KAAl?-6W$?-mSi OP EN OM HET BINNENHOF Sociëteit wordt uitgebreid en gemoderniseerd Tweede Kamer vraagt nadere inlichtingen aan de regering VRIJDAG 12 FEBRUARI 1960 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 5 Herbouwplannen voor Minerva Reeds een ton aan giften bijeen Afbetalingszwendel na jaren ontdekt Drie banken de dupe Soldaat nam de vlucht naar Italië Dr. G. Ras wordt op 18 februari 80 jaar ATA X-TA XI 1.2.3.4.5 Gedupeerden der Boaz- bank krijgen 65 pet. Nu willen ze werken maar ze mogen niet HAARTONICUM 't verjongt en verstevigt Uw haar! De bestuursmaatregel op Curasao „Thor '-basis in Engeland Duitser vermoorde zijn eerste èn tweede vrouw Indonesië in 1980 mogelijk op vier na grootste land Oud-politierechter ergert zich aan hem opgedragen boekje Zweden en Nederlanders de hulpvaardigste volken Dochter van de tsaar? Drie Rotterdamse architecten zitten thans over de tekentafels gebogen om de sociëteit Minerva in Leiden te laten her rijzen. Ruim twee maanden na de brand, die het gebouw met uitzondering van par terre en voorgevel vrijwel geheel ver woestte, wordt een begin gemaakt met de vormgeving van het gemoderniseerde en aanzienlijk uitgebreide sociëteitsgebouw. De herbouwcommissic heeft de heren ir. J. W. C. Boks, W. Eykclenboom en A. Mid- delhoek als architecten voor de herbouw aangewezen. De kosten worden voor een belangrijk deel gedekt door verzekerings uitkeringen, maar aangezien er veel meer op stapel staat dan alleen het herstel heeft men ook van andere zijde belangrijke be dragen nodig. Men hoopt deze bijeen te kunnen brengen door bijdragen van korps leden, reünisten en het bedrijfsleven. Het ligt in de bedoeling de sociëteit te herbouwen achter de behouden gebleven gevel en met behoud van hetgeen door het vuur gespaard is gebleven. De grote zaal op de parterre zou in de oorspronkelijke staat worden hersteld. Op de verdiepingen zullen de vroegere ruimten waarschijnlijk in uitgebreidere vorm herbouwd worden. De gedachten gaan uit naar een grote aparte eetzaal, naar een discotheek, doel treffende ruimten voor diverse sub-ver enigingen, zoals vertrekken voor de ci neasten, verplaatsing van de keuken van het souterrain naar boven en het vrijma ken van het souterrain voor andere doel einden, bijvoorbeeld voor een kegelbaan. De collegium-kamer hoopt men in de oude stijl te kunnen herbouwen, al zullen hierin vele relikwieën ontbreken, welke in de rampnacht verloren gingen. Er is nog geen beslissing genomen over de mensa, die thans nog elders onderdak vindt en bediend wordt door de Minerva- keuken. Waarschijnlijk zal de aanzienlijke uitbreiding van Minerva plaats vinden op de huidige binnenplaats en op de plaats van het te slopen pand Vrouwensteeg 13, dat thans reeds eigendom is van de so ciëteit. Hoewel op de parterre de vroegere sfeer gehandhaafd wordt en ook de trap in de oude toestand bewaard blijft, zal er overigens achter de oude gevel een mo dern gebouw verrijzen. De architecten zullen samenwerken met de bouwcommis sie en de heren jhr. ir. F. E. C. Everts en mr. H. F. van Walsem. De geldinzameling zal zich op drie fronten afspelen. De leden van het corps zullen zich verplichten ten minste honderd gulden per persoon bij te dragen. Het ligt in de bedoeling deze gel den door werken te verdienen. Voorts zal het studentencabaret bijdragen leveren door het afstaan van de inkomsten van voorstellingen op 16 en 17 februari in Pul- chri Studio in Den Haag, op 28 en 29 fe bruari in de schouwburg te Rotterdam- Zuid en op 16,17 en 18 april in Diligentia in Den Haag. Voorts zal de opbrengst van de grammofoonplaat „Laat je zoon stude ren" ten bate van de herbouw komen. On der de reünisten zal een grote financiële actie op touw worden gezet. Vele plaatselijke reünistencomité's heb ben reeds belangrijke resultaten geboekt. Het bedrijfsleven zal pas benaderd worden wanneer de bouwplannen definitieve vorm De Hoogeveense politie stelt op het ogenblik een onderzoek in naar een hele serie oplichtingen gepleegd, naar zij meent, door de 38-jarige koopman H. O. te Hooge- veen. Ongeveer drie jaar heeft O. zijn prak tijken uitgeoefend, waarbij hij vooral kre dietinstellingen zou hebben benadeeld. Het totale bedrag beloopt enkele tienduizenden guldens. O. is voor de officier van Justitie te Assen geleid De man heeft in 1949 en 1953 terechtgestaan wegens oplichting. In 1957 begon hij nu met de verkoop van goederen op afbetaling die hij aanvanke lijk zelf financierde. In het begin liep dit goed maar toen de betalingen minder vlot binnenkwamen maakte hij nieuwe huur koopcontracten op, waarbij de geleverde goederen nu door diverse kredietinstel lingen werden gefinancierd. Soms gebeur de dit zonder toestemming van de huur koper waarbij O. „voor het gemak" maar zelf ondertekende met de naam van de huurkoper of diens echtgenote. Ook zou hij valse contracten opgemaakt hebben zonder goederen te hebben ge leverd, waarop dan door de financierings maatschappijen geld werd verstrekt. Ver der nam hij in overleg met de huurkopers soms goederen over of ruilde hij deze zonder goedkeuring of medeweten van de financieringsmaatschappij. Zijn incasso's verzorgde hij zelf zodat het enkele jaren duurde voordat zijn zwendelpraktijken werden ontdekt. Zijn werkterrein strekte zich uit over Groningen, Friesland, Drente, de Noordoostpolder, de kop van Overijsel, Deventer, Den Haag en Amsterdam. Omdat de legerdokter hem wilde inenten tegen pokken terwijl hij wist dat dit voor hem zeer gevaarlijk was, vluchtte een sol daat weg uit de legerplaats te Ermelo. Hij ging naar Italië, waar hij een maand bleef. Toen zijn moeder hem het bewijs van de specialist toezond, zodat hij tegenover de legerarts zwart op wit kon bewijzen dat de pokstof voor hem levensgevaarlijk was, keerde hij terug naar Ermelo, waar hij achter slot en grendel werd gezet wegens desertie. Hij moest nu voor de krijgsraad terechtstaan. De auditeur-militair nam het de soldaat erg kwalijk. Hij vorderde een maand militaire detentie. De raadsman betoogde dat de vlucht voor deze soldaat de enige mogelijkheid was om aan de drei gende inenting te ontkomen. Direct toen hij de papieren van zijn specialist in han den had, was hij naar Nederland terugge keerd. Nu moet hij nadienen voor de tijd die hij is weggeweest. De raadsman vond het redelijk, de soldaat een voorwaarde lijke straf te geven. Het vonnis werd in derdaad voorwaardelijk: zes weken met een proeftijd van een jaar. hebben gekregen en men met een maquet te langs de Nederlandse bedrijven zal trekken. Inmiddels zijn van vele zijden reeds giften binnengekomen tot bijna een ton. Van het ministerie van Financiën is de toezegging verkregen dat tot begin vol gend jaar vrijdom van het schenkings recht voor bedragen boven de 2000 gulden zal worden verleend. Donderdag 18 februari hoopt dr. G. Ras te Haarlem zijn tachtigste verjaardag te vieren. Dit feit vestigt nog eens de aan dacht op de vroegere conrector van het Haarlemse gymnasium, die niet alleen als kundig en veelzijdig schoolman, maar ook als organisator, germanist en didacticus alom in den lande bekendheid heeft ver worven. Dr. Ras werd te Utrecht geboren. Hij studeerde als leerling van de bekende ger manist prof. Frantzen aan de Universi teit van Amsterdam, waar hij later pro moveerde op een proefschrift over „Bör- ne und Heine als politische Schriftsteller". Hij was aan zeer verschillende onderwijs inrichtingen werkzaam als leraar in de Duitse taal en letterkunde, onder meer aan het gymnasium en de handelsschool te Alkmaar. Van 1917-1945 was hij docent, later conrector aan het gymnasium te Haarlem tijdens het rectoraat van dr. C. Spoelder. In deze jaren verschenen van zijn hand onder meer een Faust-uitgave en een Hei- ne-Buch. In samenwerking met dr. C. Brouwer ontstonden vele bekende leer boeken. De aanduiding „Brouwer en Ras" werd spoedig een vast begrip bij het Duit se onderwijs in Nederland en is dit heden ten dage nog. In 1936 werd hij privaat-docent aan de Amsterdamse Universiteit in de didactiek der Duitse taal en letterkunde, zodat ve le docenten van nu aan hem hun prakti sche vorming hebben te danken. Sedert 1932 is hij lid van de Maatschap pij der Nederlandse Letterkunde, boven dien heeft hij jarenlang zitting gehad in de Onderwijsraad en in verschillende exa mencommissies. Als bestuurslid heeft dr. Ras aandeel ge had in plaatselijke en landelijke organisa ties op het gebied van onderwijs en volks ontwikkeling. Hij was onder meer mede oprichter van de „Vereniging van Leraren in Levende Talen" en van de Haarlemse Volksuniversiteit. Tussen dr. Ras en zijn leerlingen bestond altijd een sterk contact en velen herinne ren zich de wijze, waarop deze voortref felijke docent hen de gedachtenwereld van Goethes Faust wist binnen te leiden en met welk een innerlijke bewogenheid hij de poëzie van zijn geliefde dichters kon voordragen. Mede dank zij de hartelijke ontvangst door mevrouw Ras bleef de band met vele oud-leerlingen bestendigd. Dit is een grote voldoening voor deze le vendige en zeer sociaal voelende figuur, voor wie goede „human relations" een le vensvoorwaarde vormen. Met branden de belangstelling en ongebroken geest kracht blijft hij actuele problemen vol gen en staat hij met raad en daad klaar, wanneer een beroep op hem wordt ge daan. Op zijn verjaardag zal dr. Ras niet thuis zijn. In „Erbij" van morgen zal de figuur van dr. Ras nader worden belicht. Advertentie De gedupeerde spaarders van de BOAZ-bank te Ruinerwold hebben gis teravond in het dorpscafé van mr. Nij- singh uit Zwolle vernomen, dat de Nuts- spaarbank te Meppel de zaak zal overne men en dat er direct 65 procent van het gespaarde tegoed beschikbaar zal komen. Met andere maatregelen, die nog geno men zullen worden, bestaat de kans, dat de spaarders ongeveer 80 a 85 procent van hun spaargelden terug zullen krijgen. 11 miljoen gulden Mr. Nijsingh, de vertrouwensman van het bestuur van de coöperatieve BOAZ- bank te Ruinerwold, vertelde in nuchtere bewoordingen over de gang van zaken, na dat de fraude van de inmiddels overleden directeur J. Middelveld was ontdekt. Tot nu toe was steeds een bedrag van ruim 240.000 gulden genoemd, maar mr. Nij singh noemde nu een bedrag van 500.000 gulden, want zo zei hij, men moet de ren ten ook mee rekenen. Er ging een zucht door de zaal toen hij dat bedrag noemde. Dat was ook de enige emotie die we de hele avond hebben bemerkt. De mensen hadden zich bij de situatie neergelegd. De Nutsspaarbank te Meppel zal bin nenkort enkele keren per week zitting- houden in het kantoor van de BOAZ- bank om de spaarders gelegenheid te ge ven, zich over te laten schrijven. Op de li quidatieboekjes zal 65 procent van het bij de B.O.A.Z-bank gespaarde bedrag wor den bijgeschreven. Daar kan men direct over beschikken. De rest komt, naar men hoopt, in de komende vier jaar. Erfenis De opbrengst van de erfenissen van de overleden directeur en diens vrouw wordt ges,chat op 100.000 gulden. Men zal hier echter over moeten procederen omdat de zoon en de dochter van de directeur hun mondelinge toezegging weer hebben inge trokken en nu niet willen meewerken, al thans niet vrijwillig. Zo staan de spaar ders voor de beslissing wat te doen. Nemen zij het voorstel van overneming door de Nutsspaarbank Meppel niet aan dan wordt de BOAZ-bank gespaarde bedrag wor men aanmerkelijk minder van het ge spaarde tegoed terug krijgen. De verga dering werd ook bijgewoond door mr. Dons uit Assen, die als bewindvoerder is aan gesteld. De andere bewindvoerder, mr. Vermeulen uit Meppel, was onderweg een ongeluk overkomen zodat hij niet aanwe zig kon zijn. Filmavond Leger des Heils. Donder dag 18 februari houdt het Leger des Heils in het Minerva theater in Heemstede een filmavond. Onder meer zal worden ver toond „In Opmars", een film over het Leger des Heils in Nederland. BUENOS AIRES (AFP) De Argen tijnse havenarbeiders die drie dagen in staking waren gegaan om kracht bij te zetten aan eisen tot loonsverhoging, wilden vandaag het werk hervatten. Hun werd echter geen toegang tot de kaden ver leend. De rederijen weigerden namelijk hen toe te laten omdat zij „niet voldoende zekerheid hebben, dat het werk niet weer zal worden neergelegd". Het vakverbond der havenarbeiders heeft thans een beroep op de minister van Financiën Alvaro Also- garay gedaan, om een einde te maken aan de uitsluiting. Advertentie NEEM ONMIDDELLIJK I FIXADOZ+H De vaste commissie in de Tweede Ka mer voor de betrekkingen met Suriname en de Nederlandse Antillen heeft de rege ring nadere inlichtingen verzocht omtrent de algemene maatregel van rijksbestuur, welke is genomen teneinde het bestuurs- vacuum op het eiland Curagao te beëindi gen. Is het waar zo wordt gevraagd dat de oppositie in de Eilandsraad van Cu- ragao zich tot de rijksregering heeft ge wend met het verzoek, voor het eilandge bied nieuwe verkiezingen te doen houden? Wat is de mening van de regering omtrent deze stap? Voorts vraagt de commissie in- Op drie raketbases in Engeland staan thans 45 Amerikaanse „Thor"-raketten gereed. Zij kunnen in een kwartier gereed worden gemaakt voor lancering, indien nodig met Amerikaanse kern ladingen die in de nabijheid van de bases onder Amerikaans beheer zijn opgeslagen. Tegen het midden van dit jaar zal een vierde raketbasis, ook met vijftien Thors, in gebruik worden ge nomen. De raketten hebben een van tevoren vastgesteld doelgebied, en kunnen de 2500 kilometer van hun be reik in 17 minuten afleggen. Het be dieningspersoneel bestaat uit een offi cier en vier onderofficieren van de R.A.F. De Amerikanen die toezicht hebben op de kernladingen zijn bur gers en militairen die bij de basis zijn ingedeeld. Op de bijgaande foto, welke genomen werd op de basis te Feltwell in Norfolk waar een demonstratie voor de pers is gehouden, wordt een „Thor"- projectiel in lanceerpositie gebracht. Op de voorgrond een grote tank met voor de raket. lichtingen over de actie van Unpoco en over deze partij in het algemeen. Naar aanleiding van de critiek op de al gemene maatregel van rijksbestuur heeft de gezaghebber van Curagao, de heer Gor- sïra, verklaard, dat zowel de koninkrijks als de Antilliaanse regering van oordeel waren dat er sprake was van grove ver waarlozing zowel van de regeling als van het bestuur. Het niet-vaststellen van een begroting, welke ongetwijfeld een regeling is immers eert begroting is een eilands verordening is reeds op zich zelf een verwaarlozing van een regeling. De ande re bestuursmoeilijkheden zijn voortge vloeid uit een gebrek van vertrouwen van de raad in het bestuurscollege, Wanneer dus vaststaat, aldus de heer Gorsira, dat er sprake is van grove ver waarlozing, dan is het in de eerste plaats de taak van de Antilliaanse regering om ter verwezenlijking van de deugdelijkheid van het bestuur in te grijpen. De staats regeling echter biedt de Antilliaanse rege ring, die krachtens het statuut de verant woordelijkheid draagt voor verwezenlij king van de deugdelijkheid van het be stuur, niet het middel om zelf, of via de Antilliaanse Staten, in te grijpen. Het zou in strijd zijn met de verkregen autonomie en de verantwoordelijkheid van de Antilliaanse regering, wanneer de ko ninkrijksregering zou hebben geweigerd op dit verzoek onder deze omstandigheden in te gaan. Volgens artikel 43 van het sta tuut wordt uitdrukkelijk aangegeven, dat het ingrijpen niet verder mag gaan dan de omstandigheden strikt noodzakelijk maken. Het is volgens de heer Gorsira merk waardig. dat men het gebruik maken van artikel 93 van de staatsregeling als een ko loniale ingreep kwalificeert, terwijl men zelfs onmiddellijke verkiezingen voorstaat. Hoe dacht men die verkiezingen te kunnen verwezenlijken zonder toepassing van ar tikel 93 der staatsregeling? Men kan de koninkrijksregering nooit verwijten, dat de ingreep te beperkt is geweest, ten hoog ste dat deze te ver-gaande was. KgEFELD (UPI) De officier van Jus titie bij de rechtbank te Krefeld heeft van daag twee parallel lopende straffen van levenslang tuchthuis geëist tegen de 61- jarige Ludwig Bellwinkel, wegens de moord op zijn eerste vrouw Alma, in 1944 gepleegd, en de moord op zijn tweede echt genote Ruth, in 1958 gepleegd. De openbare aanklager stelde in zijn re quisitoir dat laaghartige, primitieve mo tieven Bellwinkel tot zijn daden hebben gedreven. Zijn eerste vrouw moest ster ven omdat zij in de weg stond Bellwin kel had al relaties aangeknoopt met Ruth en zijn tweede vrouw moest opnieuw het veld ruimen voor drie andere vrien dinnen. Een psychiater had als getuige-deskun- dige verklaard dat Bellwinkel abnormale eisen stelde aan zijn levensgezellinnen. Coördinatie geboden De minister van Buitenlandse Zaken liet in de Tweede Kamer in de aanhef van zijn beantwoording van het debat over zijn be groting een soort klaagzang horen. Het buitenlands beleid is heden ten dage zeer veelomvattend. Tal van aangelegenheden die zich op internationaal gebied voor doen vallen ten slotte onder de verant woordelijkheid van degene die aan het hoofd staat van het departement van Bui tenlandse Zaken, maar hij kan die verant woordelijkheid niet of althans niet voldoen de dragen wanneer dan eens déze dan weer géne tak van overheidsdienst of ge- zagsfunctionaris zijn eigen gang gaat zon der uiteindelijk genoeg en tijdig de be windsman op het Plein in staat te stellen een bepaald doen of laten voor zijn reke ning te nemen. Terwijl hij op dit stramien voortbor duurde vielen er in de stem van minister Luns steeds droevere klanken te beluiste ren. „Hij kan het blijkbaar niet meer aan" hoorde ik al fluisteren en een andere toe hoorder meende uit dit gedeelte van 's mi nisters betoog te moeten opmaken dat hij, monderling, een advertentie plaatste van ongeveer de volgende inhoud: „Wim (Beyen), kom terug. Alles vergeten en ver geven. Ik kan het niet verder in mijn een tje." Inmiddels is mij bij nadere informa tie te bevoegder plaatse gebleken dat de genen, die dit uit de klaagzang hadden op gemaakt, de minister bepaald hadden mis verstaan. Vermoedelijk was de oorzaak hierin gelegen dat het desbetreffende ge deelte van de rede niet voldoende in duide lijke taal was gesteld. Er bestond bv. ook niet de minste reden om, gelijk gebeurde, te schermen met woorden als kwesties van bestuurswetenschappelijke aard. Kort samengevat herinnerde de minis ter er aan dat, ook al doen er zich tal van zaken voor, waarbij andere ministers t.a.v. bemoeiingen op internationaal ter rein zeer zeker nauw betrokken zijn, die ministers en de onder hen staande instan ties er zich rekenschap van hebben te ge ven, dat er steeds zo iets dient te zijn als één buitenlands beleid, waarvoor de aan sprakelijke figuur de minister van Buiten landse zaken is. Het komt er dus op aan te zorgen voor deugdelijke coördinatie. Die is geboden. En voor zover het daaraan soms op andere departementen of elders wat mocht schorten, behoeft de minister van Buitenlandse Zaken zowel in als bui ten de ministerraad de krachtige coördine rende medewerking van de minister-pre sident. Indien er al reden mocht bestaan voor het werken met een advertentie, dan zou de 1 orte inhoud daarvan kunnen lui den: „Een coördinerende minister-presi dent gezocht." Overigens spreekt het van zelf, dat allereerst de leider van Buiten landse Zaken zelf er alles op moet zetten, dat de coördinatie niet in het gedrang ko- me. Maar wanneer ik dit opmerk, verkon dig ik daarmee geenszins enige nieuwe wijsheid, evenmin als die trouwens aan wezig was in de hier vermelde klaagzang. Men behoeft er bv. het in menig opzicht voortreffelijke, in 1950 onder het minister schap van mr. Stikker verschenen rap port „Organisatie en reorganisatie van het departement van Buitenlandse Zaken" maar op na te slaan, om te zien dat in dat boekwerk op tal van plaatsen zeer dui delijk werd aangegeven, dat en waaróm men alle krachten met het oog op deugde lijke coördinatie dient in te spannen. In aanmerkelijke mate is daarmee vervol gens ook rekening gehouden bij de ver wezenlijking van heel wat reorganisatori- sche maatregelen van en in verband met het departement van Buitenlandse Zaken. De ministers, functionarissen, organen enz., die van tijd tot tijd blijk geven van te grote eigengereidheid of van een tekort aan besef, dat één de minister van Bui tenlandse Zaken ten slotte voor al wat er geschiedt op het gebied van Nederlands internationaal beleid verantwoordelijk is, zullen misschien nog het meeste kunnen leren door zich te verdiepen in het hier genoemde rapport. En natuurlijk zou de minister-president er eveneens goed aan doen het rapport van Stikker te bestude ren. Ons buitenlands beleid Dat het veld, waarop minister Luns zich met zijn medewerkers te bewegen heeft, wijd van omvang is heeft hij jl. dinsdag nog eens heel duidelijk laten zien. Gelijk hij er eveneens in slaagde om op zeer ge lukkige wijze aan te tonen hoezeer, in het algemeen genomen, het verwijt van dr. Patijn (P.v.d.A.), als zou de minister te veel doen aan een soort incidentele belan- genpolitiek, dus aan het ijveren om be paalde Nederlandse belangen op korte ter mijn te behartigen, in werkelijkheid on gegrond is. Vooral werd nog eens glashel der belicht de innerlijke samenhang van het buitenlands beleid van ons land, zoals dit gevoerd wordt. Terecht betoogde minister Luns dat wij nu eenmaal meer moeten doen dan gela ten afwachten wat men met ons voorheeft. Telkens en telkens weer kwam hij met zeer sprekende bewijzen voor de dag, dat de heer Patijn er naast was met zijn cri tiek, alsof we ons in hoofdzaak bepalen tot een te enghartige en kortzichte politiek van te trachten hier en daar een wellicht op een bepaald ogenblik een of ander eigen belang dienend succes te boeken. Nieuw-Guinea Daarentegen kon ik de beschouwingen, dienend om tegenover die afgevaardigde volharding bij het tegenwoordige beleid inzake Nederlands Nieuw-Guinea te be pleiten, bepaald niet sterk vinden. Al te zeer minimaliseerde mr. Luns de last, welke op ons ingevolge dat beleid zou drukken. Evenmin kwam mij, juist wat be treft een politiek die op de verdere toe komst gericht is, bijzonder indrukwek kend voor de bewering, dat de kosten door de schatkist besteed aan dat gebiedsdeel nog minder dan 1 pet. van de Rijksbegro ting uitmaken. Er zou alleen maar een Nieuw-Guinea-vraagstuk bestaan tenge volge van Indonesië's eis om Nieuw-Gui nea onder zich te krijgen. Dit is zelfs vol slagen in strijd met hetgeen er in de man telovereenkomst ter gelegenheid van de soevereiniteitsoverdracht van de rest van Nederlands-Indië aan Indonesië is vast gesteld. Daarin toch staat, dat er t.o.v. Nieuw-Guinea tussen Nederland en Indo nesië een niet opgelost geschil is. Welnu, dat geschil is ook thans nog niet opgelost. Welke gegronde grieven er helaas tegen heel wat gedragingen van het bewind in Djakarta ook aan te voeren zijn, dat al les doet niets af aan het feit dat men in zake Nieuw-Guinea met een nu al sinds elf jaar bestaand geschil te maken heeft. Nadat minister Luns eerst kenbaar had gemaakt dat zijns inziens waarschijnlijk de organisatie der Verenigde Naties niets zal voelen voor een onderTbeheer-stellen van Nieuw-Guinea, liet hij erop volgen dat het bovendien nog de vraag is of de Al gemene Vergadering wel bereid zal zijn het trustschapsbeheer, zoals dr. Patijn dat had aanbevolen, aan Nederland op te dragen. Wat zou onze houding moeten zijn, als genoemd internationaal orgaan dat niet deed doch het eventueel aan Indone sië zou opdragen? Mij dunkt, met het stel len van die vraag werd meteen verra den dat en waarom de regering het niet aandurft, een onder trustschapsbeheer plaatsen zelf te opperen. Zij is bang het dan wel eens te kunnen verliezen. Daar in nu kan ik moeilijk veel anders zien dan een tekort aan bereidheid om langs in ternationale weg een mogelijk eind aan het onopgeloste geschil gemaakt te krij gen. Wij en Amerika De door de Kamer eenstemmig aange nomen motie, getuigend van verontwaar diging over de houding van de Verenigde Staten inzake het verzoek om landings rechten voor de K.L.M. te Los Angeles was uit gevoelsoverwegingen heel begrij pelijk. Nu wij echter menen alleszins re den te hebben voor boosheid jegens de he ren in Washington, valt in zulk een Ka meruitspraak, nuchter beschouwd, niet veel meer te zien dan een gebaar, waar van te duchten is dat het op de bevoegde instanties in het land van Oom Sam slechts betrekkelijk weinig indruk zal ma ken. Daarentegen zou bepaald méér indruk maken als wij onze ambassadeur uit de Verenigde Staten zouden terugroepen. Een dergelijke stap zou op zichzelf, zeker na wat men tegenover ons gedaan heeft, op zijn plaats zijn. En nog doeltreffender zou het wezen, als onze regering daadwerke lijk zou tonen, niet al te slaafs naar het pijpen van de grote bondgenoot te willen dansen. In dit verband is trouwens reeds de vraag gesteld, of het wel van goed be leid heeft getuigd, dat de beslissing tot aankoop in Amerika van een aantal Star- fighters genomen en bekend gemaakt is. vóórdat Washington op de aanvrage van de K.L.Mafwijzend had beslist. Verstandige toegevingen Om niet al te somber te eindigen moge ik ten slotte vaststellen dat de mi nister van Buitenlandse Zaken er verstan dig aan gedaan heeft in drieërlei opzicht aan wensen, die in het debat tot uiting waren gekomen, gevolg te geven. Me vrouw Stoffels-Van Haaften heeft zodoen de bereikt dat er een eind komt aan de verouderde bepaling, waardoor op trouwen van vrouwelijke ambtenaren van onze bui tenlandse dienst de straf van ontslag staat. Verder kwam de minister tegemoet aan het verlangen van vrijwel de gehele Ka mer om voor 1960 het bedrag ten behoeve van steun aan onderontwikkelde gebieden te verhogen, terwijl hij ook nog aller drin gend verzoek kon inwilligen om de sub sidie voor de Europese Beweging in Ne derland aanmerkelijk groter te maken. Dr. E. van Raalte NEW YORK (UPI) Blijkens een door de UNO uitgevoerde studie zal de bevol king van Indonesië tegen 1980 misschien groter zijn dan die van Japan. Indonesië zou dan, gerekend naar grootte der bevol king, het op vier na grootste land ter wereld zijn, na China, India, Rusland en de Verenigde Staten. In 1950 telde Indonesië 75 miljoen zielen. Thans wordt de bevolking op 90.700.000 geschat en variëren de schattingen voor 1980 tussen 138.500.000 en 159.700.000. In Japan zijn de bevolkingstendensen uniek vergeleken met andere Aziatische landen. Tegen het eind van de tweede wereldoorlog daalde het geboortecijfer sterk. In 1947 en 1948 was er een hausse in geboorten en een daling van het sterfte cijfer. Na 1948 bleven de sterfte- en ge boortecijfers gestaag dalen. In 1957 was het geboortecijfer de helft van dat van 1947. Verwacht wordt dat de Japanse be volking zal toenemen van 89.275.000 in 1955 tot 102.729.000 in 1975. De bevolking van Pakistan, die in 1951 76 miljoen was, zal in 1981 tussen de 145 en 170 miljoen zijn. Het boekje „Op het matje bij de politie rechter" is niet meer bij de boekhandel verkrijgbaar. De uitgeversmaatschappij Elsevier heeft donderdag de boekhandela ren verzocht de reeds in hun winkels uit gestalde exemplaren van dit onlangs ver schenen pocketboek onverwijld terug te zenden, omdat de gepensioneerde Amster damse politierechter mr. L. de Blécourt, zich aan de aan hem gewijde opdracht ge ërgerd heeft. De schrijver van het boekje is de Am sterdamse journalist Jan Lamers, die tien jaar achtereen als rechtbankverslaggever de zittingen van mr. De Blécourt heeft bij gewoond en even zovele malen de recht bank-impressies in De Volkskrant heeft ge publiceerd. De heer Lamers heeft in „Op het matje bij de rechter" een aantal dezer impres sies samengevoegd en het was met de bes te bedoelingen dat hij het boekje als een soort huldeblijk opdroeg aan mr. De Blé court, die zoals de omslag vermeldt „mo del stond voor de hoofdpersoon in deze veel geschakeerde geschiedenis". Mr. De Blécourt die tijdens zijn ambtsperiode veel van zich heeft doen spreken vanwege zijn persoonlijke stijl ontving na verschijnen van het boekje een present-exemplaar en wat hij zovele jaren niet had gedaan na het verschijnen van de krantenstukjes waarin hij overigens niet met name ge noemd werd deed hij nu: hij toonde zich geërgerd en wenste niet gepersonifieerd te worden met de politierechter uit dit boekje. Mr. De Blécourt heeft bezwaren tegen de opdracht en het vermelden van zijn naam, onder meer op grond van het feit dat hij meent tal van in het boekje ver melde uitspraken niet te hebben gedaan. Een van deze uitspraken was: „Je hangt voor drie joetjes of zes dagen en doe het een volgende keer met je blote jatten." Niet alleen mr. De Blécourt is teleurge steld, ook de heer Lamers en voorts is de uitgeversmaatschappij allerminst in haar sas met het feit dat de 20.000 boekjes van nieuwe omslagen moeten worden voorzien waardoor de uitgave een aanzienlijke ver liespost is geworden. NEW YORK (Reuter) De UNO heeft een lijst gepubliceerd van vijftien landen, waarvan de toegezegde bijdragen in het speciale fonds voor economische ontwikke ling en het uitgebreide programma voor technische bijstand voor het jaar 1960 meer dan vier Amerikaanse cents per hoofd van de bevolking bedraagt. Zweden staat boven aan de lijst met een bijdrage van 40,8, waarna Nederland volgt met 33,6. Na Ne derland komen Noorwegen 27,7, Canada 23,4, Verenigde Staten 23, Denemarken 21,9, Zwitserland 18, Engeland 15,5, Nieuw- Zeeland 12,3, Australië 6,5, West-Duitsland 6,5, Venezuela 6,1, Frankrijk 5,9, Israel 5,2 en België 4,4. Deze 65-jarige vrouw woont in het Italiaanse plaatsje Bonaggic bij Mi laan. Zij staat ingeschreven onder de naam mevrouw Marga Boodts, doch beweert groothertogin Olga Nïkolaiev- na, de oudste dochter van wijlen tsaar Nikolaas II van Rusland te zijn. Tegen een verslaggever van een Italiaans tijdschrift zei zij in het bezit te zijn van documenten en ander bewijsmate riaal om haar beweringen te staven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 5