j Kou vattenis rdetmóeilijk
Fa. B. ENGELENBERG
Tentoonstellingen in Stedelijk
Museum te Amsterdam
S
Windsor-Mountbatten: nieuwe naam
in de Britse koninklijke familie
Architect Oud zeventig jaar
GRIEP
De negen Muzen
4
Balletme ester es Vida
Brown in ons land
dreigt overal!
neem vlug
„Akkertjes"
in huis
AKKERTJES
helpen direkt
20 stuks 45 ct
met menthol 50 ct
Dr. Victor van Vriesland
verwerft Franse prijs
„Nog nooit is ons bouwen zo weinig boeiend
en zo saai geweest als nu"
Antwerpenaar meent een schilderij van
Leonardo da Vinei te hebben ontdekt
Kroesjtsjev neemt zijn
kinderen mee naar India
DINSDAG 9 FEBRUARI 1960
IN HET STEDELIJK MUSEUM te Amsterdam vragen enige exposities onze
aandacht. Van groot belang is die van de Braziliaanse schilder Lasar Segall
(1891-1957). Segall studeerde van 1907-1909 te Berlijn. Hij moet een goed en
;ewaardeerd leerling van de akademie daar geweest zijn. Zijn zin tot onaf-
ankelijkheid deed het hem daar niet uithouden. Meer lag hem de akademie te
Dresden, waar hij volkomen vrijheid had zich op zijn meest persoonlijke wijze
uit te drukken. Het was de tijd van de opkomst van het Duitse expressionisme,
waarbij Segall aansluiting vond. Enig werk van hem is dan wel te vergelijken
met wat Cnagall in de beginne maakte. Maar het expressionisme betekende
voor hem vooral een aanmoediging zichzelf te zijn. In 1913 treft men hem in
Brazilië. Zijn exposities daar kunnen beschouwd worden als de eerste van mo
derne kunst in dat land. Terug in Dresden moet hij als Russisch staatsburger
bij het uitbreken van de oorlog een tijd in gevangenschap leven. Na enige tijd
wordt hem weer toegestaan in Dresden te werken. Hij blijft deelnemen aan de
beweging der expressionisten. In 1923 vertrekt hij weer naar Brazilië, vestigt
zich daar en verwerft de Braziliaanse nationaliteit.
Segall moge zich op de meest persoon
lijke wijze hebben willen uiten, in Brazi
lië verandert hij belangrijk. Dat komt
omdat hij zich over andere dingen uitte
en mogelijk in zich zelf wat veranderde,
meer zichzelf werd. Voorheen heeft hij
blijkens zijn schilderijen zichzelf getoetst
aan andere Duitse en van Rusland geko
men expressionisten, voor wie hij overi
gens niet onder deed. In Brazilië blijft zijn
werk aan veranderingen onderhevig. Dui
delijk is de invloed van Picasso in een be
paalde periode. Ik geloof dat Segall
naast een persoonlijk uiten wel degelijk
zocht naar een aan land en inwoners meer
eigen vormgeving. Dit zal ook wel weer tot
gevolg gehad hebben dat een Parijse kunst
handel, waar onder meer onze Nederland
se schilder Albert Muis exposeerde, voor
Segalls werk kon voelen en dit propage
ren. Voor Duitsgetinte expressionisten
brengt men dat in Parijs niet zo gemak
kelijk op.
Omdat in het onder auspiciën van de
Braziliaanse ambassade te Parijs gepu
bliceerde boekje nogal wordt gewezen op
Segalls streven naar zo'n persoonlijk
uiten, ben ik hier even nader op inge
gaan. Ik geloof Segall namelijk vooral uit
een dringend en indringend appelleren,
en dat hij bereid was van vorm zo nodig
te veranderen, of zijn vorm minstens te
herzien en te toetsen aan anderer vorm.
De artiest is me daar niet minder om, in
tegendeel levendiger en levender. Segall
hamert niet steeds op hetzelfde aam
beeld, waarmee zijn zeggen door herha
ling verzwakt zou worden. Wel put hij een
onderwerp uit. Tot hij leeggezegd is en
dan de volle aandacht voor een ander
heeft. Leven aan de zelfkant der maat
schappij, arme emigranten op de over
tocht en oorlog behoren tot zijn onderwer
pen. Maar ook getuigt hij van vrede, die
hij voelde aan weidend vee, in schilde
rijtjes die even aan enig werk van onze
Gestel doen denken, maar het langer zul
len uithouden. Kennelijk ademde Segall
ruimer in het nieuwe vaderland dan in de
omgeving die hij verliet, maar waarin hij
toch indrukwekkende dingen heeft ge
maakt.
TOT DEZELFDE DATUM. 29 februari,
wordt werk van Jacoba van Heemskerk,
wier pogen een tijd parallel liep met dat
van Mondriaan, geëxposeerd. In het be
gin is er van een verwerking van het ku
bisme sprake. Het liep uit op een toch wel
zeer decoratieve schilderkunst met veel
herhalingen. Vooral in Den Haag, waar
men een en ander van Jacoba van Heems
kerk bezit, wil men haar graag als be
langrijk zien. Tegenover haar werk voel
ik me altijd als voor een afgesloten tijd.
Natuurlijk wel wat mooier, doen haar
schilderijen me toch denken aan de glas-
in-loodraampjes, die de gangdeuren van
niet zo fraaie huizen sierden. De verwer
king van op Cézanne's tekeningen steu
nende vormprincipes was bij Mondriaan
toch interessanter, ook door de consequen
ties, die deze daar uit trok. Een nogal ver-
Het Nederlandse Ballet, dat twee bal
letten van George Balanchine op het pro
gramma heeft geplaatst, heeft voor de in
studering van deze balletten de naaste
medewerkster van Balanchine, mej. Vida
Brown, naar ons land laten komen. Maan
dagmiddag arriveerde mej. Brown met het
KLM-toestel uit New York op de Amster
damse luchthaven, waar zij verwelkomd
werd door de zakelijke leider van het
Nederlands Ballet, de heer Indra Kamad-
jojo.
Een maand lang zal zij twee van Balan-
chine's balletten, Four Temperaments op
muziek van Paul Hindemith, en Serenade,
op muziek van Tsjaikofski, met de leden
van het Nederlands Ballet doornemen. In
mei zullen dan enige voorstellingen in
Parijs gegeven worden. De beide balletten
zullen zoals wij reeds berichtten in
juni, tijdens het Holland Festival, voor ons
land in première gaan.
Op Schiphol vertelde mej. Brown, dat
zij in 1952, tijdens een tournee van het
New York City-Ballet ook in ons land is
geweest.. Van dit Amerikaanse gezelschap
is zij lange tijd balletmeesteres geweest.
„Nu werk ik nog uitsluitend voor Balan
chine en reis ik over de gehele wereld voor
de instudering van zijn balletten". Na haar
verblijf in Nederland vertrekt zij naar
Zweden, teneinde bij het Stockholmse bal
let Serenade in te studeren.
velend geheel, deze tentoonstelling.
Omdat ir. V. W. van Gogh, zoon van
Theo, de broeder van Vincent, 70 jaar
werd, mocht nu weer eens diens bezit aan
schilderijen naast de werken van Van
Gogh, tot 29 februari vertoond worden. De
beste daaruit kennen we betrekkelijk goed,
omdat ir. Van Gogh deze naast het bezit
aan werken van zijn oom al zo vaak op
zo genereuze wijze uitleende. De minder
grote werken hier hebben we eigenlijk niet
gemist. Wel kunnen we blij zijn met een
collectie grafiek, waaronder veel van Ma-
net. Omtrent de verzamelaar Theo van
Gogh zegt deze collectie ons toch niet veel.
We weten niet over wat voor middelen
tot aankoop hij beschikte. Aangenomen
kan worden dat het aanbod gunstig lag.
Dan verwondert bij voorbeeld een enkel
schilderijtje van de impressionist Vignon
(1847-1909), van wie we onder anderen bij
de inmiddels verdwenen kunsthandel
Huinck en Scherjon zoveel beters zagen.
Eigenlijk toch een wat dood brokje kunst
geschiedenis hier en daar op deze expositie
in het museum dat zo pretendeert een le
vend museum te zijn.
Verder is het er weer een beter waren
huis. Een tentoonstelling, „de kamer van
ik" genoemd, werd in samenwerking niet
een behangselfabriek georganiseerd. Nu
kijken wat die andere bekende behang
selfabriek weer voor stunt uithaalt! Voor
een deel heeft deze expositie het karak
ter van betere toonkamers van woningin
richtingzaken, voor een deel moet deze ex
positie een beetje opvoedend zijn, maar
dat komt er niet erg duidelijk uit. Tot 22
februari is „de kamer van ik" te zien.
Het is echt niet mijn kamer. Er hangt
geen schilderij aan de wand, zelfs geen
Appel!
Tot 2 maart is verder te zien „Textiel",
een expositie ontstaan in samenwerking
met de industrie en enige Nederlandse
kunstnijverheidsscholen, die zich met het
opleiden van ontwerpers van dessins voor
textiel bezighouden. Met enig succes dan
eindelijk. De textielverkoper is namelijk
nogal bang de massa, op wie hij loert,
niet tegemoet te kunnen komen in alles
en zo ontstond er toch wel een nare mid
delmaat aan artistieke kwaliteit van het
aangeboden produkt. We begrijpen overi
gens dat hij beducht kon zijn voor de on
ervarenheid en extravagance bij aanko
mende ontwerpers. Het is verblijdend te
mogen constateren dat we nu verder zijn.
Ten aanzien van het publiek was de weg
al geopend door afschuwelijke zogenaam
de Picassö-dessins, waaraan de schilder
natuurlijk geheel vreemd was. Deze pro-
dukten zagen we overigens in vele etala
ges en niet in het Stedelijk Museum. Ove
rigens lijkt me toch wat veel ruimte be
steed aan een en ander in het museum
waar men zich zo graag beklaagt over
gebrek aan ruimte.
Bob Buys
Advertentie
Advertentie
Z Er vanaf komen,
Z day Is héél wat anders!
U hebt natuurlijk pillen
Z en poeiers, maar... u denkt
Z er gewoon niet bij
Z dat u één-en-dezelfde zakdoek f;?-
de hele lange dag gebruikt.
Z Wat doen de bacteriën dan?
Z Die nestelen zich
Z lekker In die zakdoek
Z en ze komen er alleen uit
Z om terug te gaan... naar uw neus!
Om uw verkoudheid
Z erger te maken!
Eenvoudig, wat?
Z Wat moet u dan doen?
Na het gebruik uw zakdoek weggooien,
Z een TEMPO zakdoek
wel te verstaan, dan steekt
Z u uzelf niet meer aan!
TEMPO zakdoeken worden gemaakt van heel zachte
celstof. Omdat ze anti-bacterisch bestraald zijn, zijn
ze bijzonder hygiënisch. Na het gebruik verdwijnt
een TEMPO-zakdoekje... samen met Uw verkoud
heid. Elk pakje bevat 2x 10 doekjes: 10 voor direct
gebruik en 10 als reserve.
rat»
Het genootschap van Franse dichters
heeft maandag de Prix des Amitiés Fran
coises toegekend aan de Nederlandse let
terkundige dr. Victor E. van Vriesland.
Deze prijs, waarmee het genootschap zijn
erkentelijkheid wil tonen voor het werk
van een vriend van de Franse letteren is
in vorige jaren toegekend aan de Brit
T. S. Eliot, de Italiaan Lionello Fiumi, de
Mexicaan Jaime Torres Bodet en de Ja
panner Kojiro Serizawa.
De jury, die geleid werd door Charles
Vildrac, had bij de toekenning van de prijs
aan dr. Van Vriesland speciaal het oog op
diens direct in het Frans geschreven ge
dichtenbundel „Le vent se couche" (1949).
De Nederlandse ambassadeur in Frank
rijk, mr. J. W. Beyen, heeft in een schrij
ven aan Pascal Bionetti, de insteller van
de prijs die ere-voorzitter van het genodl-
schap van Franse dichters is, zijn vreugde
uitgesproken over de onderscheiding van
zijn landgenoot. Volgens mr. Beyen wordt
door de onderscheiding „tegelijk een waar
vriend van de Franse cultuur en een am
bassadeur van de Nederlandse letteren ge-
eerd".
(Van onze correspondent in Londen)
Koningin Elizabeth heeft met het oog
op de komende geboorte van het derde
koningskind een wijziging van haar fami
lienaam aangekondigd, waardoor voor
een deel van haar afstammelingen de na
men Windsor en Mountbatten met elkaar
zullen worden verbonden. Dit werd gis
teravond bekendgemaakt nadat de konin
gin op Buckingham Palace een speciale
bijeenkomst van de kroonraad had ge
leid. De nieuwe achternaam, Mountbatten-
Windsor, is alleen bestemd voor diege
nen van haar nageslacht die geen recht
hebben op de titel van koninklijke hoog
heid en prins of prinses. De naam zal
Vandaag wordt de architect J. J. P. Oud te Wassenaar 70 jaar. In 1917 be
hoorde hij, samen met Le Corbusier, Gropius en Mies van der Rohe tot Europa's
modernste bouwers, verenigd in de Stijlgroep. Nu, na veertig jaren bouw
praktijk, en druk bezig aan de detaillering van het ontwerp voor het Haagse»
congresgebouw, is hij nóg modern. De schepper van het Shellgebouw, van liet
Tweede V.C.L. aan de Haagse Segbroeklaan, van het aluminium hoofdkantoor
van de „Utrecht" te Rotterdam is ontevreden over de huidige architectuur. Hij
ziet met spijt, hoe knappe architecten teams vormen, die gebouwen maken
waarin ieder een deel van zijn ideeën tracht te verwerkelijken. Hij meent dat
hierdoor de architectuur als cultuurvorm van betekenis achteruit gaat: „Wat wij
nodig hebben zijn persoonlijkheden in de moderne bouw".
De 70-jarige bouwmeester, die op zijn
dertiende jaar bij de Amsterdamse kunst
nijverheidschool „Quellinus" in de leer
ging, had eigenlijk schilder willen wor
den, maar vader Oud (commissionair in
effecten) zag daar niet veel in. „Als je
niet heel beroemd wordt is er geen droog
brood mee te verdienen," sprak deze koop
man. J. J. P. Oud werd toen maar archi
tect, omdat dit vak het meest met zijn
idealen overeen kwam.
Nu haalt hij nog graag de schilderkunst
er bij, wanneer hij een stelling duidelijk
wil maken. „Het bouwen van tegenwoor
dig is meer handel dan kunst", zegt hij.
„Daarom wordt het tegenwoordig door
architectenfirma's gedaan en zelden door
één enkele man. Maar kent u één werke
lijk goed schilderij, dat in teamverband
werd gemaakt door drie of meer schil
ders? Ik niet". Architect Oud is naar het
Parijse Unesco-gebouw gegaan, toen dit
ontwerp van Breuer, Nervi en Zehrfuss
klaar was. „Geen waardevol en waardig
bouwwerk," zegt hij, „maar een compro
mis van het werken naar drie verschillen
de inzichten. Misschien was men bang,
voor deze geweldige opdracht één archi
tect van sterk uitgesproken opvatting aan
te wijzen. Misschien dacht men dat één
architect het in zijn eentje niet aan kon?
Och kom, de St. Pieter in Rome is heel
wat groter en het oorspronkelijke project
is van één architect. De St. Paul in Lon
den werd door één man gemaakt. Wat een
mogelijkheden lagen er in het Unescoge-
bouw, wanneer een sterke architect het
niet alleen naar functie en materiaal had
benaderd, maar ook naar de geest van
broederschap en wereldvrede, het hoogste
goed op aarde."
„Bij de tegenwoordige architecten ont
breken de moed, de trots en de lust om
het bouwen weer een eigen gezicht te ge
ven. Ze moeten weer meer idealist wor
den. Ik denk dat zij door de aard van het
vak te veel politici geworden zijn in het
beroep, in plaats van staatslieden in de
bouwkunst. De architectuur kan alleen dan
weer als volwaardige kunst meedoen, als
ze een perspectief voor zich heeft. Een
perspectief, dat erg ver weg mag liggen,
maar dat meer is dan het doodlopend slop,
waarin men aan zijn doel is wanneer de
raampjes volgens de mode van de dag
„esthetisch" verspringen en als de kleur
tjes het bekende reidansje uitvoeren, dat
momenteel up-to-date is".
„Als u een complex woningen van nu be
kijkt, dan ziet u de panden als regel net
jes aaneengerijd, als een rij „glamour-
girls". Ik zou daar graag eens een karak
terspeelster tussen zien staan, een Asta
Nielsen of een Greta Garbo. Een eigen ge
zicht in deze voortkabbelende gewoon
heid".
„Waar zijn de architecten, die zo'n eigen
gezicht weer durven vertonen? Ons bou
wen is wel niet lelijk meer, zoals in de
tijd van de revolutiebouw, maar van een
tot gapen dwingende eentonigheid. Nog
(Van onze correspondent in Brussel)
De Antwerpenaar Frans van Heesvelde,
een bekend penningkundige, beweert een
schilderij uit 1505 van Leonardo da Vinei
ontdekt te hebben. Vrijdag exposeerde hij
het doek in de conferentiezaal van een
bank in de Scheldestad. Naar aanleiding
hiervan was het bankgebouw door talrij
ke politieagenten bewaakt. De eigenaar
meent dat het doek een waarde zal heb
ben van 40 miljoen Belgische francs of on
geveer 3 miljoen gulden. Hij kocht het
schilderij bij een antiquair te Brussel voor
het spotprijsje van 4500 franc of 346 gul
den.
Leonardo was de zoon van Piero da Vin
ei, notaris, en van een mooie boerendoch
ter uit de streek van Vinei, Catharina. De
lage afkomst van de moeder werd door de
familie Da Vinei voor de buitenwereld
angstvallig geheim gehouden. En in 1452,
kort na de geboorte van Leonardo, huwde
Piero de rijke dame Albiera Amadori.
Maar dit huwelijk bleef kinderloos en vijf
jaar later ontvoerde Piero da Vinei zijn
natuurlijke zoon Leonardo, om hem offi
cieel te erkennen en op te nemen in het fa
miliekasteel van de Da Vinci's. Toen be
gon voor Catharina een droevig leven. Een
ongelukkig huwelijk maakte haar ellen
de nog groter; die ellende eindigde pas
aan het eind van haar leven toen haar be
roemd geworden zoon Leonardo zijn moe
der, zogenaamd als gouvernante, in Mi
laan bij zich nam, in juli 1493. Bij de dood
van zijn moeder besloot Leonardo een fa
milieportret te maken, een soort picturaal
testament, waarop alle personages, die in
zijn jeugd een belangrijke rol hadden ge
speeld, zijn vader, zijn moeder en zijn
stiefmoeder, zouden voorkomen.
Van de inscripties, die getuigen voor de
echtheid van het nu gevonden meester
werk aldus de heer Van Heesvelde
is het voornaamste de kop van een roof
vogel, welke voorkomt op de mouw van
Catharina. Boven deze vogel bevindt zich
een miniatuur zelfportret van Leonardo da
Links de Antwerpenaar Frans van
Heesvelde, de eigenaar van het schil
derij, en rechts de Parijse kunstexpert
en Da Vinei-specialist prof. Camille
Rabbinone.
Vinci. Van Heesvelde verklaarde nog dat
dr. Heinz Peters, conservator van het
Kunstmuseum te Dusseldorp, een attest
van expertise heeft afgeleverd, hetwelk de
echtheid van de inscriptie bevestigt. De
persbijeenkomst werd besloten met een
uiteenzetting van de Parijse prof. Camil
le Rabbione, die eveneens meent dat het
gaat om een echte Da Vinei, zowel wat be
treft de compositie als de uitvoering. In
Belgische kunstkringen is men van oor
deel dat het werk ook van een tijdgenoot
van Leonardo da Vinei kan zijn. Het doek
is niet gesigneerd.
Advertentie
Knutselaars lijmen met
van Ceta-Bever
Stradivarius. Een gepensioneerde in
het dorp Santo Stefano Magra, nabij de
Italiaanse havenstad La Spezia, heeft op
een zolder een oude viool gevonden, waar
op de inscriptie Antonius Stradivarius
facebat, de initiatlen A en S en het jaartal
1737 werden ontdekt Deskundigen trach
ten uit te maken, of het instrument inder
daad door de beroemde vioolbouwer is ver
vaardigd.
De heden zeventig jaar geworden ar
chitect J. J. P. Oud met zijn ontwerp
voor het Haagse congresgebouw.
nooit is ons bouwen zó weinig boeiend, zó
saai geweest.
Er is maar één middel tegen: persoon
lijker vorming. Niet voor elk werk, maar
voor die gebouwen, die krachtens hun be
tekenis voor onze samenleving daarvoor in
aanmerking komen. Het is altijd het indi
vidu geweest, dat verandering, vooruit
gang bracht".
Dit zegt dan de 70-jarige architect Oud,
die op zijn zestiende jaar zijn eerste huis
bouwde, voor een tante in Purmerend, en
die nu één grote wens heeft: het Haagse
congresgebouw gereed te zien. „Hij zal het
heerlijk vinden, dat ook werkelijk te bou
wen", zegt zijn vrouw, wanneer architect
Oud zijn jas aantrekt om naar Arnhem te
rijden, waar zijn nieuwe Bio-Vakantie
Oord bijna klaar is.
Het Smetana Kwartet. Het Smetana
Kwartet, dat zaterdag in Praag is terug
gekeerd na een tournee door Zwitserland,
Oostenrijk en West-Duitsland, begint in
de tweede helft van februari een tournee
van zes weken in Nederland, België en
Engeland.
Boekbind-expositie. Edward McLean,
een van de zes boekbinders die in de Ver
enigde Staten dit oude handwerk nog uit
oefenen, en die thans een studiereis langs
Europese bibliotheken maakt, zal veertig
van zijn boeken exposeren in het Amster
dams Gemeentemuseum Willet Holthuy-
sen van 1727 februari.
Matthaeus-Passion. De jaarlijkse uit
voering der Matthaeus-Passion door het
Amsterdams Oratoriumkoor, het knapen
koor Vredesscholen en het Kunstmaand-
orkest onder leiding van Piet van Egmond
is dit jaar vastgesteld op zaterdagavond 5
maart in het Amsterdams Concertgebouw.
De medewerkende solisten zijn ditmaal:
Lode Vos (evangelist), Bruce Boyce (Chris
tuspartij), Annette de la Bije (sopraan),
Wilhelmina Matthes (alt), Wiebe Drayer
(tenor aria's), Anton Eldering (bas aria's),
Charles de Wolff (orgel), Hans Philips
(clavecimbel).
Tatiana Kozelkin. De Russisch-
Nederlandse sopraan Tatiana Kozelkin
heeft zondag een geslaagd concert gegeven
in het „Ambrosianeum" te Milaan. Zij zong
onder meer aria's van Moessorgski, Gre-
cianinov. Rimsky Korsakov, Rachmaninov
en Chiakofski. Tatiana Kozelkin werd tij
dens de oorlog door de Duitsers gedepor
teerd en kwam uiteindelijk in Nederland
terecht. Zij heeft onlangs nog in Haarlem
een recital gegeven.
„Orvet" van Renoir. Onder apsciciën
van de Mission Universitaire et Culturelle
bij de Franse ambassade in de Nederlan
den zal de Comédie des Jeunes zaterdag
avond 5 maart in het Kurhaus-Paviljoen
een opvoering geven van Orvet, een toneel
stuk in drie bedrijven van Jean Renoir. De
regie is van Kees Wijting. Orvet is het
enige toneelstuk dat Renoir op zijn naam
heeft staan. In Parijs werd het stuk ten
tonele gebracht met Leslie Caron in de
hoofdrol.
evenmin gelden voor vrouwelijke afstam
melingen die in het huwelijk treden en
hun kinderen.
Indien de nieuwe regel ongewijzigd blijft
zal de achternaam Mountbatten-Windsor
waarschijnlijk pas over veertig jaar voor
het eerst worden gebruikt door de klein
kinderen van de prins van Wales, de te
genwoordige prins Charles (maar niet door
de oudste levende zoon van de oudste zoon
van de prins van Wales) en door de klein
kinderen van mogelijke andere zonen
van koningin Elizabeth. Leden van de
koninklijke familie die wegens geboorte
het recht bezitten op de titel koninklijke
hoogheid en van prins(es) hebben geen
achternaam.
Een voorbeeld van de nieuwe regeling
is dat, indien de nieuwe baby die op het
punt staat te worden geboren, een jongen
is en deze zoon trouwt en kinderen krijgt
deze kinderen geen koninklijke hoogheden
zullen zijn en de naam Mountbatten-Wind
sor zullen voeren. De verklaring van de
koningin laat de naam van het koninklijk
huis en van de koninklijke familie zelf on
gemoeid.
In 1917 heeft de grootvader van koningin
Elizabeth, koning George V, bij procla
matie het koninklijk huis en alle manne
lijke afstammelingen daarvan de naam
Windsor gegeven en de Duitse naam Sak-
sen-Coburg, die tot dat ogenblik gold, af
geschaft.
Dit geschiedde onder invloed van de
eerste wereldoorlog.
Het was allang een hartewens van de
koningin om de naam van het koninklijk
huis en haar eigen naam met die van
haar echtgenoot te verbinden. Op 9 april
1952 heeft koningin Elizabeth laten afkon
digen dat zij en haar kinderen voortaan
zouden bekend zijn als het huis en de fa
milie Windsor, evenals haar afstamme
lingen, behalve vrouwelijke nakomelingen
die trouwen. Het was de eerste maal in
Grobt-Briftannië dat een dergelijke pro
clamatie werd afgelegd met het doel de
naam van het regerende huis te bewaren
als de opvolging zou overgaan op de vrou
welijke tak. Verklaard wordt dat ook an
dere koningshuizen met name het huis
van Oranje in het geval van koningin Ju
liana hetzelfde hebben gedaan.
Persoonlijke voldoening
Als gevolg van het besluit van koning
George V om alle Duitse titels af te zwe
ren, moest de grootvader van prins Phi
lip, prins Louis von Battenberg, die op
perbevelhebber van de Britse vloot was
b'het uitbreken van de eerste wereldoor
log, zijn naam veranderen. Hij noemde
zich toen Mountbatten naar een heuvel
tussen Plymouth Sound en Catwater in
Devon. Voor zijn andere titels koos hij
verschillende Britse kustnamen. De anti-
Duitse stemming in Groot-Brittannië was
zo sterk dat hij reeds spoedig na het uit
breken van de vijandelijkheden, toen hij
nog zijn Duitse naam droeg, het vloot-
commando moest neerleggen.
De tegenwoordige chef van de Britse
defensiestaf is Lord Mountbatten van Bir
ma, de tweede zoon van Von Battenberg,
die zijn vader heeft gewroken door op te
klimmen tot het vlootvoogdschap. Voor
hem is de aankondiging van4 koningin Eli
zabeth een grote persoonlijke voldoening.
Hij heeft zijn in arme omstandigheden
verkerende neef Philip opgevoed, wiens va
der prins Andreas van Griekenland in 1944
is overleden. Mountbatten die aan het hof
bekend staat als „oom Dickie", is een po-
p .laire en centrale figuur in de konink
lijke familie.
Voor zijn huwelijk met prinses Elizabeth
zag prins Philip van zijn koninklijke ti
tels af, werd in 1947 een genaturaliseerde
Brit en nam toen zijn moeders naam
Mountbatten over. Zij is prinses Alice, die
in-een klooster in Griekenland leeft Ge
durende korte tijd was Philip luitenant
Mountbatten, totdat zijn schoonvader, ko
ning George VI, hem tot hertog van Edin
burgh verhief.
Advertentie
Doclstraat 59 Haariem - Tel. 15252
QfFICIëLE VERKOOP SIKKENS LAKKEN
Speedy" verfspuitinstallatie
compleet 335.
MOSKOU (Reuter) Premier Kroesj
tsjev van de Sovjet-Unie zal zijn zoon, zijn
twee dochters, zijn kleindochter en zijn
schoonzoon meenemen op zijn reis naar
India, Birma, Indonesië en Afghanistan,
die de volgende week begint, zo is in wol-
ingelichte kringen in Moskou meegedeeld
Zijn vrouw Nina Petrovna, die wel met
hem meegeweest is naar de Verenigde Sta
ten, zal deze keer niet van de partij zijn.
Kroesjtsjev zal voorts worden vergezeld
door de Russische minister van Buitenland
se Zaken, Gromyko en nog enkele andere
topfunctionarissen. Het gezelschap komt
donderdag in New-Delhi aan.
i.