Horen en zien
Misdaad om een erfenis
Ombudsmann
r
Aantal bankovervallen neemt
in Amerika onrustbarend toe
Panda en de meester^diïplomaat
Toch ió het zo
Ydo en de Draak
Avonturen van een hond
radio televisie
AANKONDIGINGEN EN
NABESCHOUWINGEN
Gemiddelde maat
De radio geelt dinsdag
7 e\evi*'phrogramma
Kröller Müller-museum
breidt beeldenpark uit
Vertraagd ceremonieel
Landbouw
vroeger
V.
Koningin woonde opvoering
bij van in Utrecht
ROMAN VAN
JANE
ENGLAND
Snufjes
Foefjes
MAANDAG 25 JANUARI 1960
45. Sheik Ali Bin Oli keek even naar de
rij auto's, waar de geheime agenten van
Nummer Een zich achter verscholen.
„Zo", zei hij „dus ge hebt me deze bar-
barenwagens gebracht, om als doelwit bij
schietoefeningen te dienen?" „Heel juist,
voortreffelijke sheik", antwoordde Num
mer Een, „het heeft me reeds lang ver
driet gedaan, dat men uw tenten volprop
te met deze nietswaardige voertuigen. En
toen het mij ter ore kwam, dat er een
transportvliegtuig vol van deze benzine
monsters naar u onderweg was, vond ik
het tijd om in te grijpen". „Wat?!" riep
de sheik verblekend, „een vliegtuig vol?!"
„Ik begrijp uw wanhoop", sprak Nummer
Een met fluwelen stem, „de tijd is geko
men, om een eind te maken aan deze toe
stand. Verdedig de ruimte in uw tenten,
schiet op alle auto's die naderen! Daarom,
o voortreffelijke sheik, bied ik u deze
auto's als doelwit en oefenmateriaal voor
uw schutters". Sheik Ali Bin Oli vernauw
de zijn ogen tot kleine speeltjes. „Een uit
muntend voorstel", sprak hij langzaam.
„Vraag uw mannen, om zich van de auto's
te verwijderen, opdat wij dadelijk met de
schietoefeningen kunnen beginnen". Num
mer Een ging naar zijn geheime agenten,
die zich nog steeds achter de auto's ver
borgen hielden. En even later verwijder
den allen zich haastig uit de buurt van de
ten ondergang gedoemde voertuigen. „Een
mooi doelwit", zei Sheik Ali Bin Oli, „wij
moeten ons niet alleen oefenen op auto's,
maar ook op degenen, die ze brengen
De „Weekend Show" bracht zaterdag
niet het amusement van de bovenste
plank, dat de kijkers er geduldig van blij
ven verwachten. Johnny Kraaykamp
slaagde er niet in, de toon te vinden die pu-
b':ek en kijkers had kunnen doen meetril
len en ofschoon het bonte programma en-
kr'e zeer goede nummers telde, zoals de
Tillman Brothers en de trompet-acroba
ten Hop en Kleen, kon het geheel toch niet
boven de tamelijk laag liggende gemiddel
de maat uitkomen.
Interessant was het aan de show voor
afgaande verzamelnieuws, gepresenteerd
door Gerard Trebert, dat ten aanzien
van het komende Europese songfestival
een verrassing bracht: namelijk de open
baring dat de organisatoren van fes
tival en met name Piet te Nuyl niet
overtuigd zijn van de enorme belangrijk
heid ervan en daarom liever niet teveel
ophef van dit evenement zien gemaakt.
Dat is een goed teken, omdat het zin voor
de realiteit verraadt.
De N.C.R.V. kwam zondagavond voor de
dag met een voortreffelijk programma.
Gedurfd was het experiment een aantal
mensen de vraag te stellen of zij geloofden
in een God en welke plaats de Kerk in
hun leven innam. De antwoorden waren
verrassend eerlijk en tegenstrijdig, vooral
die der jongeren vielen op. Naar de mo
tieven moest men soms raden, maar de
openhartigheid was weldoend. Het filmpje
van Rob Mariouw Smit en Dick van Bom
mel over het land van Elia muntte uit door
de fraaie en zinvolle behandeling van de
Bijbelse stof geplaatst tegenover een aantal
jeugdindrukken, die direct op de actualiteit
aansloten. Ook de hierop volgende docu
mentaire over het lot van pleegouders en
pleegkinderen verrastte door de sobere di
rectheid en de zuivere behandeling van de
problematiek. Compleet met de dagsluiting
was dit tenminste een programma, dat
niveau bezat, een getuigenis tevens, waar
van men, ongeacht geestesrichting, geïnte
resseerd kennis van wilde nemen.
Beeldschermer
HILVERSUM I. 402 m. 7.00 AVRO. 7.50 VPRO.
8.00—24.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymnastiek. 7.20 Gram.
VPRO: 7 50 Dagopening AVRO: 8.00 Nieuws. 8.15
Gram. 9 00 Gymn. voor de vrouw. 9.10 De groen
teman 9.15 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Morgenwijd.
855 Een boek voor het geestelijk leven, lezing.
10.00 Gram. 10.50 Voor de kleuters. 11.00 Piano
spel. 11.15 Voor de zieken. 12.00 Orgelspel. 12.20
Regeringsuitz.: Landbouwrubriek. 12.30 Land- en
tuin meded. 12.33 Lichte muz. 13.00 Nieuws. 13.15
Meded. of gram. 13.20 Theaterork. cn soliste. 13.55
B-ursber 14.00 Instrum trio. 14.30 Gram. 14.40
Fc'uoolradio. 15 00 Voor de vrouw. 15.30 Piano a
r a re mains 16.00 In alle staten.., lezing. 16.15
Gram. 16.30 Voor de jeugd. 17 20 De dierenwereld
i v :j, lezing. 17.30 Voor de jeugd. 18.00 Nieuws.
t".15 Pianospel 18.30 Lichte muziek. 19.00 Voor de
1 -uters. 19 05 Paris vous parle. 19.10 Radiowedstr.
50 Act. 20 00 Nieuws. 20.05 Gevar. progr. 22.00
?ir,ermuz. 22.30 Nieuws en koersen 22.40 Even
rc tuilen, hoorsp. 23.30 Gram. 23 55—24.00 Nieuws.
I VBRSUM II 298 m. 7.00-24.00 KRO.
CRO 7 00 Nieuws. 7.15 Gram. 7.30 Voor de
jet'Pd. 7 40 Gram. 7.45 Morgengebed en overwe-
-f». 8 00 Nieuws. 8.18 Gram. 8.50 Voor de huisvr.
0 ;o Schoolradio. 10.00 Voor de kleuters. 10.15
Lichtbaken, lezing 1025 Gram. 11.00 Voor de
vrouw. 11 30 Gram. 11.50 Volaan vooruit, lezing.
12 00 Middagklok - noodklok. 12.03 Lichte muziek.
12 30 Land- en tuinb.meded. 12.33 Chansons. 1250
Act. 13.00 Nieuws. 13.15 Vijftien jaar geleden, le
zing. 13.20 Platennieuws. 13.30 Lichte muz. 14 00
Gram. 14.05 Schoolradio. 14.35 Voor de plattelands
vrouwen. 14.45 Gevarieerd progr. 15.50 Gram. 16.00
Voor de zieken. 16.30 Ziekenlof. 17.00 Voor de
jeugd. 17.40 Beursber. 17.45 Regeringsuitz.: Nieuw-
Guinea-kroniek, door mr. dr. H. Roethof. 18.00
Lichte muz. 18.20 Gram. 18.30 Tegelen. dorp van
de Passiespelen, klankb. 19.00 Nieuws. 19.10 Act.
19 25 Memorandum 19.30 Gram 20 30 Cello en
piano 20.30 Radio-Filharm ork koor. vocaal en
semble en sol. 22.25 Boekbespr. 22.30 Nieuws. 22.40
Even schuilen, stereofonisch hoorsp. 23.30 Orkest
muziek en gitaar. 23.55 —24.00 Nieuws.
BRUSSEL. 324 m.
12.00 Gram 12.15 Pianospel. 12.30 Weerber 12 35
Pianospel. 12.52 Koersen. 13 00 Nieuws. 13.15 Gram.
13.30 Gram. 14.00 Schoolradio. 15.45 Gram. 16.00
Koersen. 16.06 Duitse les. 16.21 Gram. 16.30 Ork -
eonc. 17 00 Nieuws. 17.10 Pianorecital 17.40 Boek
bespr 17.50 Voor de jeugd. 18.20 Voor de soldaten.
18.50 Sportkron. 19.00 Nieuws. 19.40 Gram. 19.50
Praatje 20 00 Voor de vrouw 2100 Kamermuziek.
2145 Gram 22 00 Nieuws. 22 15 Meesterwerken
van de Italiaanse Vocale Polyfonie. 22.55 23 00
Nieuws.
VOOR DINSDAG
NTS: 20 00 Journ. en weeroverzicht. NCRV: 20 20
Wetenschappelijke film. 20.35—22.15 Speelfilm.
Hot beeldenpark van het Rijksmuseum
"'röller-Müller op de Hoge Veluwe wordt
uitgebreid tot een oppervlakte van vier
hectare Men hoopt het plan reeds deze
zomer uit te voeren. Bij het Kröller-Mül-
ler museum is reeds een aantal beelden
geplaatst, waaronder van Wenckebach,
Mascherini, Bourdelle, Permeke, Rodin,
Radecker en Lipchitz.
Voor de uitzending „Wilde Vaart" van
hedenavond in het VARA-programma
is Enny Mols de Leeuwe als gast uit
genodigd. Enny Mols de Leeuwe en
Steye van Brandenburg tijdens de
repetitie.
OSLO (NTB) De Noorse regering heeft
een wetsontwerp goedgekeurd betreffende
de aanstelling van een functionaris die het
publiek moet helpen beschermen tegen ex
cessen van de bureaucratie Deze functio
naris, de „ombudsmann" (gevolmachtigd
vertegenwoordiger) zoals een dergelijke
functionaris in Denemarken, Zweden en
Finland heet, zou om de vier jaar, na
elke parlementsverkiezing, door het par
lement benoemd moeten worden. De „Om
budsmann" kan geen gerechtelijke acties
voeren maar hij moet rapporten uitbren
gen over gevallen van verkeerd optreden
van administratieve organen of ambtena
ren. Degene die met de klacht voor de
dag is gekomen kan dan op grond van dat
rapport zijn geval zelf ter tafel brengen.
PORTSMOUTH (UPI) Het was een
van die ongelukjes waarvan de royal
navy bij voorkeur niet rept. Aan boord
van de mijnenveger „Sheraton" stonden
de valreepgasten klaar, in uitgaanstenue.
Vier bootslieden en twee officieren. Het
wachten was op Lord Carrington, First
Lord of the Admiralty, die een bezoek
aan boord zou brengen. Televisiecame
ra's, de mannen van het filmjournaal,
persfotografen en de mensen van de Brit-
de Britse marinevoorlichtingsdienst ston
den klaar, en luitenant-ter-zee eerste klas
se George King, commandant van de
„Sheraton", stond aan dek, de hand op
het gevest van de eresabel.
Er verscheen en man in blauw uniform
op de kade. Hij stapte bruusk op de val
reep af. Toen hij die betrad werd „front
naar de valreep" gecommandeerd. De
bemanning van de mijnenveger sprong in
de houding, en salueerde. De bootslieden
gaven op hun bootsmanfluitjes het eerbe
wijs dat „overfluiten" wordt genoemd.
En toen stapte P.D. Nairne, ambtenaar
bij het ministerie van marine, beduusd
aan boord. De man schrok zich een hoed
je-
Het is naderhand allemaal uitgezocht.
Nairne had inbreuk gemaakt op het proto
col, door eerder aan boord te komen dan
zijn hoge chef. Nairne was de burger-
secretaris van Lord Carrington. Zijn baas
heeft een ietwat vertraagd ceremonieel
welkom gekregen.
Het mooiste is dat alles pas uitkwam
toen Nairne na een rondgang over het
schip alweer op de kade stond, en de echte
First lord of the Admiralty kwam opda
gen.
DE vraag, hoe de mens er toe is ge
komen kuituurgewassen te gaan telen, is
niet zo gemakkelijk te beantwoorden. Bij
de Tsjoektsjin, een tot de Palaeo-Siberiërs
behorend volk dat geen landbouw kent,
heeft Maurizio geconstateerd dat allerlei
gewassen in grote massa's rond de tenten
van dit volk van jagers en verzamelaars
groeien. Het ligt dus voor de hand, dat
van de planten die hier in de
loop der tijden werden ver
zameld, wortels of zaden zijn
gemorst en dat deze rond de
nederzettingen hebben wortel-
geschoten. Wil een lid van het
volk der Tsjoektsjin een be
paalde plant hebben, dan zal
hij dus eerst eens rond de
tenten kijken, of de door hem gewenste
soort daar aanwezig is. Uit dit verschijnsel
kan de gedachte zijn geboren, dat het toch
wel veel handiger is de planten op een
daarvoor geschikte plaats bijeen te zetten,
dan ze te moeten verzamelen uit de wijde
omtrek.
Op een iets verdere trap van ontwikke
ling staat het verschijnsel dat nog niet zo
lang geleden in Noord-Amerika kon wor
den waargenomen. Daar plachten Indianen
verwilderde rijst op bepaalde, daarvoor
geschikt geachte plaatsen uit te zaaien,
zonder zich verder om het gewas te be
kommeren. Was de oogsttijd genaderd, dan
trokken zij naar die plek toe om letterlijk
en figuurlijk de vruchten van hun werk te
plukken.
Tot de werkelijke akkerbouw kan deze
werkwijze nog niet worden gerekend. We
zouden hoogstens kunnen zeggen, dat de
voedselverzamelaars er voor gezorgd heb
ben dat een bepaalde plant ergens in grote
hoeveelheden aanwezig is, zodat het ver
zamelen minder moeite en inspanning eist
Toen de mens, op welke wijze dan ook,
er toe gekomen was op daarvoor uitge
kozen grond gewassen te planten, deze te
verzorgen en zich de oogst daarvan toe te
eigenen, was het tijdperk van de werke
lijke vaste nederzettingen toch nog niet
begonnen. Want van landbouw in de wer
kelijke betekenis van het woord was in het
begin nog geen sprake. De
b omen en boomstobben die
moeilijk te verwijderen wa
ren uit het kaalgehakte en
-gebrande bos, bleven een
voudig staan en grote keien
en rotsblokken bleven liggen
waar zij lagen. Aan werke-
lijke bewerking van de grond
met ploeg en eg kunnen we in deze begin
periode nog niet denken, want het enige
instrument is dezelfde graafstok die de
vrouw want zij doet het akkerwerk!
bij haar inzameltochten vergezelde. (Al
leen bij het kaalhakken en afbranden van
de bosgrond mogen we mannelijke hulp
verwachten). De akkertjes leverden dan
ook weinig op en de gewassen werden her
haaldelijk door onkruid overwoekerd. Een
kundig man heeft eens uitgerekend, dat de
grootste nederzetting in zo'n beginperiode
niet veel meer dan 200 mensen kan heb
ben geteld. Was de grond uitgeput, dan
brak het „dorp" weer op om te trachten
ergens anders een nieuw bestaan te vinden.
Maar na een lange periode kwam dan
toch eindelijk de revolutie die het begin
van de stedenbeschaving inluidde.
Daarover een volgende keer.
H. Pétillon
(Nadruk verboden
(Van onze correspondent in de V.S.)
Het maandblad „Fortune" heeft cij
fers gepubliceerd waaruit blijkt, dat het
aantal bankovervallen in de Verenigde
Staten sedert het jaar 1943 opzienbarend
is toegenomen. Slechts 24 in 1943 en niet
minder dan 346 in het afgelopen jaar. Dat
2627. Ydo liep uren door, tot hij weer bij de dorpen kwam waaruit de bevolking
was gevlucht. Oef... wat was het hier toch akelig stil. Hij keek in 't rond en voelde
zich toch eigenlijk niet op z'n gemak.
Maar hij ging het dorp binnen en vond daar nog de huizen leeg en stil. Er was geen
geluid, want het vee en de kippen waren door de boeren meegenomen op hun vlucht.
En toch kan ik maar niet geloven, dat die draak werkelijk bestaat! mompelde Ydo.
Ik denk, dat ze gedroomd hebbenhet kan toch haast niet waar zijn!
Koningin Juliana woonde zaterdagavond
in de Utrechtse Stadsschouwburg de voor
stelling van J. B. (Job) door het gezelschap
Theater bij. De Koningin was in gezel
schap van de burgemeester, jhr. C. J. A. de
Ranitz en diens echtgenote. Dit was een
van de geregelde bezoeken, welke de Ko
ningin de laatste tijd aan de Stadsschouw
burg te Utrecht brengt.
TWAALFDE HOOFDSTUK
Rob zat in de Kantani Club aan de bar. Hij zat op
een hoge kruk met een elleboog op de bar en de kin in
een hand gesteund. Hij zag er erg jong en erg dronken
en onaangenaam uit. Hij dronk whisky. Hij had tegen
zichzelf gezegd, dat het hem niet schelen kon en dat hij
in Kantani zou blijven, tot hij hoorde of Baxter dood
was of niet. Julie kon niet van de farm wegkomen; dat
was wel zeker. Het was hem nog maar net gelukt om die
kleine rivier over te komen. Peanut was gewend aan het
doorwaden van gezwollen rivieren.
Hij zou teruggaan en met Julie argumenteren, zodra
hij wist. hoe het er met Baxter voor stond. Burgoyne
had Baxter opgepikt. Dat wist hij in ieder geval, omdat
Isabelle dat van een van de kaffers gehoord had. Bur
goyne was er langs gekomen, had Baxter gevonden en
hem naar zijn eigen farm teruggereden. Maar of hij
leefde of niet, was iets, wat hem volkomen onbekend
was. Enfin, dacht Rob, als hij inderdaad dood is, zal ik
het gauw genoeg weten. Hij voelde zich ziek en ellendig
en opstandig. Als Julie nu maar sportief was geweest.
Maar zij was moeilijk geweest van het eerste ogenblik
af, dat zij op de farm gekomen was. Het enige, wat zij
verlangde was zoiets als bij de Ferndales, met veel
comfort en geld. Het was niet zijn fout, dat hij geen
geld had of dat de farm er zo beestachtig uitzag. Het
was de fout van zijn moeder. Zij had het leven volko
men voor hem bedorven. Als Julie werkelijk van hem
gehouden had, zou zij toch wel gezien hebben, dat het
zijn schuld-niet was en zou zij wat door de vingers heb
ben gezien. En die ellendige Baxter! Wat had hij er ten
slotte mee te maken. En zelfs al was hij (Rob) zonder
dat Julie er van wist bij de Ferndales op bezoek ge
weestnou dan was dat de fout van Julie. Zij was
met haar eeuwige gezeur over werk zo afschuwelijk
vervelend geweest. Zij was met Baxter weggelopen en
had hem in deze moeilijkheden gestort. Enfin, ieder hof
zou toch sympathie hebben voor een man, die probeerde
het meisje, waar hij van hield te behouden.
Zijn geest ging op iets anders over en hij glimlachte
sarcastisch. Misschien zou Baxter wel begrijpen, dat
hij een dwaas zou zijn. als hij een klacht indiende.
Misschien was hij alleen maar licht gewond en zou hij
als een bemoeizuchtige gluiper worden beschouwd. Dit
idee luchtte Rob wat op en hij keek uitdagend de bar
rond.
Er stonden twee hem bekende farmers. Zij dronken
bier en spraken over zaken. Hij was niet erg op hen ge
steld. Mevrouw Leatherhead zat in een rieten stoel en
praatte met Leslie Fane, de directeur van de mijn. Zij
had een lange sigarettenpijp en beschikte over een erg
luide lach. Als zij lachte, gingen haar ogen de bar rond
om te genieten van eventueel door haar opgewekte be
wondering. Zij was zowat veertig jaar dacht Rob met
afkeer en moest toch beter weten. Hoe was het mogelijk
dat Fane zich nog met haar bezighield? Die doorgewin
terde oude tang, dacht hij.
Nog één. zei hij tegen de barman, die even aarzel
de en toen op eerbiedige toon zei: Spijt me, meneer
Timballmaar het is voldoende geweest. Het spijt
me, meneer.
Hij was een klein rimpelig mannetje met een weinigje
kafferbloed in de aderen. Hij had een gedienstige en
toch ook weer enigszins agressieve manier van doen.
Wat zullen we nu hebben! zei Rob op luide toon
Doe niet zo gek, jij oude Hottentot!
De barman bleef stilstaan en er viel een doodse stilte.
Niemand zei ooit iets tegen oude Tom over zijn niet ge
heel zuivere afstamming. Zoiets dééd men niet. Ze
waardeerden Tom als een markante figuur. Mevrouw
Heatherhead riep: Schaam je!
Rob stond op. Hij had ineens de overtuiging in zijn
binnenste, dat hij op dat moment niet populair was.
Een overtuiging, die hij nog nooit eerder had gehad.
Mevrouw Leatherhead wuifde met haar sigaretten
pijpje heen en weer en grinnikte, waarbij zij een stel
grote witte tanden liet zien. Leslie Fane stond op. De
twee farmers bewogen zich niet, maar onderbraken hun
gesprek.
Tom doet zijn plicht, zei een van de farmers op
een wat lijzige toon.
Mevrouw Leatherhead lachte weer.
Verkoop nog wat meer vee Rob en betaal je reke
ningen. Jij behoort aan Tom je excuses te maken.
Ik denk er niet aan, zei Rob.
De secretaris van de club kwam in de bar. Hij had
gehoord, dat er harder dan gewoonlijk werd gesproken.
Hij was een wat verlegen man, die een hekel had aan
ruzies. Maar hij had een zeker plichtsgevoel, dat hem
de nodige moed verschafte. Zijn blonde en spaarzame
haren waren zorgvuldig over de kale plek op zijn hoofd
gekamd en zijn blauwe ogen hadden een ietwat wa
terige uitdrukking.
Timball, zei hij, wat moet dat allemaal?
Mevrouw Leatherhead barstte in luid gelach uit.
Rob probeert zich ten houding te geven, zei zij.
Tom had zich omgekeerd en stond glazen af te wrijven.
Wat drommel, zei Rob, betekent dat, dat je die
halfbloed-barman van je instrueert om leden te bele
digen?
Tom keerde zich om. Zijn gerimpelde gezicht had
een kwaadaardige uitdrukking en de geelachtige tint
ervan was duidelijk te zien. Zijn lippen krulden als bij
een nijdige hond terug. Hij smeet het glas, dat hij in
de hand had naar Rob en sprong met aapachtige snel
heid over de bar heen en wierp zich op Timball. De
twee farmers vergaten hun zaken en herinnerden zich
alleen, dat zij blanken waren. Een van hen greep Tom
in zijn nekvel en rukte hem van Rob vandaan, terwijl
de ander er in een half gebukte houding bij stond, als
een bokser, die voorbereid is op mogelijke herrie. Leslie
Lane stond op en zette een ontevreden gezicht. Maar
mevrouw Leatherhead bleef in haar stoel zitten roken.
Zij had altijd wel geweten, zei zij bij zichzelf, dat Rob
niet deugde. Er was trouwens ook nog dat zonderlinge
verhaal over dat nichtje; dat meisje, dat ze op de farm
hielden. De mensen zeiden, dat in werkelijkheid de helft
van de farm van haar was, maar dat Rob en de oude
vrouw het ingepikt hadden. Daar moest iemand toch
eens wat aan doen, dacht zij. Ze zouden dat meisje wel
uit de weg kunnen ruimen en dan zou nog niemand ook
maar iets wijzer zijn.
Houd jij je gemak, zei de farmer tegen Tom en
trok hem mee naar een andere kamer.
Timball. begon de secretaris. werkelijk Tim
ballVoor hij verder kon gaan klonk er een andere
stem:
Maak u niet druk. Ik zou Timball wel eens even
willen spreken.
Rob keerde zich om en zag een lange man met wat
gebogen schouders op zich toekomen. Hij had een
grote neus en een gebruind gezicht en droeg de uniform
van sergeant der politie. Het werd Rob een beetje wee
om het hart, maar hij grinnikte een beetje uitdagend.
Zo, ga dan maar mee, zei de sergeant botweg en
wachtte, dat Rob hem voor zou gaan uit de bar.
Wat zou hij uitgespookt hebben? vroeg mevrouw
Leatherhead, die altijd begerig was naar sensatie.
Joost mag het weten, zei de farmer, die Tom uit
de bar had gebracht en die nu terugkwam.
Mevrouw Leatherhead begon met Fane over de Tim-
balls te praten. Isabelle Timball was een nicht van
de oude man. die overleden was en men geloofde, dat
hij haar de halve farm had nagelaten. Maar niemand
zag het meisje ooit en het was allemaal erg vreemd.
(Wordt vervolgd)
is bijna vijftien keer zo veel. De Verenig
de Staten hebben een hoogtepunt gehad
in dergelijke overvallen omstreeks 1935.
Toen is de federale recherche (F.B.I.),
zich ernstig met dit probleem gaan be
moeien en met succes. Thans echter
heerst er weer een indrukwekkende
hausse in dit soort overvallen.
Het karakter daarvan is evenwel zeer
veranderd. Niet langer zijn het gemas
kerde boeven die zwaar bewapend en
voorzien van vakinstrumenten gezamen
lijk zulk een overval doen. Thans zijn het
veelal „amateurs", die in hun eentje naar
een loket toestappen en dreigend met
een revolver of met bijtend vocht de
man of juffrouw achter dat loket bevelen
snel de nodige bankbiljetten te overhan
digen.
Geen bank verwacht van de mensen
achter de loketten, dat zij hun leven ris
keren bij zulk een overval en deze ama
teurboeven hebben dan ook groot succes.
Vier van de vijf worden niet gepakt en
dat moedigt anderen aan. Alleen ama
teurs, die overgaan tot de beroepsklasse,
lopen op den duur gewoonlijk tegen de
lamp. Maar het kan lang duren.
Dat zag men bij voorbeeld in het geval
van een jongeman, die in Californië in
achttien maanden tijd veertien overvallen
pleegde. Zijn optreden begon meer en
meer vakwerk te worden. Hij had wat aan
toneelspel gedaan en wist daardoor iets
af van grimeren. Voor hij een overval ging
doen, maakte hij zich wat ouder en
schminkte zich een snorretje. Aldus ver
momd, stapte hij op een loket toe. Dan
overhandigde hij aan de man of juffrouw
daarachter een briefje waarop duidelijk
te lezen stond „Wees kalm, dan zal ik niet
schieten. Geef me je biljetten van 20, 10
en 5". Verder liet hij op discrete wijze
een speelgoedrevolver zien, gedeeltelijk
in een sok verborgen. Toen men hem ein
delijk te pakken kreeg, werd hij tot vijf
tien jaar veroordeeld, maar als hij zich
goed gedraagt kan hij na vier jaar weer
worden vrijgelaten. Heel zwaar zijn de
straffen in deze gevallen meestal niet
De rechter zou meer kunnen doen,
maar ook de banken zouden wat meer op
hun qui vive kunnen zijn. Technisch zijn
de Amerikanen heel goed bij machte om
allerlei ingenieuze apparaten op te stellen
waardoor de ladelichters in de val zouden
lopen. Men kan de bediende achter het
loket in staat stellen, een verborgen- knop
in te drukken, waardoor er, geluidloos,
een alarmstelsel in werking treedt Wan
neer die bediende dat met een voetbewe
ging kan doen, behoeft de oplichter niets
te bemerken. Tevens kan de lokettist op
die manier een foto- of filmtoestel in wer
king stellen waarmee de misdadiger
wordt gefotografeerd zonder dat hij het
merkt. Enkele uren later kan de televisie
in iedere huiskamer de overval vertonen
en de kans is groet, dat iemand dan de op
lichters ergens zal herkennen. Helaas
nemen niet veel banken dergelijke voor
zorgsmaatregelen. Zij zijn tegen zulke
overvallen verzekerd en de assurantie
maatschappijen laten hen evenveel beta
len of zij moderne afweerapparaten heb
ben of niet.
Menselijke intelligentie en flinkheid
kunnen vaak nog effectiever zijn dan al die
moderne apparatuur. De oplichter heeft
doorgaans precies de gang van zaken uit
gedacht, zoals hij die wenst. Loopt er ech
ter ook maar het minste spaak, dan raakt
hij vaak in paniek. Dikwijls is het al vol
doende, dat een waker in het bankgebouw
op een verdacht uitziend personage toe
treedt met de vraag „Kan ik u misschien
helpen", om die man of vrouw het hazen
pad te doen kiezen. Wanneer ziet men er
in de ogen van zo'n waker verdacht uit?:
wanneer men een donkere bril draagt,
nerveus doet en een zak in de hand heeft
waarin men hoopt de bankbiljetten te kun
nen meenemen.
Maar ja, dat die waker niet terstond arg
waan heeft wanneer een zwangere vrouw
op het loket toestapt of een respectabel
uitziend zakenman, dat kan men zich be
grijpen. En ook zulke figuren behoorden
tot de oplichters der laatste jaren.
De man of vrouw achter het loket kan
echter ook nog wel meer doen dan op een
alarmknop drukken. De lokettiste die
toen haar een dreigbrief onder de neus
werd geduwd laconiek vroeg „is dat
een grapje?" deed alleen daardoor al de
oplichter de benen nemen. Zo heel gauw
zal een overvaller trouwens niet schieten.
Wat kan hij ermee winnen?
1