tBaHHi-zittm
hier en in Amerika
K IJ KL R S 7 ONDER
SLEUTELGAT
De Gevangenpoort in Den Haag is meer
dan alleen maar een „rariteitenkabinet"
Erbij
Foto-expositie
Yoghurt als medicijn
Met een boekje
de ruimte in
ZATERDAG 5 DECEMBER 1959
PAGINA TWEE
EEN DEZER DAGEN is een Nederlands meisje tot Miss
World gekozen op een schoonheidswedstrijd in Londen. Haar
toekomst is al bijna voorspelbaar: zij zal worden omringd door
fotografen en reclamemensen, die haar beeltenis willen gebrui
ken om schoensmeer of lipsticks, luxe limousines of keuken-
uitzetten aantrekkelijker voor het kooplustige publiek te ma
ken. Kranten- en damestijdschriftenverslaggevers zullen zich
op haar storten om haar verleden, heden en toekomst uit te ra
felen, om haar te vragen of ze van poezen houdt, of ze gaat
trouwen, wat haar vader doet en wat ze zo al leestDan
krijgt ze een contract van een filmmaatschappij aangeboden en
de eerste stappen zijn gezet op de ladder, die tot in de duize
lingwekkende hoogten van de Hollywoodse filmhemelen kan
voeren.
DE SCHOONHEIDSWEDSTRIJDEN zijn een aspect van de
moderne wereld, waarin „gekeken" wordt, waarin de mens
steeds meer op het visuele gericht wordt, aldus tenminste Jan
Blokker, die in zijn „De erotiek van het dagelijks leven" (uit
geverij J. Heijnis Tsz., Zaandijk) een vlotte en soms scherpe
analyse geeft van de fenomenologie van de pin-up girl in re
clame en pers, in het amusementsleven en de film. Een gehele
kijkindustrie doet haar best onze kijklust te bevredigen, maar
tevens nog sterker te stimuleren en daarvoor moeten steeds ge
raffineerder prikkels bedacht worden. Dat de erotiek daarbij een
zeer belangrijke rol speelt, wie zal dat bestrijden?
Er was heus geen motivation research, geen psychologisch
diepteonderzoek voor nodig, om te constateren, dat de vrouw
als plaatje, de vrouw als stereotiep, met
de rondingen op de juiste plaatsen en met beschrijving, hetzij door de pikante echt-
een tot het hoogst noodzakelijke beperkte scheidingsgeschiedenis of de verhalen over
kleding de attractiviteit van een adverten- de eenvoudige levenswijze van de door het
tie en van het er in aanbevolen artikel kan publiek zo beminde diva's. Het is echter
verhogen. Men appelleert aan een van de zeker niet zo, dat de gehele pers zich hier-
meest fundamentele instincten en het sue- aan op dezelfde manier schuldig maakt,
ces lijkt verzekerd. Terecht wijst Blokker
erop dat de vrouw door zelf weer dit ste
reotiep te imiteren een schablone dreigt te
worden, een beeld, of liever een afgietsel
want sommige bladen geven slechts een
uiterst summier berichtje, maar doen des
ondanks toch aan de cultivatie mee. Dat
de Narrimannen en de Soraya's, de Dibah's
van wat de reclame en de film haar voort- ei^ de Gracia's verhoudingsgewijs zoveel
- kolommen opeisen, vindt zijn oorzaak sim
pelweg in het feit, dat het publiek om deze
leesstof vraagt.
Daarbij steekt de per^ trouwens nog
scherp af bij de door Blokker terecht ge
kraakte damesweekbladen, die „de abon
nees achter het fornuis plaatsen en haar
voeden met de voorzichtige erotiek van
kuise liefdesverhalen en verholen mede
delingen over de sexuele perikelen die
overige abonnees de redactie hebben toe
vertrouwd." Het damesweekblad met zijn
miljoenenoplaag is een wekelijks gedrukt
voorbeeld van het gebrekkig verloop der
vrouwenemancipatie, waarin de kokkerel
lende vrouw over de keukentafel heen een
durend suggereert als het meest aantrek
kelijke, het meest „sexy". Dan wofdt de
vrouw verontpersoonlijkt, een gebruiks
voorwerp, een object, waarnaar we kunnen
kijken en dat de vrouw zelf dreigt over
bodig te maken.
TOCH KAN MEN deze uitspraak van
Blokker niet anders dan cryptisch vinden,
immers, wanneer we in Nederland „kij
ken", dan zien we daar allerminst alleen
maar evenbeelden van Brigitte Bardot, of
vrouwen die alles in het werk stellen om
te concurreren met Marilyn Monroe, men
zou soms zeggen, helaasSlechts een
bepaalde groep Nederlandse vrouwen, of
beter meisjes, kijkt niet alleen, maar neemt
ook op en imiteert. In feite blijft de imi-
tatielust beperkt tot teenagers en de iets
ouderen, daarna loopt het hoog-modieuze
meisje keurig getrouwd achter de kinder
wagen in het gareel, dat haar oudere zus
ters en de damesbladen al generatieslang
zo nauwkeurig voor haar hebben uitge
spannen. Ook de Nederlandse man, die
zoals Jan Blokker treffend vaststelt door
een reusachtig sleutelgat zich zit te ver
gapen aan een film van Bardot of aan een
striptease in een nachtlokaal en het onder
scheid tussen prikkel of surrogaat niet
meer kan maken, is te nuchter om zich
B. B. of haar kopie nu ook tot levensgezel
lin te wensen.
,,'n Beetje" is voor hem al meer dan ge
noeg, twee B.'s is er een te veel. Hij blijft
voyeur, maar een „loerder" met schuldge
voelens, die zich veel beter thuis voelt bij
moeder aan tafel, de veilige haven waar
hij zich beschermd voelt tegen alle lusten
en de zondige begeerten, die het kijken bij
hem opwekken. Surrogaat op prikkel, ten
slotte „raakt het zijn koude kleren niet".
NA DE LAATSTE wereldoorlog werd er babysitter niet eens blijken te zijn. Ook
weinig opvallend in Nederland en an- komt het voor, dat een kind tijdens de
dere Europese landen een instituut geïm- oppas, bij voorbeeld door onvoorzichtig
porteerd, dal later tot een voor velen be- spel, gewond raakt en al menig bemidde-
langrijk lichaam zou uitgroeien: dat van lingsbureau is in verband hiermede wet-
de oppas-centrales. Deze van zuiver Ame- telijk aangesproken. Behalve een volledi-
rikaanse oorsprong zijnde instellingen ge dagtaak voor een aantal mensen blijft
groeiden snel in populariteit en omvang, het babysitten in Amerika voor de mees-
Tussen kijken en toepassen ligt een enorme niet in de laatste plaats door de na-oorlog- ten natuurlijk toch een bijverdienste,
afstand, die Blokker tot een minimum re- se drang tot vermaak en uitgaan, tot „afrea- Vooral de jeugd ziet kans hiermee een
duceert geren" van de spanning uit vijf lange, don- aardig zakcentje te verdienen. Twintig
kere jaren. Thans zijn ze tot een bekend percent van de 8 miljoen Amerikaanse
TOCH WIJST BLOKKER op een kant en geaccepteerd facet van het dagelijks jongens onder de 21 jaar staan ingeschre-
van de erotechniek, die de invloed op de leven in de grote steden vooral, geworden ven als babysitter en voor de meisjes tot
kijker kan vergroten. De pin-up is onper- ook al blijven ze in belangrijkheid toch 21 jaar bedraagt het percentage zelfs 50.
soonlijk, een voorwerp, niet meer dan een nog ver achter bij de Amerikaanse moe
plaatje, dat al spoedig niet eens meer derinstellingen. Wat daar een volledig be-
wordt opgemerkt. Anders is het met de drijf is geworden, is hier toch nog een
filmster, die voor het verlangende publiek specialiteit. De in Amsterdam bekende
levend, bijna tastbaar dichtbij wordt ge- Studenten Oppas-Centrale, in 1949 van een
haald. Het leven van de filmster wordt te hooi en te gras werkend clubje tot een
binnenstebuiten gekeerd, ze komt Amster
dam bezoeken, zit bij de première van haar
film in het midden van de toeschouwers
en kijkt met alle andere miljoenen toe
schouwers naar de eindeloos lange filmkus,
die ze in de studio wel twintig keer over
moest doen voor hij goed was. De geraffi
neerde prikkeling ligt in het reëel zijn van
het model, van een Romy Schneider die er
zo van houdt gewoon te zijn, maar zich te-
in tien jaar tot een apparaat, dat thans
ruim 180 medewerkers omvat en jaar
lijks een 15.000 tot 17.000 oppassen „doet".
Gezien de voortdurende toeneming in het
aantal oppassen over deze jaren is het
aannemelijk, dat het eindcijfer nog lang
paplepel erotisch voedsel toegediend krijgt,
in de vorm van de breedgeschouderde, vi
rile, sterke man.
Wellicht dat het deze bladen zijn, die nog
de meeste invloed uitoefenen. Maar dan is
het praktisch resultaat van de erotechniek
toch een totaal andere dan waarop Blokker
wijst. Ondanks alle naakt in bioscoop en
reclame komt de prikkel niet veel verder
dan het gebroddel aan een breiwerkje en
het gewitte plafond, de schemerlamp met
kaarsje van karton en de „cosy" woon
inrichting. Als compensatie daarop krijgt
de man zijn portie B. B. in de bios, die
ondanks alles en gelukkig voor hem
altijd nog op een grote afstand leeft.
Het is de vraag of de kleurrijke geplas-
ticeerde en duidelijk op een groot publiek
gemunte omslag en bovendien het zeer
grote aantal foto's niet lijdt aan het euvel
dat Jan Blokker juist aan de kaak lijkt
te willen stellen. Wat matiging in de epa
terende verzorging van dit boekje zou
meer in overeenstemming zijn geweest met
de trant van het er in betoogde.
W. Langeveld
(Van onze Haagse redacteur)
HET RIJKSMUSEUM De Gevangen
poort moge dan een der best bezochte be
zienswaardigheden van den Haag zijn,
kritisch ingestelde geesten spraken er al
tijd wat geringschattend en vergoelijkend
over. Het kleine poortgebouw aan de Vij-
verdam werd door hen eerder tot de rari
teiten dan tot de cultuurmonumenten ge
rekend. Daarin hadden ze ook wel enigs
zins gelijk, want de Gevangenpoort ont
leende zijn faam vooral aan het tot de ver
beelding sprekende bloedige einde van de
gebroeders Johan en Cornelis de Witt en
aan de macabere verzameling pijnigings
instrumenten welke na 1828 uit alle Neder
landse gevangenissen hun weg naar den
Haag vonden. De publieke aandacht was
dus voornamelijk op het griezelige en het
gruwelijke gericht. Als voormalige poli
tieke gevangenis welke overigens zeer
comfortabel kon worden ingericht wan
neer de delinquent over voldoende midde
len beschikte zou de Gevangenpoort een
oord van pelgrimage kunnen zijn voor uit
eenlopende bevolkingsgroepen. Voor de
protestanten in de eerste plaats omdat
hun martelaar Jan de Bakker hier in 1525
vop de brandstapel wachtte, voor de huma
nisten (vooral de Haarlemse) omdat Dirck
Volkertszoon Coornhert er een verweer
schrift samenstelde, dat zelfs de Raad van
Beroerten kon vermurwen, voor de Oran
jeklanten wegens het verblijf dat Kaat
Mossel hier hield en verder voor romanti
ci vbn allerlei slag, want binnen de ver
weerde muren heeft het aan romances
niet ontbroken.
INTUSSEN IS ER de laatste tijd een
herleefde belangstelling merkbaar voor
de Gevangenpoort als een van de oudste
zelfstandige organisatie verheven, groeide weer geroepen om aan de stortvloed van
Tegenwoordig wordt er niet uitsluitend
gelijkertijd zo dun mogelijk gekleed over meer op baby's gepast, maar ook op oude
het witte doek beweegt. Maar altijd nog
dames en heren, op huisdieren, kostbaar
heden etcetera. Soms ook doen de oppas-
studenten, op wie hoofdzakelijk een be
roep wordt gedaan door academici, za-
enigermate gekleed, want zoals Sartre ja
ren geleden al schreef, de sterkste prikkel
ligt niet in het naakt, maar in het bijna-
naakte. Men is teruggekomen op de uitzon
derlijke luxe, die men in oude rolprenten
vaak aantrof en richt zich in de tegenwoor
dige films bij voorkeur op het gemiddelde
milieu, of zelfs het arme, waarin dezelfde
mensen voorkomen als de gemiddelde toe-
meest directe wijze per foto, of per levens
schouwer in de zaal. De afstand tussen fi
guur op het doek en het publiek in de zaal
is er door verkleind, de prikkel wordt
evenredig groter.
OOK DE PERS is bij de ero-industrie
betrokken, aldus Blokker, want zij ver
spreidt op uitgebreide schaal het signale
ment van het model de ster, hetzij op de
In het voorjaar van 1961 wil het Stede
lijk Museum te Amsterdam een grote foto
tentoonstelling houden, die een beeld zal
geven van Amsterdam en het leven van
zijn bewoners van 1935 tot heden Alle in cent per uur; het bureau eist voor iedere
Nederland wonende beroeps- en amateur- bemiddeling 75 dollarcpnL
lingsbureaus, die samen een jaarlijkse
omzet hebben van meer dan 4 miljard
gulden! Per week komen er bij deze bu
reaus 10-15 miljoen aanvragen voor een
oppas binnen. Het is dan ook geen wonder,
dat er hier velen zijn die in het baby-sit-
ten een volledige dagtaak vinden. Een
groot aantal ongehuwde vrouwen is „be-
roepsoppas" geworden. Sommigen van
hen verdienen een maandsalaris van 400
dollar! Indien de Amerikaanse burger of
burgeres voor dit beroep voelt, kan hij of
zij zich bij een bemiddelingsbureau mel
den. Is het een goed bureau, dan borden de
antecedenten van de sollicitant degelijk
onderzocht, alvorens deze op de lijst wordt
geplaatst. Dit onderzoek omvat niet al
leen de morele achtergrond van een be
paalde persoon maar ook de opleiding, het
karakter en de eventuele geschiktheid
voor dit speciale werk. Hoewel men zelfs
dan nooit geheel zeker kan zijn van de goe
de hoedanigheden van de kandidaat, geeft
dit toch een bepaalde waarborg, waarbij
het bureau zowel als de ouders belang
hebben. De aangestelde baby-sitter ont
vangt een bedrag van ongeveer 90 dollar
bouwwerken van de vroegere hofstad. De
bouwgeschiedenis verliest zich weliswaar
in de nevelen der veertiende eeuw en vol
gende eeuwen en noopt tot het zetten van
vele vraagtekens, maar als voorbeeld van
een historische gevangenis op een met de
vaderlandse geschiedenis nauw verweven
plaats heeft zij grote waarde. Er is na
tuurlijk door de eeuwen heen aan de Ge
vangenpoort heel wat vertimmerd en ver
bouwd. Het slopen van het „poortje van
Berlage", dat in 1923 bij wijze van steun
beer werd opgericht toen de Gevangen
poort aan één zijde vrij kwam te staan
omdat 't belendende perceel werd afgebro
ken, zal bepaald niet de laatste wijziging
zijn geweest. Dat poortje verdween overi
gens om dezelfde reden welke in 1923 de
bouw ervan nodig maakte: de toeneming
van het verkeer. Twintig jaar eerder was
er trouwens aan de doorgang al geknut
seld, omdat de Gouden Koets er anders
niet door kon. Om één ding mogen we de
verkeers-moloch wel dankbaar zijn: door
hem werd na de eerste wereldoorlog de
verwezenlijking verhinderd van allerlei in
antiekerige stijl geconcipieerde projecten
voor een aansluitende bebouwing.
NU WE DE DOOR de conservator dr.
D. F. Lunsingh Scheurleer samengestelde
tentoonstelling over de geschiedenis van
de Gevangenpoort, welke in twee ook al
weer verbouwde zaaltjes van de poort te
bezichtigen is, hebben gezien, beseffen we
eens te meer hoe een stadsbeeld vaak
slechts bij toeval ontsnapt aan de greep
van met de beste bedoelingen bezielde,
maar weinig oorspronkelijke ontwerpers.
De schilderijen, gravures, foto's en plat
tegronden vervagen de zorgen daarover
evenzeer als de gedachte aan de treur
kamer, de pijnkelder, de gayooien, de hon-
IIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllli
De situatie vóór de sloping van het poortje
gerzolder, de examineerkamer of de ijzer
kamer met hun folterwerktuigen. Tegen
over al die ongezelligheid staat, dat de
Gevangenpoort op het punt van sanitaire
voorzieningen zijn tijd door middel van op
een centrale riolering aangesloten toilet
ten in alle cellen ver vooruit was. Omdat
nog steeds bezoekers dat gemak daadwer
kelijk bleken te waarderen, heeft men de
leidingen met cement volgestort. Dat be
hoeft echter niemand van een bezoek aan
de tentoonstelling te weerhouden.
Aangezuurde melk, Bulgaarse „zure"
melk in het bijzonder, geldt al sedert lan
ge tijd als een uitstekend voedingsmiddel
dat tevens de gezondheid bevordert. De
wetenschap heeft dit tot dusver echter nog
niet kunnen verklaren. Na tien jaar stu
die van de yoghurt meent de Zweedse on
derzoeker Grönvall dat hij het geheim op
het spoor is gekomen. Yoghurt vernietigt
de ziekteverwekkende virussen en bacte
riën in het bloed en maakt het gezond.
Alle yoghurtbacteriën hebben echter
geen gelijke werking. Grönvall heeft meer
dan duizend stammen uit de gehele wereld
onderzocht en hieronder was er slechts één
enkele die de gewenste eigenschappen had.
Deze kwam van het Bulgaarse staatsla-
boratorium te Sofia. De laatste drie jaar
heeft hij voor zijn onderzoekingen deze
Bulgaarse bacteriën in tabletvorm ge
bruikt en het resultaat was steeds hetzelf
de als van gewone melkyoghurt. De tablet
ten zijn inmiddels onder de naam „Bul-
gurt" in Zweedse apotheken te koop. Men
moet dagelijks een tablet op de nuchtere
maag nemen en er op zuigen zodat de bac
teriën goed met de slijmvliezen in de mond
in aanraking komen.
De confectielijn 1959 voor
de Europese vrouw
De fabrikanten van confectiekleding uit
elf Europese landen hebben de lijn aan
gegeven voor de vrouwen die zich geen
creaties van Dior of andere modehuizen
van de haute couture kunnen veroorloven.
Het „Liaison Comité van de Damesconfec-
tie-industrie" gaf de volgende richtlijnen
voor de (confectie-)mode 1960: Het sil
houet is iets verlengd. De roklengte zal
42 centimeter van de grond bedragen. De
boezem is voller, de taille strakker. Nauw
sluitende japonnen zullen de namiddag-
kleding domineren, tailleurs zullen kort
zijn.
Het comité gaf deze richtlijnen na een
bijeenkomst in Parijs van confectie-fabri-
kanten uit Italië, België, Duitsland, Zwe
den, Oostenrijk, Zwitserland, Denemarken,
Nederland, Frankrijk, Finland en
Noorwegen.
Het comité vertegenwoordigt mannen,
die beweren elk jaar kleren te verkopen
aan meer dan honderd miljoen Europese
vrouwen. Het werd in september 1959 op
gericht.
Alleen de meisjes al verdienen met dit
bijwerk jaarlijks een bedrag van ruim
600 miljoen dollar! Het „oppas-hoogte-
punt" valt in Amerika op de Oudejaars
avond.
Dan worden alle hulptroepen in het ge-
aanvragen te kunnen voldoen. Dan worden
ook de hoogste prijzen gevraagd en be
taald. Trouwens, ook de Amsterdamse Op
pas-Centrale kent de feestdagen in decem
ber als de drukste perioden, terwijl er
verder vroeg in het voorjaar steeds pieken
niet is bereikt. Daarbij komt nog, dat het in het aantal geleverde oppassen zijn te
werkgebied zich langzamerhand uitbreidt, zien.
BABYSITTEN is lang niet altijd een ge
makkelijk baantje. Hoewel de geroutineer
de oppas wat de verzorging van de kinde
ren betreft op den duur weinig moeilijkhe
den zal ondervinden (vreemd genoeg blij-
kenlieden en middenstanders, bij bijzon- ken mannelijke oppassen in de praktijk
dere gelegenheden dienst als chaperons. even handig als vrouwelijke) zijn er toch
Toch blijft deze instelling ondanks haar omstandigheden, waarbij zelfs de meest
groei voorlopig een hulp-onderneming (in doorgewinterde het te kwaad krijgt. Be-
dubbele betekenis: voor student en PaaId moeilijk is de situatie bij voorbeeld
cliënt), welke niet als hoofddoel heeft als de ouders verdwijnen vóór hun kir.de-
winsten te boeken. Het per uur verdiende ren' 'n gezelschap van een eskadron
honorarium van 10,90 tot f 1,20 komt na vriendjes en vriendinnetjes thuiskomen
aftrek van zeven percent administratie- van school of spel. Aan de oppas is het
kosten ten goede aan de student. da" om uit te zoeken, wie van de hem to
taal onbekende lieverdjes rechtmatig in
IN AMERIKA, het moederland van de het huis verblijft en wie niet. Hij dient
oppas-centrales, ligt de zaak echter an- hierbij vooral niet op de inlichtingen van
ders. Verspreid over de Verenigde Staten de kinderen zelf af te gaan omdat die er
vindt men ongeveer driehonderd bemidde- vaak een (on)begrijpelijk plezier in koes
teren hem op een dwaalspoor te brengen.
Een appèl voor de bedden brengt soms uit
komst. Ook komt het voor, dat kinderen
buiten
fotografen kunnen reeds nu (onder het
motto „Fototentoonstelling „Amsterdam")
aan het museum foto's inzenden, die bij
aanvaarding met 25 gulden gehonoreerd
zullen worden.
Bureaus zowel als baby-sitters hebben
zich in bonden georganiseerd. Dit kan heel
belangrijk zijn bij eventuele aanspraken
op schadevergoeding door ouders, die het
met de behandeling van hun kind door de
EEN NIET POPULAIR bedoeld maar
zeer gedegen werk over de ruimtevaart
verscheen dit jaar bij de Erven Bohn n.v.
te Haarlem: Grondbeginselen van de
ruimtevaart. Het is van een der promi
nenten op dit terrein in ons land, de heer
M. Vertregt. Deze richt zich tot hen, die
op grond van hun kennis met de populai
re lectuur niet tevreden zijn. Met behulp
van wiskundige afleidingen en berekenin
gen, waarmee het boek doorspekt is, wordt
weergegeven hoe een raket in elkaar zit,
volgens welke principes hij werkt, welke
wetten het reizen door de ruimte beheer
sen, navigatieproblemen van toekomstige
ruimteschippiloten, welke banen in het
toekomstig ruimteverkeer belangrijk zul
len worden, enzovoort. De figuren zijn
groot en duidelijk en de tabellen geven
veel interessante informatie. Met dit boek
als leidraad leert men uit schaarse kran-
tengegevens belangwekkende conclusies
trekken. Maar de mening van de schrij
ver, dat iemand met hbs-kennis dit boek
met vrucht zal kunnen bestuderen, lijkt
ons wat optimistisch. Enkele jaren van de
hbs af betekent doorgaans een bijna vol
slagen gemis aan wiskundige vaardigheid
en zonder dat is dit boek goeddeels on
leesbaar. Een aantal afleidingen is trou
wens beslist van academisch niveau en
het lezen van moderne grafieken zal me
nigeen hoofdbrekens kosten. Het hoofd
stuk over de beginselen der raketbewe
ging is niet zo geslaagd en geeft er blijk
van dat de schrijver meer wiskundig dan
natuurkundig georiënteerd is, maar dat is
dan ook de enige aanmerking op dit met
grote deskundigheid en geestdrift geschre
ven werk, dat enig is op dit gebied.
EEN ANDER BELANGRIJK, in pocket-
vorm verschenen boek, dat door de
schrijver van het vorige vertaald is, ver
scheen bij de uitgeverij Lannoo in Tielt in
België en is van de Münchener hoogle
raar prof. dr. Karl Schütte, die in 1954
de „Ernst Heinkel-prijs voor Ruimte
vaart" won. Zijn zeer veelomvattende en
veelzijdige werk, dat ook de mathema
tisch. minder geschoolden aanspreekt heet
„De ruimtevaart is begonnen". Men kan
dit zonder enige twijfel een standaardwerk
noemen en er is geen facet van de ruim
tevaart, dat in dit boek niet het volle pond
krijgt. Het werk is „bij" tot en met de
eerste Spoetniks en Explorers en weet
daarover interessante ervaringsfeiten me
de te delen. Ondanks het feit, dat theo
rieën nog nimmer zo snel door andere wor
den overlapt of weggevaagd blijft de waar
de van een werk als dit gehandhaafd om
dat het de aanvang zo volledig weergeeft.
Vooral ook als naslagwerk zal menigeen
het bijzonder leren waarderen.
SPECIAAL VOOR degenen onder de
Haarlemse concertbezoekers die zich
nader vertrouwd willen maken met de
orkestwerken van Béla Bartók, waarvan
er verschillende thans ook door het
N.Ph.O. op repertoire zijn genomen,
vermeld ik vier opnamen die zowel qua
uitvoering als klanktechnisch aan hoge
eisen voldoen. Allereerst een reeds
eerder besproken opname van D. G.
G. door het Rias Symfonie Orchester
onder leiding van de Hongaarse diri
gent Ferenc Fricsay met de muziek
voor- snaarinstrumenten, slagwerk en
celesta'. Voor mij blijft dit uit 1936
daterende werk een hoogtepunt in het
oeuvre van Bartók, een oorspronke
lijke, persoonlijke benadering van het
ideaal der klassieke schoonheid. De
uitvoering laat alle facetten van het
werk tot hun recht komen; hoogstens
zou men zich het fugatische openings
stuk nog iets onwezenlijker kunnen
voorstellen. Deze „Muziek van snaar
instrumenten" is gekoppeld met een
jeugdwerk uit 1908: de „Twee Portret
ten" voor orkest, een nog wat hybri
disch stuk waarin men naast elementen
van laat-romantische herkomst de
doorbraak van een eigen geluid waar
neemt. (L.P.M. 18493)
BARTóK's reputatie is in Neder
land in breder kring min of meer ge
vestigd sinds de uitvoeringen van het
„Concert voor Orkest" die Eduard van
Beinum in 1947 met 't Concertgebouw-
Orkest gegeven heeft. Dit werk is door
de aard van zijn opbouw sterk verwant
aan een gevestigde symfonische tradi
tie. Het duidelijke cyclische karakter,
de markante contrastwerkingen, een
tweetal uitgesproken stemmingsstuk
ken (de delen II en IV) de gepronon
ceerde instrumentatie die veel van
primaire klank-kleuren gebruik maakt,
bepalen mede het succes, dat dit „Con
cert" direct bij een groot publiek be
haalde. Het stamt, zoals bekend, uit
Bartók's laatste Amerikaanse tijd en is
mijns inziens niet geheel vrij van een
zekere nadrukkelijkheid die soms wat
geforceerd aandoet, met name in het
„onderbroken intermezzo", het vierde
deel. Dit neemt niet weg dat het nog
steeds zeer geschikt is om velen de weg
Hieronder worden vier opnamen genoemd
(en aanbevolen) met werk van Béla Bartók.
Respectievelijk: muziek voor snaarinstrumen
ten enz op D.G.G. LPM 18493; Concert voor
orkest op D.G.G. LPM 18377; Vioolconcert op
Fontana 699020 CL (solist; Isaac Stern); Diver
timento voor strijkorkest op H.M.V. ALP 1597.
te effenen naar nieuwe gebieden van
muzikale ervaring. De uitvoering op
D.G.G. wederom onder Fricsay is daar
voor zeer geschikt. De dirigent geeft
van het werk een uitgebalanceerde,
openliggende vertolking en de opname
laat het concertante element zeer
authentiek tot zijn recht komen. (L.P.M.
18377).
MOEILIJKER genaakbaar is daaren
tegen het Vioolconcert (in het seizoen
1958'59 door het N.Ph.O. ten gehore
gebracht met de Hongaars-Belgische
violist André Gertler). Toch zal het bij
herhaald afspelen de bereidwillige
luisteraar kunnen veroveren, mede
dankzij het zeer bewogen, door en door
muzikale spel van Isaac Stern. Wat
aanvankelijk grillig en wispelturig lijkt,
krijgt op den duur een ongewoon sterk
reliëf en de muziek neemt het karak
ter aan van een hartstochtelijke dia
loog tussen solist en orkest. Een grote
eensgezindheid van opvatting is bereikt,
mede dankzij de dirigent Leonard
Bernstein die het New York Philhar-
monisch Orchestra aanvoert. Deze plaat
wordt verder aangevuld met Ravel's
Tzigane, eveneens met Stern als solist.
JBgze pastiche van zigeuner-tempera
ment geeft Stern geen moeite en de
microfoon helpt hem nog een handje
als de toon groot moet zijn en de atta
que ruig en welig. Hij wordt ditmaal
begeleid door 't Philharmonisch Orkest
onder Ormandy. (Fontana 699020 C.L.)
TENSLOTTE NOG een zeer geslaagde
weergave van het bekende „Diverti
mento" voor strijkorkest (1939). Op His
Master's Voice ALP 1957 dirigeert
Constantin Silvestri het Philharmonia
Orchestra. De uitvoering combineert
de collectieve verve van een Oost-
Europees folkloristisch ensemble met
de geraffineerde rijkdom aan schake
ringen van een geciviliseerd orkest.
Aan de andere plaatzijde Hindemith's
„Mathis der Maler". Qua opname is
deze plaat ook goed gelukt: een prach
tig ruimtelijk effect, een spreiding
waarin alle registers tot hun recht
komen.
Sas Bunge