Nescafe
r
Wereldnieuws^)
„Op de kwaliteit van Nescafé kan ik bouwen!"
Van dag tot dag
PrijsverlagingS'
ronde?
MET ZORG BEREID UIT DE BESTE KOFFIEBONEN
Vrind Socrates
DONDERDAG 14 JANUARI 1960
3
Franse voorbereidingen
Interieurs van hypermoderne bungalows, fabriekscomplexen, elegante villa's,
dat alles ontstaat aan de tekentafel van Van den Berg te Amsterdam.
Daar komt zéér veel denkwerk en inzicht aan te pas.
Apropos, dat praktisch inzicht wordt gedeeld
door zijn vrouw. Die weet dat haar man „kan
bouwen" op goede koffie, inspirerende koffie.
Wat doet ze dus? Goede koffie maken:
Nescafé. Veel en vaak Nescafé. Nog
maals praktisch inzicht: zij neemt
altijd de grote 200-grams
bus van Nescafé.
Extra voordelig.
dKoW
Frans kernenergiebeleid zou niet economisch zijn
Engelsen geschokt door Amerikaanse adelaar
Op de
^Praatotoel
De jongste prijsverlagingen door enkele
grote concerns toegepast op enige con
sumptiegoederen wijzen er op, dat het de
minister van Economische Zaken ernst is
met zijn anti-inflatoire economische poli
tiek. Natuurlijk mag men de betekenis
van deze prijsdalingen niet overdrijven.
De huisvrouwen zullen dat zeker niet doen,
want zij zullen in hun huishoudbudget
weinig verandering zien komen door de
enkele centen waarmee de gloeilampen-
prijs bijvoorbeeld daalt. Laat ons echter
hopen dat dit een begin is van een alge
mene prijsverlagingsronde die tal van pro-
dukten zal omvatten.
Uit algemeen economisch oogpunt be
zien, zijn de prijsverlagingen echter wel
van grote betekenis, immers zij remmen
het inflatoire proces, dat al sinds jaar en
dag aan de gang is en langzamerhand als
een min of meer normale zaak wordt be
schouwd. Ieder percent algemene loons
verhoging betekent dat per jaar 150 mil
joen meer voor consumptie ter beschik
king komt Zouden de jongste loonsver
hogingen tot prijsverhogingen leiden dan
wordt niet alleen de wejvaartverhogende
werking van de loonsverbeteringen te niet
gedaan, maar tevens wordt onze exportpo
sitie verzwakt.
Nu bevinden wij ons evenals de
meeste andere Europese landen midden
in een hoogconjunctuur. Juist in een der
gelijke periode is in het algemeen de druk
van werknemerszijde om de lonen te ver
hogen groot, terwijl de werkgevers in het
algemeen meer bereid zijn tot het toege
ven aan deze druk, omdat zij het perso
neel willen binden, mede om eventuele
expansieplannen te kunnen uitvoeren.
Een van de voornaamste regels van de
vrijere loonpolitiek is, dat loonsverhogin
gen alleen mogen worden toegestaan wan
neer deze gepaard gaan aan een pro-
duktiviteitsverbetering, of wanneer deze
op korte termijn kan worden verwacht.
Dat men een produktiviteitsverbetering
ook kan gebruiken om de prijzen te verla
gen waarvan onmiddellijk alle consu
menten profiteren is een mogelijkheid
die de laatste jaren weinig of in het geheel
niet is benut. In de „algemene aanwijzing"
van minister De Pous wordt deze moge
lijkheid verplicht gesteld voor produktivi-
teitsstijgingen die het gemiddelde over
treffen. In ondernemingen waar dit voor
komt zouden de lonen dus meer dan ge
middeld kunnen worden verhoogd. Dit nu
wil de regering mede uit sociale over
wegingen voorkomen en zij onderhan
delt dan met de bewuste bedrijven over
prijsverlagingen.
Die prijsverlagingen hoeven de bedrij
ven geen windeieren te leggen, immers
hun concurrentiepositie wordt er beter
door en een kans op omzetvergroting be
staat. Internationaal bestaan er natuur
lijk vergelijkbare mogelijkheden en juist
deze zijn voor de groeiende Nederlandse
industrie van het grootste belang. Wij die
nen ons prijspeil zo laag mogelijk te houden,
want alleen daardoor zullen onze export
positie en de betalingsbalans niet in ge
vaar komen. Nu allerwege pogingen wor
den gedaan om de handel verder te libe
raliseren en de invoerrechten te verlagen,
moéten handel en industrie op hun qui-vi-
ve zijn om nieuwe mogelijkheden te ge
bruiken en nieuwe afzetgebieden te be
machtigen. Een concurrend prijspeil is
daarvoor nog altijd een van de beste mid
delen. Hopelijk worden de jongste prijs
verlagingen nog door vele andere gevolgd,
zonder dat hun effect wordt te niet ge
daan door prijsverhogingen in andere
sectoren.
Met het oog op de toekomstige Franse
kernproef zijn voor de burgerlucht
vaart speciale voorzieningen getroffen,
voor de overvliegende passagierstoe
stellen. De „gevaren-zone" mag slechts
warden binnengevlogen na toestem
ming van een van de drie controle
posten rond dit gebied. Onze kaart
geeft een beeld van de situatie.
Advertentie
zegt de heer B.O. van den Bergbinnenhuisarchitect te Amsterdam.
NcsciM it
•en jedeooneerd
handelsmerk voor
Nestlé't Instant Colf—.
TORONTO U(PI) De voorzitter van
het bureau voor kernenergie in Canada,
J. Lome Gray, heeft op de eerste Cana-
deze conferentie over uranium en kern
energie in Toronto de verwachting uitge
sproken, dat Japan en West-Duitsland spoe
dig een belangrijke bijdrage zullen leve
ren voor de ontwikkeling van economische
kernenergie, op welk gebied zij zich op het
ogenblik de grootste inspanningen ge
troosten.
Op 't ogenblik zijn de vijf vooraanstaan
de landen op het gebied van de kernener
gie nog Amerika, Rusland. Engeland,
Frankrijk en Canada, aldus Gray. Ande
re landen gaan ook met rasse schreden
vooruit, vooral Japan en West-Duitsland,
zodat de eerste vijf tot tien jaar belangrij
ke wijzigingen te verwachten zijn. Een
handicap voor deze andere landen is ech
ter volgens hem, dat zij in het algemeen
nog van Amerika en Engeland afhanke
lijk zijn voor 't ontwerpen en bouwen van
hun eerste grote centrales. Frankrijk be
steedt veel geld aan zijn programma voor
kernenergie, aldus Gray, eigenlijk meer
dan economisch verantwoord schijnt ge
zien de grote Franse reserves van kolen
en gas en olie in Noord-Afrika.
Als belangrijkste Engelse bijdrage
noemde Gray de ontwikkeling van de reac
tor, die werkt met gas, grafiet en natuur
lijke uranium. Wat betreft Canada merk
te hij op, dat Zuid-Ontario het enige ge
bied schijnt te zijn waar toepassing van
kernenergie aantrekkelijk is, vanwege on
der meer de reden, dat de provincie be
schikt over een rijke uraniumvoorraad.
Hij achtte het in het algemeen niet ver
antwoord kernenergie toe te passen, waar
hydraulische hulpbronnen nog niet ten
volle uitgebuit zijn.
LONDEN (UPI) Voor de nieuwe
Amerikaanse ambassade, die aan Gros-
venor Square in Londen wordt gebouwd,
is in Amerika een adelaar besteld. Het
aluminium gevaarte, dat een deklaag van
goud krijgt, heeft een vleugelwijdte van
elf meter en dat is, naar Britse opvattin
gen, toch wel een beetje veel. Reden
waarom Engeland helemaal niet blij is
met de Amerikaanse adelaar.
De adelaar is voor Amerika wat de leeuw
voor Nederland is: het groot heraldiek
symbool, dat men op alle officiële zegels,
briefhoofden en adresborden tegenkomt.
Dat de nieuwe Amerikaanse ambassade
een adelaar krijgt vinden de Engelsen
niet erg, maar dat het zo'n groot beest
moet zijn kunnen ze niet waarderen. Al
wordt de ambassade nog zo groot, een
dergelijk versiersel is kitscherig en vul
gair, bovendien geheel buiten verhouding.
Zoveel stemmen zijn èr opgegaan, dat
de Amerikaanse ambassadeur in Londen
John Hay Whitney, ernstig overweegt die
adela&F" ih'èór in dé kelder te zetten. Een
woordvoerder van de ambassade zei: „We
weten werkelijk niet wat we moeten doen
De nieuwe Amerikaanse ambassade kost
56 miljoen gulden en de voorgevel wordt
93 meter breed. Grosvenor Square is het
plein dat in de Tweede Wereldoorlog de
bijnaam „Eisenhower Platz" kreeg, om
dat generaal Eisenhower en zijn staf daar
een villa betrokken om de invasie van Nor-
mandië voor te bereiden. Ook na de oor
log is het plein een Amerikaans centrum
in Engeland gebleven, met Amerikaanse
mariniers als schildwachten. Er hangt
een lucht van sigaren en kauwgom, die
versneden wordt met alle accenten en het
slang van Amerika.
Zonder profaan te willen
zijn, zou ik willen betogen dat
ik, wanneer ik destijds in de
schoenen van god Zeus zou
hebben gestaan en het hier
onder nader aangeduide gebed
van Socrates door het wolken
dek zou hebben vernomen, ge
neigd zou zijn geweest mijn
Olympische troon te verlaten
en tegen Socrates te zeggen:
„Laten we maar ruilen
want wat ge daar zegt is iets
wat eigenlijk alleen ik weten
mocht."
Socrates richtte namelijk een
gebed tot Zeus, waarin hij
smeekte:
„O Zeus! Geef ons het goe
de, gevraagd of ongevraagd,
maar houdt verre van ons wat
ons tot nadeel strekken zou,
ook al vragen wij erom."
En dat was inderdaad een
goddelijke wijsheid, waarmee
de grond van alle menselijke
droefenis en zorgen, alle ram
pen der wereld, alle kwaad en
alle lijden, alle ontsteltenis
over dreiging en ongeluk, alle
mislukking van menselijk stre
ven en alle teleurstellingen
van idealisme wordt blootge
legd voor alle tijden. Ook voor
onze tijd, en voor de tijd die
komen zal.
Doch Zeus is blijven zitten
en hij had gelijk. Maar mis
schien heeft hij bij dit alles
zuchtend geknikt en gezegd:
Je kunt je niet voorstellen,
Socrates, welke domme din
gen de mensen kunnen vra
gen in de volste overtuiging
dat ze onvergelijkelijk ver
standig zijn.
Mensen vragen maar ter
wijl ze het vragen proberen
ze het op eigen houtje meteen
te vangen ook. Het bidden der
mensen is een uitstalling van
wensen, een illustratie van
wat zij nastreven en een om
schrijving van datgene, wat zij
beschouwen als een stapje na
der tot hun geluk.
En hoe weten ze dat zo
zeker?
Hoe kunnen zij weten wat
hen gelukkig maken zal, wan
neer ze niet weten wat de vol
gende seconde van het leven
voor hen zal meebrengen? Hoe
kunnen zij vermoeden dat dat
gene wat zij begeren tot hun
geluk zal bijdragen, terwijl zij
in het absoluut onzekere ver
keren over hun eigen situatie
op de dag die komen zal?
Ik weet niet eens, of er nog
wel een dag komen zal na
deze. Mijn kalender zegt met
grote geborneerdheid van wel,
en mijn zakagenda zeurt hem
na. Doch zij zijn beide produk-
ten van de feitelijk zo onrede
lijke en onzinnige overtuiging,
dat het altijd gaan zal zoals
het altijd gegaan is en dat de
ervaring een onfeilbare pro
feet moet zijn. Zij kunnen
nooit bewijzen dat zij gelijk
hebben. Zij gokken.
En wij gokken allemaal,
roekeloos en onbedachtzaam,
zonder besef voor de kwade
kansen. Niet alleen wat ons
voortbestaan en dat van onze
wereld betreft, maar ook ten
aanzien van onze belevenissen,
onze ontmoetingen, onze mo
gelijkheden, onze omstandig
heden.
En omdat wij gokken, gok
ken wij door als wij bidden.
Wij vragen plompverloren
naar dingen en feitelijkheden
voor ons zelf en voor ande
ren, zonder te weten of het
ons en anderen tot voordeel
strekken zal. En terwijl wij
biddend gokken, gokken wij
werkend en strevend. Wij leg
gen de zaden van ons verlan
gen in het zand en nemen aan.
dat de bomen die eruit zullen
opschieten ons ten dienste zul
len zijn.
Wij doen dagelijks duizen
den dingen en wij weten niet
wat daarvan de draagwijdte
zijn zal. Wij weten niet of zij
straks niet samen ons ongeluk
zullen weven tot een onver
breekbaar net, waarin wij zul
len omkomen.
Wij weten niet, wat goed of
slecht is voor onszelf en voor
anderen. Wat dat betreft kun
nen wij met Socrates onze
onmacht tot vooruitzien be
kennen en betreuren, en hopen
dat Zeus het voor ons en ten
bate van ons zal doen.
Dit alles wordt zo duidelijk,
nu ik tot in de wijdste verte
de sneeuw in de schemer zie
neervallen tot aan de vlak
ke horizon toe, van hier tot
onmetelijk ver en verder nog,
waar miljarden vlokken on
derweg zijn van de hemel naar
de aarde.
Men kan zonder moeite in
iedere vlok een mens zien, die
losgelaten wordt uit de onein
digheid en na zijn reis door
de sfeer zijn dood vindt op de
aarde. Een rukkige wind speelt
door de witte, bewegelijke
massa heen en verandert de
loodrechte baan der vlokjes
tot grillige lijnen, die soms
zelfs een korte tijd omhoog-
voeren of in cirkels balance
ren tussen de wolken en de
grond.
Het zou dwaas zijn van die
sneeuwvlokken, om bij het
losgaan uit de schoot van het
wolkendek zich in te span
nen, plannen te maken of hun
baan te berekenen en te be
sturen. Nog dwazer zou het
zijn, aan Zeus die ook de
sneeuwvlokken schiep te
smeken of hij zo goed zou wil
len zijn, kleine, gedetailleerde
voorzieningen te treffen voor
mij, dat ene vlokje tussen mil
jarden.
Ik weet, dat ik eens onont
koombaar deel zal moeten uit
maken van de witte deken
daaronder, die te harer tijd
zal oplossen en verdwijnen
tussen de aardkluiten en de
voegen der stenen. Ik weet
ook, dat niet de grillige boch
ten van mijn koers mij geluk
kig of ongelukkig zullen kun
nen maken, doch dat dit zal
worden bepaald door de vraag
hoe ik die bochten tot mijn
eigen geluk zal weten te ge
bruiken.
Dat weet ik allemaal
maar het antwoord op die
vraag blijft voor mij verbor
gen. Ik weet het niet. Wat is
het geluk van een sneeuw
vlok? Ik vraag het mij af ge
durende mijn ganse reis naar
beneden, en als ik smelt weet
ik het nog niet
Ik weet niet of een sneeuw
vlok een ziel heeft die geluk
kig kan zijn. Maar wat ik weet
en voel, nu de hemel zichzelf
heeft schoongeveegd en de
laatste vlok ruizelend gevallen
is tussen de lage struiken van
de witte vlakte voor mij, dat
tussen Socrates' tijd en het
ogenblik van heden de belang
rijkste dingen niet wezenlijk
veranderd zijn. Zoals de
sneeuw dezelfde is gebleven,
zo is ook de mens. Toen al en
nu nóg is de mens de vragen
de, berekenende, profeterende,
verwachtende en strevende,
die in het duister tast als een
blinde en om zich heen een
wereld bouwt van feiten zon
der zin.
Wat voor een wereld heb
ben wij gebouwd sinds Socra
tes? De monumenten van onze
idealen staan rondom ons heen
als miljoenen torens van Ba-
bel, onbruikbaar, lastig, be
lemmerend en onrustwekkend.
Alle dingen die wij sinds So
crates gevraagd en verwacht
hebben, hebben wij gekregen.
En na ieder geschenk van V
Zeus hebben wij moeten zeg
gen:
Neen, dit is het toch eigen
lijk ook weer niet. Wij hadden
gedachtmaar het is an
ders gegaan. Nu zouden wij
graag
En voort gaan we weer, naar
de volgende diamant die tus
sen het gras lonkt en die ons
jzonder enige twijfel boven
matig gelukkig en tevreden
maken zal.
Wij leven in een pakhuis
vol diamanten maar wat
moeten wij ermee?
Zeus, de wijze en alwetende,
heeft zich niet aan het ver
standige verzoek van Socrates
gehouden. Uiteraard niet, want
hij heeft nooit het plan gehad
ons het paradijs op aarde te
rug te geven, ook al zou een
slimme vos als Socrates er in
een helder ogenblik om vra
gen.
Zo is het leven barstens vol
geworden van bereikte idea
len en successen en nog kan
een sentimenteel mens van
1960 in een avond van sneeuw
op een tussen de steden uitge
spaarde vlakte dromen van
een onbereikbaar geluk, waar
van hij niet weet welke ge
stalte het hebben zal en of hij
het voor zichzelf zal kunnen
vormen.
Niets vragen niets ver
langen. niet vooruitzien, niet
koortsachtig rekenen met on
bekende grootheden. Stil val
len van de hemel naar de aar
de en vreugde scheppen in het
korte reisje van de hoogte
naar omlaag, beseffend dat het
geluk misschien te vinden is
in het volle, intense kennen
van dat éne bestaansmoment.
Veel meer schiet er voor
ons niet over, dunkt me. Wie
anders meent, is vrij daarin
doch ik voel me veili
ger bij vrind Socrates.
Slagzinnen-Suze
Suze is ziek. Dat is op zichzelf niets bij
zonders, maar de deplorabele toestand,
waarin ik haar aantrof, heeft me heel on
gerust gemaakt.
Volgens reclameprenten van matras
sen- en dekenfabrikanten zijn vrouwen
beeldig mooi in bed, maar Suze zag eruit
of ze zó uit de jungle kwam. Ze zat recht
op in bed met ongekamde haren en een
van koorts gloeiend gezicht, en ze had een
potlood en een papier in de hand.
Kan ik iets voor je doen?" vroeg ik
schamel. Ze zond me een verwilderde
blik toe, en zei: „Stil! Ik heb wat. Koffie
met zó'n fijne geur, brengt zelfs m'n man
in zijn humeur.Hoe vind je dat?"
Ik haalde m'n schouders op. Ze is knet
tergek, dacht ik. Toen ging me een lichtje
op. „Moet je soms koffie?"
Suze maakte antiperistaltische bewe
gingen. „Schei uit.' Ik kan geen koffie
meer z i n!" riep ze. Toen ging ze weer
voort met ijlen in dichtvorm. „Griesmeel
van de firma Mijt... kwaliteit... ontbijt".
,Wil je een bordje?" vroeg ik hoopvol.
,Ga weg!" riep Suze. „Drie weken heb
ben we elke dag griesmeel gegeten. Vijf
tig bonnen moest je hebben het ts ge
woon niet te verstouwen als je maar met
je tweeën bent.Ik mag van de dokter al
leen nog maar droge beschuit hebben.
Ik ging naar beneden om drbge beschuit
te halen, maar toen ik de kasten opende,
puilden er allerlei levensmiddelen uit.
„Suze!" riep ik onthutst naar boven.
„Denk je dat er oorlog komt?"
Als antwoord klonk er een toonloos ge
mompel: „als ik havermout van Munt
ruik, eet ik mij subiet een puntbuik."
Ik ging weer naar de hamstervoorraad
terug om beschuit te zoeken. Tientallen
pakken havermout, griesmeel, margarine
van allerlei merken lagen 'overal opge
propt. In de keukenkasten was het al net
zo. De trommel, waarin ik beschuit ver
moedde, bleek sigarettenpeukjes te bevat
ten. Ik nam het vol walging mee naar bo
ven. „Kan dat weg?
M'n peukies!" riep Suze vertederd,
„Ik heb er al tweehonderdachtentachtig!
Als ik er driehonderd heb, kan ik een reis
winnen naar Alaska!"
In gedachten ging ze al... een stra
lende winnares op het trapje van een vlieg
tuig. er waren welkomstwoorden van
belangrijke heren.overal werd ze
met slagroomgebak onthaaldtien
dagen alleen maar uitgaan, cocktaïlpar-
ties.
„Het beroerde is, dat ik geen geschikte
japon heb. In die ouwe kan ik echt niet
gaan. En in Alaska moet je een bontjas.
Wat zal ik nemen? Nertz? Persianer pat-
tes?
„Maar je hebt nog niet genoeg peukies",
bracht ik haar tot de werkelijkheid terug.
„O ja.zei ze geschrokken. „En ik
mag niet meer roken van de dokter. Bijna
nicotinevergiftiging, weet je. Griesmeel
en havermout mag ik gelukkig ook niet
meer. M'n ingewanden, begrijp je? Maar
als ik straks die hoofdprijs win... van
de griesmeel acht mille en die havermout
zes mille, en die Vetklont-margarine, nee,
een kapitAal! Ik wil zorgen dat ik weer he
lemaal gezond ben, om alles in ontvangst
te nemen."
Arme Suze. Andere mensen toonnen na
tuurlijk die hoofdprijzen. Zo gaat het al
tijd. Maar na een paar dagen werd ze ge
lukkig getroost met een troostprijs. Van
die havermoutfabriek.
Het was een grote doos met twintig pak
ken havermout.
Paula Spotter
Ook Kaboel. Premier Kroesjtsjev van de
Sovjet-Unie heeft een uitnodiging van
de koning en de regering van Afghanis
tan aanvaard om op de terugreis van
zijn bezoek aan Indonesië Kaboel aan
te doen.
Abdel-Fidel. President Nasser van de
V.A.R. heeft de uitnodiging van pre
mier Fidel Castro om Cuba een bezoek
te brengen aanvaard, aldus deelt de
Cubaanse minister van buitenlandse za
ken, Raoul Roa. mede. Roa voegt er
aan toe, dat Nasser ook Castro heeft uit
genodigd voor een bezoek aan de
V.A.R
Klacht. „De arbeiders hebben genoeg van
overwerk en werken op vrije dagen".
Deze verrassende kop stond in een
Hongaars blad. Een ploeg van de fa
briek van machinewerktuigen in Esz-
tergom, aldus het artikel, moest in 1959
38.910 uren overwerk verrichten om
haar werkquotum te verviülen. Het
werk was vooral zwaar tijdens het va
kantieseizoen toen geen vakantiedagen
werden toegestaan, zo klaagde het blad.
Gouden vleugels. De grootste verzending
goud, ooit per vliegtuig uit Zuid-Afrika
verzonden negen ton is veilig op
een onbekende bestemming aangeko
men, aldus een mededeling van de Ci
ty Bullion Merchants Mocatta and Gold-
smid in Londen. De firma betaalde
3.500.000 pond voor het metaal ten be
hoeve van een Europese klant, wiens
identiteit eveneens werd verzwegen.
Overvaren. Tijdens manoeuvres van de
Engelse sleepboot „Applegarth" om
het ruim 10.000 ton metende Engelse
schip „Perthshire" de haven van Bir
kenhead binnen te loodsen, is het over
varen door de Perthshire en gezonken.
Men vreest dat de zeven leden tellende
bemanning van het 231 ton metende
sleepschip is verdronken. De „Apple
garth" zonk onmiddellijk en heeft waar
schijnlijk de bemanning mee naar de
diepte gesleurd.
Filmcamera. Radio-Moskou heeft van
daag melding gemaakt van de uitvin
dingen van een filmcamera, die 33 mil
joen foto's per seconde neemt. De ca
mera is ontworpen om elektrische ver
schijnselen te fotograferen, zoals „ex
plosies en ontladingen van elektrische
impulsen".
Terecht. Het hoofdkwartier van de Cana
dese luchtmacht voor opsporing en red
ding heeft meegedeeld, dat de IJsland
se treiler „Uranus" met 28 man aan
boord 4C0 mijl ten zuid-oosten van
Groenland is waargenomen en blijk
baar niet ir, nood verkeert. De trawler
werd sinds zondag vermist.
Bij Franco. Generaal Franco heeft op een
audiëntie te Madrid de leden van de Ne
derlandse economische missie, die
thans een bezoek aan Spanje brengt,
ontvangen. De missie is zondag in Ma
drid aangekomen.