Toonkunstorkest met jonge solisten in Concertgebouw Twee zeer belangrijke orkestconcerten NEDERLANDSE OPERA MET WAARDIGE REPRISE VAN BRITTEN'S „PETER GRIMES JtiieTuui RH Jean Cocteau vertoonde zijn film „Testament van Orpheus" Politiepersoneel wil overleg over de salarissen Nederlander door lawine bedolven ZATERDAG 20 FEBRUARI 1960 4 Naakttekening van Cees Bantzinger wekt opspraak Overkoepelende stichting in Nijmegen Expositie „Jonge kunst" in Eindhoven Utrechtse studenten spelen „Le cavalier seul" Expositie werkers van Reyers in Arnhem Hoofdambtenaar bij ministerie geschorst Voor goodo om duurxomo floor on EDELHOUT vloeren P. Ztvaanswijk Nederlands auteur beschuldigd van plagiaat Pleidooi voor Zwolle als universiteitsstad Vliegveld Zuid-Limburg wordt uitgebreid Carrousel van gefantaseerde scenes VIJF JAAR GELEDEN wist Alexander Krannhals, destijds chef-dirigent van de Nederlandse Opera, met de creatie van Benjamin Britten's „Peter Grimes" een belangrijke daad te stellen. Tezamen met de regisseur Friedrich Schramm bereikte hij een ensemble met de voorhanden krachtendat een fascinerende indruk van levende realiteit waarborgde. Dit epos van de zee en van de roddelende gemeenschap van een vissersplaats, die een zonderling plaatsgenoot de dood injaagt, ts geen opera welke om het succes van aria's zingende sterren bedelt, maar een samenstel van psychologische motieven, die, als een leg kaart in elkaar passend, de dorpsmenigte als geheel schetsen in de zilte sfeer van de nabije zee. Enkele lyrische motieven zorgen, als in gelaste cantilenen, wel is waar voor rust punten, en typische gezelschapszangen onderbreken nu en dan de vaart van het spel, zodat er aan contrastwerking geen tekort is, maar de mozaiek van menselijke drijfveren, die dan hoofdzakelijk van kleinmenselijke aard zijn, biedt geen stof voor afgeronde vocale vormen. En toch zit deze opera, die in effectieve zin een „mu- ziek-drama" is, overvol van lyrische kracht, welke haar spanningen over het grote complex van vocale en instrumen tale krachten uitspreidt. Het is dan de instrumentale vormkracht die de eenheid tot stand brengt. Wat Krannhals vijf jaar geleden met succes aan samenwerking wist tot stand te brengen in deze zo moeilijk te reali seren opera, heeft men nu nog eens ge tracht te herhalen. Het is de Nederlandse Opera gelukt er Krannhals voor naar Ne derland te krijgen en tevens het werk te bezetten met, op weinige uitzonderingen na. dezelfde rolverdeling der premiere, waarvan hiervoren sprake. Vrijdagavond ging men aldus met de „Peter Grimes in de hoofdstelijke Stadsschouwburg in zee Frans Vroons vertolkte andermaal de hoofdrol. Het is de sterkste creatie die ik ooit van hem gezien en gehoord heb: ae wijze waarop hij zijn stemmiddelen weet aan te wenden, om de verruwde en toch innerlijk voor tedere gevoelens vatbare Grimes" gestalte te geven, blijven steeds mijn bewondering wekken, wat niet min der het geval is betreffende zijn speei- talent. De evolutie van de door roddel praat geplaagde, opgejaagde en in 't nauw gedreven zonderling weet Vroons, tot net tragische einde toe niet alleen te geven, maar sterk beeldend waar te maken. IK acht het een interpretatie op hoog artistiek niveau. Zijn tegenspeelster, de Engelse zangeres Patricia Hyde Thomas, in de rol van de mild begrijpende Ellen, maakte mede een voortreffelijke indruk met haar ingetogen spel en mooi dragende stern- middelen. Het was tevens een genot de bariton Casper Broecheler weer te zien in de rol van kapitein Balstrode, hoewel het mij voorkwam dat hij deze keer niet vol maakt gedisponeerd was om de prachtige kern van zijn stem volop te laten gelden, wat niet wegneemt dat dit nobele geluid toch altijd het karakter van de uit te beelden figuut; treffend kleurt. Ook Jo van de Meent hebben wij graag weer ontmdet als de herbergierster. Nelly Burbach en Gerry Groot fungeerden gepast als de beide „nichtjes" en Lidy van Veen zagen wij ook terug in haar goed getypeerde creatie van de hysterische babbelkous me vrouw Sedley. Ook Chris Reumer, Guus Hoekman, Paolo Gorin en Gee Smith ga ven als voorheen hun beste krachten aan hun markante partijen. Van Chris Reumer (als de Methodist) en van Guus Hoekman (als de rechter) meen ik te mogen opmer ken dat hun stem opvallend aan klank capaciteit gewonnen heeft. Arjan Blanken bezorgde een voortreffelijke typering van de Dominee. Kunstenaar gedagvaard Van onze Amsterdamse redacteur) De in Ouderkerk aan de Amstel wonen de tekenaar Cees Bantzinger zal 24 februa ri voor de Amsterdamse kantonrechter moeten verschijnen wegens het etaleren van een vrouwelijk naakt, dat volgens de dagvaarding de zinnelijkheid van de jeugd zou hebben kunnen prikkelen. De heer Bantzinger woont sinds enkele jaren in Ouderkerk, waar hij bij zijn wo ning een expositieruimte heeft. Voor het raam van deze ruimte hangen altijd enige tekeningen, meestal naakten. Enige maan den geleden hadden enkele vrouwelijke dorpsbewoners bezwaar gemaakt tegen zo'n naakt, een overigens zeer decente te kening. Een der dames verklaarde, dat haar zoontje de tekening thuis had nage maakt De politie heeft daarop foto's van de ge wraakte tekening gemaakt en deze voor gelegd aan de commissie ter bestrijding van de pornografie. De secretaris zou aan vankelijk van mening zijn geweest dat pu- blikatie van de tekening niet strafbaar zou zijn. De justitie schijnt een andere mening te zijn toegedaan getuige de dagvaarding. De gemeente Nijmegen heeft thans de beschikking gekregen over alle aandelen (in totaal 315) van het concertgebouw „De vereeniging" te Nijmegen. De gemeente zal nu uitvoering kunnen geven aan haar plan een overkoepelende stichting op te richten, waarin het concertgebouw „De vereeniging" en de toekomstige schouw burg van Nijmegen zullen worden opge nomen. Van 20 februari tot 28 maart wordt in liet Van Abbe museum te Eindhoven een tentoonstelling gehouden van „Jonge Kunst" uit de verzameling van de Brus selse collectioneur Dotremont. De expositie omvat circa 90 nummers, merendeels abstracte schilderwerken van kunstenaars uit Europa en Amerika. Onder meer zijn er werken van de Ame rikaan Mark Tobey en de Spanjaard A. Tapies. In de collectie bevinden zich ook schil der: jn van de Nederlandse kunstschilders Karei Appel, Corneille en Bram van der Velde. En dan was er de omvangrijke en aarts- moeilijke rol van het koor, die zowel spel- technisch als zuiver vocaal respect af dwong, wat niet wegneemt dat het en semble van de canon in zeven-kwarts- maat wel een beetje uit het spoor liep. Maar wat Britten daar eist is niets minder dan een hachelijk proefstuk. Het orkest kan in deze opera behoorlijk aan zijn trekken komen de prachtige tussenspelen vormen een symfonisch werk op zichzelf en trouwens speelt het in strumentale ensemble in het muziekdrama een hoofdrol, die enerzijds de natuurkracht van de lokkende en dreigende zee uitbeeldt. Dirigent Alexander Krannhals heeft met de vocale en instrumentale krachten van de Nederlandse Opera zijn slag weer thuis gehaald en andermaal de superieure be tekenis van Britten's „Peter Grimes" waar dig belicht. Jos. de Klerk Het anno 1955 in druk verschenen, maar tot nu toe nimmer opgevoerde toneelstuk „Le cavalier seul" van Jacques Audiberti heeft gisteren in de Utrechtse Stads schouwburg zijn wereldpremière beleefd: het werd opgevoerd door het Utrechts Studenten Toneel, onder de regie van André van den Heuvel, in de vertaling van mevrouw J. A. de Lange-Audiberti. Audiberti, die destijds te Parijs met zijn stuk „Le mal court" een groot succes be haalde, is buiten Frankrijk weinig bekend Zijn spel „l'Effet Glapion" zal vermoede lijk het volgend seizoen worden gespeeld door het Rotterdams Toneel. Wat „Le cavalier seul" betreft, dit dichterlijke werk zou men kunnen beschouwen als een soort hedendaags „spel van sinnen". Al situeert de auteur de symbolische han deling in de wereld van de eerste kruis tocht (1096-1099) het kernthema dat van de daadkrachtige eenling, die ondanks al zijn dapperheid nochtans de moed mist tot het „avontuur" van de smartelijke een zaamheid van de lijdende Christus is van een blijvende actualiteit. Zijn ernstige gedachtenondergrond belette de schrijver intussen niet in speelse schetsen van de historische sfeer en in bepaalde „mense lijke" trekjes blijk te geven van een intel ligent gevoel voor humor. Dat dit in de voorstelling niet altijd even duidelijk tot uiting kwam en dat sommige serieus be doelde passages wel eens onbedoeld grap pig uitvielen, mag. gelet op de moeilijkheid van dit stuk (dat het beroepstoneel tot dusver nooit heeft aangedurfd!) de ama teurspelers van het U.S.T. niet al te zwaar worden aangerekend en zeker niet in het geval van een première. Men kon dan ook vaststellen dat de opvoering naarmate zij vorderde aan overtuigingskracht won en tegen het slot duidelijk een climax be reikte. Advertentie maand tampons het vertrouwde merk geen verband - geen gordel. Veilig - hygiënisch. 10 tampons f. 1.20 Zonder Inbreng systeem f.L- Bm Van 27 februari tot en met 10 april zal in het gemeentemuseum Arnhem een ten toonstelling worden ingericht van het com plete oeuvre van de in 1958 overleden beeldhouwer Willem Reijers. De opening zal plaats vinden op zaterdagmiddag 27 februari, waarbij de beeldhouwer en cri ticus Marius van Beek een inleidend woord zal spreken. Tegelijk met deze tentoonstelling ver schijnt een aan Reijers gewijde monogra fie, rijk geïllustreerd en met bijdragen van de hand van o.m. Ossip Zadkine, A. Roland Holst, Kees Doelman, Lucebert en Marius van Beek. Deze uitgave kon verschijnen dank zij subsidies van het ministerie van O., K. en W. en het Prins Bernhard Fonds. Zij zal tevens dienst doen als tentoonstellings catalogus. Het hoofd van de Directie Faunabeheer van het ministerie van Landbouw en Vis serij. W. J. S., is uit zün functie geschorst in afwachting van de resultaten van een door een speciale commissie in te stellen onderzoek. Vorig jaar heeft de toenmalige minister van Landbouw reeds een intern onderzoek ingesteld. Dit leidde echter niet tot disci plinaire maatregelen. Inmiddels heeft een adviescommissie- hertenreservaten onder voorzitterschap van de Commissaris der Koningin in Gel derland. rapport uitgebracht over het wild- beheer op de Veluwe. Advertentie HAARLEM ZUISTRAA1 9b T£lir.20340 DE LEDEN van het orkest, dat onder auspiciën van de Haarlemse afdeling van de Maatschappij tot bevordering der Toonkunst gevormd werd kortweg Toonkunst-orkest genoemd zijn on getwijfeld met vreugde aan de instudering van het programma begonnen, dat zijn dirigent Marinus Adam voor het eerste concert van het orkest in dit jaar bestemd had. Fraaie muziek van Jean Philippe Rameau: een menuet uit „Platée" en een musette uit „Fêtes d'Hebe" waren hierin opgenomen en voorts twee interessante stukken van Paul Hindemith en Oud- Nederlandse dansen met onvervalst Fran se benamingen als Braule de Bourgogne, Gaillard la Brune en Bergerette les gran- des douleurs in bewerkingen van Julius Röntgen. Deze dansen getuigen van een artistieke infiltratie, waarover zelfs de felste chauvinist zich, zo hij muzikaal is, moet verheugen. Zij betekenden een ver rijking van het Nederlandse muziekleven vanaf de 16de of de 17de eeuw en op het concert van het Toonkunst-orkest, dat vrijdagavond in de gemeentelijke Concert zaal werd gegeven, konden zij, mede door de uitvoeringen, tot de hoogtepunten gaan behoren. Uit dezelfde muzikale bodem ontsproten ook Rameau's menuet en musette en zij bewezen hun afkomst met de edele melo dieën, de pure schoonheid der harmonieën en de klare instrumentale timbres, waarbij die van de houten baasinstrumenten bij de beheerste vertolkingen bijzonder frappant waren. Voor de uitvoeringen van de composities van Hindemith, als representant van een nieuwere cultuur-periode, door de strijkers van het orkest kon men eveneens veel waardering hebben. Het Toonkunst-orkest had op deze avond niet een exclusief zelfstandige taak. Het verzorgde, eveneens onder de beproefde leiding van Marinus Adam, de begelei dingen van twee pianoconcerten, waarvan leerlingen van de muziekschool het eerste deel ten gehore brachten. Van een leer linge van de pianoleraar Peter de Kleer hoorde men een vlotte, degelijke, pittige en door goede dynamiek opvallende voor dracht van het eerste deel van het Kla vierconcert in A van Karl Ditters von Dittersdorf. Het eerste deel van Mozarts Pianoconcert in d (K.V. 466) werd met bijzondere technische beheersing en gaaf gespeeld door een leerling van de lerares Bets Nederkoorn. Beide pianisten konden Marinus Adam en het orkest terecht dank baar zijn voor hun steun. MUZIKALE VARIATIE was er genoeg op dit concert. Allereerst werd zij ge bracht door een leerling van de orgel leraar Aat Broersen, die een van de Kleine Preludes en Fuga's voor orgel van Bach zeer verdienstelijk liet klinken. Bij zondere violistische aanleg toonde een leerling van de leraar Fr. Althuizen, toen hij met natuurlijke zwier en heldere, volle toon een deel van het vioolconcert in G van Antonio Vivaldi vertolkte. Twee trompetleerlingen van de leraar Voor de volgende week heeft het „Noordhollands Philharmonisch Orkest", benevens zijn abonnementsconcert ran vrijdagavond, op zijn programma ook een buitengewoon concert, dinsdagavond te geven door het befaamde „London Symphony Orchestra", dat, onder auspiciën van „The British Council" een tournee door Nederland maakt, en in dezelfde week ook zal optreden te Amsterdam, Scheveningen, Rotterdam en Amersfoort. Het mag wel een bijzondere gelegenheid heten dit vermaarde drieën- negentig leden tellende orkest, dat velen kennen en waarderen via de B.B.C. en van talloze grammofoonopnamen, in de Haarlemse Concertzaal te kunnen beluisteren. Het „London Symphony Orchestra", dat steeds gedirigeerd wordt door een dirigent, door de orkestleden zelf gekozen (welke eer meermalen te beurt viel aan Mengelberg en Van Beinum) speelt op deze tournee onder leiding van de drieëndertig-jarige Colin Davis, die in korte tijd de reputatie verwierf een der meest begaafde Engelse diri genten te zijn sinds Beecham. J. v. d. Beek speelden vaardig een Duet van Fr. Duvernoy en verrassend goed was doorgaans de indruk, die drie klarinet leerlingen van Ru Otto maakten met een uitvoering van een kleine suite van Hon gaarse volkslied-bewerkingen. Blaasinstrumenten, de hoorn, hobo, fa got en de klarinet maakten met de piano deel uit van het kwintet, gevormd door leerlingen van een samenspelklasse van Bets Nederkoorn, dat in verschillende op zichten al heel verdienstelijk twee delen uit het kwintet voor deze bezetting van W. A. Mozart speelden. Een uitstekende vertolking, getuigend van virtuoze beheersing, gaf een leerling van Piet Vincent van een Concert-etude van J. Pierné, waarbij de innemende ly riek een weldadig contrast vormde tegen over de werveling van de sprankelende tonen-vaart. Aan het slot van het concert kreeg het Toonkunst-orkest wederom een belang rijke taak. Het werkte mede aan de, op het Credo na, integrale uitvoering van de Krönungsmesse (K.V. 317) van W. A. Mo zart door het Toonkunst-kamerkoor, met medewerking van twee leerlingen van Jo Vincent, de tenor J. Bodegraven en de bas J. W. Kaspers. De dirigent Jan Laarveld leidde deze uitvoering, die buitengewoon veel vol doening vermocht te geven. Het koor zong zeer beheerst, met mooie, waar nodig treffend genuanceerde klank, in een zo goed mogelijke stemmenverhou ding onder de ritmisch-pittige, vaste di rectie van Jan Laarveld, die ook het Toonkunst-orkest tot een knappe prestatie bracht, de prachtige muziek van deze mis. Helder klonk hierbij de warm getim- breerde stem van de sopraan-soliste en de donkere tint van de alt. Ook over de zang van de tenor en de bas kon men tevreden zijn. Langdurige, opgetogen bijval was een verdiende beloning voor deze geslaagde uitvoering. (Speciale berichtgeving) De juridische vertegenwoordiger van de Franse schrijfster Frangoise Sagan en haar Parijse uitgever Juliard heeft de schrijver Theodore Denessen uit Tegelen, thans woonachtig te Parijs en zijn uitgever tegen 28 april voor de civiele kamer van de Utrechtse rechtbank gedagvaard op be schuldiging van het plegen van grof pla giaat. Denessen heeft onder de naam Mei d'Orval bij de uitgeverij A. W. Bruna en Zn. n.v. een roman het licht doen zien getiteld „Als het morgenkrieken". Fran goise Sagan en haar uitgever beschuldigen Denessen ervan een gedeelte uit „Un cer tain sourire" voor dit Nederlandse boek te hebben gebruikt. Zij vragen een schade vergoeding van 12.000. De auteur De nessen zou voornemens zijn een aa'hklacht wegens smaad irj te dienen tegeij' zijn be schuldigers. Als solist op het concert van dinsdag werkt mee de fameuze pianist Nikita Magaloff, wiens machtige vertolking van het Concert van Tsjaikowsky bij het Noordhollands Philharmonisch Orkest nog fris in het geheugen ligt. Ditkeer zal men hem kunnen horen in hrVierde Concert van Beethoven. De overige programma nummers zijn: de „Sinfonia da Requiem" van Benjamin Britten, de „Vijfde Sym- phonie" van William Boyce en de „Sym- phonie in drie delen" van Strawinsky; drie werken waarvoor een beknopte voor bespreking, naar wij vermoeden, niet on dienstig zal zijn. De ongemeen vlotte en in allerlei genres trefzekere Britten, wiens verrassende op gang na de Tweede Wereldoorlog vooral te danken was aan het schijnbaar onpro blematische van zijn muziek, schreef zijn „Sinfonia da Requiem" in 1940. Het was een van zijn eerste grote werken voor orkest en het is duide ijk. dat het geïnspi reerd werd door de tragiek van het oor logsgebeuren. De drie delen waaruit de symphonie bestaat dragen ieder een titel ontleend aan de dodenmis: „Lacrimosa", „Dies irae" en „Requiem aeternam". De weeklachten van het eerste deel, groeien in het middendeel tot angstige schrik beelden en demonische spanningen, die dan in de finale verebben tot een troost rijke nazang, een bede voor eeuwige rust. Men denke zich dit alles in een orches- tratiekunst die voor de jonge meester geen geheimen bezit, tenzij die van zijn onbewuste ingevingen, die dan treffende vondsten kunnen zijn. De Symphonie van Boyce (17101779) stelt geen problemen. Boyce was een zo goed als vergeten componist, toen de diri gent-musicoloog Constant Lambert van hem acht symfonieën ontdekte in het Britse Museum, die stuk voor stuk wer ken van waarde bleken te zijn, net zoals de zes orgelconcerten van Arne, die Al- bert de Klerk in hetzelfde Britse Museum (of „maesoleum") vond en weer tot leven wekte en die binnenkort in de Baren- reiter-editie zullen verschijnen. Deze pa rallel dringt zich op, omdat Boyce en Arne tijdgenoten waren, die de Engelse muziek vanuit de Handel-periode overbrugden naar de „empfindsame" stijl en daarin, blijkens het oordeel van de gezaghebbende historicus Charles Burne: veel voortreffe lijks bereikten. Ten slotte dirigeert Colin Davis dus de „Symphonie in drie delen" van Strawins ky, geschreven in 1945. Dit jaartal van ontstaan spreekt bij deze staag evolueren de componist uiteraard een rol van be tekenis. Na ziin eerste periode, welke tot 1918 loopt en die men ia aanvankelijke weerstand heeft leren hoogschatten, heeft minder geestdrift gewekt en sprak men zelfs van steriliteit, tot in 1930 een ver menging van beide stijlen met de „Psal- mensymphonie" baan brak. Ook van de Symphonie uit 1945 wordt gezegd dat de meest direct aansprekende fragmenten herinneringen oproepen aan Strawinsky's eerste werken. Overig ns geldt het hier een compositie zonder programmatische inslag. Uit een en ander van deze inleidende bespreking, kan men de gevolgtrekking maken dat het „London Symphony Or chestra" er op dit toernee-concert blijk baar naar streeft de veelzijdigheid van zijn capaciteiten te laten blijken en het publiek te laten genieten van een geva rieerd programma, dat zich naar veler smaken richt. Het N.Ph.O. brengt daarna vrijdag aan staande eveneens een programma dat een voorbeschouwing overwaard is. Voor de „Onvoltooide Symphonie" van Schubert zal zulks wel overbodig zijn en voor de Sere nade in D (K.V. 203) van Mozart niet vol strekt nodig. De twee overige composities, waarmee dirigent Henri Arends ons mu- ziekbesef in voortschrijdende zin wil trachten te verrijken, namelijk de cantate „Das Augenlicht" van Anton Webern (1883- 1945) en Corale e Aria „in Memoriam" van Mario Peragallo (1910mogen, om effec tief te werken, wel eventjes vooraf onder de loep genomen worden. Dti zal trouwens op de concertavond zelve ook plaats vinden, want het N.Ph.O. heeft, zoals reeds meermalen is gebeurd naar aanleiding van moderne werken, de heer Wouter Paap uitgenodigd om deze stukken te komen toelichten: bovendien zal, na afloop van het programma aan de leerlingen gelegenheid gegeven worden de compositie van Webern voor de tweede keer te beluisteren. Webern was leerling van Schönberg, die, zoals men weet, een nieuwe componeertechniek invoerde, die niet meer gebaseerd is op de gebruikelijke toonladders met hun functionele werkin gen en onderlinge verwantschappen, maar op reeksen die willekeurig gevormd zijn uit de twaalf halve toonschreden waaruit de octaaf bestaat. Dit „dodecafonisme" (twaalftonensysteem) ontstond uit de be hoefte wetmatigheid te scheppen waar anarchie dreigde. De cerebraliteit die het contrapunt in zijn eerste jaren van groei richting gaf (doch dan altijd binnen de grenzen van de als welluidend erkende samenklanken) werd in 't nieuwe systeem weer manifest. Canonvormen, en onder deze ook de kreeftcanon (dus het van achteren naar voren lezen en dit combi neren met de normale conceptie van de melodie) zijn daarbij aan de orde. Maar zijn zogenaamde neo-klassieke periode de kennis van een systeem vormt nog geen Burgemeester en Wethouders van Zwol le hebben aan de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen een brief ge zonden waarin zij nogmaals aandringen op de aanwijzing van Zwolle als de stad waar een hoger onderwijsinstelling geves tigd zal worden. Bij de brief is het derde rapport gevoegd van de Zwolse universi teitscommissie onder leiding van ir. A. P. Minderhoud. Het rapport eindigt met negen conclu sies, volgens welke de vestiging in Zwolle gunstiger is dan in Deventer. De stede- bouwkundige mogelijkheden in Zwolle zijn onvergelijkbaar gunstiger dan in De venter, zo wordt gezegd. De sociale en eco nomische structuur zou in Zwolle veel gun stiger zijn dan in Deventer. De spreidings gedachte, van nationaal standpunt bezien, zou in Zwolle beter gediend worden dan in Deventer omdat Zwolle een groter po tentieel van studenten op korte afstand kan bieden. Een vestiging in Deventer met zijn relatief zowel als absoluut groter aan tal rooms-katholieken zou een groter aan tal studenten aan de universiteit van Nij megen onttrekken. Bij de raming van het studentenpotentieel op korte afstand is in het rapport „Spreiding Hoger Onderwijs" te weinig rekening gehouden met de rol die de IJselmeerpolders in de toekomst zullen spelen. Het aantal jonge mensen, dat niet gaat studeren als de universiteit niet in Zwolle wordt gevestigd is groter, dan het aantal dat geen studie gaat volgen als de univer siteit niet in Deventer gevestigd zal wor den. De vestiging van een universiteit in Zwolle zou een doorbreking kunnen bete kenen van het isolement van de theologi sche hogeschool in Kampen. De negende conclusie luidt, dat Deventer een groter aantal studenten op zeer korte reisafstand heeft, maar dat door verbetering van de verbindingen tussen Zwolle en Twente de positie van Zwolle gelijk kan worden aan die van Deventer.>Overigens wordt in het rapport het voordeel van het studenten- potentieel binnen de kortere afstanden in twijfel getrokken. De Centrale van Politie-organisaties heeft zich telegrafisch tot de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Justitie gewend. In de centrale werken samen de Nederlandse Politiebond, de katholieke politiebond „St. Michael" en de Bond van Christelijke Politieambtena- .ren in Nederland. De bonden tezamen ver tegenwoordigen ruim 90 percent van de Nederlandse politieambtenaren. Op 11 december 1959 heeft de Centrale van Politieorganisaties zich met voorstellen tot de beide ministers gewend, welke voor stellen ondermeer beoogden op korte ter mijn tot een salarisverbetering van ten minste 10 percent voor de lagere ambte naren van rijks- en gemeentepolitie te komen, alsmede een aanpassing daaraan van,d.e,voor hogere ambtenaren geldende salarissen. Tot heden is daarop nog geen antwoord ontvangen. Het bestuur van de Centrale van Politieorganisaties is vrijdag een speciale vergadering bijeen geweest en heeft télegrafisch beide ministers zeer dringend verzocht op korte termijn het overleg over de politiesalariëring te doen openen, „mede gezien de spanning onder het politiepersoneel", zo wordt in het telegram gezegd. De n.v. luchthaven Zuid-Limburg, waar van het vliegveld ligt te Beek-Ulestraten- Geulle, zal behoudens de bewilliging in de financiële voorzieningen door de aan deelhouders, namelijk rijk, provincie, 28 Limburgse gemeenten en de Kamers van Koophandel te Maastricht en Heerlen (het rijk heeft met 2346 aandelen van 1000.- de meerderheid van het aandelenkapitaal van f 3.500.000.-) nog dit jaar overgaan tot het aanbrengen van een aantal voor zieningen aan de vliegveldacoommodatie. Daardoor zal deze luchthaven beter wor den aangepast aan het toenemend verkeer van personen- en vrachtvervoer. Verschil lende overeenkomsten met luchtvaart maatschappijen en charter-vliegtuigon dernemingen hebben voor deze uitbreiding een noodzakelijke basis gevormd. Het London Symphony Orchestra, dat op 23 februari onder leiding van Colin Davis in het Concertgebouw in Haar lem concerteert. componist. Webern heeft zich de leer van Schönberg dermate eigen gemaakt, dat hij er zijn onbetwistbare gaven en muzikale fantasie blijkbaar of schijnbaar! on geremd kon in uitleven. Zijn cantate „Das Augenlicht" voor koor met sobere maar fantastisch klinkende instrumentale bege leiding wordt dan ook geprezen als een klaar en doorzichtig werk, dat de stem mingen van het gedicht getrouw weer geeft. Men zal goed doen bij het beluis teren van dit in de laatste tijd veel be sproken werk, dat uitgevoerd wordt door het koor van Toon Franken „Collegium Musicum Amstelodamense", niet te oor delen naar een systeem van componeren, maar naar de muzikale potentie van de componist, wat te allen tijde de waarde van een kunstwerk bepaalt. Het koorwerk „In Memoriam" is het werk van een Italiaan, die op zijn manier ook dodecafonist is. maar door een meer innerlijke bewogenheid verraadt, dat het nieuwe pak hem soms te nauw zit. Mario Perayallo hebben wij hier reeds leren kennen, toen Arends bij het N.Ph.O. zijn Vioolconcert introduceerde, dat waarlijk veel indruk maakte. Zijn „In Memoriam", dat uit twee delen bestaat: „Corali", de boetpsalm „De profundis" en „Aria", ge componeerd op een brieftekst. die handelt over een overleden moeder, is een inge togen werk, dat ook om de orchestrale omlijsting belangstelling belooft te wekken. Jos. de Klerk WEEKABONNEMENTEN dienen uiterlijk op woensdag te worden betaald, daar de bezorgers op donder dag moeten afrekenen. DE ADMINISTRATIE (Van onze correspondent in Parijs) De duivelskunstenaar Jean Cocteau heeft óf wereldpremière van de eerste film, die hij sinds jaren maakte en die volgens de titel „Testament van Orpheus" ook de laatste van zijn leven zal zijn, gisteren uit sluitend voor de Parijse studenten en an dere vertegenwoordigers van de Franse jeugd willen reserveren. Jean Cocteau, die men wel het streven heeft verweten met zijn onbegrensde vir tuositeit en intelligentie de kunst als een jongleur te beoefenen, bewijst in deze film dat voor hem spel en ernst en zelfs diep zinnigheid niet te scheiden zijn. „Testament van Orpheus", zo heeft hij deze film waaraan hij ruim een jaar werkte, genoemd en men mag dit werk dan ook inderdaad als een autobiografisch document beschouwen. Documentaires over grote schrijvers, schilders of musici onthulden zelden veel over hun innerlijke leven, aldus verklaarde Cocteau onlangs, en daarom heeft de kunstenaar nu zelf zijn cinematografisch zelfportret willen ver vaardigen. Wie met het litteraire, filmkunstige en picturale oeuvre van deze begaafde kun stenaar enigszins vertrouwd is, zal dan ook voortdurend bekende figuren en sym bolen terugvinden. Daar is het man-paard, de engel Heurtebise, de blinde vensters, die niet ontsloten kunnen worden, de spiegels die niet weerspiegelen, de opgezette sfinx en nog vele andere symbolen uit Cocteau's persoonlijke panopticum. Maar Cocteau heeft het zinnebeeldige universum, waarin zijn rijke geest en fantasie vertoeft nooit van de werkelijke en daagse wereld willen rn kunnen scheiden. Vriendschap en trouw den van dit leven behoord en zo ontmoeten we in deze film dan ook tal van figuren die de kunstenaar altijd hebben omringd. Toneelspelers en actrices als Jean Marais, Daniel Gelin, Frangois Perier of Maria Casares, maar ook een groot advocaat als Henri Torrès, de schilder Dhermit die Cocteau als zijn pleegzoon heeft geadop teerd, de dichteres en voormalige miss Frankrijk Claudine Ogen, of zijn vriendin Maecena Weisweiller. De film, die hij zelf regisseert en waar van Cocteau alle elementen, scenario, de cors en costuums met eigen handen heeft vervaardigd, begint met een zware slag op een gong, die men de dichter zelf ziet geven. Wat zich daarna afspeelt is onmo gelijk na te vertellen. Men kan het beste spreken van een caroussel van gefanta seerde scènes, grepen uit het leven, die door niemand anders dan door Jean Coc teau gemonteerd had kunnen worden In deze omstandigheid schuilt dan ook in dubbele zin des woords de unieke beteke nis van dit „Testament van Orpheus" waarover zijn vele voor- en tegenstanders voorlopig nog wel niet uitgepraat zullen geraken. Een Nederlandse toerist, de 62-jarigr W. Zeegers, is op de Languard-alp bij Ponteresina in Zwitserland door een la wine bedolven Toen men na ruim drie uur het lichaam onder een tw»e metpr dikke sneeuwlaag vandaan had gehaald, hebben voor hem altijd tot de hoge waar- waren de levensgeesten geweken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 4