Bredere opleiding voor
verpleegsters bepleit
„Duizend jaar Chinese Schilderkunst"
in Den Haag geopend
Vijfde V-concert van het N.Ph.O.
onder leiding van Marinus Adam
KEELPIJN
Amsterdam's burgemeester
verklaart chaos bij eerste
hulp in rampgebied
Koningin bezocht
getroffenen
Een dode in het
verkeer
.9
Het ging allemaal lukraakmaar wij hadden
nog nooit zoiets meegemaakt
Koude tocht door
rampdorp
Ook reddingsbrigades
uit Kennemerland
bieden hulp
Verzekering tegen
overstroming niet
meer mogelijk
Koninklijk paar laat
villa bouwen in Italië
Kort
nieuws
Rapport Voorlopige Verplegingsraad
Ziekenverzorgsters met beperkte bevoegdheden
om acute tekort aan personeel op te vangen
De Nijhoff prijs
neem bij het eerste sein van
Bijna een half miljoen
rijexaminandi in 1959
De les van de zaak-
Berends
ZATERDAG 16 JANUARI 1960
(Van onze Amsterdamse redacteur)
Burgemeester mr. G. van Hall heeft
vrijdagmiddag tijdens een bijzondere
raadszitting gewijd aan de ramp van het
Tuindorp-Oostzaan, de grote dankbaar
heid van de gemeente Amsterdam be
tuigd jegens allen, die zich bereid heb
ben verklaard de bewoners van het getrof
fen gebied bij te staan. Hij gaf voorts
uiting aan zijn deernis en medeleven met
de 11.000 door het water uit hun huizen
verdreven mensen. „Deze ramp is onge
looflijk ernstig. Velen zijn letterlijk alles
kwijt. In overleg met de regering moeten
wij deze materiële schade zoveel mo
gelijk vergoed zien te krijgen. Wat de
doorgestane narigheid en angst betreft,
daar kunnen wij slechts ons medeleven
tegenover zetten".
Mr. Van Hall gaf de raadsleden een
overzicht van de gebeurtenissen sinds
donderdagmorgen. Hij gaf toe, dat door
het vele verkeer, het uitvallen van de te
lefoonverbindingen het spontane, maar
nog niet gecoördineerde reddingswerk
aanvankelijk „sprake van een chaos"
was. Ook nadien bleef het moeilijk, het
enthousiasme van de hulpverlenende
diensten in goede banen te leiden. „Maar
vele van de maatregelen, die deze mensen
(Vervolg van pagina 1)
De Koningin heeft gistermiddag onver
wacht een bezoek aan Amsterdam ge
bracht .Vergezeld door burgemeester Van
Hall, arriveerde zij om kwart over twee
in het Sint Rosa klooster aan het Hage-
doornplein in Noord, waar 500 vluchtelin
gen van de overstroming zijn opgenomen.
Om drie uur reed Hare Majesteit met
freule Röell en burgemeester Van Hall,
in een hofauto naar het zijkanaal H om de
dichting van het gat in de dijk in ogen
schouw te nemen. Vlak voor de grens met
de gemeente Zaandam hield de auto halt
en stapten de hoge bezoekers op de dijk
uit. Er stond een kleinere personenwagen
van de Amsterdamse politie gereed waar
in men het laatste deel van de tocht naar
het gat aflegde. Onze landsvrouwe arri
veerde bij de dijkbreuk een half uur voor
dat men erin slaagde het gat te dichten.
Zij nam de werkzaamheden een kwartier
lang in ogenschouw, waarna ze naar de
dijk terugreed.
Langs de rand van Tuindorp Oostzaan
reed de hofauto naar het terrein van de
N.D.S.M. Via een zeer smal loopplankje
stapte de Koningin in een van de daar in
het water dobberende reddingsbootjes van
het rampenfonds. Ook freule Röell het
hoofd van de B.B., de heer B. C. Mahieu,
en nog enkele andere personen scheepten
zich in. Ondanks de felle kou had de Ko
ningin besloten zich per boot door de een
rampzalige aanblik biedende straten van
het overstroomde Tuindorp te begeven om
zich een beeld te vormen van de ernst
van de ramp. Zwaar beladen voer het
kleine bootje, voortgestuwd door een bui
tenboordmotor, het dorp binnen.
Tocht in open sloep
Burgemeester Van Hall maakte deze
koude tocht in het open bootje niet mee.
Vlak voor de wagens om vijf voor vier
het terrein van de N.D.S.M. opdraaiden,
nam hij afscheid van de Koningin en
spoedde zich in zijn eigen wagen naar het
stadhuis, waar hem een speciale gemeen
teraadszitting over de ramp wachtte. Om
kwart over vier nam onze landsvrouwe
weer plaats in de hofauto en reed naar de
Javakade in de Amsterdamse haven, waar
ze zich aan boord van de Zuiderkruis be
gaf. Vergezeld van de heer Mahieu sprak
ze met de 250 evacuees, die hier voorlo
pig zijn ondergebracht.
Op de „Zuiderkruis"
Geruime tijd onderhield zij zich met de
slachtoffers, waarbij ze zich van het ene
tafeltje naar het andere begaf. Daarna be
zocht zij het hospitaal aan boord van de
„Zuiderkruis" waar patiënten uit Tuin
dorp Oostzaan opgenomen zijn. Korte tijd
sprak ze met een echtpaar, dat reeds 48
jaar gehuwd is. De vrouw lag in bed, ter
wijl haar man naast het bed op een stoel
zat.
Het koninklijk bezoek aan het schip
duurde ongeveer een uur. Kort na half zes
keerde onze vorstin met freule Röell terug
naar het paleis Soestdijk.
Telegram van prinses YVilhelmina
Het gemeentebestuur van Amsterdam
heeft gisteren het volgende telegram ont
vangen van Prinses Wilhelmina:
„Met groot leedwezen vernam ik de tij
ding van de watersnood welke een deel
van Amsterdam getroffen heeft en betuig
u mijn hartelijke deelneming."
Watersnood Tuindorp-Oostzaan
Na het bekend worden van de dijkdoor
braak bij Tuindorp-Oostzaan stroomden
van alle kanten de vrijwilligers toe om de
bewoners van het getroffen gebied behulp
zaam te kunnen zijn. Onder hen bevond
zich ondermeer een veertigtal leden van
de reddingsbrigades van Haarlem. Bloe-
mendaal, Zandvoort. IJmuiden en Wük
aan Zee, aangevuld met een aantal
EBOH ers.
Binnen drie uur nadat de reddingsbriga
des waren gealarmeerd waren zij met vijf
tien reddingsvletten op de plaats van de
overstroming. Dag en nacht zijn ze onder
barre weersomstandigheden in touw ge
weest om waar en zoveel mogelijk de men
sen uit hun bedreigde woningen naar vei
liger plaatsen over te brengen. Nog steeds
zijn leden van de reddingsbrigades in het
ondergelopen dorp met de hulnverlening
bezig of staan ze klaar om op elk gewenst
moment in actie te komen.
hebben genomen, bleken achteraf van on
schatbare waarde te zijn geweest".
De vele hulp en vooral de spontaneïteit
heeft geleid tot decentralisatie en mis
schien wel desorganisatie, aldus de bur
gemeester, die opmerkte, dat dit de groot
ste ramp is die Amsterdam ooit heeft ge
troffen en dat er uit deze gebeurtenissen
veel is geleerd. „Nu zeggen we: hadden
we het maar anders gedaan. Zelf ben ik
's morgens om half acht naar Oostzaan
gegaan. Dat had ik natuurlijk niet moe
ten doen ik had naar het stadhuis moe
ten gaan om, als een spin in zijn web, de
zaak in handen te nemen".
„Nonsens
Uitvoerig ging de burgemeester in op
de geopperde oorzaken V3n het doorbre
ken van de dijk, „geen van de gedane
suggesties biedt op het ogenblik enig hou
vast."
„De mening, als zou de dijk zijn ver
zwakt door het heien van palen voor een
beschoeiing noemde hij „klinkklare non
sens", welke woorden hij na protest van
het communistische raadslid L. Seegers
omzette in „hoogst onwaarschijnlijk".
Het raads'id R. T. J. Cavelier achtte
het juister de schuldvraag te laten rus
ten omdat deze sub judice is. De burge
meester zei, dat de Rijkswaterstaat zowel
als de Provinciale Waterstaat en de ge
meentelijke dienst van Publieke Werken
ieder voor zich een diepgaand onderzoek
instellen en dat hij „in de krant had ge
lezen dat de procureur-generaal ook een
onderzoek heeft gelast". De bespreking
van eventuele verantwoordelijkheid liet
de gemeenteraad daarom rusten.
Voorschotregeling
De heer Le Cavelier vroeg of het goed
is dat de wethouder van Publieke Werken
voorzitter is van het betreffende polder
bestuur en een ambtenaar van Publieke
Werken de functie van secretaris van dat
bestuur vervult. Beiden wonen elders en
kunnen in geval van nood niet onmiddel
lijk maatregelen nemen. De burgemeester
wees er echter op. dat Amsterdam de
meeste grond in de polder bezit en dat
dus om aan de wet te voldoen ambte
naren in het bestuur moeten zitten. Di
verse raadsleden waren er voorstander
van, een voorlopig krediet beschikbaar te
stellen om de getroffenen financieel te
helpen bij voorbeeld met een voorschot.
Mr. Van Hall zei in dit verband, dat de
ramp valt onder de wet Verplaatsing Be
volking, volgens welke de kosten van eva
cuatie voor rekening van het rijk komen
hoewel het gemeentebestuur nog geen kre
diet heeft aangevraagd de omvang van
het benodigde bedrag is nog niet te schat
ten zullen noodzakelijke uitbetalingen
niet worden uitgesteld. B. en W zullen
een voorschotregeling in overweging ne-
'men.
Politiek
Bedroevend was het, dat zelfs deze
raadsvergadering werd gebruikt om el
kaar politieke vliegen af te vangen. Het
communistische raadslid L. Seegers merk
te namelijk op, dat terwijl donderdag
avond in het rampgebied hard werd ge
werkt, de wethouder van Publieke Wer
ken in de bioscoop zou hebben gezeten. Hij
had dit gelezen in een ochtendblad. De
burgemeester bezwoer het communisti
sche raadslid echter, dat de wethouder
evenals hijzelf de gehele avond tot na mid
dernacht op de dijk is geweest.
De heer Seegers: „Ik was er ook, maar
ik heb hem niet gezien. Hij zat naar de
film te kijken".
De heer J. M. den Uyl (P.v.d.A.): „Dat
is een gore opmerking".
De heer Seegers: „Je moest eens we
ten hoe goor ik jou vind.."
Mr. Van Hall: „Ik raad u aan, meneer
Seegers, vanavond naar de televisie te
kijken, dan kifnt u ons zien in een vraag
gesprek op de avond van de ramp".
Na een zitting van anderhalf uur sloot
de burgemeester deze bijzondere bijeen
komst, waarvoor de raadsleden hun pre
sentiegeld ten behoeve van de slachtoffers
in Tuindorp Oostzaan zullen afstaan.
Naar aanleiding van de overstroming in
Tuindorp Oostzaan wordt ons van bevoeg
de zijde van het verzekeringsbedrijf het
volgende medegedeeld:
Op grond van de in 1955 door de Vereni
ging van Brandassuradeuren in Nederland
genomen besluit, kan sinds dat jaar het
risico van overstroming in Nederland niet
meer door verzekering worden gedekt.
Tot voor enkele jaren bestond in ons land
de mogelijkheid, het risico van overstro
ming te verzekeren, veelal op een polis
voor uitgebreide brandverzekering. Van
deze mogelijkheid werd op beperkte
schaal gebruik gemaakt. Assuradeuren
waren bereid dit risico te aanvaarden met
de overtuiging, dat overstromingen welis
waar zouden kunnen voorkomen, doch dat
deze nimmer de omvang van een nationa
le catastrofe zouden aannemen. De storm
ramp van 1953 heeft echter bewezen, dat
zich in ons voor een groot deel beneden
de waterspiegel gelegen land overstromin
gen kunnen voordoen, die inderdaad het
karakter van een nationale ramp kunnen
hebben. Deze catastrofegevaren (zoals
b.v. ook het oorlogsgevaar) kunnen niet
door verzekering worden gedekt.
Door het verlenen van dekking tegen
deze gevaren zou het verzekeringsbedrijf
verplichtingen op zich laden, waarvan niet
met zekerheid kan worden gezegd, dat zij
kunnen worden nagekomen. Op grond van
deze overweging hebben de in Nederland
werkende verzekeringsmaatschappijen in
1955 besloten, de dekking tegen het risi
co van overstroming te beëindigen. Dit
geschiedde bij vervaldatum van de polis
sen waarin deze dekking was verleend.
Ook in de V.S. en in andere landen is
verzekering tegen het risico van overstro
ming uiet meer mogelijk.
Schorsing burgemeester. Met ingang
van 18 ianuari is de heer S. J van Rooyen
burgemeester van Sleen, voor drie maan
den geschorst.
Aan de Italiaanse westkust, tegenover
het eiland Elba, is men begonnen met de
bouw van een villa, die zal dienen als
vakantieverblijf voor de Nederlandse Ko
ninklijke familie. De opdracht tot deze
bouw is gegeven door Prins Bernhard. De
villa komt te liggen op het schiereilandje
Argentario, tussen de dorpen Porto Stefano
en Porto Ercole. Zij zal geheel gelijkvloers
zijn en worden omgeven met galerijen en
waranda's.
Vrijdagmiddag heeft een grote drijven
de kraan het gat in de dijk van zij
kanaal H. in Amsterdam-Noord ge
dicht. Deze luchtfoto toont de kraan
bezig met de laatste fase van die
dichting. (Luchtfoto ANP)
Bootdienst. De bootdienst Staveren-
Enkhuizen zal met ingang van vandaag,
in verband met de weersomstandigheden,
worden gestaakt.
De Voorlopige Verplegingsraad heeft
aan de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid rapporten uitgebracht, te
weten het rapport ziekenverzorgster, het
rapport basisdiploma verpleegster en het
rapport basisdiploma verpleger.
In verband met het verschijnen van de
ze rapporten heeft de arts P. L. Stal, voor
zitter van genoemde raad, op een pers
conferentie een inleiding gehouden over
het verpleegstersberoep en de opleiding
daartoe. Hij merkte daarin op, dat in de
verpleegster niet alleen moet worden ge
zien een hulpkracht van de arts, maar ook
een vrouw, die een aanvullende taak heeft
naast die van de arts. Hetzelfde geldt in
een klein percentage ook ten aanzien van
de verpleger. Haar arbeidsterrein ligt
niet alleen in ziekenhuizen, klinieken enz.,
doch ook buiten de muren van die inrich
tingen. Men denke aan de wijkverpleeg
sters, districtverpleegster voor kinderhy-
giëne of tuberculose, schoolverpleegster,
bedrijfsverpleegster. De voorlopige ver
plegingsraad heeft de door de Wereldge
zondheidsorganisatie in 1956 aanvaarde
functieomschrijving overgenomen bij zijn
studie en zich ernaar gericht, dat de taak
van de verpleegster moet worden gezien
als een eigen taak.
De heer Stal herinnerde eraan, dat in
mei 1921 een wet tot stand kwam, waarbij
de titel van verpleegster of verpleger
werd beschermd. De titel wordt verkregen
op grond van een rijksdiploma.
Nadat in 1952 reeds enkele wijzigingen
in de opleiding waren aangebracht werd
de vraag naar vernieuwing en aanpassing
steeds dringender. Men wilde het ver
pleegstersberoep en de status van de ver
plegende aangepast zien aan de eisen, die
in de moderne tijd gesteld moeten worden
De tekorten worden niet alleen gevoeld
in de kennis, die aan de verpleging ten
grondslag moet liggen, maar ook in de ont
wikkeling van de persoonlijkheid.
De heer Stal merkte op, dat tot invoe
ring van de nieuwe opleiding niet op kor
te termijn zal kunnen worden overgegaan.
Op de begroting voor 1960 zijn nog geen
gelden uitgetrokken voor het nodig geachte
subsidie. De kosten worden „geheel vrij
blijvend" geschat op tien miljoen gulden
per jaar. Intussen zal de Voorlopige Ver
plegingsraad met voortvarendheid voort
gaan om het plan af te ronden. Dan komt
ook aan de orde de wijze, waarop de plan
nen geraliseerd kunnen worden.
Eenvoudige hulpkrachten
Met betrekking tot de drie thans uitge
brachte rapporten merkte de heer Stal op,
dat in het interimrapport-Heelsum, waar
van de raad is uitgegaan, werd gesteld,
„dat er behoefte bestaat aan een oplei
ding van eenvoudige verpleegkrachten,
die technisch minder gekwalificeerd be
hoefden te zijn, doch die onder leiding
van een verpleegster meer eenvoudige
verplegingswerkzaamheden zouden kun
nen verrichten". Daarvoor werd de naam
ziekenverzorgsters gekozen. Vooral in ver
pleeginrichtingen voor chronische zieken
wordt deze behoefte sterk gevoeld. In het
„rapport ziekenverzorgster" is de status
en de opleiding van dergelijke verpleeg
krachten uitgewerkt. Tevens worden voor
stellen gedaan voor een toezicht over haar
beroepsuitoefening. Het rapport stelt een
opleiding van anderhalf jaar voor. Na l.o.
te hebben genoten, met twee jaar v.g.l.o.
of twee jaar n.o. kan een meisje, als ze de
zeventienjarige leeftijd heeft bereikt, de
ze opleiding beginnen.
Opleiding van 3'/» jaar
Als er nu ziekenverzorgsters komen, kan
de opleiding van de verpleegster beter
aangepast worden aan de eisen, die thans
vooral in technisch opzicht worden ge
steld. In het „rapport basisdiploma ver
pleegster" wordt de inhoud gegeven van
de opleiding tot verpleegster, welke na
drie en een half jaar, inclusief een prae-
klinische periode en een kraamoplei-
ding, wordt afgesloten met een examen,
waarmede de titel „verpleegster" wordt
behaald. Wat de toelatingseisen betreft
wordt in het rapport gesproken over
mulo-diploma of een ontwikkeling, die
daarmede overeenkomt.
In het „rapport basisdiploma verple
ger" is een modificatie gegeven voor man
nelijke verplegenden op het hiervoor ge
noemde rapport.
De Voorlopige Verplegingsraad tracht
zo spoedig mogelijk de voorbereiding van
een rapport over de voortgezette opleidin
gen (differentiaties en specialisaties) te
beëindigen, alsmede een rapport over de
o.Teiding van verplegenden in psychia
trische inrichtingen.
„Tekort valt wel mee"
Ter persconferentie gaf dr. P. A. Hee-
res. directeur van het Elisabethsgasthuis
te Haarlem, als zijn mening te kennen,
dat het tekort aan verpleegsters niet zo
groot is als wel eens wordt gesteld. Het te
kort doet zich vooral voor in psychiatri
sche inrichtingen en bij de verpleging van
t.b.c.-patiënten. In ziekenhuizen valt het
tekort wel mee, zeide hij. De behoefte
aan verpleegsters is enorm toegenomen.
Dr. Heeres zou op drie zieken twee ver
pleegsters willen hebben. Wanneer er 15
percent meer verpleegsters waren, zou
men zijns inziens al een eind in de goede
richting zijn.
De uitreiking van de Martinus Nijhoff-
prijs voor vertalingen zal geschieden op
dinsdag 26 januari te 20.00 uur in de raad
zaal van de gemeente 's-Gravenhage aan
de Javastraat. Het Prins Bernhardfonds
heeft deze prijs enige jaren geleden inge
steld en er de naam aan verbonden van
wijlen de dichter Martinus Nijhoff, in le
ven voorzitter van de afdeling kunst van
het fonds. De prijs, groot 2000, is bestemd
voor die vertalingen van poëzie, dramatisch
werk of verhalend en beschouwend proza,
die zich door hun letterkundige waarde
onderscheiden.
PROF. MERLO OVERLEDEN
De Italiaanse taalgeleerde prof. Clemen
te Merlo is donderdag in Pisa op tachtig
jarige leeftijd overleden. Prof. Merlo, die
internationale faam bezat en uitgebreide
studies heeft gemaakt van de Italiaanse
dialecten, heeft tweeënveertig jaar aan het
hoofd gestaan van de taalkundige faculteit
van de universiteit van Pisa.
SAGAN GAAT SCHEIDEN
De bekende Franse schrijfster Fran-
goise Sagan rn haar 44-jarige man (en uit
gever) Guy Schoeller zijn volgens berich
ten uit Parijs definitief van plan te schei
den. Dinsdag had de 24-jarige schrijfster
aan journalisten verteld dat zij reeds een
maand geleden uit elkaar waren gegaan.
Schoeller zou hebben toegegeven met de
scheidingsprocedure bezig te zijn. Het paar
is in maart 1958 gehuwd.
Nog maar weinig is de Chinese schilderkunst volgens de directeur van het Haagse
Gemeentemuseum van de tien achter ons liggende eeuwen retrospectief getoond,
voor de eerste maal is dit thans in Nederland geschied met de nu geopende expositie
„Duizend jaren Chinese schilderkunst", die het Haagse Museum tot 27 maart met
trots tentoonstelt. De directeur-generaal voor de kunst en voor de buitenlandse cultu
rele betrekkingen van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen,
mr. H. J. Reinink, sprak in zyn openingsrede waarderend over de manifestaties, die
Den Haag op grote schaal heeft geleverd in de beeldende kunst, met exposities van
de Etruskische Kunst, de Japanse tekenkunst en de Mexicaanse sculptuur. Uit het
oogpunt van nationale cultuurpolitiek werkt de bestaande situatie, waarin voor het
buitenland de Nederlandse museumdirecties eerder concurreren dan in coördinatie
hun programma's samenstellen, wel eens verwarrend, zei hy. In sommige gevallen
gaan de culturele manifestaties teveel naar een land of groep van landen, terwyl
andere begeerde gebieden geen kans krijgen.
„Deze nadelen zijn aldus mr. Reinink
echter slechts de keerzijde van de me
daille, waarvan ik hoop u de fraaie voor
zijde te laten zien. Ernstige pogingen
werden bovendien in het werk gesteld om
het uit de situatie natuurlijk voort
vloeiend gebrek aan coördinatie zoveel
mogelijk te ondervangen door een con
tactcommissie. waarin museumdirecties
en ambtenaren, die op het gebied van de
buitenlandse culturele betrekkingen wer
ken, bijeenkomen".
De heer Jan Fortuyn, conservator van
het Aziatisch Museum in Amsterdam
hij maakt deel uit van dit contactcomité
inci^n^e' en^'met geheel specialistische
manifestaties in onder andere yenetië.
Parijs: Londen." Rome~eir*eulen. een ver
zameling heeft kunnen opbouwen, waarin
de Chinese beeldende kunst onttrokken
werd aan de uitsluitende aandacht van
sinologen, en gepresenteerd aan het pu
bliek in Den Haag na München en voor
Zürich.
De rangschikking van deze exposities is.
volgens de heer Fortuyn, niet alleen ge
richt op de mate van belangriikheid die
hij voor westerse ogen inhoudt, maar ook
cultuur-historisch, volgens het inzicht van
de schilders zelf, van de anonieme mid
deleeuwen fot het zichtbare onderscheid
tussen beroepscalligrafen en kunstzinni
ge litteraten Een bijzonder facet is, dat
bij deze collectie, met welwillende me
dewerking vergaard uit particuliere en
collectieve verzamelingen, de nadruk is
gelegd op de grillige geologische struc
tuur van het geschilderde Chinese land
schap dat, lang vóór de westerse schilder
kunst. zijn autonome functie als picturaal
object en medium tot uitdrukking van een
natuur-anatomie had verkregen. De in
Nederlandse wetenschappelijke kringen
niet onbekende Kuo-Hsi bewees dit reeds
in zijn tijd. Belangrijk in de opzet is ook.
zei de heer Fortuyn, dat de ontwikkeling
reeds in de vroegst geboekstaafde eeuwen
Het vijfde concert in de vrijdagavond
serie van het Noordhollands Philharmo-
nisch Orkest stond onder leiding van Ma
rinus Adam en onderscheidde zich door
de medewerking van twee solisten. Aller
eerst de jonge violist Jean-Louis Stuurop.
leerling van Oskar Back, die zich liet horen
in het vioolconcert in D, K.V. 218, van
Mozart. Men kent Stuurop als een begaafd
instrumentalist en een ernstig musicus
die het niet zoekt bij een gemakkelijk epa
teren met technische en emotionele
stroomlijn. Ook nu weer trof de gedegen
heid van zijn aanpak en de fraaie toon-
vorming al had men in het Andante de
lyriek misschien met wat meer charme ge
bracht willen horen en miste men in de
finale hier en daar een koketterie die nog
geen effectbejag behoeft te betekenen. In
ieder geval laat Stuurop zich er kennelijk
niet' toe verleiden vruchten die langzaam
moeten rijpen voortijdig van de boom te
rukken. De begeleiding was, zoals meestal
bij Marinus Adam in goede handen.
Het andere solo-werk van dit program
ma was de Symfonie in G voor orgel en
orkest van de bekende Franse orgelmees
ter Marcel Dupré. die als jurylid van het
jaarlijkse orgelconcours in de Grote Kerk
in Haarlem geen onbekende is. Het tame-
Advertentie
helpt snel en afdoende!
een produkt van N.V. PHILIPS-DUPHAR
lijk uitgebreide, vierdelige stuk toont in
alle opzichten het grote vakmanschap van
de maker; het vervalt enerzijds niet in
een nutteloos academisme maar bezit
anderzijds geen uitgesproken oorspronke
lijkheid van inventie. Het ligt in de lijn
van een typisch Frans klassicisme zoals
zich dat sinds Saint Saëns en César Franck
tot op de huidige dag heeft kunnen hand
haven naast de hoofdlijn van de muzikale
ontwikkeling. Van Franck dateert het cy
clische principe dat de componist in deze
symfonie zonder dogmatisme en met de
nodige afwisseling toepast, dikwijls ook
in boeiende combinatie met andere thema
tische gegevens. Het is een werk waar
mee men voortdurend weet waar aan toe
te zijn; het houdt de aandacht voldoende
gespannen door de ernst en de doorwrocht
heid waarmee het spel tussen het, op zich
zelf al zo rijk-bewerktuigde solo-instru
ment en het orkest zich voltrekt. Hierbii
geeft de componist dikwijls blijk van op
merkelijke vondsten in de behandeling
van het samenspel, vooral in het scherzo
dat trouwens de uitgesproken verdienste
heeft van een werkelijk beweeglijk, soms
bijna lichtvoetig stuk te zijn.
De finale met zijn trippelende ritmiek
zorgt voor een heldere climax zonder dat
er grof geschut in stelling gebracht hoeft
te worden. Albert de Klerk bespeelde het
Cavaillé-Coll-orgel (dat voor dergelijke
muziek als geschapen is) en hij deed dit
met de technische beheersing en het ge
voel voor de juiste klankverhoudingen die
men van hem kent. Adam had het geheel
goed in de hand en zorgde voor een ze
doorzichtig mogelijk totaalbeeld.
De avond was op niet geheel over
tuigende wijze geopend met een con
certo grosso van Handel, te weten op 6
no. 3. waarin de heren Hesmerg. De Graaff
Biele en Rosekrans het ..rioieno" het con
certerende groepje, vormden.
Sa.s Bunge
dusdanig modern was, dat men zich kan
afvragen waarom wij dit niet eerder heb
ben ontdekt. Ni Tsan (1301-1374) schilder
de met een pennestreek, waaruit de „ge
lijkgestemde van geest", naar zijn eigen
zeggen, de karakteristieken van de schil
der kon lezen als uit een handschrift. Het
hinderde hem dan ook niet of de beschou
wer ten slotte meende, dat er riet en geen
bamboe op het zijde stond afgebeeld. De
ze mening duidt welhaast op abstractie.
De verscheidenheid van landschapcul
tuur strekt zich in het Haagse Gemeen
temuseum uit vanaf een miscropisch jacht
tafereel in een schelp van nog een hand
palm groot uit de vierde of derde eeuw
voor Christus, tot de Boeddha-drievuldig-
heid van Chang Su-Kung, de gobelinach
tige coloriet van prentrollen en intieme
albumbladen uit de Middeleeuwen, en de
horizonloze en woordeloze epische wer
ken van Lan Ying en Wang Hui uit de ze
ventiende eeuw. Het zijn hun sugererende
en tegelijk noterende, bevindelijke en te
gelijk autonome contemplaties, die in de
vertikale structuur van het landschap (en
van de mens die daarvan een organisch
deel is) hier zijn uitgebeeld.
Het Centraal Bureau voor de Afgifte
van Rijvaardigheidsewijzen heeft vorig
jaar 426.113 aanvragen voor een rijexamen
ontvangen, waarvan 417.127 rijexamens
werden afgewerkt. Dit is het hoogste aan
tal. dat in enig jaar gedurende de 32 jaar
dat het C.B.R. bestaat, werd afgenomen.
Voorts werden 316.656 geneeskundige
verklaringen afgegeven, waarvan 11.544
betrekking hadden op de verlenging van
de geldigheidsduur van het rijbewijs.
Van 1 januari 1951, de datum van de in
werkingtreding van de Wegenverkeers
wet, tot 31 december 1959 werden door de
stichting C.B.R. in totaal 2.735.439 rij
examens afgenomen en 1.160.822 rijvaar
digheidsbewijzen afgegeven.
Verwacht wordt dat in het jaar 1960 nog
meer aanvragen dan in 1959 zullen binnen
komen. gezien 't feit dat de maandtotalen.
voordat de prijsverhoging en de verlen
ging van de tijdsduur van de rijexamens
bekend waren, reeds belangrijk boven die
van voorgaande jaren lagen.
Nieuwe regeling bij voor
waardelijke invrijheidstelling
Naar aanleiding van de affaire met de op
15 december jl. voorwaardelijk in vrij
heid gestelde, en korte tijd later weer in
bewaring genomen oud-S.D.'er A. Berends
(die opnieuw ingesloten werd omdat hij
een bijzondere voorwaarde bij zijn in
vrijheidstelling, namelijk het verbod om
zich in de provincies Gelderland en Over-
ijsel op te houden, overtreden had) heeft
de minister van Justitie thans, in antwoord
op desbetreffende vragen van het
P.v.d.A.-Tweede-Kamerlid Scheps, mee
gedeeld, dat in den vervolge alle betrok
ken instanties (justitie, politie, reclasse
ring e.d.) in kennis gesteld zullen worden
van iedere voorwaardelijke invrijheid
stelling en van alle daarbij opgelegde bij
zondere voorwaarden. In het geval-Be-
rends was dit niet gebeurd, zodat o.a. de
politiecommissaris van Deventer, bij wie
B. kort na zijn ontslag uit de gevangenis
op 15 december zijn „opwachting" maak
te, niets van het genoemde verblijfsver-
bod wist
De 67-jarige mevrouw B. M. van K. stak
gisteravond in de Kanaalstraat in Utrecht
plotseling de rijweg over waar zij door een
auto werd aangereden In zorgwekkende
toestand werd zij naar het ziekenhuis over
gebracht, waar zij kort na aankomst over
leed.