Bredere opleiding voor verpleegsters bepleit „Duizend jaar Chinese Schilderkunst" in Den Haag geopend Vijfde V-concert van het N.Ph.O. onder leiding van Marinus Adam KEELPIJN Amsterdam's burgemeester verklaart chaos bij eerste hulp in rampgebied Koningin bezocht getroffenen Een dode in het verkeer .9 Het ging allemaal lukraakmaar wij hadden nog nooit zoiets meegemaakt Koude tocht door rampdorp Ook reddingsbrigades uit Kennemerland bieden hulp Verzekering tegen overstroming niet meer mogelijk Koninklijk paar laat villa bouwen in Italië Kort nieuws Rapport Voorlopige Verplegingsraad Ziekenverzorgsters met beperkte bevoegdheden om acute tekort aan personeel op te vangen De Nijhoff prijs neem bij het eerste sein van Bijna een half miljoen rijexaminandi in 1959 De les van de zaak- Berends ZATERDAG 16 JANUARI 1960 (Van onze Amsterdamse redacteur) Burgemeester mr. G. van Hall heeft vrijdagmiddag tijdens een bijzondere raadszitting gewijd aan de ramp van het Tuindorp-Oostzaan, de grote dankbaar heid van de gemeente Amsterdam be tuigd jegens allen, die zich bereid heb ben verklaard de bewoners van het getrof fen gebied bij te staan. Hij gaf voorts uiting aan zijn deernis en medeleven met de 11.000 door het water uit hun huizen verdreven mensen. „Deze ramp is onge looflijk ernstig. Velen zijn letterlijk alles kwijt. In overleg met de regering moeten wij deze materiële schade zoveel mo gelijk vergoed zien te krijgen. Wat de doorgestane narigheid en angst betreft, daar kunnen wij slechts ons medeleven tegenover zetten". Mr. Van Hall gaf de raadsleden een overzicht van de gebeurtenissen sinds donderdagmorgen. Hij gaf toe, dat door het vele verkeer, het uitvallen van de te lefoonverbindingen het spontane, maar nog niet gecoördineerde reddingswerk aanvankelijk „sprake van een chaos" was. Ook nadien bleef het moeilijk, het enthousiasme van de hulpverlenende diensten in goede banen te leiden. „Maar vele van de maatregelen, die deze mensen (Vervolg van pagina 1) De Koningin heeft gistermiddag onver wacht een bezoek aan Amsterdam ge bracht .Vergezeld door burgemeester Van Hall, arriveerde zij om kwart over twee in het Sint Rosa klooster aan het Hage- doornplein in Noord, waar 500 vluchtelin gen van de overstroming zijn opgenomen. Om drie uur reed Hare Majesteit met freule Röell en burgemeester Van Hall, in een hofauto naar het zijkanaal H om de dichting van het gat in de dijk in ogen schouw te nemen. Vlak voor de grens met de gemeente Zaandam hield de auto halt en stapten de hoge bezoekers op de dijk uit. Er stond een kleinere personenwagen van de Amsterdamse politie gereed waar in men het laatste deel van de tocht naar het gat aflegde. Onze landsvrouwe arri veerde bij de dijkbreuk een half uur voor dat men erin slaagde het gat te dichten. Zij nam de werkzaamheden een kwartier lang in ogenschouw, waarna ze naar de dijk terugreed. Langs de rand van Tuindorp Oostzaan reed de hofauto naar het terrein van de N.D.S.M. Via een zeer smal loopplankje stapte de Koningin in een van de daar in het water dobberende reddingsbootjes van het rampenfonds. Ook freule Röell het hoofd van de B.B., de heer B. C. Mahieu, en nog enkele andere personen scheepten zich in. Ondanks de felle kou had de Ko ningin besloten zich per boot door de een rampzalige aanblik biedende straten van het overstroomde Tuindorp te begeven om zich een beeld te vormen van de ernst van de ramp. Zwaar beladen voer het kleine bootje, voortgestuwd door een bui tenboordmotor, het dorp binnen. Tocht in open sloep Burgemeester Van Hall maakte deze koude tocht in het open bootje niet mee. Vlak voor de wagens om vijf voor vier het terrein van de N.D.S.M. opdraaiden, nam hij afscheid van de Koningin en spoedde zich in zijn eigen wagen naar het stadhuis, waar hem een speciale gemeen teraadszitting over de ramp wachtte. Om kwart over vier nam onze landsvrouwe weer plaats in de hofauto en reed naar de Javakade in de Amsterdamse haven, waar ze zich aan boord van de Zuiderkruis be gaf. Vergezeld van de heer Mahieu sprak ze met de 250 evacuees, die hier voorlo pig zijn ondergebracht. Op de „Zuiderkruis" Geruime tijd onderhield zij zich met de slachtoffers, waarbij ze zich van het ene tafeltje naar het andere begaf. Daarna be zocht zij het hospitaal aan boord van de „Zuiderkruis" waar patiënten uit Tuin dorp Oostzaan opgenomen zijn. Korte tijd sprak ze met een echtpaar, dat reeds 48 jaar gehuwd is. De vrouw lag in bed, ter wijl haar man naast het bed op een stoel zat. Het koninklijk bezoek aan het schip duurde ongeveer een uur. Kort na half zes keerde onze vorstin met freule Röell terug naar het paleis Soestdijk. Telegram van prinses YVilhelmina Het gemeentebestuur van Amsterdam heeft gisteren het volgende telegram ont vangen van Prinses Wilhelmina: „Met groot leedwezen vernam ik de tij ding van de watersnood welke een deel van Amsterdam getroffen heeft en betuig u mijn hartelijke deelneming." Watersnood Tuindorp-Oostzaan Na het bekend worden van de dijkdoor braak bij Tuindorp-Oostzaan stroomden van alle kanten de vrijwilligers toe om de bewoners van het getroffen gebied behulp zaam te kunnen zijn. Onder hen bevond zich ondermeer een veertigtal leden van de reddingsbrigades van Haarlem. Bloe- mendaal, Zandvoort. IJmuiden en Wük aan Zee, aangevuld met een aantal EBOH ers. Binnen drie uur nadat de reddingsbriga des waren gealarmeerd waren zij met vijf tien reddingsvletten op de plaats van de overstroming. Dag en nacht zijn ze onder barre weersomstandigheden in touw ge weest om waar en zoveel mogelijk de men sen uit hun bedreigde woningen naar vei liger plaatsen over te brengen. Nog steeds zijn leden van de reddingsbrigades in het ondergelopen dorp met de hulnverlening bezig of staan ze klaar om op elk gewenst moment in actie te komen. hebben genomen, bleken achteraf van on schatbare waarde te zijn geweest". De vele hulp en vooral de spontaneïteit heeft geleid tot decentralisatie en mis schien wel desorganisatie, aldus de bur gemeester, die opmerkte, dat dit de groot ste ramp is die Amsterdam ooit heeft ge troffen en dat er uit deze gebeurtenissen veel is geleerd. „Nu zeggen we: hadden we het maar anders gedaan. Zelf ben ik 's morgens om half acht naar Oostzaan gegaan. Dat had ik natuurlijk niet moe ten doen ik had naar het stadhuis moe ten gaan om, als een spin in zijn web, de zaak in handen te nemen". „Nonsens Uitvoerig ging de burgemeester in op de geopperde oorzaken V3n het doorbre ken van de dijk, „geen van de gedane suggesties biedt op het ogenblik enig hou vast." „De mening, als zou de dijk zijn ver zwakt door het heien van palen voor een beschoeiing noemde hij „klinkklare non sens", welke woorden hij na protest van het communistische raadslid L. Seegers omzette in „hoogst onwaarschijnlijk". Het raads'id R. T. J. Cavelier achtte het juister de schuldvraag te laten rus ten omdat deze sub judice is. De burge meester zei, dat de Rijkswaterstaat zowel als de Provinciale Waterstaat en de ge meentelijke dienst van Publieke Werken ieder voor zich een diepgaand onderzoek instellen en dat hij „in de krant had ge lezen dat de procureur-generaal ook een onderzoek heeft gelast". De bespreking van eventuele verantwoordelijkheid liet de gemeenteraad daarom rusten. Voorschotregeling De heer Le Cavelier vroeg of het goed is dat de wethouder van Publieke Werken voorzitter is van het betreffende polder bestuur en een ambtenaar van Publieke Werken de functie van secretaris van dat bestuur vervult. Beiden wonen elders en kunnen in geval van nood niet onmiddel lijk maatregelen nemen. De burgemeester wees er echter op. dat Amsterdam de meeste grond in de polder bezit en dat dus om aan de wet te voldoen ambte naren in het bestuur moeten zitten. Di verse raadsleden waren er voorstander van, een voorlopig krediet beschikbaar te stellen om de getroffenen financieel te helpen bij voorbeeld met een voorschot. Mr. Van Hall zei in dit verband, dat de ramp valt onder de wet Verplaatsing Be volking, volgens welke de kosten van eva cuatie voor rekening van het rijk komen hoewel het gemeentebestuur nog geen kre diet heeft aangevraagd de omvang van het benodigde bedrag is nog niet te schat ten zullen noodzakelijke uitbetalingen niet worden uitgesteld. B. en W zullen een voorschotregeling in overweging ne- 'men. Politiek Bedroevend was het, dat zelfs deze raadsvergadering werd gebruikt om el kaar politieke vliegen af te vangen. Het communistische raadslid L. Seegers merk te namelijk op, dat terwijl donderdag avond in het rampgebied hard werd ge werkt, de wethouder van Publieke Wer ken in de bioscoop zou hebben gezeten. Hij had dit gelezen in een ochtendblad. De burgemeester bezwoer het communisti sche raadslid echter, dat de wethouder evenals hijzelf de gehele avond tot na mid dernacht op de dijk is geweest. De heer Seegers: „Ik was er ook, maar ik heb hem niet gezien. Hij zat naar de film te kijken". De heer J. M. den Uyl (P.v.d.A.): „Dat is een gore opmerking". De heer Seegers: „Je moest eens we ten hoe goor ik jou vind.." Mr. Van Hall: „Ik raad u aan, meneer Seegers, vanavond naar de televisie te kijken, dan kifnt u ons zien in een vraag gesprek op de avond van de ramp". Na een zitting van anderhalf uur sloot de burgemeester deze bijzondere bijeen komst, waarvoor de raadsleden hun pre sentiegeld ten behoeve van de slachtoffers in Tuindorp Oostzaan zullen afstaan. Naar aanleiding van de overstroming in Tuindorp Oostzaan wordt ons van bevoeg de zijde van het verzekeringsbedrijf het volgende medegedeeld: Op grond van de in 1955 door de Vereni ging van Brandassuradeuren in Nederland genomen besluit, kan sinds dat jaar het risico van overstroming in Nederland niet meer door verzekering worden gedekt. Tot voor enkele jaren bestond in ons land de mogelijkheid, het risico van overstro ming te verzekeren, veelal op een polis voor uitgebreide brandverzekering. Van deze mogelijkheid werd op beperkte schaal gebruik gemaakt. Assuradeuren waren bereid dit risico te aanvaarden met de overtuiging, dat overstromingen welis waar zouden kunnen voorkomen, doch dat deze nimmer de omvang van een nationa le catastrofe zouden aannemen. De storm ramp van 1953 heeft echter bewezen, dat zich in ons voor een groot deel beneden de waterspiegel gelegen land overstromin gen kunnen voordoen, die inderdaad het karakter van een nationale ramp kunnen hebben. Deze catastrofegevaren (zoals b.v. ook het oorlogsgevaar) kunnen niet door verzekering worden gedekt. Door het verlenen van dekking tegen deze gevaren zou het verzekeringsbedrijf verplichtingen op zich laden, waarvan niet met zekerheid kan worden gezegd, dat zij kunnen worden nagekomen. Op grond van deze overweging hebben de in Nederland werkende verzekeringsmaatschappijen in 1955 besloten, de dekking tegen het risi co van overstroming te beëindigen. Dit geschiedde bij vervaldatum van de polis sen waarin deze dekking was verleend. Ook in de V.S. en in andere landen is verzekering tegen het risico van overstro ming uiet meer mogelijk. Schorsing burgemeester. Met ingang van 18 ianuari is de heer S. J van Rooyen burgemeester van Sleen, voor drie maan den geschorst. Aan de Italiaanse westkust, tegenover het eiland Elba, is men begonnen met de bouw van een villa, die zal dienen als vakantieverblijf voor de Nederlandse Ko ninklijke familie. De opdracht tot deze bouw is gegeven door Prins Bernhard. De villa komt te liggen op het schiereilandje Argentario, tussen de dorpen Porto Stefano en Porto Ercole. Zij zal geheel gelijkvloers zijn en worden omgeven met galerijen en waranda's. Vrijdagmiddag heeft een grote drijven de kraan het gat in de dijk van zij kanaal H. in Amsterdam-Noord ge dicht. Deze luchtfoto toont de kraan bezig met de laatste fase van die dichting. (Luchtfoto ANP) Bootdienst. De bootdienst Staveren- Enkhuizen zal met ingang van vandaag, in verband met de weersomstandigheden, worden gestaakt. De Voorlopige Verplegingsraad heeft aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid rapporten uitgebracht, te weten het rapport ziekenverzorgster, het rapport basisdiploma verpleegster en het rapport basisdiploma verpleger. In verband met het verschijnen van de ze rapporten heeft de arts P. L. Stal, voor zitter van genoemde raad, op een pers conferentie een inleiding gehouden over het verpleegstersberoep en de opleiding daartoe. Hij merkte daarin op, dat in de verpleegster niet alleen moet worden ge zien een hulpkracht van de arts, maar ook een vrouw, die een aanvullende taak heeft naast die van de arts. Hetzelfde geldt in een klein percentage ook ten aanzien van de verpleger. Haar arbeidsterrein ligt niet alleen in ziekenhuizen, klinieken enz., doch ook buiten de muren van die inrich tingen. Men denke aan de wijkverpleeg sters, districtverpleegster voor kinderhy- giëne of tuberculose, schoolverpleegster, bedrijfsverpleegster. De voorlopige ver plegingsraad heeft de door de Wereldge zondheidsorganisatie in 1956 aanvaarde functieomschrijving overgenomen bij zijn studie en zich ernaar gericht, dat de taak van de verpleegster moet worden gezien als een eigen taak. De heer Stal herinnerde eraan, dat in mei 1921 een wet tot stand kwam, waarbij de titel van verpleegster of verpleger werd beschermd. De titel wordt verkregen op grond van een rijksdiploma. Nadat in 1952 reeds enkele wijzigingen in de opleiding waren aangebracht werd de vraag naar vernieuwing en aanpassing steeds dringender. Men wilde het ver pleegstersberoep en de status van de ver plegende aangepast zien aan de eisen, die in de moderne tijd gesteld moeten worden De tekorten worden niet alleen gevoeld in de kennis, die aan de verpleging ten grondslag moet liggen, maar ook in de ont wikkeling van de persoonlijkheid. De heer Stal merkte op, dat tot invoe ring van de nieuwe opleiding niet op kor te termijn zal kunnen worden overgegaan. Op de begroting voor 1960 zijn nog geen gelden uitgetrokken voor het nodig geachte subsidie. De kosten worden „geheel vrij blijvend" geschat op tien miljoen gulden per jaar. Intussen zal de Voorlopige Ver plegingsraad met voortvarendheid voort gaan om het plan af te ronden. Dan komt ook aan de orde de wijze, waarop de plan nen geraliseerd kunnen worden. Eenvoudige hulpkrachten Met betrekking tot de drie thans uitge brachte rapporten merkte de heer Stal op, dat in het interimrapport-Heelsum, waar van de raad is uitgegaan, werd gesteld, „dat er behoefte bestaat aan een oplei ding van eenvoudige verpleegkrachten, die technisch minder gekwalificeerd be hoefden te zijn, doch die onder leiding van een verpleegster meer eenvoudige verplegingswerkzaamheden zouden kun nen verrichten". Daarvoor werd de naam ziekenverzorgsters gekozen. Vooral in ver pleeginrichtingen voor chronische zieken wordt deze behoefte sterk gevoeld. In het „rapport ziekenverzorgster" is de status en de opleiding van dergelijke verpleeg krachten uitgewerkt. Tevens worden voor stellen gedaan voor een toezicht over haar beroepsuitoefening. Het rapport stelt een opleiding van anderhalf jaar voor. Na l.o. te hebben genoten, met twee jaar v.g.l.o. of twee jaar n.o. kan een meisje, als ze de zeventienjarige leeftijd heeft bereikt, de ze opleiding beginnen. Opleiding van 3'/» jaar Als er nu ziekenverzorgsters komen, kan de opleiding van de verpleegster beter aangepast worden aan de eisen, die thans vooral in technisch opzicht worden ge steld. In het „rapport basisdiploma ver pleegster" wordt de inhoud gegeven van de opleiding tot verpleegster, welke na drie en een half jaar, inclusief een prae- klinische periode en een kraamoplei- ding, wordt afgesloten met een examen, waarmede de titel „verpleegster" wordt behaald. Wat de toelatingseisen betreft wordt in het rapport gesproken over mulo-diploma of een ontwikkeling, die daarmede overeenkomt. In het „rapport basisdiploma verple ger" is een modificatie gegeven voor man nelijke verplegenden op het hiervoor ge noemde rapport. De Voorlopige Verplegingsraad tracht zo spoedig mogelijk de voorbereiding van een rapport over de voortgezette opleidin gen (differentiaties en specialisaties) te beëindigen, alsmede een rapport over de o.Teiding van verplegenden in psychia trische inrichtingen. „Tekort valt wel mee" Ter persconferentie gaf dr. P. A. Hee- res. directeur van het Elisabethsgasthuis te Haarlem, als zijn mening te kennen, dat het tekort aan verpleegsters niet zo groot is als wel eens wordt gesteld. Het te kort doet zich vooral voor in psychiatri sche inrichtingen en bij de verpleging van t.b.c.-patiënten. In ziekenhuizen valt het tekort wel mee, zeide hij. De behoefte aan verpleegsters is enorm toegenomen. Dr. Heeres zou op drie zieken twee ver pleegsters willen hebben. Wanneer er 15 percent meer verpleegsters waren, zou men zijns inziens al een eind in de goede richting zijn. De uitreiking van de Martinus Nijhoff- prijs voor vertalingen zal geschieden op dinsdag 26 januari te 20.00 uur in de raad zaal van de gemeente 's-Gravenhage aan de Javastraat. Het Prins Bernhardfonds heeft deze prijs enige jaren geleden inge steld en er de naam aan verbonden van wijlen de dichter Martinus Nijhoff, in le ven voorzitter van de afdeling kunst van het fonds. De prijs, groot 2000, is bestemd voor die vertalingen van poëzie, dramatisch werk of verhalend en beschouwend proza, die zich door hun letterkundige waarde onderscheiden. PROF. MERLO OVERLEDEN De Italiaanse taalgeleerde prof. Clemen te Merlo is donderdag in Pisa op tachtig jarige leeftijd overleden. Prof. Merlo, die internationale faam bezat en uitgebreide studies heeft gemaakt van de Italiaanse dialecten, heeft tweeënveertig jaar aan het hoofd gestaan van de taalkundige faculteit van de universiteit van Pisa. SAGAN GAAT SCHEIDEN De bekende Franse schrijfster Fran- goise Sagan rn haar 44-jarige man (en uit gever) Guy Schoeller zijn volgens berich ten uit Parijs definitief van plan te schei den. Dinsdag had de 24-jarige schrijfster aan journalisten verteld dat zij reeds een maand geleden uit elkaar waren gegaan. Schoeller zou hebben toegegeven met de scheidingsprocedure bezig te zijn. Het paar is in maart 1958 gehuwd. Nog maar weinig is de Chinese schilderkunst volgens de directeur van het Haagse Gemeentemuseum van de tien achter ons liggende eeuwen retrospectief getoond, voor de eerste maal is dit thans in Nederland geschied met de nu geopende expositie „Duizend jaren Chinese schilderkunst", die het Haagse Museum tot 27 maart met trots tentoonstelt. De directeur-generaal voor de kunst en voor de buitenlandse cultu rele betrekkingen van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, mr. H. J. Reinink, sprak in zyn openingsrede waarderend over de manifestaties, die Den Haag op grote schaal heeft geleverd in de beeldende kunst, met exposities van de Etruskische Kunst, de Japanse tekenkunst en de Mexicaanse sculptuur. Uit het oogpunt van nationale cultuurpolitiek werkt de bestaande situatie, waarin voor het buitenland de Nederlandse museumdirecties eerder concurreren dan in coördinatie hun programma's samenstellen, wel eens verwarrend, zei hy. In sommige gevallen gaan de culturele manifestaties teveel naar een land of groep van landen, terwyl andere begeerde gebieden geen kans krijgen. „Deze nadelen zijn aldus mr. Reinink echter slechts de keerzijde van de me daille, waarvan ik hoop u de fraaie voor zijde te laten zien. Ernstige pogingen werden bovendien in het werk gesteld om het uit de situatie natuurlijk voort vloeiend gebrek aan coördinatie zoveel mogelijk te ondervangen door een con tactcommissie. waarin museumdirecties en ambtenaren, die op het gebied van de buitenlandse culturele betrekkingen wer ken, bijeenkomen". De heer Jan Fortuyn, conservator van het Aziatisch Museum in Amsterdam hij maakt deel uit van dit contactcomité inci^n^e' en^'met geheel specialistische manifestaties in onder andere yenetië. Parijs: Londen." Rome~eir*eulen. een ver zameling heeft kunnen opbouwen, waarin de Chinese beeldende kunst onttrokken werd aan de uitsluitende aandacht van sinologen, en gepresenteerd aan het pu bliek in Den Haag na München en voor Zürich. De rangschikking van deze exposities is. volgens de heer Fortuyn, niet alleen ge richt op de mate van belangriikheid die hij voor westerse ogen inhoudt, maar ook cultuur-historisch, volgens het inzicht van de schilders zelf, van de anonieme mid deleeuwen fot het zichtbare onderscheid tussen beroepscalligrafen en kunstzinni ge litteraten Een bijzonder facet is, dat bij deze collectie, met welwillende me dewerking vergaard uit particuliere en collectieve verzamelingen, de nadruk is gelegd op de grillige geologische struc tuur van het geschilderde Chinese land schap dat, lang vóór de westerse schilder kunst. zijn autonome functie als picturaal object en medium tot uitdrukking van een natuur-anatomie had verkregen. De in Nederlandse wetenschappelijke kringen niet onbekende Kuo-Hsi bewees dit reeds in zijn tijd. Belangrijk in de opzet is ook. zei de heer Fortuyn, dat de ontwikkeling reeds in de vroegst geboekstaafde eeuwen Het vijfde concert in de vrijdagavond serie van het Noordhollands Philharmo- nisch Orkest stond onder leiding van Ma rinus Adam en onderscheidde zich door de medewerking van twee solisten. Aller eerst de jonge violist Jean-Louis Stuurop. leerling van Oskar Back, die zich liet horen in het vioolconcert in D, K.V. 218, van Mozart. Men kent Stuurop als een begaafd instrumentalist en een ernstig musicus die het niet zoekt bij een gemakkelijk epa teren met technische en emotionele stroomlijn. Ook nu weer trof de gedegen heid van zijn aanpak en de fraaie toon- vorming al had men in het Andante de lyriek misschien met wat meer charme ge bracht willen horen en miste men in de finale hier en daar een koketterie die nog geen effectbejag behoeft te betekenen. In ieder geval laat Stuurop zich er kennelijk niet' toe verleiden vruchten die langzaam moeten rijpen voortijdig van de boom te rukken. De begeleiding was, zoals meestal bij Marinus Adam in goede handen. Het andere solo-werk van dit program ma was de Symfonie in G voor orgel en orkest van de bekende Franse orgelmees ter Marcel Dupré. die als jurylid van het jaarlijkse orgelconcours in de Grote Kerk in Haarlem geen onbekende is. Het tame- Advertentie helpt snel en afdoende! een produkt van N.V. PHILIPS-DUPHAR lijk uitgebreide, vierdelige stuk toont in alle opzichten het grote vakmanschap van de maker; het vervalt enerzijds niet in een nutteloos academisme maar bezit anderzijds geen uitgesproken oorspronke lijkheid van inventie. Het ligt in de lijn van een typisch Frans klassicisme zoals zich dat sinds Saint Saëns en César Franck tot op de huidige dag heeft kunnen hand haven naast de hoofdlijn van de muzikale ontwikkeling. Van Franck dateert het cy clische principe dat de componist in deze symfonie zonder dogmatisme en met de nodige afwisseling toepast, dikwijls ook in boeiende combinatie met andere thema tische gegevens. Het is een werk waar mee men voortdurend weet waar aan toe te zijn; het houdt de aandacht voldoende gespannen door de ernst en de doorwrocht heid waarmee het spel tussen het, op zich zelf al zo rijk-bewerktuigde solo-instru ment en het orkest zich voltrekt. Hierbii geeft de componist dikwijls blijk van op merkelijke vondsten in de behandeling van het samenspel, vooral in het scherzo dat trouwens de uitgesproken verdienste heeft van een werkelijk beweeglijk, soms bijna lichtvoetig stuk te zijn. De finale met zijn trippelende ritmiek zorgt voor een heldere climax zonder dat er grof geschut in stelling gebracht hoeft te worden. Albert de Klerk bespeelde het Cavaillé-Coll-orgel (dat voor dergelijke muziek als geschapen is) en hij deed dit met de technische beheersing en het ge voel voor de juiste klankverhoudingen die men van hem kent. Adam had het geheel goed in de hand en zorgde voor een ze doorzichtig mogelijk totaalbeeld. De avond was op niet geheel over tuigende wijze geopend met een con certo grosso van Handel, te weten op 6 no. 3. waarin de heren Hesmerg. De Graaff Biele en Rosekrans het ..rioieno" het con certerende groepje, vormden. Sa.s Bunge dusdanig modern was, dat men zich kan afvragen waarom wij dit niet eerder heb ben ontdekt. Ni Tsan (1301-1374) schilder de met een pennestreek, waaruit de „ge lijkgestemde van geest", naar zijn eigen zeggen, de karakteristieken van de schil der kon lezen als uit een handschrift. Het hinderde hem dan ook niet of de beschou wer ten slotte meende, dat er riet en geen bamboe op het zijde stond afgebeeld. De ze mening duidt welhaast op abstractie. De verscheidenheid van landschapcul tuur strekt zich in het Haagse Gemeen temuseum uit vanaf een miscropisch jacht tafereel in een schelp van nog een hand palm groot uit de vierde of derde eeuw voor Christus, tot de Boeddha-drievuldig- heid van Chang Su-Kung, de gobelinach tige coloriet van prentrollen en intieme albumbladen uit de Middeleeuwen, en de horizonloze en woordeloze epische wer ken van Lan Ying en Wang Hui uit de ze ventiende eeuw. Het zijn hun sugererende en tegelijk noterende, bevindelijke en te gelijk autonome contemplaties, die in de vertikale structuur van het landschap (en van de mens die daarvan een organisch deel is) hier zijn uitgebeeld. Het Centraal Bureau voor de Afgifte van Rijvaardigheidsewijzen heeft vorig jaar 426.113 aanvragen voor een rijexamen ontvangen, waarvan 417.127 rijexamens werden afgewerkt. Dit is het hoogste aan tal. dat in enig jaar gedurende de 32 jaar dat het C.B.R. bestaat, werd afgenomen. Voorts werden 316.656 geneeskundige verklaringen afgegeven, waarvan 11.544 betrekking hadden op de verlenging van de geldigheidsduur van het rijbewijs. Van 1 januari 1951, de datum van de in werkingtreding van de Wegenverkeers wet, tot 31 december 1959 werden door de stichting C.B.R. in totaal 2.735.439 rij examens afgenomen en 1.160.822 rijvaar digheidsbewijzen afgegeven. Verwacht wordt dat in het jaar 1960 nog meer aanvragen dan in 1959 zullen binnen komen. gezien 't feit dat de maandtotalen. voordat de prijsverhoging en de verlen ging van de tijdsduur van de rijexamens bekend waren, reeds belangrijk boven die van voorgaande jaren lagen. Nieuwe regeling bij voor waardelijke invrijheidstelling Naar aanleiding van de affaire met de op 15 december jl. voorwaardelijk in vrij heid gestelde, en korte tijd later weer in bewaring genomen oud-S.D.'er A. Berends (die opnieuw ingesloten werd omdat hij een bijzondere voorwaarde bij zijn in vrijheidstelling, namelijk het verbod om zich in de provincies Gelderland en Over- ijsel op te houden, overtreden had) heeft de minister van Justitie thans, in antwoord op desbetreffende vragen van het P.v.d.A.-Tweede-Kamerlid Scheps, mee gedeeld, dat in den vervolge alle betrok ken instanties (justitie, politie, reclasse ring e.d.) in kennis gesteld zullen worden van iedere voorwaardelijke invrijheid stelling en van alle daarbij opgelegde bij zondere voorwaarden. In het geval-Be- rends was dit niet gebeurd, zodat o.a. de politiecommissaris van Deventer, bij wie B. kort na zijn ontslag uit de gevangenis op 15 december zijn „opwachting" maak te, niets van het genoemde verblijfsver- bod wist De 67-jarige mevrouw B. M. van K. stak gisteravond in de Kanaalstraat in Utrecht plotseling de rijweg over waar zij door een auto werd aangereden In zorgwekkende toestand werd zij naar het ziekenhuis over gebracht, waar zij kort na aankomst over leed.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 9