Zuivelbureau woekert met zeven miljoen gulden
om zes miljard kilogram melk kwijt te raken
^hE«h4VkbS^S^Ono
AARDE „VERDRAAGT" GEEN SATELLIET
IN BLIJVENDE BAAN OM DE MAAN
Erbij
KAASMEISJES,
M-BRIGADIERS
EN KOOKLESSEN
^lTpRc&IJctfn* DAGEN
IN
|0R
VRIEND.
Wat de „papieren
ruimtevaart99 leert
ZATERDAG 5 MAART 1960
PAGINA DRIE
(Van onze Haagse redacteur
DE HAARLEMSE BLOEMENMEISJES zullen in mei
tijdens de in Glasgow te houden Nederlandse week hun
zusters-in-do-kaas ontmoeten. Een dergelijke confrontatie
van twee variaties op hetzelfde propagandistische patroon
kon niet uitblijven. Maar al proberen dan zowel Haarlems
Bloei als het Nederlands Zuivelbureau via een vrouwelijk
lijntje klanten te lokken, de opzet van hun streven is tamelijk
verschillend. Haarlems Bloei omgeeft zijn propaganda met
een ideëel kleedje, de Bloemenmeisjes offeren hun eigen
vrije tijd hoewel het in sommige gevallen ook wel eens de
tijd van soepele werkgevers is en ontvangen in ruil slechts
de erkentelijkheid van bestuur en directie van Haarlems
V.V.V. en van meelevende stadgenoten, zij doen ook wat
nuttige ervaring op en al de weekeinden die zij op de Grote
Markt doorbrengen om hun narcissen burgers en buitenlui
op te spelden worden ten hoogste beloond met één of twee
kortstondige uitstapjes naar het buitenland, waar het overi
gens voor hen ook hard werken is. De tien kaasmeisjes daar
entegen blijven met hun volledig betaald verblijf van een
half jaar inclusief twee weken vakantie in Engeland en
een zakcentje van vijf pond sterling per week geheel in de
nuchtere, commerciële werksfeer van het Nederlands
Zuivelbureau. Zij bieden ook geen bloemen aan op pleinen,
en boulevards, maar vragen haastige of ongeïnteresseerde
huisvrouwen in kruidenierswinkels en supermarkets een
stukje Hollandse kaas te proeven.
HET HEEFT het Nederlands Zuivel
bureau overigens geen moeite gekost ge
gadigden voor dat karwei te vinden. Hoe
wel de eisen vrij hoog gesteld waren zo
als de beheersing van de Engelse taal
lagen er binnen een paar dagen driehon
derd brieven in de bus van jongedames die
geen groter ideaal kenden dan in Engeland
Hollandse kaas aan te bevelen. Er werd
met moeite een selectie gemaakt van acht
entachtig uit de driehonderd kandidaten en
daarna kreeg de keuzecommissie van het
Zuivelbureau versterking van een Engelse
dame van het Londense filiaal om de uit
eindelijke tien gelukkigen te bepalen.
Wanneer die dame geen Engelse geweest
was, zou. ze waarschijnlijk met een stevig
minderwaardigheidscomplex naar Londen
zijn teruggekeerd, zo goed bleek, onder
meer dam één gezichtshoek, de kwaliteit.
DE NAMEN van de meisjes worden niet
bekend gemaakt, met uitzondering van die
van een dochter van een zelf-kazende boer
uit Lekkerkerk. Voor deze Anne de Jong
is het kaas-college van een week, dat de
meisjes voor hun vertrek naar Engeland
moeten ondergaan, niet zo urgent. Haar
kennis van het kazen compenseert het feit
dat haar Engels enigszins moet worden bij
gespijkerd. Maar zij heeft in elk geval
meer geluk gehad dan een andere gega
digde, die afviel omdat haar vloeiend En
gels een te Amerikaans accent eigen was.
Weer een andere kandidate slipte amper
door de gaten in de kaas, omdat zij steeds
in leidinggevende functies had gewerkt.
Dot vonden ze bij het Zuivelbureau maar
een bedenkelijke zaak voor een veredeld
winkelmeisje en daarom wordt deze jonge
dame gedurende twee maanden de gele
genheid geboden zich in een Nederlandse
winkel in haar toekomstige rol in te leven.
Er is toch nog een overeenkomst tussen
de Kaas- en de Bloemenmeisjes: de „gla
mour" komt als vereiste pas op de derde
of vierde plaats. Dat neemt niet weg, dat
ze meestal toch duidelijk waarneembaar is.
EEN GLOBAAL rekensommetje doet ons
de kosten van deze reclame-van-de-glim
lach op een kleine ton schatten. Maar de
Nederlandse zuivel geeft veel meer uit om
zijn produkten zowel binnen als buiten de
landsgrenzen kwijt te raken. Alleen al
voor de Engelse markt is 1,3 miljoen gul
den beschikbaar, eerlijk verdeeld over
boter en kaas. Voor Duitsland en België,
waar het alleen om kaas gaat, wordt ook
6 tot 6,5 ton uitgetrokken. In andere landen
wordt veel minder of helemaal geen re
clame gemaakt, want het is overbodige
moeite om landen als Frankrijk of Spanje
te gaan bewerken wanneer er toch niet
voldoende invoervergunningen worden af
gegeven. Wel staat er nog vier ton op de
begroting voor de reizende zuiveltentoon-
stellingen, welke Japan zo goed als Syrië
bestrijken. Wanneer men voorts nog twee
ton rekent voor het onderzoek van mark
ten en middelen, de basis voor de zuivel-
propaganda, dan houdt men op het budget
een kleine vier miljoen over voor de
„rest", dat wil zeggen: Nederland zelf.
Het is namelijk helemaal niet zo, dat de
Nederlanders van nature zulke stevige zui-
velliefhebbers zijn, zeker niet wat het
basisprodukt betreft. Sinds de melkprijs in
juli 1957 met 6 cent werd verhoogd, werd
er zelfs voortdurend minder melk gedron
ken tot in het begin van het vorige jaar
die daling gestopt werd. „Dat is het gevolg
van de M-campagne", zeiden de verborgen
verleiders op het Zuivelbureau voldaan en
zelfs de voorzitter van het Produktschap
voor Zuivel, ir. B. van Dam, heeft het in
zijn laatste nieuwjaarsrede „niet onmoge
lijk geacht, dat een stijgend melkgebruik
mede onder invloed van de M-campaghe
is ontstaan". Wetenschapsmensen drukken
zich nu eenmaal altijd wat gereserveerder
uit.
BIJ DE KINDEREN is de M-campagne
in elk geval zo goed aangeslagen, dat de
elektronische rekenmachines van het Pro
duktschap eraan te pas moesten komen om
de „melkstand" van de driehonderddui
zend M-brigadiertjes bij te houden. Er is
zelfs een wachtlijst aangelegd, want met
een voortdurend massaal groeiend korps
kan de opperbrigadier in casu de direc
teur van het Nederlands Zuivelbureau,
niet werken, dat wil zeggen contracten af
sluiten met exploitanten van dierenparken,
miniatuursteden of andere vermaaksoor-
den voor de jeugd.
De braintrust van het Zuivelbureau heeft,
zich destijds drie dagen in conclave op de
Wageningse Berg teruggetrokken, waarbij
vooral de adviezen van kinderpsychologen
en zieleherders werden bestudeerd om de
kans op veto's van opvoedkundige en
godsdienstige aard zo klein mogelijk te
doen zijn.
Blijkbaar is het resultaat van deze M-
campagne, die vooral wil afrekenen met
de gedachte dat melk als drank minder
„flink" of „gezellig" zou zijn dan andere
vormen van vloeibare consumptie, meer
succesvol dan de daarvoor gevoerde recla
me-actie met het „Melk is goed voor elk"
tot motto. Allicht: daarvan was iedereen al
overtuigd.
Het is altijd een goed teken wanneer een
idee navolging vindt (zie de Haarlemse
Bloemenmeisjes). Ook de uitvinder van de
M-campagne heeft dat genoegen mogen
smaken, want sinds enige tijd kent nu ook
België zijn M-brigadiers, met niemand
minder dan Prins Albert als ere-brigadier.
Dat vinden ze aan de Cort van der Linden-
straat in Rijswijk, waar het hart van de
Nederlandse zuivelpropaganda klopt, best.
Hoe meer melk ze in België drinken, hoe
minder er over blijft om boter en kaas van
te maken. Dat kunnen de Belgen ook
beter aan hun Benelux-partners overlaten.
Wijzen de statistieken uit, dat de ge-
Foto links: Op een tentoonstelling in
Japan maakten inheemse schonen, ver
momd als echt-Volendamse „kaasmeis
jes" propaganda voor de Nederlandse
zuivelprodukten. Rechts: „Ere-briga
dier"'-Jan Pesman reikt radiotoestellen
uit aan twee jonge „M-brigadiers" op
een kindermiddag van het zuivelbureau.
regelde daling met drie percent per jaar
van het melkverbruik in de zomer van 1959
tot staan werd gebracht, de kaasconsumptie
neemt geregeld toe, zodat ze met 7,3 kilo
gram per hoofd per jaar een eind boven
het vooroorlogse gemiddelde ligt. Bij de
boter is het verloop veel grilliger onder
invloed van de scherpe prijsbewegingen
welke het afgelopen jaar kenmerkten.
Toen de boter goedkoop was, werd de bin
nenlandse afzet verdubbeld en van die
nieuwe cliëntèle bleef een groot deel de
boter trouw toen in het derde en vierde
kwartaal een fikse prijsstijging optrad.
INTUSSEN bereikt men de huismoeders
niet alleen via haar lieverdjes, de M-
brigadiertjes, maar ook met lezingen, de
monstraties en filmvoorstellingen. Het Ne
derlands Zuivelbureau heeft twee kook-
leraressen in dienst, waarvan er één per
manent in het Bouwcentrum te Rotterdam
is gestationeerd, de andere met een de
monstratiewagen en een filmteam, dat vijf
tien eigen films kan laten afrollen, de boer
opgaat. Het ligt in de bedoeling dit jaar
een tweede team in te zetten. Op die ma
nier werden het vorige jaar tijdens 225
lezingen dertigduizend potentiële zuivel-
produktengebruiksters bereikt.
Blijft de vraag wie dat allemaal betaalt.
„De consument", zullen sommige slim
merds zeggen, die nog niet door hebben
dat reclame juist prijsverlagend werkt,
omdat zij de omzet stimuleert Die zeven
miljoen gulden voor het budget van het
Nederlands Zuivelbureau, dat een orgaan
van het bedrijfsleven is, wordt ook geheel
door het bedrijfsleven opgebracht. In de
eerste plaats ontvangt het vijftig man
sterke bureau een deel van de algemene
heffing op de zes miljard kilogram melk
die de anderhalf miljoen Nederlandse
koeien jaarlijks geven. In de tweede plaats
heeft er een speciale heffing ten behoeve
van het Nederlands Zuivelbureau plaats
op de eindprodukten consumptiemelk,
boter en kaas. Maar de honderdvijftig
duizend veehouders, de vijfhonderd zuivel-
door hfmHSTJklaar
sportWnord ik MKS1
MELKBOER is
>R
m
Loenik 3 doorliep deze eliptische baan
in 16 etmalen. De figuur, die op schaal
is getekend, laat zien dat de baan van
Loenik III gelegen is in een vlak dat
vrijwel loodrecht staat op het vlak
waarin de baan van de maan is gelegen.
De Romeinse cijfers langs de baan van
de maan vertellen u waar de maan zich
bevindt als Loenik III aan zijn tweede,
derde en volgende ommegang begint. De
Russische deskundigen verwachten dat
Lunik III in het begin van april de
aardse dampkring zal binnendringen
om daar haar einde te vinden. Loenik
III ondervindt namelijk voortdurend
een storende invloed van de aantrek
kingskracht van de maan, deze storing
zal Loenik III dwingen tot een landing
op aarde.
door dr. J. J. Raimond
HOE VAAK is mij niet gevraagd.
Wat doet de Nederlandse vereniging
voor ruimtevaart eigenlijk?" Het ant
woord moest wel luiden: de praktische
beoefening van de rakettechniek stuit
op allerlei bezwaren in het bijzonder op
geldelijke, dus blijft „ruimtevaart op
papier" als enige mogelijke activiteit
over: bijvoorbeeld, het ontwerpen van
twee- of drieledige raketten en het be
rekenen van de banen van ruimtevoer
tuigen. Juist op dit terrein is onlangs
succes geboekt. Dit succes is mogelijk
geworden doordat Buil Nederland een
dochteronderneming van een Franse
rekenmachinefabriek zo nu en dan
haar rekenmachine afstond voor het
uitvoeren van astronautische bereke
ningen.
DE VOORZITER van de Nederland
se vereniging voor ruimtevaart, dr. ir.
J. M. J. Kooij, lector in de balistiek aan
de Koninklijke Militaire Academie heeft
van deze mogelijkheid gretig gebruik
gemaakt. In overleg met de groep des-
100 000 km
kundigen, waartoe ook Von Braun be
hoort, heeft dr. Kooij onderzocht hoe
een reis rondom de maan zou kunnen
verlopen. Dit onderzoek heeft tot zeer
bruikbare, en zelfs tot verrassende uit
komsten geleid. Binnenkort zullen deze
uitkomsten wereldkundig worden ge
maakt in Astronautica Acta, het orgaan
van de Internationale Astronautische
Federatie.
ENKELE VAN deze uitkomsten wil ik
hier in het kort bespreken.
Dr. J. Bergman heeft de gegevens en
formules, door de heer Köoy opgesteld, in
een dusdanige vorm gebracht dat de re
kenmachine de berekeningen ten uitvoer
kon brengen.
DE MACHINE kreeg het volgende
vraagstuk op te lossen: Als een voertuig
zo en zo laat vertrekt van een hoogte van
500 km boven het aardoppervlak en als
het een snelheid van laten we zeggen
10.681 meter per seconde bezit en als die
snelheid zo en zo gericht is, welke baan
zal het voertuig dan gaan beschrijven?
Een moeilijk vraagstuk? Ongetwijfeld.
Want de machine moet met allerlei om
standigheden rekening houden. Ten eer
ste met het feit dat het voertuig voortdu
rend wordt aangetrokken door de aarde,
maar dit niet alleen, het zal ook worden
aangetrokken door de maan en door de
zon. Terwijl het voertuig door de lege
ruimte reist, verandert de onderlinge
stand van aarde, zon en maan gestadig,
dus veranderen ook de krachten, die zij
op het voertuig uitoefenen. Het is een wel
zeer ingewikkeld vraagstuk dat de ma
chine te bewerken krijgt.
Aan de hand van deze cijfers kunnen
de onderzoekers de tocht van het voertuig
stap voor stap volgen, een uur na het
tijdstip van vertrek is hel daar, weer een
Nog een foto van een der jeugdprogram
ma's die die zuivelijveraars in vele steden
organiseren. De ode aan de melkboer, op
de wijs van een bekend vaderlands lied,
werd door de zaal luidkeels meegezongen.
Op de voorgrond: de voorzangers, enkele
om hun melklust uitverkoren „M-briga
diers".
fabrikanten en de elfduizend slijters mer
ken daar niet zoveel van, omdat de bij
dragen automatisch worden verrekend met
het melkgeld.
De zuivel levert een belangrijk bestand
deel van ons nationaal inkomen. Zij ver
tegenwoordigt een waarde van ruim twee
miljard per jaar, hetgeen ongeveer zeven
percent vormt van de 32 miljard welke
onze volkshuishouding opbrengt. En in dat
licht bezien is de activiteit van het Neder
lands Zuivelbureau zeer verantwoord.
uur later is het zoveel honderd kilometer
verderde rekenmachine werkt onver
moeibaar verder, totdat de onderzoekers
chine haar werk staakt. De onderzoekers
de stroomtoevoer onderbreken en de ma-
wensen de berekende tocht te bestuderen.
Doet het voertuig wat zij ervan verwach
ten of sturen de aantrekkingskrachten
van zon, aarde en maan het voertuig in
de verkeerde richting? Ja, waarempel, het
voertuig is de maan voorbijgegaan in
plaats van eromheen te reizen. Het hele
onderzoek mislukt? Nee,' de berekening
moet eenvoudig worden herhaald, maar
eerst moet de opdracht een kleine wijzi
ging ondergaan. Het voertuig vertrekt dit
maal niet met een snelheid van 10.681
maar het verlaat de aarde met een snel
heid van 10.671 meter per seconde. Zal de
tocht nu zodanig verlopen dat het voer
tuig niet de maan voorbij gaat, doch in
een kromme boog eromheen? Terwijl de
onderzoekers in spanning verkeren, doet
de rekenmachine onverstoorbaar zijn
werk.
Er gaat enige tijd heen voordat de nieu
we gegevens in gewone getallen zijn om
gezet en in tekening zijn gebracht. Tot
hun voldoening stellen de onderzoekers
vast, dat het voertuig juist op tijd de
maan heeft bereikt en er in een boog om
heen is gereisd. Voldaan zijn ze, maar
ook verrast. Het voertuig luistert wel heel
erg nauw naar de beginsnelheid. Een af
wijking van slechts 10 meter per seconde
dus slechts tien op de 10.000 kan de
tocht om de maan doen mislukken. Er
worden zware eisen gesteld aan hen die
met hun raketten het voertuig naar het
vereiste punt van vertrek zenden en het
tevens de zo nauw luisterende snelheid
moeten geven.
Omdat noch de Amerikaanse noch de
Russische raketten zich tot een zo ver
fijnde toepassing lenen, moet elke poging
om een voertuig om de maan heen te
zenden, lukraak zijn. Tenzijde snel
heid van het voertuig, zodra het eenmaal
een eindweegs is gevorderd, op bevel van
aardse bestuurders kan worden gewij
zigd.
De Amerikaanse ingenieurs hadden bij
het bouwen van hun eerste „pionier" met
deze mogelijkheid rekening gehouden.
Doch zij hebben ter elfder ure van de toe
passing van dit ongetwijfeld goede denk
beeld afgezien. De Russische deskundigen
hebben naar alle waarschijnlijkheid aan
de snelheid van Loenik III een kleine ver
betering aangebracht. Zodra zij op grond
van radiowaarnemingen waren te weten
gekomen dat de snelheid van Loenik III
iets te groot dan wel iets te klein was,
hebben zij door middel van radiosignalen
hulpraketjes in werking gesteld. Aldus
ontving Loenik III onderweg bevel een
stapje vlugger (of langzamer) te gaan. In
de figuur is de baan van Loenik III op
schaal getekend, in het onderschrift is een
toelichting gegeven. Tijdens haar tocht om
de maan heeft Loenik III de befaamde
foto van de achterkant van de maan ge
maakt.
De heren Kooy en Bergman hebben
echter de rekenmachine verder laten reke
nen. Zij wilden nagaan of de maan hun
denkbeeldige voertuig in de greep van
haar zwaartekracht kon vangen. Weer
toog de rekenmachine, voorzien van een
nieuwe opdracht, aan het werk. En inder
daad, het gelukte! Het voertuig werd een
kunstmaan van de maan. In hun verbeel
ding zagen zij het „mannetje in de maan"
een lange neus maken in de richting van
moeder aarde.
Maar wie schetst hun verbazing toen
bleek dat hun voertuig zich niet langs een
cirkel of ellips, maar langs een spiraal
vormige baan bewoog. Langs zich ver
nauwende windingen naderde hun voer
tuig het maanoppervlakhet kon niet
uitblijven, na een beperkt aantal omlopen
zou het voertuig te pletter vallen op de
maan.
Natuurlijk zegt u de kunstmanen
die om de aarde cirkelen komen toch ook,
vroeger of later, alle op aarde terug. Ge
lijk hebt u, maar in het geval van de aard
se kunstmaan moet de oorzaak gezocht
worden in de weerstand die zij ondervindt
terwijl zij een deel van haar baan door de
aardse dampkring beschrijft. Een kunst
maan echter die om de maan cirkelt, heeft
geen weerstand te verduren, want de
maan bezit geen dampkring of een, zo
uiterst ijl, dat de kunstmaan om de maan
er geen hinder van ondervindt. Nee, de
oorzaak van het neerstorten van de maan-
se kunstmaan heeft een heel andere oor
zaak. Moeder aarde is de schuldige.
We weten allemaal dat de maan een spel
speelt met de watermassa's op onze aar
de. De maan trekt iets harder aan de wa
termassa dan aan de aarde onder de wa
termassa. Dientengevolge vertoont de oce
aan een uitpuiling die naar de maan ge
richt is. Dit verschijnsel verwekt, tezamen
met het wentelen van de aarde, de getij
den: de afwisseling van eb en vloed.
Omgekeerd zal de aarde een soortgelijk
spel spelen met alles wat wel bij de maan
behoort, doch niet onwrikbaar aan de
maan bevestigd is. Een kunstmaan die om
de maan zou cirkelen, behoort bij de maan,
zij wordt door de aantrekkingskracht van
de maan wel vastgehouden doch niet on
wrikbaar.
De kunstmaan om de maan kan, evenals
het water op aarde, dat deels aan de aar
de en deels aan de maan gehoorzaamt, de
maan gehoorzamen maar tegelijkertijd
toegeven aan de storende kracht, die de
aarde op haar beweging uitoefent. Deze
storende werking van de aarde is de oor
zaak, dat de kunstmaan gedoemd is op de
maan terecht te komen.
Zo heeft het bedrijven van „Nederland
se ruimtevaart op papier" tot een waar
schuwend woord aan het adres van de
technici geleid. De waarschuwing luidt:
verwacht niet dat uw pogingen tot het
stichten van een maansatelliet een blij
vend succes zal zijn. De natuur zal in vrij
korte tijd teniet doen wat ge ten koste van
veel vernuft, veel vindingrijkheid en uiter
ste inspanning hebt tot stand gebracht.
Zou het om deze reden onzinnig zijn de
poging toch te wagen? Nee zeker niet.
Want wie erin zou slagen een voertuig op
het juiste tijdstip en met zodanige snelheid
te laten vertrekken, dat de maan het voer
tuig kan dwingen bij haar te blijven, die
heeft bewezen een meester om niet te
zeggen grootmeester te zijn in het rich
ten en besturen van een onbemand ruim
teschip.
Onze tuin- en kamerplanten
SANSEVIERIA'S of Vrouwentongen
worden veel als kamerplanten gekweekt
en geen wonder; ze vereisen niet zo veel
zorg en groeien bij een goede behande
ling vrij gemakkelijk. De meeste mensen
vergeten dat het een soort vetplant is; dat
ze 's zomers te weinig water krijgt en dat
men haar 's winters te veel geeft. In deze
tijd van het jaar kan weer iets meer wa
ter geven, doch in het hartje van de win
ter is éénmaal gieten per veertien dagen
al ruim voldoende. Grote planten kan men
voortkweken door middel van stekken en
door scheuren; als men stekt dient men
volwassen bladeren in tien centimeter lan
ge stukken te snijden; als die in een potje
met zanderige grond worden gezet zullen
ze vrij spoedig wortels vormen; de blade
ren die later te voorschijn komen zullen
echter hun bonte rand verloren hebben.
Wenst u die te behouden en wie zou
dat niet willen zal men moeten voort-
kweken door middel van scheuren. Grote
planten kan men nu uit de pot nemen; de
plant wordt in stukken verdeeld en op elk
stuk moeten bladeren en wortels zitten.
Pot ze in voedzame bloemistengrond op en
zorg er voor dat onder in de pot ook wat
scherven komen; het afvoergaatje mag in
geen geval verstopt raken.
G. Kromdijk
i