Toonkunstorkest met jonge
solisten in Concertgebouw
Twee zeer belangrijke orkestconcerten
NEDERLANDSE OPERA MET
WAARDIGE REPRISE VAN
BRITTEN'S „PETER GRIMES
JtiieTuui
RH
Jean Cocteau vertoonde zijn
film „Testament van Orpheus"
Politiepersoneel wil
overleg over de
salarissen
Nederlander door
lawine bedolven
ZATERDAG 20 FEBRUARI 1960
4
Naakttekening van Cees
Bantzinger wekt opspraak
Overkoepelende stichting
in Nijmegen
Expositie „Jonge kunst"
in Eindhoven
Utrechtse studenten
spelen „Le cavalier seul"
Expositie werkers van
Reyers in Arnhem
Hoofdambtenaar bij
ministerie geschorst
Voor goodo om
duurxomo floor on
EDELHOUT
vloeren
P. Ztvaanswijk
Nederlands auteur
beschuldigd van plagiaat
Pleidooi voor Zwolle
als universiteitsstad
Vliegveld Zuid-Limburg
wordt uitgebreid
Carrousel van gefantaseerde scenes
VIJF JAAR GELEDEN wist Alexander
Krannhals, destijds chef-dirigent van de
Nederlandse Opera, met de creatie van
Benjamin Britten's „Peter Grimes" een
belangrijke daad te stellen. Tezamen met
de regisseur Friedrich Schramm bereikte
hij een ensemble met de voorhanden
krachtendat een fascinerende indruk van
levende realiteit waarborgde. Dit epos van
de zee en van de roddelende gemeenschap
van een vissersplaats, die een zonderling
plaatsgenoot de dood injaagt, ts geen opera
welke om het succes van aria's zingende
sterren bedelt, maar een samenstel van
psychologische motieven, die, als een leg
kaart in elkaar passend, de dorpsmenigte
als geheel schetsen in de zilte sfeer van de
nabije zee.
Enkele lyrische motieven zorgen, als in
gelaste cantilenen, wel is waar voor rust
punten, en typische gezelschapszangen
onderbreken nu en dan de vaart van het
spel, zodat er aan contrastwerking geen
tekort is, maar de mozaiek van menselijke
drijfveren, die dan hoofdzakelijk van
kleinmenselijke aard zijn, biedt geen stof
voor afgeronde vocale vormen. En toch zit
deze opera, die in effectieve zin een „mu-
ziek-drama" is, overvol van lyrische
kracht, welke haar spanningen over het
grote complex van vocale en instrumen
tale krachten uitspreidt. Het is dan de
instrumentale vormkracht die de eenheid
tot stand brengt.
Wat Krannhals vijf jaar geleden met
succes aan samenwerking wist tot stand
te brengen in deze zo moeilijk te reali
seren opera, heeft men nu nog eens ge
tracht te herhalen. Het is de Nederlandse
Opera gelukt er Krannhals voor naar Ne
derland te krijgen en tevens het werk te
bezetten met, op weinige uitzonderingen
na. dezelfde rolverdeling der premiere,
waarvan hiervoren sprake. Vrijdagavond
ging men aldus met de „Peter Grimes in
de hoofdstelijke Stadsschouwburg in zee
Frans Vroons vertolkte andermaal de
hoofdrol. Het is de sterkste creatie die ik
ooit van hem gezien en gehoord heb: ae
wijze waarop hij zijn stemmiddelen weet
aan te wenden, om de verruwde en toch
innerlijk voor tedere gevoelens vatbare
Grimes" gestalte te geven, blijven steeds
mijn bewondering wekken, wat niet min
der het geval is betreffende zijn speei-
talent. De evolutie van de door roddel
praat geplaagde, opgejaagde en in 't nauw
gedreven zonderling weet Vroons, tot net
tragische einde toe niet alleen te geven,
maar sterk beeldend waar te maken. IK
acht het een interpretatie op hoog artistiek
niveau. Zijn tegenspeelster, de Engelse
zangeres Patricia Hyde Thomas, in de rol
van de mild begrijpende Ellen, maakte
mede een voortreffelijke indruk met haar
ingetogen spel en mooi dragende stern-
middelen. Het was tevens een genot de
bariton Casper Broecheler weer te zien in
de rol van kapitein Balstrode, hoewel het
mij voorkwam dat hij deze keer niet vol
maakt gedisponeerd was om de prachtige
kern van zijn stem volop te laten gelden,
wat niet wegneemt dat dit nobele geluid
toch altijd het karakter van de uit te
beelden figuut; treffend kleurt. Ook Jo van
de Meent hebben wij graag weer ontmdet
als de herbergierster. Nelly Burbach en
Gerry Groot fungeerden gepast als de
beide „nichtjes" en Lidy van Veen zagen
wij ook terug in haar goed getypeerde
creatie van de hysterische babbelkous me
vrouw Sedley. Ook Chris Reumer, Guus
Hoekman, Paolo Gorin en Gee Smith ga
ven als voorheen hun beste krachten aan
hun markante partijen. Van Chris Reumer
(als de Methodist) en van Guus Hoekman
(als de rechter) meen ik te mogen opmer
ken dat hun stem opvallend aan klank
capaciteit gewonnen heeft. Arjan Blanken
bezorgde een voortreffelijke typering van
de Dominee.
Kunstenaar gedagvaard
Van onze Amsterdamse redacteur)
De in Ouderkerk aan de Amstel wonen
de tekenaar Cees Bantzinger zal 24 februa
ri voor de Amsterdamse kantonrechter
moeten verschijnen wegens het etaleren
van een vrouwelijk naakt, dat volgens de
dagvaarding de zinnelijkheid van de jeugd
zou hebben kunnen prikkelen.
De heer Bantzinger woont sinds enkele
jaren in Ouderkerk, waar hij bij zijn wo
ning een expositieruimte heeft. Voor het
raam van deze ruimte hangen altijd enige
tekeningen, meestal naakten. Enige maan
den geleden hadden enkele vrouwelijke
dorpsbewoners bezwaar gemaakt tegen
zo'n naakt, een overigens zeer decente te
kening. Een der dames verklaarde, dat
haar zoontje de tekening thuis had nage
maakt
De politie heeft daarop foto's van de ge
wraakte tekening gemaakt en deze voor
gelegd aan de commissie ter bestrijding
van de pornografie. De secretaris zou aan
vankelijk van mening zijn geweest dat pu-
blikatie van de tekening niet strafbaar zou
zijn. De justitie schijnt een andere mening
te zijn toegedaan getuige de dagvaarding.
De gemeente Nijmegen heeft thans de
beschikking gekregen over alle aandelen
(in totaal 315) van het concertgebouw „De
vereeniging" te Nijmegen. De gemeente
zal nu uitvoering kunnen geven aan haar
plan een overkoepelende stichting op te
richten, waarin het concertgebouw „De
vereeniging" en de toekomstige schouw
burg van Nijmegen zullen worden opge
nomen.
Van 20 februari tot 28 maart wordt in
liet Van Abbe museum te Eindhoven een
tentoonstelling gehouden van „Jonge
Kunst" uit de verzameling van de Brus
selse collectioneur Dotremont.
De expositie omvat circa 90 nummers,
merendeels abstracte schilderwerken van
kunstenaars uit Europa en Amerika.
Onder meer zijn er werken van de Ame
rikaan Mark Tobey en de Spanjaard A.
Tapies.
In de collectie bevinden zich ook schil
der: jn van de Nederlandse kunstschilders
Karei Appel, Corneille en Bram van der
Velde.
En dan was er de omvangrijke en aarts-
moeilijke rol van het koor, die zowel spel-
technisch als zuiver vocaal respect af
dwong, wat niet wegneemt dat het en
semble van de canon in zeven-kwarts-
maat wel een beetje uit het spoor liep.
Maar wat Britten daar eist is niets minder
dan een hachelijk proefstuk.
Het orkest kan in deze opera behoorlijk
aan zijn trekken komen de prachtige
tussenspelen vormen een symfonisch werk
op zichzelf en trouwens speelt het in
strumentale ensemble in het muziekdrama
een hoofdrol, die enerzijds de natuurkracht
van de lokkende en dreigende zee uitbeeldt.
Dirigent Alexander Krannhals heeft met
de vocale en instrumentale krachten van
de Nederlandse Opera zijn slag weer thuis
gehaald en andermaal de superieure be
tekenis van Britten's „Peter Grimes" waar
dig belicht.
Jos. de Klerk
Het anno 1955 in druk verschenen, maar
tot nu toe nimmer opgevoerde toneelstuk
„Le cavalier seul" van Jacques Audiberti
heeft gisteren in de Utrechtse Stads
schouwburg zijn wereldpremière beleefd:
het werd opgevoerd door het Utrechts
Studenten Toneel, onder de regie van
André van den Heuvel, in de vertaling
van mevrouw J. A. de Lange-Audiberti.
Audiberti, die destijds te Parijs met zijn
stuk „Le mal court" een groot succes be
haalde, is buiten Frankrijk weinig bekend
Zijn spel „l'Effet Glapion" zal vermoede
lijk het volgend seizoen worden gespeeld
door het Rotterdams Toneel. Wat „Le
cavalier seul" betreft, dit dichterlijke
werk zou men kunnen beschouwen als
een soort hedendaags „spel van sinnen".
Al situeert de auteur de symbolische han
deling in de wereld van de eerste kruis
tocht (1096-1099) het kernthema dat
van de daadkrachtige eenling, die ondanks
al zijn dapperheid nochtans de moed mist
tot het „avontuur" van de smartelijke een
zaamheid van de lijdende Christus is
van een blijvende actualiteit. Zijn ernstige
gedachtenondergrond belette de schrijver
intussen niet in speelse schetsen van de
historische sfeer en in bepaalde „mense
lijke" trekjes blijk te geven van een intel
ligent gevoel voor humor. Dat dit in de
voorstelling niet altijd even duidelijk tot
uiting kwam en dat sommige serieus be
doelde passages wel eens onbedoeld grap
pig uitvielen, mag. gelet op de moeilijkheid
van dit stuk (dat het beroepstoneel tot
dusver nooit heeft aangedurfd!) de ama
teurspelers van het U.S.T. niet al te zwaar
worden aangerekend en zeker niet in het
geval van een première. Men kon dan ook
vaststellen dat de opvoering naarmate zij
vorderde aan overtuigingskracht won en
tegen het slot duidelijk een climax be
reikte.
Advertentie
maand tampons
het vertrouwde merk
geen verband - geen gordel.
Veilig - hygiënisch.
10 tampons
f. 1.20
Zonder
Inbreng
systeem
f.L-
Bm
Van 27 februari tot en met 10 april zal
in het gemeentemuseum Arnhem een ten
toonstelling worden ingericht van het com
plete oeuvre van de in 1958 overleden
beeldhouwer Willem Reijers. De opening
zal plaats vinden op zaterdagmiddag 27
februari, waarbij de beeldhouwer en cri
ticus Marius van Beek een inleidend
woord zal spreken.
Tegelijk met deze tentoonstelling ver
schijnt een aan Reijers gewijde monogra
fie, rijk geïllustreerd en met bijdragen
van de hand van o.m. Ossip Zadkine, A.
Roland Holst, Kees Doelman, Lucebert en
Marius van Beek.
Deze uitgave kon verschijnen dank zij
subsidies van het ministerie van O., K.
en W. en het Prins Bernhard Fonds. Zij
zal tevens dienst doen als tentoonstellings
catalogus.
Het hoofd van de Directie Faunabeheer
van het ministerie van Landbouw en Vis
serij. W. J. S., is uit zün functie geschorst
in afwachting van de resultaten van een
door een speciale commissie in te stellen
onderzoek.
Vorig jaar heeft de toenmalige minister
van Landbouw reeds een intern onderzoek
ingesteld. Dit leidde echter niet tot disci
plinaire maatregelen.
Inmiddels heeft een adviescommissie-
hertenreservaten onder voorzitterschap
van de Commissaris der Koningin in Gel
derland. rapport uitgebracht over het wild-
beheer op de Veluwe.
Advertentie
HAARLEM
ZUISTRAA1 9b
T£lir.20340
DE LEDEN van het orkest, dat onder
auspiciën van de Haarlemse afdeling van
de Maatschappij tot bevordering der
Toonkunst gevormd werd kortweg
Toonkunst-orkest genoemd zijn on
getwijfeld met vreugde aan de instudering
van het programma begonnen, dat zijn
dirigent Marinus Adam voor het eerste
concert van het orkest in dit jaar bestemd
had. Fraaie muziek van Jean Philippe
Rameau: een menuet uit „Platée" en een
musette uit „Fêtes d'Hebe" waren hierin
opgenomen en voorts twee interessante
stukken van Paul Hindemith en Oud-
Nederlandse dansen met onvervalst Fran
se benamingen als Braule de Bourgogne,
Gaillard la Brune en Bergerette les gran-
des douleurs in bewerkingen van Julius
Röntgen. Deze dansen getuigen van een
artistieke infiltratie, waarover zelfs de
felste chauvinist zich, zo hij muzikaal is,
moet verheugen. Zij betekenden een ver
rijking van het Nederlandse muziekleven
vanaf de 16de of de 17de eeuw en op het
concert van het Toonkunst-orkest, dat
vrijdagavond in de gemeentelijke Concert
zaal werd gegeven, konden zij, mede door
de uitvoeringen, tot de hoogtepunten gaan
behoren.
Uit dezelfde muzikale bodem ontsproten
ook Rameau's menuet en musette en zij
bewezen hun afkomst met de edele melo
dieën, de pure schoonheid der harmonieën
en de klare instrumentale timbres, waarbij
die van de houten baasinstrumenten bij de
beheerste vertolkingen bijzonder frappant
waren.
Voor de uitvoeringen van de composities
van Hindemith, als representant van een
nieuwere cultuur-periode, door de strijkers
van het orkest kon men eveneens veel
waardering hebben.
Het Toonkunst-orkest had op deze avond
niet een exclusief zelfstandige taak. Het
verzorgde, eveneens onder de beproefde
leiding van Marinus Adam, de begelei
dingen van twee pianoconcerten, waarvan
leerlingen van de muziekschool het eerste
deel ten gehore brachten. Van een leer
linge van de pianoleraar Peter de Kleer
hoorde men een vlotte, degelijke, pittige
en door goede dynamiek opvallende voor
dracht van het eerste deel van het Kla
vierconcert in A van Karl Ditters von
Dittersdorf. Het eerste deel van Mozarts
Pianoconcert in d (K.V. 466) werd met
bijzondere technische beheersing en gaaf
gespeeld door een leerling van de lerares
Bets Nederkoorn. Beide pianisten konden
Marinus Adam en het orkest terecht dank
baar zijn voor hun steun.
MUZIKALE VARIATIE was er genoeg
op dit concert. Allereerst werd zij ge
bracht door een leerling van de orgel
leraar Aat Broersen, die een van de
Kleine Preludes en Fuga's voor orgel van
Bach zeer verdienstelijk liet klinken. Bij
zondere violistische aanleg toonde een
leerling van de leraar Fr. Althuizen, toen
hij met natuurlijke zwier en heldere, volle
toon een deel van het vioolconcert in G
van Antonio Vivaldi vertolkte.
Twee trompetleerlingen van de leraar
Voor de volgende week heeft het „Noordhollands Philharmonisch Orkest", benevens
zijn abonnementsconcert ran vrijdagavond, op zijn programma ook een buitengewoon
concert, dinsdagavond te geven door het befaamde „London Symphony Orchestra",
dat, onder auspiciën van „The British Council" een tournee door Nederland maakt,
en in dezelfde week ook zal optreden te Amsterdam, Scheveningen, Rotterdam en
Amersfoort. Het mag wel een bijzondere gelegenheid heten dit vermaarde drieën-
negentig leden tellende orkest, dat velen kennen en waarderen via de B.B.C. en van
talloze grammofoonopnamen, in de Haarlemse Concertzaal te kunnen beluisteren. Het
„London Symphony Orchestra", dat steeds gedirigeerd wordt door een dirigent, door
de orkestleden zelf gekozen (welke eer meermalen te beurt viel aan Mengelberg en
Van Beinum) speelt op deze tournee onder leiding van de drieëndertig-jarige Colin
Davis, die in korte tijd de reputatie verwierf een der meest begaafde Engelse diri
genten te zijn sinds Beecham.
J. v. d. Beek speelden vaardig een Duet
van Fr. Duvernoy en verrassend goed was
doorgaans de indruk, die drie klarinet
leerlingen van Ru Otto maakten met een
uitvoering van een kleine suite van Hon
gaarse volkslied-bewerkingen.
Blaasinstrumenten, de hoorn, hobo, fa
got en de klarinet maakten met de piano
deel uit van het kwintet, gevormd door
leerlingen van een samenspelklasse van
Bets Nederkoorn, dat in verschillende op
zichten al heel verdienstelijk twee delen
uit het kwintet voor deze bezetting van
W. A. Mozart speelden.
Een uitstekende vertolking, getuigend
van virtuoze beheersing, gaf een leerling
van Piet Vincent van een Concert-etude
van J. Pierné, waarbij de innemende ly
riek een weldadig contrast vormde tegen
over de werveling van de sprankelende
tonen-vaart.
Aan het slot van het concert kreeg het
Toonkunst-orkest wederom een belang
rijke taak. Het werkte mede aan de, op
het Credo na, integrale uitvoering van de
Krönungsmesse (K.V. 317) van W. A. Mo
zart door het Toonkunst-kamerkoor, met
medewerking van twee leerlingen van Jo
Vincent, de tenor J. Bodegraven en de
bas J. W. Kaspers.
De dirigent Jan Laarveld leidde deze
uitvoering, die buitengewoon veel vol
doening vermocht te geven.
Het koor zong zeer beheerst, met mooie,
waar nodig treffend genuanceerde klank,
in een zo goed mogelijke stemmenverhou
ding onder de ritmisch-pittige, vaste di
rectie van Jan Laarveld, die ook het
Toonkunst-orkest tot een knappe prestatie
bracht, de prachtige muziek van deze mis.
Helder klonk hierbij de warm getim-
breerde stem van de sopraan-soliste en de
donkere tint van de alt. Ook over de zang
van de tenor en de bas kon men tevreden
zijn.
Langdurige, opgetogen bijval was een
verdiende beloning voor deze geslaagde
uitvoering.
(Speciale berichtgeving)
De juridische vertegenwoordiger van de
Franse schrijfster Frangoise Sagan en haar
Parijse uitgever Juliard heeft de schrijver
Theodore Denessen uit Tegelen, thans
woonachtig te Parijs en zijn uitgever tegen
28 april voor de civiele kamer van de
Utrechtse rechtbank gedagvaard op be
schuldiging van het plegen van grof pla
giaat. Denessen heeft onder de naam Mei
d'Orval bij de uitgeverij A. W. Bruna en
Zn. n.v. een roman het licht doen zien
getiteld „Als het morgenkrieken". Fran
goise Sagan en haar uitgever beschuldigen
Denessen ervan een gedeelte uit „Un cer
tain sourire" voor dit Nederlandse boek te
hebben gebruikt. Zij vragen een schade
vergoeding van 12.000. De auteur De
nessen zou voornemens zijn een aa'hklacht
wegens smaad irj te dienen tegeij' zijn be
schuldigers.
Als solist op het concert van dinsdag
werkt mee de fameuze pianist Nikita
Magaloff, wiens machtige vertolking van
het Concert van Tsjaikowsky bij het
Noordhollands Philharmonisch Orkest nog
fris in het geheugen ligt. Ditkeer zal men
hem kunnen horen in hrVierde Concert
van Beethoven. De overige programma
nummers zijn: de „Sinfonia da Requiem"
van Benjamin Britten, de „Vijfde Sym-
phonie" van William Boyce en de „Sym-
phonie in drie delen" van Strawinsky;
drie werken waarvoor een beknopte voor
bespreking, naar wij vermoeden, niet on
dienstig zal zijn.
De ongemeen vlotte en in allerlei genres
trefzekere Britten, wiens verrassende op
gang na de Tweede Wereldoorlog vooral
te danken was aan het schijnbaar onpro
blematische van zijn muziek, schreef zijn
„Sinfonia da Requiem" in 1940. Het was
een van zijn eerste grote werken voor
orkest en het is duide ijk. dat het geïnspi
reerd werd door de tragiek van het oor
logsgebeuren. De drie delen waaruit de
symphonie bestaat dragen ieder een titel
ontleend aan de dodenmis: „Lacrimosa",
„Dies irae" en „Requiem aeternam". De
weeklachten van het eerste deel, groeien
in het middendeel tot angstige schrik
beelden en demonische spanningen, die
dan in de finale verebben tot een troost
rijke nazang, een bede voor eeuwige rust.
Men denke zich dit alles in een orches-
tratiekunst die voor de jonge meester
geen geheimen bezit, tenzij die van zijn
onbewuste ingevingen, die dan treffende
vondsten kunnen zijn.
De Symphonie van Boyce (17101779)
stelt geen problemen. Boyce was een zo
goed als vergeten componist, toen de diri
gent-musicoloog Constant Lambert van
hem acht symfonieën ontdekte in het
Britse Museum, die stuk voor stuk wer
ken van waarde bleken te zijn, net zoals
de zes orgelconcerten van Arne, die Al-
bert de Klerk in hetzelfde Britse Museum
(of „maesoleum") vond en weer tot leven
wekte en die binnenkort in de Baren-
reiter-editie zullen verschijnen. Deze pa
rallel dringt zich op, omdat Boyce en Arne
tijdgenoten waren, die de Engelse muziek
vanuit de Handel-periode overbrugden
naar de „empfindsame" stijl en daarin,
blijkens het oordeel van de gezaghebbende
historicus Charles Burne: veel voortreffe
lijks bereikten.
Ten slotte dirigeert Colin Davis dus de
„Symphonie in drie delen" van Strawins
ky, geschreven in 1945. Dit jaartal van
ontstaan spreekt bij deze staag evolueren
de componist uiteraard een rol van be
tekenis. Na ziin eerste periode, welke tot
1918 loopt en die men ia aanvankelijke
weerstand heeft leren hoogschatten, heeft
minder geestdrift gewekt en sprak men
zelfs van steriliteit, tot in 1930 een ver
menging van beide stijlen met de „Psal-
mensymphonie" baan brak. Ook van de
Symphonie uit 1945 wordt gezegd dat de
meest direct aansprekende fragmenten
herinneringen oproepen aan Strawinsky's
eerste werken. Overig ns geldt het hier
een compositie zonder programmatische
inslag.
Uit een en ander van deze inleidende
bespreking, kan men de gevolgtrekking
maken dat het „London Symphony Or
chestra" er op dit toernee-concert blijk
baar naar streeft de veelzijdigheid van
zijn capaciteiten te laten blijken en het
publiek te laten genieten van een geva
rieerd programma, dat zich naar veler
smaken richt.
Het N.Ph.O. brengt daarna vrijdag aan
staande eveneens een programma dat een
voorbeschouwing overwaard is. Voor de
„Onvoltooide Symphonie" van Schubert zal
zulks wel overbodig zijn en voor de Sere
nade in D (K.V. 203) van Mozart niet vol
strekt nodig. De twee overige composities,
waarmee dirigent Henri Arends ons mu-
ziekbesef in voortschrijdende zin wil
trachten te verrijken, namelijk de cantate
„Das Augenlicht" van Anton Webern (1883-
1945) en Corale e Aria „in Memoriam" van
Mario Peragallo (1910mogen, om effec
tief te werken, wel eventjes vooraf onder
de loep genomen worden.
Dti zal trouwens op de concertavond
zelve ook plaats vinden, want het N.Ph.O.
heeft, zoals reeds meermalen is gebeurd
naar aanleiding van moderne werken, de
heer Wouter Paap uitgenodigd om deze
stukken te komen toelichten: bovendien
zal, na afloop van het programma aan de
leerlingen gelegenheid gegeven worden de
compositie van Webern voor de tweede
keer te beluisteren. Webern was leerling
van Schönberg, die, zoals men weet, een
nieuwe componeertechniek invoerde, die
niet meer gebaseerd is op de gebruikelijke
toonladders met hun functionele werkin
gen en onderlinge verwantschappen, maar
op reeksen die willekeurig gevormd zijn
uit de twaalf halve toonschreden waaruit
de octaaf bestaat. Dit „dodecafonisme"
(twaalftonensysteem) ontstond uit de be
hoefte wetmatigheid te scheppen waar
anarchie dreigde. De cerebraliteit die het
contrapunt in zijn eerste jaren van groei
richting gaf (doch dan altijd binnen de
grenzen van de als welluidend erkende
samenklanken) werd in 't nieuwe systeem
weer manifest. Canonvormen, en onder
deze ook de kreeftcanon (dus het van
achteren naar voren lezen en dit combi
neren met de normale conceptie van de
melodie) zijn daarbij aan de orde. Maar
zijn zogenaamde neo-klassieke periode de kennis van een systeem vormt nog geen
Burgemeester en Wethouders van Zwol
le hebben aan de minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen een brief ge
zonden waarin zij nogmaals aandringen
op de aanwijzing van Zwolle als de stad
waar een hoger onderwijsinstelling geves
tigd zal worden. Bij de brief is het derde
rapport gevoegd van de Zwolse universi
teitscommissie onder leiding van ir. A.
P. Minderhoud.
Het rapport eindigt met negen conclu
sies, volgens welke de vestiging in Zwolle
gunstiger is dan in Deventer. De stede-
bouwkundige mogelijkheden in Zwolle
zijn onvergelijkbaar gunstiger dan in De
venter, zo wordt gezegd. De sociale en eco
nomische structuur zou in Zwolle veel gun
stiger zijn dan in Deventer. De spreidings
gedachte, van nationaal standpunt bezien,
zou in Zwolle beter gediend worden dan
in Deventer omdat Zwolle een groter po
tentieel van studenten op korte afstand
kan bieden. Een vestiging in Deventer met
zijn relatief zowel als absoluut groter aan
tal rooms-katholieken zou een groter aan
tal studenten aan de universiteit van Nij
megen onttrekken. Bij de raming van het
studentenpotentieel op korte afstand is in
het rapport „Spreiding Hoger Onderwijs"
te weinig rekening gehouden met de rol
die de IJselmeerpolders in de toekomst
zullen spelen.
Het aantal jonge mensen, dat niet gaat
studeren als de universiteit niet in Zwolle
wordt gevestigd is groter, dan het aantal
dat geen studie gaat volgen als de univer
siteit niet in Deventer gevestigd zal wor
den. De vestiging van een universiteit in
Zwolle zou een doorbreking kunnen bete
kenen van het isolement van de theologi
sche hogeschool in Kampen. De negende
conclusie luidt, dat Deventer een groter
aantal studenten op zeer korte reisafstand
heeft, maar dat door verbetering van de
verbindingen tussen Zwolle en Twente de
positie van Zwolle gelijk kan worden aan
die van Deventer.>Overigens wordt in het
rapport het voordeel van het studenten-
potentieel binnen de kortere afstanden in
twijfel getrokken.
De Centrale van Politie-organisaties
heeft zich telegrafisch tot de minister van
Binnenlandse Zaken en de minister van
Justitie gewend. In de centrale werken
samen de Nederlandse Politiebond, de
katholieke politiebond „St. Michael" en
de Bond van Christelijke Politieambtena-
.ren in Nederland. De bonden tezamen ver
tegenwoordigen ruim 90 percent van de
Nederlandse politieambtenaren. Op 11
december 1959 heeft de Centrale van
Politieorganisaties zich met voorstellen
tot de beide ministers gewend, welke voor
stellen ondermeer beoogden op korte ter
mijn tot een salarisverbetering van ten
minste 10 percent voor de lagere ambte
naren van rijks- en gemeentepolitie te
komen, alsmede een aanpassing daaraan
van,d.e,voor hogere ambtenaren geldende
salarissen. Tot heden is daarop nog geen
antwoord ontvangen. Het bestuur van de
Centrale van Politieorganisaties is vrijdag
een speciale vergadering bijeen geweest en
heeft télegrafisch beide ministers zeer
dringend verzocht op korte termijn het
overleg over de politiesalariëring te doen
openen, „mede gezien de spanning onder
het politiepersoneel", zo wordt in het
telegram gezegd.
De n.v. luchthaven Zuid-Limburg, waar
van het vliegveld ligt te Beek-Ulestraten-
Geulle, zal behoudens de bewilliging in
de financiële voorzieningen door de aan
deelhouders, namelijk rijk, provincie, 28
Limburgse gemeenten en de Kamers van
Koophandel te Maastricht en Heerlen (het
rijk heeft met 2346 aandelen van 1000.-
de meerderheid van het aandelenkapitaal
van f 3.500.000.-) nog dit jaar overgaan
tot het aanbrengen van een aantal voor
zieningen aan de vliegveldacoommodatie.
Daardoor zal deze luchthaven beter wor
den aangepast aan het toenemend verkeer
van personen- en vrachtvervoer. Verschil
lende overeenkomsten met luchtvaart
maatschappijen en charter-vliegtuigon
dernemingen hebben voor deze uitbreiding
een noodzakelijke basis gevormd.
Het London Symphony Orchestra, dat
op 23 februari onder leiding van Colin
Davis in het Concertgebouw in Haar
lem concerteert.
componist. Webern heeft zich de leer van
Schönberg dermate eigen gemaakt, dat hij
er zijn onbetwistbare gaven en muzikale
fantasie blijkbaar of schijnbaar! on
geremd kon in uitleven. Zijn cantate „Das
Augenlicht" voor koor met sobere maar
fantastisch klinkende instrumentale bege
leiding wordt dan ook geprezen als een
klaar en doorzichtig werk, dat de stem
mingen van het gedicht getrouw weer
geeft. Men zal goed doen bij het beluis
teren van dit in de laatste tijd veel be
sproken werk, dat uitgevoerd wordt door
het koor van Toon Franken „Collegium
Musicum Amstelodamense", niet te oor
delen naar een systeem van componeren,
maar naar de muzikale potentie van de
componist, wat te allen tijde de waarde
van een kunstwerk bepaalt.
Het koorwerk „In Memoriam" is het
werk van een Italiaan, die op zijn manier
ook dodecafonist is. maar door een meer
innerlijke bewogenheid verraadt, dat het
nieuwe pak hem soms te nauw zit. Mario
Perayallo hebben wij hier reeds leren
kennen, toen Arends bij het N.Ph.O. zijn
Vioolconcert introduceerde, dat waarlijk
veel indruk maakte. Zijn „In Memoriam",
dat uit twee delen bestaat: „Corali", de
boetpsalm „De profundis" en „Aria", ge
componeerd op een brieftekst. die handelt
over een overleden moeder, is een inge
togen werk, dat ook om de orchestrale
omlijsting belangstelling belooft te
wekken.
Jos. de Klerk
WEEKABONNEMENTEN
dienen uiterlijk op woensdag te worden
betaald, daar de bezorgers op donder
dag moeten afrekenen.
DE ADMINISTRATIE
(Van onze correspondent in Parijs)
De duivelskunstenaar Jean Cocteau heeft
óf wereldpremière van de eerste film, die
hij sinds jaren maakte en die volgens de
titel „Testament van Orpheus" ook de
laatste van zijn leven zal zijn, gisteren uit
sluitend voor de Parijse studenten en an
dere vertegenwoordigers van de Franse
jeugd willen reserveren.
Jean Cocteau, die men wel het streven
heeft verweten met zijn onbegrensde vir
tuositeit en intelligentie de kunst als een
jongleur te beoefenen, bewijst in deze film
dat voor hem spel en ernst en zelfs diep
zinnigheid niet te scheiden zijn.
„Testament van Orpheus", zo heeft hij
deze film waaraan hij ruim een jaar
werkte, genoemd en men mag dit werk
dan ook inderdaad als een autobiografisch
document beschouwen. Documentaires
over grote schrijvers, schilders of musici
onthulden zelden veel over hun innerlijke
leven, aldus verklaarde Cocteau onlangs,
en daarom heeft de kunstenaar nu zelf zijn
cinematografisch zelfportret willen ver
vaardigen.
Wie met het litteraire, filmkunstige en
picturale oeuvre van deze begaafde kun
stenaar enigszins vertrouwd is, zal dan
ook voortdurend bekende figuren en sym
bolen terugvinden. Daar is het man-paard,
de engel Heurtebise, de blinde vensters, die
niet ontsloten kunnen worden, de spiegels
die niet weerspiegelen, de opgezette sfinx
en nog vele andere symbolen uit Cocteau's
persoonlijke panopticum. Maar Cocteau
heeft het zinnebeeldige universum, waarin
zijn rijke geest en fantasie vertoeft nooit
van de werkelijke en daagse wereld willen
rn kunnen scheiden. Vriendschap en trouw
den van dit leven behoord en zo ontmoeten
we in deze film dan ook tal van figuren
die de kunstenaar altijd hebben omringd.
Toneelspelers en actrices als Jean Marais,
Daniel Gelin, Frangois Perier of Maria
Casares, maar ook een groot advocaat als
Henri Torrès, de schilder Dhermit die
Cocteau als zijn pleegzoon heeft geadop
teerd, de dichteres en voormalige miss
Frankrijk Claudine Ogen, of zijn vriendin
Maecena Weisweiller.
De film, die hij zelf regisseert en waar
van Cocteau alle elementen, scenario, de
cors en costuums met eigen handen heeft
vervaardigd, begint met een zware slag op
een gong, die men de dichter zelf ziet
geven. Wat zich daarna afspeelt is onmo
gelijk na te vertellen. Men kan het beste
spreken van een caroussel van gefanta
seerde scènes, grepen uit het leven, die
door niemand anders dan door Jean Coc
teau gemonteerd had kunnen worden In
deze omstandigheid schuilt dan ook in
dubbele zin des woords de unieke beteke
nis van dit „Testament van Orpheus"
waarover zijn vele voor- en tegenstanders
voorlopig nog wel niet uitgepraat zullen
geraken.
Een Nederlandse toerist, de 62-jarigr
W. Zeegers, is op de Languard-alp bij
Ponteresina in Zwitserland door een la
wine bedolven Toen men na ruim drie
uur het lichaam onder een tw»e metpr
dikke sneeuwlaag vandaan had gehaald,
hebben voor hem altijd tot de hoge waar- waren de levensgeesten geweken.