukte. De verdedigster van het andere zusje achtte het tenlastegelegde niet bewezen. Uitspraak 3 december. Advertentie Er zijn verschillende cijfers gehanteerd met het oog op het S.E.R.-advies over de bakkerijparagraaf door de bakkerspa troonsbonden en door de Nederlandse ver eniging van werkgevers in het bakkersbe drijf. Naar aanleiding hiervan deelt de Ne derlandse vereniging van werkgevers in het bakkersbedrijf mede, dat de door haar verstrekte cijfers zijn gebaseerd op een zeer recente enquête onder haar leden. Uiteraard zullen deze cijfers verschillen van de cijfers van het C.B.S. over het jaar 1954, welke door de patroonsbonden worden gebruikt. Zo merkt de Nederland se vereniging van werkgevers in het bak kersbedrijf op, die voorts verklaart gaar ne bereid te zijn haar cijfers te doen con troleren door een onpartijdige instantie, waarbij wordt gedacht aan het ministe rie van Economische Zaken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 17