tBaHHi-zittm hier en in Amerika K IJ KL R S 7 ONDER SLEUTELGAT De Gevangenpoort in Den Haag is meer dan alleen maar een „rariteitenkabinet" Erbij Foto-expositie Yoghurt als medicijn Met een boekje de ruimte in ZATERDAG 5 DECEMBER 1959 PAGINA TWEE EEN DEZER DAGEN is een Nederlands meisje tot Miss World gekozen op een schoonheidswedstrijd in Londen. Haar toekomst is al bijna voorspelbaar: zij zal worden omringd door fotografen en reclamemensen, die haar beeltenis willen gebrui ken om schoensmeer of lipsticks, luxe limousines of keuken- uitzetten aantrekkelijker voor het kooplustige publiek te ma ken. Kranten- en damestijdschriftenverslaggevers zullen zich op haar storten om haar verleden, heden en toekomst uit te ra felen, om haar te vragen of ze van poezen houdt, of ze gaat trouwen, wat haar vader doet en wat ze zo al leestDan krijgt ze een contract van een filmmaatschappij aangeboden en de eerste stappen zijn gezet op de ladder, die tot in de duize lingwekkende hoogten van de Hollywoodse filmhemelen kan voeren. DE SCHOONHEIDSWEDSTRIJDEN zijn een aspect van de moderne wereld, waarin „gekeken" wordt, waarin de mens steeds meer op het visuele gericht wordt, aldus tenminste Jan Blokker, die in zijn „De erotiek van het dagelijks leven" (uit geverij J. Heijnis Tsz., Zaandijk) een vlotte en soms scherpe analyse geeft van de fenomenologie van de pin-up girl in re clame en pers, in het amusementsleven en de film. Een gehele kijkindustrie doet haar best onze kijklust te bevredigen, maar tevens nog sterker te stimuleren en daarvoor moeten steeds ge raffineerder prikkels bedacht worden. Dat de erotiek daarbij een zeer belangrijke rol speelt, wie zal dat bestrijden? Er was heus geen motivation research, geen psychologisch diepteonderzoek voor nodig, om te constateren, dat de vrouw als plaatje, de vrouw als stereotiep, met de rondingen op de juiste plaatsen en met beschrijving, hetzij door de pikante echt- een tot het hoogst noodzakelijke beperkte scheidingsgeschiedenis of de verhalen over kleding de attractiviteit van een adverten- de eenvoudige levenswijze van de door het tie en van het er in aanbevolen artikel kan publiek zo beminde diva's. Het is echter verhogen. Men appelleert aan een van de zeker niet zo, dat de gehele pers zich hier- meest fundamentele instincten en het sue- aan op dezelfde manier schuldig maakt, ces lijkt verzekerd. Terecht wijst Blokker erop dat de vrouw door zelf weer dit ste reotiep te imiteren een schablone dreigt te worden, een beeld, of liever een afgietsel want sommige bladen geven slechts een uiterst summier berichtje, maar doen des ondanks toch aan de cultivatie mee. Dat de Narrimannen en de Soraya's, de Dibah's van wat de reclame en de film haar voort- ei^ de Gracia's verhoudingsgewijs zoveel - kolommen opeisen, vindt zijn oorzaak sim pelweg in het feit, dat het publiek om deze leesstof vraagt. Daarbij steekt de per^ trouwens nog scherp af bij de door Blokker terecht ge kraakte damesweekbladen, die „de abon nees achter het fornuis plaatsen en haar voeden met de voorzichtige erotiek van kuise liefdesverhalen en verholen mede delingen over de sexuele perikelen die overige abonnees de redactie hebben toe vertrouwd." Het damesweekblad met zijn miljoenenoplaag is een wekelijks gedrukt voorbeeld van het gebrekkig verloop der vrouwenemancipatie, waarin de kokkerel lende vrouw over de keukentafel heen een durend suggereert als het meest aantrek kelijke, het meest „sexy". Dan wofdt de vrouw verontpersoonlijkt, een gebruiks voorwerp, een object, waarnaar we kunnen kijken en dat de vrouw zelf dreigt over bodig te maken. TOCH KAN MEN deze uitspraak van Blokker niet anders dan cryptisch vinden, immers, wanneer we in Nederland „kij ken", dan zien we daar allerminst alleen maar evenbeelden van Brigitte Bardot, of vrouwen die alles in het werk stellen om te concurreren met Marilyn Monroe, men zou soms zeggen, helaasSlechts een bepaalde groep Nederlandse vrouwen, of beter meisjes, kijkt niet alleen, maar neemt ook op en imiteert. In feite blijft de imi- tatielust beperkt tot teenagers en de iets ouderen, daarna loopt het hoog-modieuze meisje keurig getrouwd achter de kinder wagen in het gareel, dat haar oudere zus ters en de damesbladen al generatieslang zo nauwkeurig voor haar hebben uitge spannen. Ook de Nederlandse man, die zoals Jan Blokker treffend vaststelt door een reusachtig sleutelgat zich zit te ver gapen aan een film van Bardot of aan een striptease in een nachtlokaal en het onder scheid tussen prikkel of surrogaat niet meer kan maken, is te nuchter om zich B. B. of haar kopie nu ook tot levensgezel lin te wensen. ,,'n Beetje" is voor hem al meer dan ge noeg, twee B.'s is er een te veel. Hij blijft voyeur, maar een „loerder" met schuldge voelens, die zich veel beter thuis voelt bij moeder aan tafel, de veilige haven waar hij zich beschermd voelt tegen alle lusten en de zondige begeerten, die het kijken bij hem opwekken. Surrogaat op prikkel, ten slotte „raakt het zijn koude kleren niet". NA DE LAATSTE wereldoorlog werd er babysitter niet eens blijken te zijn. Ook weinig opvallend in Nederland en an- komt het voor, dat een kind tijdens de dere Europese landen een instituut geïm- oppas, bij voorbeeld door onvoorzichtig porteerd, dal later tot een voor velen be- spel, gewond raakt en al menig bemidde- langrijk lichaam zou uitgroeien: dat van lingsbureau is in verband hiermede wet- de oppas-centrales. Deze van zuiver Ame- telijk aangesproken. Behalve een volledi- rikaanse oorsprong zijnde instellingen ge dagtaak voor een aantal mensen blijft groeiden snel in populariteit en omvang, het babysitten in Amerika voor de mees- Tussen kijken en toepassen ligt een enorme niet in de laatste plaats door de na-oorlog- ten natuurlijk toch een bijverdienste, afstand, die Blokker tot een minimum re- se drang tot vermaak en uitgaan, tot „afrea- Vooral de jeugd ziet kans hiermee een duceert geren" van de spanning uit vijf lange, don- aardig zakcentje te verdienen. Twintig kere jaren. Thans zijn ze tot een bekend percent van de 8 miljoen Amerikaanse TOCH WIJST BLOKKER op een kant en geaccepteerd facet van het dagelijks jongens onder de 21 jaar staan ingeschre- van de erotechniek, die de invloed op de leven in de grote steden vooral, geworden ven als babysitter en voor de meisjes tot kijker kan vergroten. De pin-up is onper- ook al blijven ze in belangrijkheid toch 21 jaar bedraagt het percentage zelfs 50. soonlijk, een voorwerp, niet meer dan een nog ver achter bij de Amerikaanse moe plaatje, dat al spoedig niet eens meer derinstellingen. Wat daar een volledig be- wordt opgemerkt. Anders is het met de drijf is geworden, is hier toch nog een filmster, die voor het verlangende publiek specialiteit. De in Amsterdam bekende levend, bijna tastbaar dichtbij wordt ge- Studenten Oppas-Centrale, in 1949 van een haald. Het leven van de filmster wordt te hooi en te gras werkend clubje tot een binnenstebuiten gekeerd, ze komt Amster dam bezoeken, zit bij de première van haar film in het midden van de toeschouwers en kijkt met alle andere miljoenen toe schouwers naar de eindeloos lange filmkus, die ze in de studio wel twintig keer over moest doen voor hij goed was. De geraffi neerde prikkeling ligt in het reëel zijn van het model, van een Romy Schneider die er zo van houdt gewoon te zijn, maar zich te- in tien jaar tot een apparaat, dat thans ruim 180 medewerkers omvat en jaar lijks een 15.000 tot 17.000 oppassen „doet". Gezien de voortdurende toeneming in het aantal oppassen over deze jaren is het aannemelijk, dat het eindcijfer nog lang paplepel erotisch voedsel toegediend krijgt, in de vorm van de breedgeschouderde, vi rile, sterke man. Wellicht dat het deze bladen zijn, die nog de meeste invloed uitoefenen. Maar dan is het praktisch resultaat van de erotechniek toch een totaal andere dan waarop Blokker wijst. Ondanks alle naakt in bioscoop en reclame komt de prikkel niet veel verder dan het gebroddel aan een breiwerkje en het gewitte plafond, de schemerlamp met kaarsje van karton en de „cosy" woon inrichting. Als compensatie daarop krijgt de man zijn portie B. B. in de bios, die ondanks alles en gelukkig voor hem altijd nog op een grote afstand leeft. Het is de vraag of de kleurrijke geplas- ticeerde en duidelijk op een groot publiek gemunte omslag en bovendien het zeer grote aantal foto's niet lijdt aan het euvel dat Jan Blokker juist aan de kaak lijkt te willen stellen. Wat matiging in de epa terende verzorging van dit boekje zou meer in overeenstemming zijn geweest met de trant van het er in betoogde. W. Langeveld (Van onze Haagse redacteur) HET RIJKSMUSEUM De Gevangen poort moge dan een der best bezochte be zienswaardigheden van den Haag zijn, kritisch ingestelde geesten spraken er al tijd wat geringschattend en vergoelijkend over. Het kleine poortgebouw aan de Vij- verdam werd door hen eerder tot de rari teiten dan tot de cultuurmonumenten ge rekend. Daarin hadden ze ook wel enigs zins gelijk, want de Gevangenpoort ont leende zijn faam vooral aan het tot de ver beelding sprekende bloedige einde van de gebroeders Johan en Cornelis de Witt en aan de macabere verzameling pijnigings instrumenten welke na 1828 uit alle Neder landse gevangenissen hun weg naar den Haag vonden. De publieke aandacht was dus voornamelijk op het griezelige en het gruwelijke gericht. Als voormalige poli tieke gevangenis welke overigens zeer comfortabel kon worden ingericht wan neer de delinquent over voldoende midde len beschikte zou de Gevangenpoort een oord van pelgrimage kunnen zijn voor uit eenlopende bevolkingsgroepen. Voor de protestanten in de eerste plaats omdat hun martelaar Jan de Bakker hier in 1525 vop de brandstapel wachtte, voor de huma nisten (vooral de Haarlemse) omdat Dirck Volkertszoon Coornhert er een verweer schrift samenstelde, dat zelfs de Raad van Beroerten kon vermurwen, voor de Oran jeklanten wegens het verblijf dat Kaat Mossel hier hield en verder voor romanti ci vbn allerlei slag, want binnen de ver weerde muren heeft het aan romances niet ontbroken. INTUSSEN IS ER de laatste tijd een herleefde belangstelling merkbaar voor de Gevangenpoort als een van de oudste zelfstandige organisatie verheven, groeide weer geroepen om aan de stortvloed van Tegenwoordig wordt er niet uitsluitend gelijkertijd zo dun mogelijk gekleed over meer op baby's gepast, maar ook op oude het witte doek beweegt. Maar altijd nog dames en heren, op huisdieren, kostbaar heden etcetera. Soms ook doen de oppas- studenten, op wie hoofdzakelijk een be roep wordt gedaan door academici, za- enigermate gekleed, want zoals Sartre ja ren geleden al schreef, de sterkste prikkel ligt niet in het naakt, maar in het bijna- naakte. Men is teruggekomen op de uitzon derlijke luxe, die men in oude rolprenten vaak aantrof en richt zich in de tegenwoor dige films bij voorkeur op het gemiddelde milieu, of zelfs het arme, waarin dezelfde mensen voorkomen als de gemiddelde toe- meest directe wijze per foto, of per levens schouwer in de zaal. De afstand tussen fi guur op het doek en het publiek in de zaal is er door verkleind, de prikkel wordt evenredig groter. OOK DE PERS is bij de ero-industrie betrokken, aldus Blokker, want zij ver spreidt op uitgebreide schaal het signale ment van het model de ster, hetzij op de In het voorjaar van 1961 wil het Stede lijk Museum te Amsterdam een grote foto tentoonstelling houden, die een beeld zal geven van Amsterdam en het leven van zijn bewoners van 1935 tot heden Alle in cent per uur; het bureau eist voor iedere Nederland wonende beroeps- en amateur- bemiddeling 75 dollarcpnL lingsbureaus, die samen een jaarlijkse omzet hebben van meer dan 4 miljard gulden! Per week komen er bij deze bu reaus 10-15 miljoen aanvragen voor een oppas binnen. Het is dan ook geen wonder, dat er hier velen zijn die in het baby-sit- ten een volledige dagtaak vinden. Een groot aantal ongehuwde vrouwen is „be- roepsoppas" geworden. Sommigen van hen verdienen een maandsalaris van 400 dollar! Indien de Amerikaanse burger of burgeres voor dit beroep voelt, kan hij of zij zich bij een bemiddelingsbureau mel den. Is het een goed bureau, dan borden de antecedenten van de sollicitant degelijk onderzocht, alvorens deze op de lijst wordt geplaatst. Dit onderzoek omvat niet al leen de morele achtergrond van een be paalde persoon maar ook de opleiding, het karakter en de eventuele geschiktheid voor dit speciale werk. Hoewel men zelfs dan nooit geheel zeker kan zijn van de goe de hoedanigheden van de kandidaat, geeft dit toch een bepaalde waarborg, waarbij het bureau zowel als de ouders belang hebben. De aangestelde baby-sitter ont vangt een bedrag van ongeveer 90 dollar bouwwerken van de vroegere hofstad. De bouwgeschiedenis verliest zich weliswaar in de nevelen der veertiende eeuw en vol gende eeuwen en noopt tot het zetten van vele vraagtekens, maar als voorbeeld van een historische gevangenis op een met de vaderlandse geschiedenis nauw verweven plaats heeft zij grote waarde. Er is na tuurlijk door de eeuwen heen aan de Ge vangenpoort heel wat vertimmerd en ver bouwd. Het slopen van het „poortje van Berlage", dat in 1923 bij wijze van steun beer werd opgericht toen de Gevangen poort aan één zijde vrij kwam te staan omdat 't belendende perceel werd afgebro ken, zal bepaald niet de laatste wijziging zijn geweest. Dat poortje verdween overi gens om dezelfde reden welke in 1923 de bouw ervan nodig maakte: de toeneming van het verkeer. Twintig jaar eerder was er trouwens aan de doorgang al geknut seld, omdat de Gouden Koets er anders niet door kon. Om één ding mogen we de verkeers-moloch wel dankbaar zijn: door hem werd na de eerste wereldoorlog de verwezenlijking verhinderd van allerlei in antiekerige stijl geconcipieerde projecten voor een aansluitende bebouwing. NU WE DE DOOR de conservator dr. D. F. Lunsingh Scheurleer samengestelde tentoonstelling over de geschiedenis van de Gevangenpoort, welke in twee ook al weer verbouwde zaaltjes van de poort te bezichtigen is, hebben gezien, beseffen we eens te meer hoe een stadsbeeld vaak slechts bij toeval ontsnapt aan de greep van met de beste bedoelingen bezielde, maar weinig oorspronkelijke ontwerpers. De schilderijen, gravures, foto's en plat tegronden vervagen de zorgen daarover evenzeer als de gedachte aan de treur kamer, de pijnkelder, de gayooien, de hon- IIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllli De situatie vóór de sloping van het poortje gerzolder, de examineerkamer of de ijzer kamer met hun folterwerktuigen. Tegen over al die ongezelligheid staat, dat de Gevangenpoort op het punt van sanitaire voorzieningen zijn tijd door middel van op een centrale riolering aangesloten toilet ten in alle cellen ver vooruit was. Omdat nog steeds bezoekers dat gemak daadwer kelijk bleken te waarderen, heeft men de leidingen met cement volgestort. Dat be hoeft echter niemand van een bezoek aan de tentoonstelling te weerhouden. Aangezuurde melk, Bulgaarse „zure" melk in het bijzonder, geldt al sedert lan ge tijd als een uitstekend voedingsmiddel dat tevens de gezondheid bevordert. De wetenschap heeft dit tot dusver echter nog niet kunnen verklaren. Na tien jaar stu die van de yoghurt meent de Zweedse on derzoeker Grönvall dat hij het geheim op het spoor is gekomen. Yoghurt vernietigt de ziekteverwekkende virussen en bacte riën in het bloed en maakt het gezond. Alle yoghurtbacteriën hebben echter geen gelijke werking. Grönvall heeft meer dan duizend stammen uit de gehele wereld onderzocht en hieronder was er slechts één enkele die de gewenste eigenschappen had. Deze kwam van het Bulgaarse staatsla- boratorium te Sofia. De laatste drie jaar heeft hij voor zijn onderzoekingen deze Bulgaarse bacteriën in tabletvorm ge bruikt en het resultaat was steeds hetzelf de als van gewone melkyoghurt. De tablet ten zijn inmiddels onder de naam „Bul- gurt" in Zweedse apotheken te koop. Men moet dagelijks een tablet op de nuchtere maag nemen en er op zuigen zodat de bac teriën goed met de slijmvliezen in de mond in aanraking komen. De confectielijn 1959 voor de Europese vrouw De fabrikanten van confectiekleding uit elf Europese landen hebben de lijn aan gegeven voor de vrouwen die zich geen creaties van Dior of andere modehuizen van de haute couture kunnen veroorloven. Het „Liaison Comité van de Damesconfec- tie-industrie" gaf de volgende richtlijnen voor de (confectie-)mode 1960: Het sil houet is iets verlengd. De roklengte zal 42 centimeter van de grond bedragen. De boezem is voller, de taille strakker. Nauw sluitende japonnen zullen de namiddag- kleding domineren, tailleurs zullen kort zijn. Het comité gaf deze richtlijnen na een bijeenkomst in Parijs van confectie-fabri- kanten uit Italië, België, Duitsland, Zwe den, Oostenrijk, Zwitserland, Denemarken, Nederland, Frankrijk, Finland en Noorwegen. Het comité vertegenwoordigt mannen, die beweren elk jaar kleren te verkopen aan meer dan honderd miljoen Europese vrouwen. Het werd in september 1959 op gericht. Alleen de meisjes al verdienen met dit bijwerk jaarlijks een bedrag van ruim 600 miljoen dollar! Het „oppas-hoogte- punt" valt in Amerika op de Oudejaars avond. Dan worden alle hulptroepen in het ge- aanvragen te kunnen voldoen. Dan worden ook de hoogste prijzen gevraagd en be taald. Trouwens, ook de Amsterdamse Op pas-Centrale kent de feestdagen in decem ber als de drukste perioden, terwijl er verder vroeg in het voorjaar steeds pieken niet is bereikt. Daarbij komt nog, dat het in het aantal geleverde oppassen zijn te werkgebied zich langzamerhand uitbreidt, zien. BABYSITTEN is lang niet altijd een ge makkelijk baantje. Hoewel de geroutineer de oppas wat de verzorging van de kinde ren betreft op den duur weinig moeilijkhe den zal ondervinden (vreemd genoeg blij- kenlieden en middenstanders, bij bijzon- ken mannelijke oppassen in de praktijk dere gelegenheden dienst als chaperons. even handig als vrouwelijke) zijn er toch Toch blijft deze instelling ondanks haar omstandigheden, waarbij zelfs de meest groei voorlopig een hulp-onderneming (in doorgewinterde het te kwaad krijgt. Be- dubbele betekenis: voor student en PaaId moeilijk is de situatie bij voorbeeld cliënt), welke niet als hoofddoel heeft als de ouders verdwijnen vóór hun kir.de- winsten te boeken. Het per uur verdiende ren' 'n gezelschap van een eskadron honorarium van 10,90 tot f 1,20 komt na vriendjes en vriendinnetjes thuiskomen aftrek van zeven percent administratie- van school of spel. Aan de oppas is het kosten ten goede aan de student. da" om uit te zoeken, wie van de hem to taal onbekende lieverdjes rechtmatig in IN AMERIKA, het moederland van de het huis verblijft en wie niet. Hij dient oppas-centrales, ligt de zaak echter an- hierbij vooral niet op de inlichtingen van ders. Verspreid over de Verenigde Staten de kinderen zelf af te gaan omdat die er vindt men ongeveer driehonderd bemidde- vaak een (on)begrijpelijk plezier in koes teren hem op een dwaalspoor te brengen. Een appèl voor de bedden brengt soms uit komst. Ook komt het voor, dat kinderen buiten fotografen kunnen reeds nu (onder het motto „Fototentoonstelling „Amsterdam") aan het museum foto's inzenden, die bij aanvaarding met 25 gulden gehonoreerd zullen worden. Bureaus zowel als baby-sitters hebben zich in bonden georganiseerd. Dit kan heel belangrijk zijn bij eventuele aanspraken op schadevergoeding door ouders, die het met de behandeling van hun kind door de EEN NIET POPULAIR bedoeld maar zeer gedegen werk over de ruimtevaart verscheen dit jaar bij de Erven Bohn n.v. te Haarlem: Grondbeginselen van de ruimtevaart. Het is van een der promi nenten op dit terrein in ons land, de heer M. Vertregt. Deze richt zich tot hen, die op grond van hun kennis met de populai re lectuur niet tevreden zijn. Met behulp van wiskundige afleidingen en berekenin gen, waarmee het boek doorspekt is, wordt weergegeven hoe een raket in elkaar zit, volgens welke principes hij werkt, welke wetten het reizen door de ruimte beheer sen, navigatieproblemen van toekomstige ruimteschippiloten, welke banen in het toekomstig ruimteverkeer belangrijk zul len worden, enzovoort. De figuren zijn groot en duidelijk en de tabellen geven veel interessante informatie. Met dit boek als leidraad leert men uit schaarse kran- tengegevens belangwekkende conclusies trekken. Maar de mening van de schrij ver, dat iemand met hbs-kennis dit boek met vrucht zal kunnen bestuderen, lijkt ons wat optimistisch. Enkele jaren van de hbs af betekent doorgaans een bijna vol slagen gemis aan wiskundige vaardigheid en zonder dat is dit boek goeddeels on leesbaar. Een aantal afleidingen is trou wens beslist van academisch niveau en het lezen van moderne grafieken zal me nigeen hoofdbrekens kosten. Het hoofd stuk over de beginselen der raketbewe ging is niet zo geslaagd en geeft er blijk van dat de schrijver meer wiskundig dan natuurkundig georiënteerd is, maar dat is dan ook de enige aanmerking op dit met grote deskundigheid en geestdrift geschre ven werk, dat enig is op dit gebied. EEN ANDER BELANGRIJK, in pocket- vorm verschenen boek, dat door de schrijver van het vorige vertaald is, ver scheen bij de uitgeverij Lannoo in Tielt in België en is van de Münchener hoogle raar prof. dr. Karl Schütte, die in 1954 de „Ernst Heinkel-prijs voor Ruimte vaart" won. Zijn zeer veelomvattende en veelzijdige werk, dat ook de mathema tisch. minder geschoolden aanspreekt heet „De ruimtevaart is begonnen". Men kan dit zonder enige twijfel een standaardwerk noemen en er is geen facet van de ruim tevaart, dat in dit boek niet het volle pond krijgt. Het werk is „bij" tot en met de eerste Spoetniks en Explorers en weet daarover interessante ervaringsfeiten me de te delen. Ondanks het feit, dat theo rieën nog nimmer zo snel door andere wor den overlapt of weggevaagd blijft de waar de van een werk als dit gehandhaafd om dat het de aanvang zo volledig weergeeft. Vooral ook als naslagwerk zal menigeen het bijzonder leren waarderen. SPECIAAL VOOR degenen onder de Haarlemse concertbezoekers die zich nader vertrouwd willen maken met de orkestwerken van Béla Bartók, waarvan er verschillende thans ook door het N.Ph.O. op repertoire zijn genomen, vermeld ik vier opnamen die zowel qua uitvoering als klanktechnisch aan hoge eisen voldoen. Allereerst een reeds eerder besproken opname van D. G. G. door het Rias Symfonie Orchester onder leiding van de Hongaarse diri gent Ferenc Fricsay met de muziek voor- snaarinstrumenten, slagwerk en celesta'. Voor mij blijft dit uit 1936 daterende werk een hoogtepunt in het oeuvre van Bartók, een oorspronke lijke, persoonlijke benadering van het ideaal der klassieke schoonheid. De uitvoering laat alle facetten van het werk tot hun recht komen; hoogstens zou men zich het fugatische openings stuk nog iets onwezenlijker kunnen voorstellen. Deze „Muziek van snaar instrumenten" is gekoppeld met een jeugdwerk uit 1908: de „Twee Portret ten" voor orkest, een nog wat hybri disch stuk waarin men naast elementen van laat-romantische herkomst de doorbraak van een eigen geluid waar neemt. (L.P.M. 18493) BARTóK's reputatie is in Neder land in breder kring min of meer ge vestigd sinds de uitvoeringen van het „Concert voor Orkest" die Eduard van Beinum in 1947 met 't Concertgebouw- Orkest gegeven heeft. Dit werk is door de aard van zijn opbouw sterk verwant aan een gevestigde symfonische tradi tie. Het duidelijke cyclische karakter, de markante contrastwerkingen, een tweetal uitgesproken stemmingsstuk ken (de delen II en IV) de gepronon ceerde instrumentatie die veel van primaire klank-kleuren gebruik maakt, bepalen mede het succes, dat dit „Con cert" direct bij een groot publiek be haalde. Het stamt, zoals bekend, uit Bartók's laatste Amerikaanse tijd en is mijns inziens niet geheel vrij van een zekere nadrukkelijkheid die soms wat geforceerd aandoet, met name in het „onderbroken intermezzo", het vierde deel. Dit neemt niet weg dat het nog steeds zeer geschikt is om velen de weg Hieronder worden vier opnamen genoemd (en aanbevolen) met werk van Béla Bartók. Respectievelijk: muziek voor snaarinstrumen ten enz op D.G.G. LPM 18493; Concert voor orkest op D.G.G. LPM 18377; Vioolconcert op Fontana 699020 CL (solist; Isaac Stern); Diver timento voor strijkorkest op H.M.V. ALP 1597. te effenen naar nieuwe gebieden van muzikale ervaring. De uitvoering op D.G.G. wederom onder Fricsay is daar voor zeer geschikt. De dirigent geeft van het werk een uitgebalanceerde, openliggende vertolking en de opname laat het concertante element zeer authentiek tot zijn recht komen. (L.P.M. 18377). MOEILIJKER genaakbaar is daaren tegen het Vioolconcert (in het seizoen 1958'59 door het N.Ph.O. ten gehore gebracht met de Hongaars-Belgische violist André Gertler). Toch zal het bij herhaald afspelen de bereidwillige luisteraar kunnen veroveren, mede dankzij het zeer bewogen, door en door muzikale spel van Isaac Stern. Wat aanvankelijk grillig en wispelturig lijkt, krijgt op den duur een ongewoon sterk reliëf en de muziek neemt het karak ter aan van een hartstochtelijke dia loog tussen solist en orkest. Een grote eensgezindheid van opvatting is bereikt, mede dankzij de dirigent Leonard Bernstein die het New York Philhar- monisch Orchestra aanvoert. Deze plaat wordt verder aangevuld met Ravel's Tzigane, eveneens met Stern als solist. JBgze pastiche van zigeuner-tempera ment geeft Stern geen moeite en de microfoon helpt hem nog een handje als de toon groot moet zijn en de atta que ruig en welig. Hij wordt ditmaal begeleid door 't Philharmonisch Orkest onder Ormandy. (Fontana 699020 C.L.) TENSLOTTE NOG een zeer geslaagde weergave van het bekende „Diverti mento" voor strijkorkest (1939). Op His Master's Voice ALP 1957 dirigeert Constantin Silvestri het Philharmonia Orchestra. De uitvoering combineert de collectieve verve van een Oost- Europees folkloristisch ensemble met de geraffineerde rijkdom aan schake ringen van een geciviliseerd orkest. Aan de andere plaatzijde Hindemith's „Mathis der Maler". Qua opname is deze plaat ook goed gelukt: een prach tig ruimtelijk effect, een spreiding waarin alle registers tot hun recht komen. Sas Bunge

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 12