KAAl?-6W$?-mSi
OP EN OM HET BINNENHOF
Sociëteit wordt uitgebreid
en gemoderniseerd
Tweede Kamer vraagt nadere
inlichtingen aan de regering
VRIJDAG 12 FEBRUARI 1960
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
5
Herbouwplannen voor Minerva
Reeds een ton aan
giften bijeen
Afbetalingszwendel na
jaren ontdekt
Drie banken de dupe
Soldaat nam de vlucht
naar Italië
Dr. G. Ras wordt op
18 februari 80 jaar
ATA X-TA XI
1.2.3.4.5
Gedupeerden der Boaz-
bank krijgen 65 pet.
Nu willen ze werken
maar ze mogen niet
HAARTONICUM
't verjongt en verstevigt Uw haar!
De bestuursmaatregel op Curasao
„Thor '-basis in Engeland
Duitser vermoorde zijn
eerste èn tweede vrouw
Indonesië in 1980 mogelijk
op vier na grootste land
Oud-politierechter ergert
zich aan hem opgedragen
boekje
Zweden en Nederlanders
de hulpvaardigste volken
Dochter van de tsaar?
Drie Rotterdamse architecten zitten
thans over de tekentafels gebogen om de
sociëteit Minerva in Leiden te laten her
rijzen. Ruim twee maanden na de brand,
die het gebouw met uitzondering van par
terre en voorgevel vrijwel geheel ver
woestte, wordt een begin gemaakt met de
vormgeving van het gemoderniseerde en
aanzienlijk uitgebreide sociëteitsgebouw.
De herbouwcommissic heeft de heren ir.
J. W. C. Boks, W. Eykclenboom en A. Mid-
delhoek als architecten voor de herbouw
aangewezen. De kosten worden voor een
belangrijk deel gedekt door verzekerings
uitkeringen, maar aangezien er veel meer
op stapel staat dan alleen het herstel heeft
men ook van andere zijde belangrijke be
dragen nodig. Men hoopt deze bijeen te
kunnen brengen door bijdragen van korps
leden, reünisten en het bedrijfsleven.
Het ligt in de bedoeling de sociëteit te
herbouwen achter de behouden gebleven
gevel en met behoud van hetgeen door het
vuur gespaard is gebleven. De grote zaal
op de parterre zou in de oorspronkelijke
staat worden hersteld. Op de verdiepingen
zullen de vroegere ruimten waarschijnlijk
in uitgebreidere vorm herbouwd worden.
De gedachten gaan uit naar een grote
aparte eetzaal, naar een discotheek, doel
treffende ruimten voor diverse sub-ver
enigingen, zoals vertrekken voor de ci
neasten, verplaatsing van de keuken van
het souterrain naar boven en het vrijma
ken van het souterrain voor andere doel
einden, bijvoorbeeld voor een kegelbaan.
De collegium-kamer hoopt men in de oude
stijl te kunnen herbouwen, al zullen hierin
vele relikwieën ontbreken, welke in de
rampnacht verloren gingen.
Er is nog geen beslissing genomen over
de mensa, die thans nog elders onderdak
vindt en bediend wordt door de Minerva-
keuken. Waarschijnlijk zal de aanzienlijke
uitbreiding van Minerva plaats vinden op
de huidige binnenplaats en op de plaats
van het te slopen pand Vrouwensteeg 13,
dat thans reeds eigendom is van de so
ciëteit. Hoewel op de parterre de vroegere
sfeer gehandhaafd wordt en ook de trap in
de oude toestand bewaard blijft, zal er
overigens achter de oude gevel een mo
dern gebouw verrijzen. De architecten
zullen samenwerken met de bouwcommis
sie en de heren jhr. ir. F. E. C. Everts en
mr. H. F. van Walsem. De geldinzameling
zal zich op drie fronten afspelen. De leden
van het corps zullen zich verplichten ten
minste honderd gulden per persoon bij te
dragen. Het ligt in de bedoeling deze gel
den door werken te verdienen. Voorts zal
het studentencabaret bijdragen leveren
door het afstaan van de inkomsten van
voorstellingen op 16 en 17 februari in Pul-
chri Studio in Den Haag, op 28 en 29 fe
bruari in de schouwburg te Rotterdam-
Zuid en op 16,17 en 18 april in Diligentia in
Den Haag. Voorts zal de opbrengst van de
grammofoonplaat „Laat je zoon stude
ren" ten bate van de herbouw komen. On
der de reünisten zal een grote financiële
actie op touw worden gezet.
Vele plaatselijke reünistencomité's heb
ben reeds belangrijke resultaten geboekt.
Het bedrijfsleven zal pas benaderd worden
wanneer de bouwplannen definitieve vorm
De Hoogeveense politie stelt op het
ogenblik een onderzoek in naar een hele
serie oplichtingen gepleegd, naar zij meent,
door de 38-jarige koopman H. O. te Hooge-
veen.
Ongeveer drie jaar heeft O. zijn prak
tijken uitgeoefend, waarbij hij vooral kre
dietinstellingen zou hebben benadeeld. Het
totale bedrag beloopt enkele tienduizenden
guldens. O. is voor de officier van Justitie
te Assen geleid De man heeft in 1949 en
1953 terechtgestaan wegens oplichting. In
1957 begon hij nu met de verkoop van
goederen op afbetaling die hij aanvanke
lijk zelf financierde. In het begin liep dit
goed maar toen de betalingen minder vlot
binnenkwamen maakte hij nieuwe huur
koopcontracten op, waarbij de geleverde
goederen nu door diverse kredietinstel
lingen werden gefinancierd. Soms gebeur
de dit zonder toestemming van de huur
koper waarbij O. „voor het gemak" maar
zelf ondertekende met de naam van de
huurkoper of diens echtgenote.
Ook zou hij valse contracten opgemaakt
hebben zonder goederen te hebben ge
leverd, waarop dan door de financierings
maatschappijen geld werd verstrekt. Ver
der nam hij in overleg met de huurkopers
soms goederen over of ruilde hij deze
zonder goedkeuring of medeweten van de
financieringsmaatschappij. Zijn incasso's
verzorgde hij zelf zodat het enkele jaren
duurde voordat zijn zwendelpraktijken
werden ontdekt. Zijn werkterrein strekte
zich uit over Groningen, Friesland, Drente,
de Noordoostpolder, de kop van Overijsel,
Deventer, Den Haag en Amsterdam.
Omdat de legerdokter hem wilde inenten
tegen pokken terwijl hij wist dat dit voor
hem zeer gevaarlijk was, vluchtte een sol
daat weg uit de legerplaats te Ermelo. Hij
ging naar Italië, waar hij een maand bleef.
Toen zijn moeder hem het bewijs van de
specialist toezond, zodat hij tegenover de
legerarts zwart op wit kon bewijzen dat de
pokstof voor hem levensgevaarlijk was,
keerde hij terug naar Ermelo, waar hij
achter slot en grendel werd gezet wegens
desertie. Hij moest nu voor de krijgsraad
terechtstaan. De auditeur-militair nam het
de soldaat erg kwalijk. Hij vorderde een
maand militaire detentie. De raadsman
betoogde dat de vlucht voor deze soldaat
de enige mogelijkheid was om aan de drei
gende inenting te ontkomen. Direct toen
hij de papieren van zijn specialist in han
den had, was hij naar Nederland terugge
keerd. Nu moet hij nadienen voor de tijd
die hij is weggeweest. De raadsman vond
het redelijk, de soldaat een voorwaarde
lijke straf te geven. Het vonnis werd in
derdaad voorwaardelijk: zes weken met
een proeftijd van een jaar.
hebben gekregen en men met een maquet
te langs de Nederlandse bedrijven zal
trekken. Inmiddels zijn van vele zijden
reeds giften binnengekomen tot bijna een
ton. Van het ministerie van Financiën is de
toezegging verkregen dat tot begin vol
gend jaar vrijdom van het schenkings
recht voor bedragen boven de 2000 gulden
zal worden verleend.
Donderdag 18 februari hoopt dr. G. Ras
te Haarlem zijn tachtigste verjaardag te
vieren. Dit feit vestigt nog eens de aan
dacht op de vroegere conrector van het
Haarlemse gymnasium, die niet alleen als
kundig en veelzijdig schoolman, maar ook
als organisator, germanist en didacticus
alom in den lande bekendheid heeft ver
worven.
Dr. Ras werd te Utrecht geboren. Hij
studeerde als leerling van de bekende ger
manist prof. Frantzen aan de Universi
teit van Amsterdam, waar hij later pro
moveerde op een proefschrift over „Bör-
ne und Heine als politische Schriftsteller".
Hij was aan zeer verschillende onderwijs
inrichtingen werkzaam als leraar in de
Duitse taal en letterkunde, onder meer
aan het gymnasium en de handelsschool
te Alkmaar. Van 1917-1945 was hij docent,
later conrector aan het gymnasium te
Haarlem tijdens het rectoraat van dr. C.
Spoelder.
In deze jaren verschenen van zijn hand
onder meer een Faust-uitgave en een Hei-
ne-Buch. In samenwerking met dr. C.
Brouwer ontstonden vele bekende leer
boeken. De aanduiding „Brouwer en Ras"
werd spoedig een vast begrip bij het Duit
se onderwijs in Nederland en is dit heden
ten dage nog.
In 1936 werd hij privaat-docent aan de
Amsterdamse Universiteit in de didactiek
der Duitse taal en letterkunde, zodat ve
le docenten van nu aan hem hun prakti
sche vorming hebben te danken.
Sedert 1932 is hij lid van de Maatschap
pij der Nederlandse Letterkunde, boven
dien heeft hij jarenlang zitting gehad in
de Onderwijsraad en in verschillende exa
mencommissies.
Als bestuurslid heeft dr. Ras aandeel ge
had in plaatselijke en landelijke organisa
ties op het gebied van onderwijs en volks
ontwikkeling. Hij was onder meer mede
oprichter van de „Vereniging van Leraren
in Levende Talen" en van de Haarlemse
Volksuniversiteit.
Tussen dr. Ras en zijn leerlingen bestond
altijd een sterk contact en velen herinne
ren zich de wijze, waarop deze voortref
felijke docent hen de gedachtenwereld van
Goethes Faust wist binnen te leiden en
met welk een innerlijke bewogenheid hij
de poëzie van zijn geliefde dichters kon
voordragen. Mede dank zij de hartelijke
ontvangst door mevrouw Ras bleef de
band met vele oud-leerlingen bestendigd.
Dit is een grote voldoening voor deze le
vendige en zeer sociaal voelende figuur,
voor wie goede „human relations" een le
vensvoorwaarde vormen. Met branden
de belangstelling en ongebroken geest
kracht blijft hij actuele problemen vol
gen en staat hij met raad en daad klaar,
wanneer een beroep op hem wordt ge
daan.
Op zijn verjaardag zal dr. Ras niet
thuis zijn.
In „Erbij" van morgen zal de figuur
van dr. Ras nader worden belicht.
Advertentie
De gedupeerde spaarders van de
BOAZ-bank te Ruinerwold hebben gis
teravond in het dorpscafé van mr. Nij-
singh uit Zwolle vernomen, dat de Nuts-
spaarbank te Meppel de zaak zal overne
men en dat er direct 65 procent van het
gespaarde tegoed beschikbaar zal komen.
Met andere maatregelen, die nog geno
men zullen worden, bestaat de kans, dat
de spaarders ongeveer 80 a 85 procent van
hun spaargelden terug zullen krijgen.
11 miljoen gulden
Mr. Nijsingh, de vertrouwensman van
het bestuur van de coöperatieve BOAZ-
bank te Ruinerwold, vertelde in nuchtere
bewoordingen over de gang van zaken, na
dat de fraude van de inmiddels overleden
directeur J. Middelveld was ontdekt. Tot
nu toe was steeds een bedrag van ruim
240.000 gulden genoemd, maar mr. Nij
singh noemde nu een bedrag van 500.000
gulden, want zo zei hij, men moet de ren
ten ook mee rekenen. Er ging een zucht
door de zaal toen hij dat bedrag noemde.
Dat was ook de enige emotie die we de
hele avond hebben bemerkt. De mensen
hadden zich bij de situatie neergelegd.
De Nutsspaarbank te Meppel zal bin
nenkort enkele keren per week zitting-
houden in het kantoor van de BOAZ-
bank om de spaarders gelegenheid te ge
ven, zich over te laten schrijven. Op de li
quidatieboekjes zal 65 procent van het bij
de B.O.A.Z-bank gespaarde bedrag wor
den bijgeschreven. Daar kan men direct
over beschikken. De rest komt, naar men
hoopt, in de komende vier jaar.
Erfenis
De opbrengst van de erfenissen van de
overleden directeur en diens vrouw wordt
ges,chat op 100.000 gulden. Men zal hier
echter over moeten procederen omdat de
zoon en de dochter van de directeur hun
mondelinge toezegging weer hebben inge
trokken en nu niet willen meewerken, al
thans niet vrijwillig. Zo staan de spaar
ders voor de beslissing wat te doen. Nemen
zij het voorstel van overneming door de
Nutsspaarbank Meppel niet aan dan wordt
de BOAZ-bank gespaarde bedrag wor
men aanmerkelijk minder van het ge
spaarde tegoed terug krijgen. De verga
dering werd ook bijgewoond door mr. Dons
uit Assen, die als bewindvoerder is aan
gesteld. De andere bewindvoerder, mr.
Vermeulen uit Meppel, was onderweg een
ongeluk overkomen zodat hij niet aanwe
zig kon zijn.
Filmavond Leger des Heils. Donder
dag 18 februari houdt het Leger des Heils
in het Minerva theater in Heemstede een
filmavond. Onder meer zal worden ver
toond „In Opmars", een film over het
Leger des Heils in Nederland.
BUENOS AIRES (AFP) De Argen
tijnse havenarbeiders die drie dagen in
staking waren gegaan om kracht bij te
zetten aan eisen tot loonsverhoging, wilden
vandaag het werk hervatten. Hun werd
echter geen toegang tot de kaden ver
leend. De rederijen weigerden namelijk
hen toe te laten omdat zij „niet voldoende
zekerheid hebben, dat het werk niet weer
zal worden neergelegd". Het vakverbond
der havenarbeiders heeft thans een beroep
op de minister van Financiën Alvaro Also-
garay gedaan, om een einde te maken aan
de uitsluiting.
Advertentie
NEEM ONMIDDELLIJK
I
FIXADOZ+H
De vaste commissie in de Tweede Ka
mer voor de betrekkingen met Suriname
en de Nederlandse Antillen heeft de rege
ring nadere inlichtingen verzocht omtrent
de algemene maatregel van rijksbestuur,
welke is genomen teneinde het bestuurs-
vacuum op het eiland Curagao te beëindi
gen. Is het waar zo wordt gevraagd
dat de oppositie in de Eilandsraad van Cu-
ragao zich tot de rijksregering heeft ge
wend met het verzoek, voor het eilandge
bied nieuwe verkiezingen te doen houden?
Wat is de mening van de regering omtrent
deze stap? Voorts vraagt de commissie in-
Op drie raketbases in Engeland staan
thans 45 Amerikaanse „Thor"-raketten
gereed. Zij kunnen in een kwartier
gereed worden gemaakt voor lancering,
indien nodig met Amerikaanse kern
ladingen die in de nabijheid van de
bases onder Amerikaans beheer zijn
opgeslagen. Tegen het midden van dit
jaar zal een vierde raketbasis, ook met
vijftien Thors, in gebruik worden ge
nomen. De raketten hebben een van
tevoren vastgesteld doelgebied, en
kunnen de 2500 kilometer van hun be
reik in 17 minuten afleggen. Het be
dieningspersoneel bestaat uit een offi
cier en vier onderofficieren van de
R.A.F. De Amerikanen die toezicht
hebben op de kernladingen zijn bur
gers en militairen die bij de basis zijn
ingedeeld. Op de bijgaande foto, welke
genomen werd op de basis te Feltwell
in Norfolk waar een demonstratie voor
de pers is gehouden, wordt een „Thor"-
projectiel in lanceerpositie gebracht.
Op de voorgrond een grote tank met
voor de raket.
lichtingen over de actie van Unpoco en
over deze partij in het algemeen.
Naar aanleiding van de critiek op de al
gemene maatregel van rijksbestuur heeft
de gezaghebber van Curagao, de heer Gor-
sïra, verklaard, dat zowel de koninkrijks
als de Antilliaanse regering van oordeel
waren dat er sprake was van grove ver
waarlozing zowel van de regeling als van
het bestuur. Het niet-vaststellen van een
begroting, welke ongetwijfeld een regeling
is immers eert begroting is een eilands
verordening is reeds op zich zelf een
verwaarlozing van een regeling. De ande
re bestuursmoeilijkheden zijn voortge
vloeid uit een gebrek van vertrouwen van
de raad in het bestuurscollege,
Wanneer dus vaststaat, aldus de heer
Gorsira, dat er sprake is van grove ver
waarlozing, dan is het in de eerste plaats
de taak van de Antilliaanse regering om
ter verwezenlijking van de deugdelijkheid
van het bestuur in te grijpen. De staats
regeling echter biedt de Antilliaanse rege
ring, die krachtens het statuut de verant
woordelijkheid draagt voor verwezenlij
king van de deugdelijkheid van het be
stuur, niet het middel om zelf, of via de
Antilliaanse Staten, in te grijpen.
Het zou in strijd zijn met de verkregen
autonomie en de verantwoordelijkheid van
de Antilliaanse regering, wanneer de ko
ninkrijksregering zou hebben geweigerd
op dit verzoek onder deze omstandigheden
in te gaan. Volgens artikel 43 van het sta
tuut wordt uitdrukkelijk aangegeven, dat
het ingrijpen niet verder mag gaan dan
de omstandigheden strikt noodzakelijk
maken.
Het is volgens de heer Gorsira merk
waardig. dat men het gebruik maken van
artikel 93 van de staatsregeling als een ko
loniale ingreep kwalificeert, terwijl men
zelfs onmiddellijke verkiezingen voorstaat.
Hoe dacht men die verkiezingen te kunnen
verwezenlijken zonder toepassing van ar
tikel 93 der staatsregeling? Men kan de
koninkrijksregering nooit verwijten, dat
de ingreep te beperkt is geweest, ten hoog
ste dat deze te ver-gaande was.
KgEFELD (UPI) De officier van Jus
titie bij de rechtbank te Krefeld heeft van
daag twee parallel lopende straffen van
levenslang tuchthuis geëist tegen de 61-
jarige Ludwig Bellwinkel, wegens de
moord op zijn eerste vrouw Alma, in 1944
gepleegd, en de moord op zijn tweede echt
genote Ruth, in 1958 gepleegd.
De openbare aanklager stelde in zijn re
quisitoir dat laaghartige, primitieve mo
tieven Bellwinkel tot zijn daden hebben
gedreven. Zijn eerste vrouw moest ster
ven omdat zij in de weg stond Bellwin
kel had al relaties aangeknoopt met Ruth
en zijn tweede vrouw moest opnieuw
het veld ruimen voor drie andere vrien
dinnen.
Een psychiater had als getuige-deskun-
dige verklaard dat Bellwinkel abnormale
eisen stelde aan zijn levensgezellinnen.
Coördinatie geboden
De minister van Buitenlandse Zaken liet
in de Tweede Kamer in de aanhef van zijn
beantwoording van het debat over zijn be
groting een soort klaagzang horen. Het
buitenlands beleid is heden ten dage zeer
veelomvattend. Tal van aangelegenheden
die zich op internationaal gebied voor
doen vallen ten slotte onder de verant
woordelijkheid van degene die aan het
hoofd staat van het departement van Bui
tenlandse Zaken, maar hij kan die verant
woordelijkheid niet of althans niet voldoen
de dragen wanneer dan eens déze dan
weer géne tak van overheidsdienst of ge-
zagsfunctionaris zijn eigen gang gaat zon
der uiteindelijk genoeg en tijdig de be
windsman op het Plein in staat te stellen
een bepaald doen of laten voor zijn reke
ning te nemen.
Terwijl hij op dit stramien voortbor
duurde vielen er in de stem van minister
Luns steeds droevere klanken te beluiste
ren. „Hij kan het blijkbaar niet meer aan"
hoorde ik al fluisteren en een andere toe
hoorder meende uit dit gedeelte van 's mi
nisters betoog te moeten opmaken dat hij,
monderling, een advertentie plaatste van
ongeveer de volgende inhoud: „Wim
(Beyen), kom terug. Alles vergeten en ver
geven. Ik kan het niet verder in mijn een
tje." Inmiddels is mij bij nadere informa
tie te bevoegder plaatse gebleken dat de
genen, die dit uit de klaagzang hadden op
gemaakt, de minister bepaald hadden mis
verstaan. Vermoedelijk was de oorzaak
hierin gelegen dat het desbetreffende ge
deelte van de rede niet voldoende in duide
lijke taal was gesteld. Er bestond bv. ook
niet de minste reden om, gelijk gebeurde,
te schermen met woorden als kwesties
van bestuurswetenschappelijke aard.
Kort samengevat herinnerde de minis
ter er aan dat, ook al doen er zich tal van
zaken voor, waarbij andere ministers
t.a.v. bemoeiingen op internationaal ter
rein zeer zeker nauw betrokken zijn, die
ministers en de onder hen staande instan
ties er zich rekenschap van hebben te ge
ven, dat er steeds zo iets dient te zijn als
één buitenlands beleid, waarvoor de aan
sprakelijke figuur de minister van Buiten
landse zaken is. Het komt er dus op aan
te zorgen voor deugdelijke coördinatie. Die
is geboden. En voor zover het daaraan
soms op andere departementen of elders
wat mocht schorten, behoeft de minister
van Buitenlandse Zaken zowel in als bui
ten de ministerraad de krachtige coördine
rende medewerking van de minister-pre
sident. Indien er al reden mocht bestaan
voor het werken met een advertentie, dan
zou de 1 orte inhoud daarvan kunnen lui
den: „Een coördinerende minister-presi
dent gezocht." Overigens spreekt het van
zelf, dat allereerst de leider van Buiten
landse Zaken zelf er alles op moet zetten,
dat de coördinatie niet in het gedrang ko-
me.
Maar wanneer ik dit opmerk, verkon
dig ik daarmee geenszins enige nieuwe
wijsheid, evenmin als die trouwens aan
wezig was in de hier vermelde klaagzang.
Men behoeft er bv. het in menig opzicht
voortreffelijke, in 1950 onder het minister
schap van mr. Stikker verschenen rap
port „Organisatie en reorganisatie van
het departement van Buitenlandse Zaken"
maar op na te slaan, om te zien dat in
dat boekwerk op tal van plaatsen zeer dui
delijk werd aangegeven, dat en waaróm
men alle krachten met het oog op deugde
lijke coördinatie dient in te spannen. In
aanmerkelijke mate is daarmee vervol
gens ook rekening gehouden bij de ver
wezenlijking van heel wat reorganisatori-
sche maatregelen van en in verband met
het departement van Buitenlandse Zaken.
De ministers, functionarissen, organen
enz., die van tijd tot tijd blijk geven van
te grote eigengereidheid of van een tekort
aan besef, dat één de minister van Bui
tenlandse Zaken ten slotte voor al wat
er geschiedt op het gebied van Nederlands
internationaal beleid verantwoordelijk is,
zullen misschien nog het meeste kunnen
leren door zich te verdiepen in het hier
genoemde rapport. En natuurlijk zou de
minister-president er eveneens goed aan
doen het rapport van Stikker te bestude
ren.
Ons buitenlands beleid
Dat het veld, waarop minister Luns zich
met zijn medewerkers te bewegen heeft,
wijd van omvang is heeft hij jl. dinsdag
nog eens heel duidelijk laten zien. Gelijk
hij er eveneens in slaagde om op zeer ge
lukkige wijze aan te tonen hoezeer, in het
algemeen genomen, het verwijt van dr.
Patijn (P.v.d.A.), als zou de minister te
veel doen aan een soort incidentele belan-
genpolitiek, dus aan het ijveren om be
paalde Nederlandse belangen op korte ter
mijn te behartigen, in werkelijkheid on
gegrond is. Vooral werd nog eens glashel
der belicht de innerlijke samenhang van
het buitenlands beleid van ons land, zoals
dit gevoerd wordt.
Terecht betoogde minister Luns dat wij
nu eenmaal meer moeten doen dan gela
ten afwachten wat men met ons voorheeft.
Telkens en telkens weer kwam hij met
zeer sprekende bewijzen voor de dag, dat
de heer Patijn er naast was met zijn cri
tiek, alsof we ons in hoofdzaak bepalen tot
een te enghartige en kortzichte politiek
van te trachten hier en daar een wellicht
op een bepaald ogenblik een of ander
eigen belang dienend succes te boeken.
Nieuw-Guinea
Daarentegen kon ik de beschouwingen,
dienend om tegenover die afgevaardigde
volharding bij het tegenwoordige beleid
inzake Nederlands Nieuw-Guinea te be
pleiten, bepaald niet sterk vinden. Al te
zeer minimaliseerde mr. Luns de last,
welke op ons ingevolge dat beleid zou
drukken. Evenmin kwam mij, juist wat be
treft een politiek die op de verdere toe
komst gericht is, bijzonder indrukwek
kend voor de bewering, dat de kosten door
de schatkist besteed aan dat gebiedsdeel
nog minder dan 1 pet. van de Rijksbegro
ting uitmaken. Er zou alleen maar een
Nieuw-Guinea-vraagstuk bestaan tenge
volge van Indonesië's eis om Nieuw-Gui
nea onder zich te krijgen. Dit is zelfs vol
slagen in strijd met hetgeen er in de man
telovereenkomst ter gelegenheid van de
soevereiniteitsoverdracht van de rest van
Nederlands-Indië aan Indonesië is vast
gesteld. Daarin toch staat, dat er t.o.v.
Nieuw-Guinea tussen Nederland en Indo
nesië een niet opgelost geschil is. Welnu,
dat geschil is ook thans nog niet opgelost.
Welke gegronde grieven er helaas tegen
heel wat gedragingen van het bewind in
Djakarta ook aan te voeren zijn, dat al
les doet niets af aan het feit dat men in
zake Nieuw-Guinea met een nu al sinds
elf jaar bestaand geschil te maken heeft.
Nadat minister Luns eerst kenbaar had
gemaakt dat zijns inziens waarschijnlijk
de organisatie der Verenigde Naties niets
zal voelen voor een onderTbeheer-stellen
van Nieuw-Guinea, liet hij erop volgen dat
het bovendien nog de vraag is of de Al
gemene Vergadering wel bereid zal zijn
het trustschapsbeheer, zoals dr. Patijn
dat had aanbevolen, aan Nederland op te
dragen. Wat zou onze houding moeten zijn,
als genoemd internationaal orgaan dat
niet deed doch het eventueel aan Indone
sië zou opdragen? Mij dunkt, met het stel
len van die vraag werd meteen verra
den dat en waarom de regering het niet
aandurft, een onder trustschapsbeheer
plaatsen zelf te opperen. Zij is bang het
dan wel eens te kunnen verliezen. Daar
in nu kan ik moeilijk veel anders zien dan
een tekort aan bereidheid om langs in
ternationale weg een mogelijk eind aan
het onopgeloste geschil gemaakt te krij
gen.
Wij en Amerika
De door de Kamer eenstemmig aange
nomen motie, getuigend van verontwaar
diging over de houding van de Verenigde
Staten inzake het verzoek om landings
rechten voor de K.L.M. te Los Angeles
was uit gevoelsoverwegingen heel begrij
pelijk. Nu wij echter menen alleszins re
den te hebben voor boosheid jegens de he
ren in Washington, valt in zulk een Ka
meruitspraak, nuchter beschouwd, niet
veel meer te zien dan een gebaar, waar
van te duchten is dat het op de bevoegde
instanties in het land van Oom Sam
slechts betrekkelijk weinig indruk zal ma
ken.
Daarentegen zou bepaald méér indruk
maken als wij onze ambassadeur uit de
Verenigde Staten zouden terugroepen. Een
dergelijke stap zou op zichzelf, zeker na
wat men tegenover ons gedaan heeft, op
zijn plaats zijn. En nog doeltreffender zou
het wezen, als onze regering daadwerke
lijk zou tonen, niet al te slaafs naar het
pijpen van de grote bondgenoot te willen
dansen. In dit verband is trouwens reeds
de vraag gesteld, of het wel van goed be
leid heeft getuigd, dat de beslissing tot
aankoop in Amerika van een aantal Star-
fighters genomen en bekend gemaakt is.
vóórdat Washington op de aanvrage van
de K.L.Mafwijzend had beslist.
Verstandige toegevingen
Om niet al te somber te eindigen
moge ik ten slotte vaststellen dat de mi
nister van Buitenlandse Zaken er verstan
dig aan gedaan heeft in drieërlei opzicht
aan wensen, die in het debat tot uiting
waren gekomen, gevolg te geven. Me
vrouw Stoffels-Van Haaften heeft zodoen
de bereikt dat er een eind komt aan de
verouderde bepaling, waardoor op trouwen
van vrouwelijke ambtenaren van onze bui
tenlandse dienst de straf van ontslag staat.
Verder kwam de minister tegemoet aan
het verlangen van vrijwel de gehele Ka
mer om voor 1960 het bedrag ten behoeve
van steun aan onderontwikkelde gebieden
te verhogen, terwijl hij ook nog aller drin
gend verzoek kon inwilligen om de sub
sidie voor de Europese Beweging in Ne
derland aanmerkelijk groter te maken.
Dr. E. van Raalte
NEW YORK (UPI) Blijkens een door
de UNO uitgevoerde studie zal de bevol
king van Indonesië tegen 1980 misschien
groter zijn dan die van Japan. Indonesië
zou dan, gerekend naar grootte der bevol
king, het op vier na grootste land ter
wereld zijn, na China, India, Rusland en
de Verenigde Staten.
In 1950 telde Indonesië 75 miljoen zielen.
Thans wordt de bevolking op 90.700.000
geschat en variëren de schattingen voor
1980 tussen 138.500.000 en 159.700.000.
In Japan zijn de bevolkingstendensen
uniek vergeleken met andere Aziatische
landen. Tegen het eind van de tweede
wereldoorlog daalde het geboortecijfer
sterk. In 1947 en 1948 was er een hausse
in geboorten en een daling van het sterfte
cijfer. Na 1948 bleven de sterfte- en ge
boortecijfers gestaag dalen. In 1957 was
het geboortecijfer de helft van dat van
1947. Verwacht wordt dat de Japanse be
volking zal toenemen van 89.275.000 in
1955 tot 102.729.000 in 1975.
De bevolking van Pakistan, die in 1951
76 miljoen was, zal in 1981 tussen de 145
en 170 miljoen zijn.
Het boekje „Op het matje bij de politie
rechter" is niet meer bij de boekhandel
verkrijgbaar. De uitgeversmaatschappij
Elsevier heeft donderdag de boekhandela
ren verzocht de reeds in hun winkels uit
gestalde exemplaren van dit onlangs ver
schenen pocketboek onverwijld terug te
zenden, omdat de gepensioneerde Amster
damse politierechter mr. L. de Blécourt,
zich aan de aan hem gewijde opdracht ge
ërgerd heeft.
De schrijver van het boekje is de Am
sterdamse journalist Jan Lamers, die tien
jaar achtereen als rechtbankverslaggever
de zittingen van mr. De Blécourt heeft bij
gewoond en even zovele malen de recht
bank-impressies in De Volkskrant heeft ge
publiceerd.
De heer Lamers heeft in „Op het matje
bij de rechter" een aantal dezer impres
sies samengevoegd en het was met de bes
te bedoelingen dat hij het boekje als een
soort huldeblijk opdroeg aan mr. De Blé
court, die zoals de omslag vermeldt „mo
del stond voor de hoofdpersoon in deze
veel geschakeerde geschiedenis". Mr. De
Blécourt die tijdens zijn ambtsperiode veel
van zich heeft doen spreken vanwege zijn
persoonlijke stijl ontving na verschijnen
van het boekje een present-exemplaar en
wat hij zovele jaren niet had gedaan na
het verschijnen van de krantenstukjes
waarin hij overigens niet met name ge
noemd werd deed hij nu: hij toonde zich
geërgerd en wenste niet gepersonifieerd
te worden met de politierechter uit dit
boekje.
Mr. De Blécourt heeft bezwaren tegen
de opdracht en het vermelden van zijn
naam, onder meer op grond van het feit
dat hij meent tal van in het boekje ver
melde uitspraken niet te hebben gedaan.
Een van deze uitspraken was: „Je hangt
voor drie joetjes of zes dagen en doe het
een volgende keer met je blote jatten."
Niet alleen mr. De Blécourt is teleurge
steld, ook de heer Lamers en voorts is de
uitgeversmaatschappij allerminst in haar
sas met het feit dat de 20.000 boekjes van
nieuwe omslagen moeten worden voorzien
waardoor de uitgave een aanzienlijke ver
liespost is geworden.
NEW YORK (Reuter) De UNO heeft
een lijst gepubliceerd van vijftien landen,
waarvan de toegezegde bijdragen in het
speciale fonds voor economische ontwikke
ling en het uitgebreide programma voor
technische bijstand voor het jaar 1960 meer
dan vier Amerikaanse cents per hoofd van
de bevolking bedraagt. Zweden staat boven
aan de lijst met een bijdrage van 40,8,
waarna Nederland volgt met 33,6. Na Ne
derland komen Noorwegen 27,7, Canada
23,4, Verenigde Staten 23, Denemarken
21,9, Zwitserland 18, Engeland 15,5, Nieuw-
Zeeland 12,3, Australië 6,5, West-Duitsland
6,5, Venezuela 6,1, Frankrijk 5,9, Israel 5,2
en België 4,4.
Deze 65-jarige vrouw woont in het
Italiaanse plaatsje Bonaggic bij Mi
laan. Zij staat ingeschreven onder de
naam mevrouw Marga Boodts, doch
beweert groothertogin Olga Nïkolaiev-
na, de oudste dochter van wijlen tsaar
Nikolaas II van Rusland te zijn. Tegen
een verslaggever van een Italiaans
tijdschrift zei zij in het bezit te zijn
van documenten en ander bewijsmate
riaal om haar beweringen te staven.