„De Meeuw" van Tsjechov kwam niet
verder dan een halve vlucht
CETAFLEX
DELFIA
CAiVE
Bouwactiviteit vertoonde
in 1959 flinke stijging
Kerkconcert door Feike
Asma in Bethelkerk
Interscholaire expositie
in Het Huis Van Looy
100%
zuiver
100%
plantaardig
Comédie des Jeunes
speelde „Orvet"
De negen muzen
Haarlemse première door Nederlands
Ballet van „Othello" van Lifar
Me,
Aandeel particuliere zvoningbouzv
steeg van 42 tot 53 percent
Nederlands schip bij
Esbjerg gestrand
9
Subsidie van J 56.000
HET BAK- EN BRAADVET
VAN
Nederlands kamerkoor
terug uit Amerika
Schilder Georg Rueter
vijfentachtig jaar
Twaalf pianisten in derde
ronde Ghopin-concours
•t helpt en...
'tis lekker
Prinsessen naar bal
in Stockholm
Lot vervalst
DINSDAG 8 MAART 1960
MET EEN ENKELE REPRISE van „Oom Waanja" is de Ne
derlandse Comedie verleden maand het Rotterdams Toneel
nog voor geweest met de herdenking van de Russische schrijver
Anton Pavlovitsj Tsjechov, die in 1860 werd geboren en in 1904
overleed. In januari heb ik voor de lezers van dit. blad uitvoerig
van mijn warmhartige en geestdriftige bewondering voor deze
grootmeester van het korte verhaal en vormvernieuwer van de
dramatische kunst mogen getuigen. Met grote spanning die
voelbaar ook 'bij de meesten der andere bezoekers- aanwezig
was wachtte ik zaterdagavond in de comfortabele schouw
burg aan de Aert van Nesstraat in de Maasstad op het opgaan
van het doek, dat het aandoenlijke wonder van „De Meeuw" zou
onthullen. Het prachtige prakdecor van Nicolaas Wijnberg lag
gedrenkt in de landerige zonsondergangstemming, die sympto
matisch is voor dit liefderijke spel van doorlopende desillusie.
Langzaam vulde het tableau zich met wonderbaarlijk gedetail
leerd leven. Alles leek erop te wijzen dat de uit de school van
Stanislavski voortgekomen regisseur Peter Sjarov zijn gaafste
herscheppingen in beeld en toon uit vorige seizoen zou gaan
overtreffen. Maar helaas, door een verscheidenheid van oor
zaken ging het wonder gaandeweg onterugvindbaar verloren in
een verveling, die van de ongewenste weeromstuit de toehoor
ders bekroop.
De verveling vormt een bijna onoverkomelijke moeilijkheid
bij het spelen van de stukken van Tsjechov, want in die staat
komen vrijwel al zijn personages te verkeren, zichzelf kwellend
in doelloosheid en anderen daartoe omlaaghalend. De spanning
wordt gewekt, door het driftig oplaaien van vervulbaar lijkende
verlangens naar een groots en meeslepend leven. Men weet dat
zij het niet zullen halen, men ziet het neervallen na de eerste
opvluchten al aankomen, omdat zij de techniek missen hun
wensdromen met doeltreffende daadkracht te realiseren. In „De
Meeuw" waarin de voor het eerst zijn nieuwe stijl van in
directe actie beproevende schrijver niet alleen als het ware zijn
programma ontvouwt, maar zich daar bovendien herhaaldelijk
bij monde van zijn spelfiguren dramatisch over uitspreekt
komt de absurditeit van dit streven al bijzonder scherp tot
uiting als men let op de kwaliteiten van de eigenlijke hoofd
personen: Nina en Kostja, respectievelijk een amateuristische
actrice en een experimentele dichter. Zij willen, o ja zij willen
de wereld een boodschap van ongekende schoonheid en vrolijke
wetenschap bezorgen. Zij zouden met behoud van zuiverheid
van eer en geweten althans in opzet kunnen slagen, als zij daar
toe de middelen maar hadden. Reeds in het eerste bedrijf ziet
men hun mislukking. Zij vluchten (een halve eeuw later heeft
Camus dit thema verder ontwikkeld, welke verwantschap ten
overvloede als bewijs van de actualiteit van Tsjechov moge
dienen) daarop in banale verhoudingen, in zielloze routine en
tenslotte in de zelfmoord. Dat wil zeggen: zij proberen genoegen
te nemen met binnen hun bereik liggende avonturen, zij protes
teren tegen de nivellering in kleurloze middelmatigheid.
De mensen in de stukken van Tsjechov hebben geen geluk.
Daaruit mag men echter geenszins de conclusie trekken, dat
deze auteur pessimistisch zou zijn geweest. Integendeel, hij was
een volbloed optimist, die juist aantoonde dat het levend zin-
dragend zolang er hoop is, alleen kan gelukken als men de
krachten verzamelt en verbetert om aan de verwachtingen te
voldoen. Deze artistieke werkwijze brengt mee, dat ook de ge
demonstreerde verveling tot de betrekkelijkheden behoort, dat
het tragische van het onvervulde bestaan op belachelijke fouten
berust (vandaar dat hij waarbij men uiteraard de Russische
mentaliteit in aanmerking moet nemen terecht zijn maat
schappelijke diagnosen als blijspelen aankondigde). Maar dat
betekent tevens, dat de ten tonele verschijnende mensen wezen
lijk edele mogelijkheden hebben of hebben gehad, die zij zien
derogen verkwisten. Van deze potentiële begaafdheid werd men
in de Rotterdamse opvoering, hoe zorgvuldig ook voorbereid en
ingevuld, weinig of niets gewaar. Met slechts één uitzondering
moesten de acteurs en actrices zich tot het uiterste inspannen
om aan de eisen van de naar optimale echtheid van spiegel
beeld strevende regisseur te voldoen. Van ongebruikte en tot
onvruchtbaarheid gedoemde reserve was daardoor in dit identi
ficatieproces geen sprake.
Het symbolische werd dientengevolge een toegevoegd element
aan het realistische in plaats van een gelijktijdig effect. De
diepere bodem voor het kweken van nobele aspiraties was en
bleef onaangeroerd. In mijn ogen kwam mede dientengevolge
uit de vertoning het minst interessante het meest naar voren,
verlengd met scènes van stilte waarin niets doorklonk, hetgeen
temeer opviel door de sublieme arrangementen daarvan. De
Ton Lutz als Trigorin en Josephine van Gasteren als Irina
Arkadina in „De Meeuw" van Tsjechov.
meesterlijke regisseur, die Sjarov is, heeft uit de hem ter be
schikking staande mensen niet meer dan onvolledige waarheid
kunnen halen. Zo werd men hoofdzakelijk geconfronteerd met
hun amoureuze frustraties, hetgeen een aanzienlijk verlies op
leverde in een stuk dat zich bezighoudt met de problemen der
creatieve besteding. Ware „De Meeuw" werkelijk alleen een
ingenieuze constructie van elka'ar kruisende driehoeksverhou
dingen in novellistische trant, zoals het zich nu van acht tot
middernacht aandiende, het zou nooit zijn geldigheid in deze
tijd hebben behouden.
De bezetting bestond uit te zwakke of qua type onvoldoende
geschikte tonelisten (een voorbeeld uit de laatste categorie: Ton
Lutz, die met fijnzinnige nuances de figuur van Trigorin schet
ste, maar niet kon karakteriseren). Die ene uitzondering was
Lia Dorana, die de wanhopig teleurgestelde Masja een ont
roerende aanwezigheid gaf. Manon Alving had in haar een
zijdigheid als Nina enkele zeer goede momenten, Hans Croiset
kampte als Kostja met een tekort aan vakmanschap. Van de
vele andex-en wist eigenlijk alleen Pieter Lutz als de onderwijzer
aan de eisen van de situaties te beantwoorden. Voor de rol van
de egocenti-ische prima donna Iiina Arkadina (de overheei-sende
moedei-, die als vrouw naar de woorden van Oscar Wilde
de zoon inspireert tot meestei-werken en hem belet door de ge
bondenheid van gevoelens die te maken) was Josephine van
Gastei-en uitgenodigd, die met geraffineerde bekwaamheid de
oppervlakkige facetten een harde glans verleende, zonder even
wel invloed op haar omgeving uit te stralen. Alleen Ank van
der Moer zou, dunkt me, deze partij op ideale wijze kunnen
spelen, doch die maakt nu eenmaal deel uit van een ander ge
zelschap. Dat is toch wel een geweldig bezwaar van het Neder
landse systeem: dat het ons vei-hindert meesterwerken van de
dramatische litteratuur door voldoende krachten van het eerste
plan gepresenteei-d te krijgen.
David Koning
In protestants kerkelijke kringen is de
naam van de organist Feike Asma tot een
begrip geworden van orgelspel als reflex
van een bestaande religieuze gerichtheid
en van een gecultiveerde muzikale be
hoefte en voorkeur. Met zijn populair ge
worden voorganger, de in 1937 overleden
organist Jan Zwart, heeft Feike Asma deze
bijzondere muziek-mentaliteit aangevoeld
en afgetast en door een merkwaardige
wisselwerking tussen organisten-initiatief
en auditorium-verlangens kregen de pro
gramma's der orgelconcerten van Asma
een eigen, onmiskenbaar geliefd karakter.
Wanneer Feike Asma een orgelbespeling
geeft, kan men er zeker van zijn, dat de
belangstelling er voor groot, zelfs bijzon
der groot zal zijn.
Het comité, dat zaterdagavond in de
Bethelkerk in Haarlem-Noord een concert
organiseei'de en daai'toe de medewerking
inriep von deze organist, is zeker niet. in
deze verwachting teleui-gesteld. De kerk
bood nauwelijks genoeg plaatsen voor de
vele toehoorders, die waren gekomen om
de organist te hoi-en en die bovendien het
optreden van de bekende radio-zanger van
het christelijk lied Kees Deenik op deze
avond met vreugde zullen hebben begroet.
Feike Asma begon zijn solistisch aan
deel in het concert met de voordracht van
het Orgelconcert in Bes van Handel, waar
van hij met een te loven zorg een vlotte
vertolking gaf, met goede registerkeuze,
en die gelukkig bevrijd bleef van intimi
derende klankvolumes. Op een zelfde uit
voeringsniveau, behoudens dan de uitge-
sproeide vierde vai-iatie, hield de organist
de koraalvariaties uit de zesde Orgelsonate
van Felix Mendelssohn, die vaak frappeer
den door een goed volgehouden rustig
lijnenspel en die wel zeer gunstig afstaken
tegen de woelige onstuimigheid en de holle
opdringerigheid van de goedkope Toccata
van W. R. Driffill.
Met de aangename, liefelijke, ongecom
pliceerde stukjes van Guilmant, Lemmens,
De Lange en Landsman, alle met doel
treffende registratie-effecten gespeeld, zal
Feike Asma verschillende van zijn toe
hoorders wel een plezier gedaan hebben.
Van Kees Deenik hoorde men een met
sympathieke stem gezongen aria uit het
„Dettinger Te Deum" van G. F. Handel.
Overtuiging klonk er verder uit zijn zang
bij het vertolken van twee geestelijke lie
deren en van drie negx-o-spirituals. Feike
Asma was de zanger hierbij, met uitzonde
ring van één der spirituals, die zonder be
geleiding werd gezongen, tot een betrouw
bare steun.
Voorts begeleidde de organist de samen
zang der aanwezigen, die ten dele geleid
werd door Kees Deenik.
Ds. J. J. Rebel sprak een kort openings
woord en ging voor in gebed.
P. Zwaanswijk
Advertentie
Lïjm kou3 alle hout met
van Ceta-Bever
De tot 28 maart in het Huis Van Looy
te bezichtigen tentoonstelling van liet
Haarlemse Interscholair Jeugdtoernooi
bevat fraaie handwerken, waaronder
allerplezierigst applicatiewerk, gezellige
maquettes van een markt en een kermis
en een mooie van de begrafenis van een
pharaopottenbakkerswerk, beeldjes,
scheepsmodellen, tekeningen, aquarel
len, gouaches en zelfs schilderijen in
olieverf.
De leraar, die zijn pupillen aan die
scheepsmodellen zette, had best de mijne
mogen zijn en ik wilde dat mijn dochter
zo kindei-jurkjes had lei-en maken, als we
ze hier ontmoeten. Enthousiast kan ik zijn
over de aan de dag gelegde zorgvuldigheid
bij enige van goede smaak ook getuigende
lijntekeningen. Een tentoonstelling als deze
zet ons aan het denken over de waarde
van het huidige tekenondei-wijs. Ik ben
wat huiverig voor het zo gewilde bevorde
ren van de zogenaamde vrije expressie. De
aard van deze expositie is er echter niet
naar om tot. enige conclusies te kunnen
komen. Bij een toernooi voert men niet
het minder geslaagde aan. En toch geldt
ook dit bij de beoordeling van het teken
onderwijs. Slechte ei'varingen, die ik op dit
gebied heb, steunen ook zeker niet op ex
posities als deze. Enkele leerlingen van de
Rijkskweekschool tonen te kunnen, wat ik
op dit gebied graag verwacht. Wat betreft
de leerlingen van middelbare scholen als
lycea, gymnasia en hogere burgerscholen:
men zou van hen moeten weten in welk
beroep ze wensen te gaan om dan te kun
nen constateren in hoeverre het voor dat
beroep, of studie daartoe, eventueel nood
zakelijke tekenen gunstig ontwikkeld werd.
Ik weet namelijk van het bestaan van
klachten bij het hoger onderwijs over een
tekort aan ontwikkeling in deze. een tekort
dat enige tientallen jaren geleden veel
minder bestond.
Men veroordele overigens niet het min
der aantrekkelijke op deze tentoonstelling.
Het begin van een jongere, die echt wil
leren tekenen, is vaak heel wat minder
mooi dan zijn kindertekeningen. Met die
17-jarige Chris van Geest zit het goed.
Maar leeftijdsgenoten van hem hebben nog
alle tijd om hem in te halen. Ik noem nog
maar een naam: Arien Winkel, verant
woordelijk voor een schilderij van een kat,
dat ik het plezierigste wei'kstuk van deze
tentoonstelling vond.
Bob Buys
De staatssecretaris van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen heeft Gedepu-
teei-de Staten van Geldeidand laten weten,
dat het in zijn voornemen ligt de uitbrei
ding van het Geldex-s orkest met zestien
man met vijftig percent van de aan de
salariëring verbonden kosten te subsidië
ren. Deze uitbreiding zal per 1 januari
1962 geheel verwezenlijkt kunnen worden.
De kosten van uitbreiding met zestien
man worden globaal geraamd op 112.000
gulden per jaar. Indien het. rijk daarin
met 56.000 zou bijdragen, zou het overi
ge gedeelte voor rekening van andere sub
sidiegevers komen.
Cultuurcentrum. Bij de gemeenteraad
van Groningen is een plan ingediend voor
de bouw van een cultuurcentrum, dat een
uitgave zal vorderen van 15.200.000. Het
omvat een schouwburgzaal, met in totaal
1600 zitplaatsen, een muziekpodium voor
100 orkestleden, dat tevens geschikt zal
zijn voor uitbreiding van het toneel. Het
gebouw komt naast de studentensoos. Het
zal ook een wintertuin, een restaurant en
verschillende kleinere zalen bevatten.
Advertentie
Het Kurhaus-paviljoen in Scheveningen
was twee weken geleden de plaats, waar
een in Nedeidand gevormd Brits-Ameri
kaans toneelgezelschap, de „Anglo-Ame-
l-ican theatre group" het publiek van de
badplaats in het nog niet begonnen sei
zoen de eerste opvoering van een nieuwe
reeks aanbood. Zaterdagavond was het de
„Comédie des Jeunes", gerecruteerd in
en om de culturele missie van de Franse
ambassade, die met „Orvet" van Jean
Renoir een avond bood, welke geen ope
ning vormde van meer uitvoeringen,
maar wel een demonstratie van het werk,
dat voor de Fx-anse taal en cultuur hier in
Nedeidand wordt verricht.
De culturele missie van de ambassade
geeft in Den Haag ondei-richt in de Franse
taal en haar cultuuruitingen. De activi
teit op het gebied van di-amatische kunst
bepei-kt zich in het openbaar tot uitvoe
ringen als deze, die zaterdagavond het pu
bliek enkele ui-en zichtbaar onderhield.
Onder regie van Kees Wijting en in de
cors die welwillend waren afgestaan
door de Koninklijke Schouwburg, werd
het liefelijke drama opgevoerd van de to
neelschrijver Georges, die, teruggetrok
ken in de provincie, op het spi-ookje van
„De kleine sirene" zijn toneelspel wil
schrijven. Hij ontdekt echter, dat zijn ir-
ï-eële sprookjesfiguren levendiger en le
vensechter zijn dan hij had voorzien, de
ontmoeting met het 16-jarig wezentje
Louise Coutant. Wildebras in haar bossen
die naar de bijnaam „orvet" luistert (of
dit niet doet), legt zijn diepste gevoelens
van liefde bloot.
De ambassadeur van Frankrijk, baron
De Beauverger, behoorde tot het geamu
seerde publiek dat het sprookje gade
sloeg, waaraan meewerkten de Nedei--
landers Kees Wijting, Amy van Es, Nel
Castel, Harry Hofstra. Kees Verheul en
Gerard Helsdingen. De Franse hoofdrol
len en enkele bij-personages wai-en van
Natacha, Alvei-t Sevrais, Monique Mar
tin, Pierre Yves, Jean Beiioth, Annick
Beauge en Maurice Berne.
Zuidnedcrland.se Opera. Op 27 maart
geeft de Zuidnederlandse Opera in de
Stadsschouwburg te Maastricht haar eer
ste première in 1960, namelijk Die lockere
Odette van Offenbach. De Zuidnedei'land-
se Opera verwierf zich de alleenopvoe-
ringsi-echten van dit werk voor Neder
land. Begin mei volgt de pi-emière van de
opera Samson et Dalila van Camille Saint
Saëns in de stadsschouwbui'g van Sittard.
In juni vei-wacht het gezelschap de pre
mière te kunnen geven van La Traviata
Picasso-tcntoonstelling. Het Rijks
museum Kröller-Müller te Otterlo heeft
het schilderij De Gitaar van Picasso in
bi'uikleen verstrekt voor de Picasso-
tentoonstelling, welke van 5 juli tot'18 sep
tember 1960 in de Tate Gallei'y te Londen
zal worden gehouden.
Voor vele televisiekijkers zal de uitzending van gisteravond, tijdens welke men
het Nederlands Ballet in Den Haag zag optreden ter gelegenheid van het bezoek van
de president van Peru aan ons land, een extra aanleiding zijn om het optreden van
dit ballet in Iiaaidem, in de Stadsschouwburg, te bezoeken. Het Neder
lands Ballet onder leiding van Sonia Gaskell zal de Haarlemse première geven van
Othello", het ballet dat met groot succes enige maanden geleden in Monte Carlo
zijn wereldpremière beleefde. De titelrol zal worden gedanst door Billy Wilson, de
vrouwelijke hoofdi'ol Desdemona door Sonja van Beers (zie foto). De choreografie
van dit ballet is van Serge Lifar, de muziek van Maurice Thiriet. Decors en kostuums
zijn van Patricia. Het ovei-ige progi'amma bevat Giselle, tweede akte (PeiTot/Adam)
met Joan Cadzow in de hoofdrol, en „Suite en Blanc" van Lifar Lalo met alle solisten
en het voltallige corps de ballet. De muzikale begeleiding aan twee vleugels wordt
verzoi-gd door André Presser en Joop Stokkermans.
Na een succesvolle tournee van bijna
twee maanden door de Verenigde Staten
en Canada arriveerde het Nederlands
Kamerkoor maandagmiddag op Schiphol.
Onder leiding van Felix de Nobel heeft het
koor eenentwintig concerten gegeven in
zeventien verschillende steden. De heen
reis naar Amerika werd op 9 januari per
boot gemaakt. In de Verenigde Staten
heeft het koor alle afstanden per bus af
gelegd, hetgeen nogal moeilijkheden heeft
opgeleverd door de zware sneeuwval.
De acht dames en de tien heren van het
koor hebben samen met dirigent Felix de
Nobel ovei-al een enthousiast publiek ont
moet. In Amei-ika werd veelal opgetreden
voor studenten. De heer De Nobel zei
hierover op de Amstei'damse luchthaven:
„Ik ben bijzonder getroffen door de grote
deskundigheid en de belangstelling van dit
publiek, dat toch voor het merendeel uit
jongeren bestond. In Amerika kent men
haast geen koor zoals het onze, maar via
grammofoonplaten hadden wij er reeds
enige bekendheid. Na ieder concert vroeg
men ons om een toegift. De werken die
wij uitvoerden vai-ieerden naar de aard
van het publiek, maar meestal kwamen de
Nederlandse componisten als Van der
Horst, Mengelberg, Van Delden, Diepen-
brock en Sweelinck toch wel op het pro
gramma voor-."
In het seizoen 1961/1962 zal het Neder
lands Kamerkoor weer een reis door de
Verenigde Staten maken.
Dinsdag 8 maart hoopt de, in Amster
dam wonende, schilder Georg Rueter zijn
vijfentachtigste verjaardag te vieren.
Georg Rueter, in Haaidem geboren,
studeerde aan de Rijksnormaalschool
voor Tekenleraren en aan de Rijksacade
mie voor Beeldende Kunsten te Amster
dam, waar hij tevens lector is geweest.
Hij vervaardigde geschilderde, geteken
de en gelithografeerde portretten, hout
sneden voor boekversiering en decoratief
gi-afisch werk in lithografie. Bovendien
heeft de jubilaris twee glas-in-lood ramen
ontwoi-pen, namelijk voor de Nieuwe Kei'k
te Delft en voor de Pieterskerk te Leiden.
Zaterdag beslissing jury
Twaalf jonge pianisten, vier Russen,
twee Polen, een Japanner, een Mexicaan,
een Chinees, een Pers, een Fin en een Ita
liaan, zijn doorgedrongen tot in de derde
en laatste ronde van het zesde internatio
nale Chopinconcours. De eerste ronde was
begonnen met tachtig jonge pianisten, onder
wie ook de Eindhovenaar Dick van der
Ven.
Van de tachtig waren er aan het eind van
de eerste ronde nog achtendertig over, en
uit hun midden zijn twaalf pianisten uit
verkozen voor de laatste ronde. Zij zullen
de twee pianoconcerten van Frédéiic Cho
pin spelen, samen met het Pools nationaal
Philharmonisch oi-kest. Aanstaande zater
dag zal de jury te Warschau haar beslissing
bekend maken.
Het is opgevallen dat Russische jonge
kunstenaars opnieuw een belangrijke rol
spelen: vier Russen zijn tot de finale door
gedrongen, terwijl West-Europa slechts
Maurizio Pollini, een Italiaan, en de IJs
landse Reija Silvonen vermocht af te vaar
digen. De Russen zijn Valery Kastielsky,
Zinaida Ignatieva, Aleksander Slobodianik
en Irina Zariskaya. De overige finalisten
zijn Jerzy Godzizewski en Josef Stompel
uit Polen, Michel Block uit Mexico, Hitosji
Kobayashi uit Japan, Tania Achot uit
Iran, en Li Min-Czan uit China.
'Advertentie
Blijkens gegevens van het Centraal Bu
reau 'voor de Statistiek omtrent de bouw
activiteit in 1959 werd in de sector gebou
wen voor een bedrag van 2632 miljoen
geproduceei-d tegen 2371 miljoen in 1958.
In deze bedi'agen zijn de normale onder
houdswerken en de wei-ken beneden J 2000
niet begrepen.
Indien men rekening houdt met prijsver -
anderingen lag de reële produktie in 1959
pl.m. 13 percent hoger dan in 1958.
In de woningbouw bedroeg de produktie
(exclusief herstel en verbouw) 1417 mil
joen tegen 1352 miljoen in 1958. Een
stijging dus met 5 percent. Opvallend is de
sterke stijging (45 percent) in de sector
scholen. In deze sector werd n.l. voor een
bedrag van 232 miljoen geproduceerd
tegen 160 miljoen in 1958. De produktie
in de sector bedrijfsgebouwen bedroeg
549 miljoen: 9 percent meer dan in 1958.
Het bedrag van de in uitvoering geno
men werken bedroeg 2730 miljoen. Dit is
300 miljoen of 12 percent meer dan in
1958. Van deze 300 miljoen kwam 122
miljoen voor x-ekening van de woningbouw
en 58 miljoen van de sector gebouwen
voor gezondheidszorg en hygiëne. In de
sector bedrijfsgebouwen voor handel en
verkeer daalde de omvang van de begon
nen werken enigszins, n.l. van 203 mil
joen in 1958 tot 192 miljoen in 1959.
Woningbouw
Uit de gegevens omtrent de aantallen
begonnen woningen blijkt het aandeel van
de bouw in opdi'acht van particulieren te
zijn gestegen van 42 percent in 1958 tot 53
pei-cent in 1959. Het totale aantal in 1958
en 1959 begonnen woningen bedroeg resp.
83.396 en 87.085. Van de in 1959 voltooide
woningen (83.632) was 43 percent opgedra
gen door particulieren. Onder deze 36.002
woningen bevonden zich 10.375 of 29 pet.
huui-woningen. Met inbegrip van de wo
ningen gebouwd in opdracht van gemeen
ten en woningbouwverenigingen zijn in
1959 55.866 huui-woningen gereedgekomen,
dit is 65 pet. van het totaal aantal in 1959
gebouwde woningen.
De bouw van de onderhanden werken
(inclusief de goedgekeurde, nog niet op de
bouwplaats begonnen werken) bedroeg op
1 januari 1960 3138 miljoen tegen 3185
miljoen op 1 oktober en 3036 miljoen op
1 januari 1959.
Het nog te produceren bedrag lag met
1777 miljoen op 1 januari 1960 22 mil
joen hoger dan op 1 januari 1959. Verge
leken met 1 oktober 1959 steeg dit bedrag
met rond 3 pet.
Werkgelegenheid
Met betrekking tot de werkgelegenheid
in de sector gebouwen blijkt uit de ge
gevens omtrent het aantal arbeiders op
werken met een bouwsom van 10.000 en
meer, dat dit aantal omstreeks 1 januari
1960 rond 98.000 bedroeg tegen 108.000 op
1 oktober 1959 en 90.600 op 1 januari 1959.
Voor de sector woningen zijn de aantallen
respectievelijk 55.000, 62.000 en 54.000. Voor
wat de teruggang van 1 oktober 1959 op
1 januari 1960 beti'eft, dient uiteraard re
kening te worden gehouden met de invloed
van het winterseizoen.
Aan weg- en waterbouwkundige kapi-
taalswerken werd in 1959 voor een bedrag sing aan het licht.
van 606 miljoen geproduceerd tegen
490 miljoen in 1958, percentsgewijs een
ongeveer even grote stijging als in de sec
tor gebouwen. Het aantal arbeiders op deze
werken (exclusief de werken van de rijks
waterstaat) bedroeg omstreeks 1 januari
1960 10.300. Dit is 1000 meer dan op 1
januari 1959.
Nieuwbouw in januari
In januari 1960 zijn volgens het Centraal
Bui-eau voor de Statistiek 4565 nieuwe
woningen voltooid. In januari 1959 werden
5664 woningen opgeleverd.
Van de in januari voltooide woningen
werden er 461 als systeemwoning gebouwd.
Sedert de bevrijding zijn nu in totaal
773.792 nieuwe woningen gebouwd.
In januari 1960 werd met de bouw van
5012 woningen begonnen (januari 1959 met
4977 woningen). Doordat het aantal begon
nen woningen in januari groter was dan
het aantal gereedgekomen woningen, steeg
het aantal in uitvoering zijnde woningen
tot 88.054 op het eind van die maand.
De in januari 1960 gereedgekomen wo
ning enzijn als volgt over de provincies en
de drie grote steden verdeeld: (cijfers van
januari 1959 tussen haakjes): Groningen
203 (190). Friesland 170 (170), Drente 117
(118), Overijsel 290 (323), Gelderland 490
(729). Utrecht 133 (419), Noordholland be
halve Amsterdam 599 (573), Zuidholland
behalve Den Haag en Rotterdam 600 (985),
Zeeland 133 (86). Noord-Brabant 677 (831),
Limburg 464 (404), Amsterdam 135 (216),
'sGravenhage 327 (171), Rotterdam 218
(436). Noordoostpolder 9 (13).
Prinses Beatrix en Prinses Irene zullen
vrijdagmorgen per K.L.M.-vliegtuig van
Schiphol naar Stockholm vliegen, waar zij
een groot galabal zullen meemaken. De
vlucht wordt gemaakt met een toestel van
het type Lockheed „Electra".
Het 351 ton metende Nederlandse schip
„Merwestad" (i-eder: D. Kooiman, Dor
drecht) is bij de haven van Esbjerg aan de
westkust van Jutland aan de grond ge
lopen. De kapitein heeft tot nu toe de aan
geboden hulp geweigerd. Hij hoopt zijn
schip vlot te kunnen krijgen als het weer
vloed wordt.
Conform de eis van de officier van Jus
titie, is de 30-jarige Alkmaarse isoleei--
der G. J. van S. door de politiei-echter te
Alkmaar veroox-deeld tot een maand ge
vangenisstraf wegens valsheid in ge
schrifte. Van S. had een lot vei-valst van
de door de Alkmaarse winkeliers ten ba
te van het Koningin Wilhelminafonds ge
organiseerde gratis lotêrij. Na van het lot
enkele cijfers te hebben veranderd, ont
ving hij de hoofdpi-ijs in deze verloting:
een auto. Een uur later kwam de verval-