Henk Badings werkt koortsachtig aan voltooiing van opera „Martin Korda DP' De „zieke" Rijn bedreigt onze samenleving Niemand de deur uit zonder een Brinta-ontbijt! Librettc op vluchtelingleed gebaseerd W. M. L. E. van Leeuwen ontving „Prijs voor de litteraire kritiek" Criticus van Tubantia als eerste met deze prijs onderscheiden De negen Muzen „De dirigent", causerie door Jan Hesmerg v. DUIVENB0DEN Opbrengst inkomsten belasting gedaald Aanleg van zuiverings installaties nodig Uitstekend spel van violistenpaar de Renaissancezaal in Weerschepenconferentie eindigt succesvol voor Nederland DONDERDAG 31 MAART 1960 17 OP 15 JUNI PREMIERE IN HOLLAND FESTIVAL Vr ij lating gevraagd van Hongaarse schrijvers Koos v. d. Horst veertig jaar restaurateur Brendan Behan is ernstig ziek Trouwe werknemers kregen gratis woning De componist Henk Badings, wiens door het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen hem opgedragen opera „Martin Korda D.P." (displaced person) op 15 juni in het Holland Festival in première gaat, is thans zover ge vorderd dat hij de opera in partituur aan het brengen is. Deze partituur zal een omvang van 700 bladzijden hebben en zij zal razend snel klaar moeten zijn wil de Nederlandse Opera voldoende tijd van instudering hebben. Dezer dagen mochten wij van de componist het ontwerp en de gedeelte lijk gevorderde partituur van Bading's nieuwe opera inzien. We zagen recitatieven en aria's, zonder dat hierin een scherp onderscheid is gemaakt. Badings heeft een aantal afgeronde muziekvormen gebezigd. De ouverture van de eerste akte is een fuga, even verderop bemerken we een passacaglia; bij het doorbladeren van de compositie ontdekten we een meng- MARTIN KORDA, een begaafde jongeman in het kamp van displaced persons, houdt er niet van om als de anderen zijn levensgeschiedenis te vertellen. Dit wekt verwondering, maar ook een zekere ergernis bij de kampgenoten. Deze verwondering wordt des te groter als Martin buiten het kamp kennis maakt met een jonge vrouw, Wanda Mladek geheten, en respect en zelfs liefde bij haar vindt. De idylle wordt verstoord omdat een agent, die naar een gepleegde misdaad een onderzoek instelt, bij Martins paperassen een revolver en een portret van Wanda vindt, de vrouw die hem (de agentjuist heeft afgewezen. De jaloezie bij de agent laait op en voor Martin wordt de situatie nog erger als Wanda's moeder de omgang tussen beide jonge mensen komt verbieden. In deze. ellende van hart en ziel, laat Martin zich door de kamp bewoners bewegen om zijn levensgeschiedenis te vertellen. vorm van een wals en een ragtime, een canon, een danslied, weer een passacaglia, dan een sarabande. Een veelheid van vormen, welke door Badings met grote begaafdheid wordt gehanteerd. Is deze vormenboüw de hoofdzaak? Slechts de grondslag, want zegt Badings het timbre speelt een grote rol. Men zal ongetwijfeld zeer gevoelig zijn voor dit aspect van de nieuwe opera, want ze is doortrokken van menselijkheid. ..De vormgeving is als een voertuig, waarin plaats is voor het humane, dat onze gedachten vervult als wij juist in dit vluchtelingenjaar denken aan de legio dis placed persons". Badings heeft zelf het ontwerp van de handeling van deze opera gemaakt. Het lot van de eindeloze stroom vluchtelingen, die de 20ste eeuw tot tweede periode van volksverhuizing dreigt te maken heeft hem tot dit onderwerp van zijn opera aangezet. IN HET TWEEDE bedrijf krijgt men een terugblik van Martin Korda's leven. Het nieuwe bevrijdende bewind is binnenge trokken en hoewel Martins moeder en zuster van het nieuwe regime weinig goeds verwachten, staat Martin open voor de geboden idealen. Tijdens de feestvie ring vraagt een der leiders van de rebel len bij Martin om 'een handtekening voor een belastende verklaring over de direc teur van het bedrijf waar hij werkt. Mar tin weigt omdat ze leugens beval en meer betrekking heeft op de houding van zijn directe chef. Deze is echter een dei- medewerkers van het nieuwe regime. Mar tin wordt mishandeld en aan een verhoor onderworpen; onderwijl is zijn moeder stervende. Hij mag baar nog bezoeken, maar vlucht na een laatste gesprek met haar. DE DERDE AKTE speelt zich weer af in het vluchtelingenkamp. Badings heeft ter inleiding hiervan elektronische muziek geschreven, waarin het irreële wordt weergegeven van de goede voornemens en van de dagelijkse werkelijkheid. Martin ligt op een bank te slapen. Zijn kampge noten verwachten zijn arrestatie en als de politie verschijnt nemen zij tegenover deze een dreigende houding aan. Dan komt Martins verloofde Wanda blijge- stemd op en zegt dat zij een betrekking voor hem heeft en dat zij kunnen gaan trouwen. Deze mededeling bevalt de poli tieman, haar vroegere vriend niet, en hij haast zich tot de arrestatie over te gaan. Maar dan ontdekt men dat Martin niet slaapt, maar gestorven is. Treurmuziek sluit deze scène af. Het is stil onder, de vluchtelingen, die op lotseverbeterlng hopen; maar Martin behoeft niet meer te wachten DIT GEGEVEN is in libretto-vorm ge zet door Albert van Eyk, die persoonlijk de situaties in vluchtelingenkampen in Oostenrijk en Italië heeft waargenomen. Badings heeft zich op de basis van de opera-traditie geplaats en heeft aan har monieën of reeksen van harmonieën het karakter van leidmotieven gegeven. Deze zijn geplaatst in een bepaald timbre en bijvoorbeeld voor Martin met de instru menten: strijkers, celesta en vibrafoon. Voor Wanda twee fluiten en twee klari- Uit naam van het Comité van Waak zaamheid 1956 hebben de bestuursleden prof dr. H. Dooyewaard te Amsterdam, prof. dr. P. Geyl te Utrecht en Max Nord te Amsterdam een brief gericht aan de buitengewoon gezant van Hongarije te 's-Gravenhage, waarin ter gelegenheid van de vijftiende herdenking van de bevrijding van Hongarije van de nazi's op 4 april aanslaande aan de Hongaarse regering- wordt verzocht een einde te willen maken aan de gevangenschap van Tibor Dery en andere schrijvers en intellectuelen. Hot. Comité van Waakzaamheid 1956, dat Nederlandse intellectuelen en kunstenaars van uiteenlopende levensbeschouwing en verschillend maatschappelijk inzicht om vat, heeft voor deze oproep aan de Hon gaarse regering adhesiebetuigingen ont vangen van de schrijvers Anton van Duin kerken (prof. dr. W. J. M. A. Asselbergs) te Nijmegen, dr. Elisabeth du Perron-De Roos te Bergen (NH), A. Roland Holst te Bergen (NH), Adriaan van der Veen te 's-Gravenhage en Simon Vestdijk te Doorn. Deze oproep gechiedt in overeenstem ming met eenzelfde verzoek aan de Hon gaarse regering door het Tibor Dery Com mittee te Londen, dat wordt gesteund door onder anderen de Nobelprijswinnaars dr. T. S. Eliot en Earl Russell, en door Chris topher Fry, Paul Ignolus, Arthur Koestier, John Lehmann, Doris Lessing. Alan Moorehead John Osborne, J. B. Priestley, Philip Toynbee en Angus Wilson. Ook in Frankrijk is een Tibor Dery Comité gevormd, waarin de Nobelprijs winnaar Francois Mauriac? de schrijvers en uitgevers Claude Avelinè, .Jean Cassou, Gaston Gallimard, André Maurois, Claude Morgan, Maurice Nadeau, Armand Sala- crou, Pierre Seghers en Edith Thomas zit ting hebben. In Amerika, in Azië en Afri ka zijn eveneens acties georganiseerd onder schrijvers en intellectuelen om de vrijlating te bewerkstelligen van de ruim zestigjarige Tibor Dery. De heer Koos van der Horst te Delft, be- -end verzamelaar van etnografica en res- -lurateur van middeleeuwse kunst, is veer- :ig jaren in „het vak" en ter gelegenheid daarvan zal hij zaterdag twee april door opdrachtgevers en vrienden worden gehul digd. De heer Van der Horst heeft tal van kunstwerken gerestaureerd, vooral in kloosters en kerken in Zuid-Limburg en België. netten. Doch Badings houdt zich daar niet streng aan, hij ziet deze slechts als uitgangspunt. In het geheel sluit zijn werkwijze aan op de latere werken van Verdi, dus geen afgeronde recitatieven en aria's, geen scheiding daartussen. Er is ruimte voor cantilene. Het frappeert hoe zeer Badings de exacte vormen hanteert. Hij wijst op de passacagliia, welke hij zo uitnemend kan benutten om de sfeer in de handeling om te zetten. Hij toont zijn voorkeur voor canons als een der eigenschappen van de vroegere Neder landse componistenscholen, door hem op vruchtbare wijze benut, niet alleen in af stand, maar ook in omkering. EVENZEER STAAT HIJ open voor de ragtime, welke de binnenkomende Ame rikaanse soldaten in het vluchtelingen kamp begeleidt, waarbij de wals bijna als een spotlied gaat klinken. Uit deze vorm geving blijkt steedes meer hoe Badings het inspiratieve laat dragen door zijn denken. In de partitatuur wijzen vele aan- Henk Badings tekeningen op deze instrumentaties, die Badings thans dag en nacht uitwerkt, want 700 bladzijden moeten klaar. Zo spoedig mogelijk. De opera heeft een be zetting van een veertiental grotere en kleinere solistische vocale partijen (2 sopra nen, 1 mezzo, 1 alt, 3 tenors waarbij de titelrol, 3 baritons en 4 bassen), voorts nog vier als dubbelrol uitgevoerde stem men en koor. Het. orkest bestaat uit 3 flui ten, 2 hobo's, 2 klarinetten, 2 fagotten, 4 hoorns, 3 trompetten, 3 trombones, tuba, slagwerk, celesta en strijkorkest. De heer W. L. M. E. van Leeuwen, van 1924 tot 194S leraar in de Nederlandse taal en letteren te Enschede, thans wonende te Schoorl, 'en litterair criticus van het Twentsch Dagblad Tubantia, is de eerste Nederlandse criticus die vanwege zijn grote verdiensten voor het goede Neder landse boek is onderscheiden met de „Prijs der litteraire kritiek' Deze prijs, die ter gelegenheid van de vijfentwintigste boekenweek voor het eerst is uitgereikt en in de toekomst om de twee jaar 'door een jury zal worden toegewezen, is ingesteld door de Maatschappij der Ne derlandse Letterkunde en de Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels. De jury, die bestond uit prof. dr. J. G. Bomhoff, voorzitter van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, prof. dr. J. C. Brandt Corstius en Jos Panhuijsen, prees in haar rapport de ivijze waarop de heer Van Leeuwen de kennis der littera tuur bij het publiek heeft bevorderd. Sinds 1924 schreef hij meer dan 1100 dagbladkritieken in helder, pretentieloos Nederlands. Onomwonden sprak hij zich uit en hij deed dit even vrijmoedig als hij zich bewust was een afwijkende mening te verkondigen. Het is vooral de persoonlijke mening en de persoonlijke uiting daarvan die zo aantrekt in de recensies van de heer Van Leeuwen en bovenal ook diens per soonlijke houding zowel tegenover zijn lezer als tegenover de schrijver, aldus het oordeel van de jury. Voorafgaande aan de prijsuitreiking is gistermiddag in het Amstel-hotel te Am sterdam in aanwezigheid van onder andere mr. Y. Scholten, staatssecretaris van On derwijs, Kunsten en Wetenschappen en mevrouw E. van Hall-Nijhoff, echtgenote van Amsterdams' burgemeester, door prof. dr. Bomhoff een kort referaat gehouden over de functie der litteraire kritiek en de motieven die tot de instelling van deze prijs hebben geleid. Hij kwam tot de con clusie, dat de criticus een belangrijke fac tor is in de publieke smaakvorming. Als hij een boek prijst of laakt, brengt hij een gesprek op gang, dat het boek alleen maar ten goede kan komen. De heer Chrisliaan Leeflang, voorzitter Prof. dr. J. G. Bomhoff (links) reikte de prijs uit aan de heer W. M. L. E. van Leeuwen van hel dagblad „Tubantia". van de commissie voor de Collectieve Pro paganda'van het Nederlandse boek en' Van de Vereeniging tot Behartiging van de Be langen des Boekhandels, betrok in zijn gelukwensen ook de hoofdredacteur van Tubantia, mr. J. W. de Bode. Hij hoopte dat de prijs niet alleen de litteraire kritiek zou stimuleren, maar ook de vrijheid die de criticus van zijn hoofdredacteur kan krijgen en die nooit groot genoeg kan zijn. De heer Van Leeuwen, die de uit een geldbedrag bestaande prijs dankbaar ac cepteerde, zeide de onderscheiding niet te zien als een afsluiting van zijn arbeid, maar als een bekroning. Hij zag de taak van de criticus drieledig: karakteriseren, situeren en waarderen. Het karakteriseren eist psychologisch indringingsvermogen en het situeren naast kennis der litteratuur en cultuurgeschiedenis ook de visie daar op. De zwaarste en moeilijkste taak achtte hij echter het waarderen. Het publiek ver wacht een oordeel, een ja of een nee en liefst ook een bewijs en omdat dit niet al tijd te leveren is, komt het vaak aan op de smaak van de criticus. De Ierse toneelschrijver Brendan Behan wiens stuk „De gijzelaar" volle zalen blijft trekken in het Londense Wyndham theater, is woensdagavond ernstig ziek neer een ziekenhuis overgebracht. De medische staf 'van het ziekenhuis heeft geweigerd iets over de aard van Behan's ziekte mee te delen, maar vol gens vrienden lijdt de auteur aan suiker ziekte en ziekte van de lever. Aanvankelijk zou Behan, die een stevige drinker is, naar Ierland zijn overgevlogen maar het werd noodzakelijk geacht hem in Londen op te nemen. Brendan Behan was een week geleden naar de Britse hoofdsbad gekomen om de première bij te wonen van het toneel stuk „Posterity be damnde" van zijn jon gere broe Dominic. Deze première kon hij echter al niet meer met zijn aanwezig heid opluisteren. Behan had een gedeelte van de generale repetitie uitgezeten en er geen twijfel aan laten bestaan, dat hij het stuk van zijn broer niet goed vond. Collectie voor V.A.R. De regering van de V.A.R. heeft een van de mooiste ver zamelingen van schilderijen van Franse impressionisten geërfd. Het is de nalaten schap die de oud-voorzitter van de Egyp tische senaat, Bey Khalil, aan zijn in Frankrijk geboren echtgenote vermaakt had. Deze heeft echter haar paleis in Ghi- zeh met alle collecties bij haar overlijden aan het ministerie van Cultuur geschon ken. De waarde van de schilderijen van Monet, Manet, Pissaro, Toulouse-Lautrec Degas, Gauguin, Van. Gogh, Renoir e.a wordt geschat op twintig miljoen gulden Picasso-expositie. Het Tate-museum in Londen organiseert deze zomer van juli tot 18 september een tentoonstelling van werken van Pablo Picasso die kan gel den als de meest representatieve ooit in gericht voor deze schilder. Zij zal bestaan uit 250 schilderijen, variërend van de wer ken die hij maakte op een leeftijd van veertien jaar tot nu toe. De concertmeester Jan Hesmerg van het Noordhollands Philharmonisch Orkest heeft woensdagavond voor leden van de Haarlemse sociëteit „Teisterbant" een causerie gehouden over „de dirigent". Jan Hesmerg is weliswaar zelf geen dirigent, maar door zijn ruim twintigjarige orkest praktijk is. hij in de gelegenheid geweest talrijke indrukken op te doen van de vele orkestleiders, zowel van vaste als van gastdirigenten, en aan de hand van die indrukken, die verwerkt werden tot een persoonlijke visie heeft Jan Hesmerg zijn toehoorders een beeld gegeven van de dirigent, aan wie men de leiding van een orkest kan toevertrouwen op grond van zijn aanleg, muzikale en technische vor ming en van zijn persoonlijkheid. In een ver verleden waren er al diri genten voornamelijk voor de koorzang. Later toen er instrumentale ensembles werden gevormd, in het bijzonder tijdens de renaissance kwam de gewoonte om te dirigeren met een rol muziekpapier of met een staf. Ook berustte de leiding vaak bij de bespeler van het cembalo. De componist en orkestdirigent Lully (1632-1687) was de grondlegger van de orkestdisciplinc. Het was geen gemakkelijk heerschap. Carl Maria von Weber vormde de orkestcon- certpraktijk zoals wij die, enkele wijzi gingen daargelaten, nog steeds kennen. Robert Schumann beschouwde het or kest als een republiek van gelijkgerech tigden, waarin de dirigent geen overmatig hoge machtspositie mocht gaan innemen. Vroeger zag men vaak de dirigent en de componist in een persoon verenigd. Dit is in onze dagen steeds minder het geval ge worden. Men kan trouwens niet verwach ten dat een goed componist ook een goed dirigent zal zijn. In de 19de eeuw en in het begin van de 20ste eeuw ziet men het verschijnsel van de „Pult-virtuosen", van de gespecia liseerde dirigent. Jan Hesmerg gaf een overzicht van de eisen waaraan een diri gent moet voldoen. Hij moet technisch, esthetisch en psychologisch opgewassen zijn tegen zijn taak. Van hem wordt ver langd, dat. hij volkomen op de hoogte is van partituurlezen, instrumentatie, vorm analyse en ook van harmonieënontleding, van notaties, van de praktische uitvoer baarheid van muziek, van problemen in zake de stemming en van speeltechnieker, zoals de streeksoorten voor strijkinstru menten. 1-Ii.j moet een prima gehoor heb ben, zin voor klankdynamiek, ritme en tempo. De dirigent moet het juiste di- rectiegebaar volkomen onder de knie heb ben en zich er van bewust zijn dat zijn houding, zijn oogopslag, zijn mimiek en zijn gestes van armen en handen tot. in de fijnste graad van intensiteit van invloed op de orkestreactie zijn. Een dirigent moet zijn orkestmusici niet intimideren en geen misbaar maken over een fout. Hij dient: begrip te hebben voor het individuele prestatievermogen, in het algemeen: hij moet een mensenkenner zijn. Ter illustratie van zijn betoog verteïde Jan Hesmerg enkele amusante voorvallen uit zijn orkestpraktijk. Ook beantwoordde hij enkele vragen van zijn auditorium, dat zich zeer dankbaar toonde voor de causerie. P. 7,1Vaanswifk Advertentie WIE REKENT bezoekt vrijblijvend de permanente SPAARNE 11 t.o. de Damstraat De meest verwende cliënt slaagt bi.i onze „groep C 20" van fabriek naar particulier SPAARNE 11 - HAARLEM Telefoon 13608 - 17165 - 34200 'Advertentie Wegens de gezamenlijke kohierbelas tingen werd in februari 226,9 miljoen ge- ind tegenover in de voorgaande maand 303,4 miljoen. Een belangrijke terug gang, aldus het ministerie van Financiën, manifesteerde zich bij de ontvangsten uit hoofde van de inkomstenbelasting, na melijk van 199,7 miljoen tot 126,9 mil joen, voornamelijk ten gevolge van de verminderde betekenis van betaling van voorlopige aanslagen 1959. De niet-kohierbelastingen leverden in de verslagperiode 415,9 miljoen op tegen over in de tweede maand van het voor gaande kwartaal 373,0 miljoen. Het op getreden accrès kan grotendeels worden toegeschreven aan hogere ontvangsten uit hoofde van de loonbelasting en de omzet belasting. De omzet van motorrijtuigenbe lasting daalde van 12,5 miljoen in januari tot 11,9 miljoen. De ontvangsten uit hoofde van de in voerrechten vertoonden na de daling van december op januari, i.e. van 75,0 mil joen tot 67,7 miljoen, een verdere terug gang tot 65,8 miljoen in de verslag periode, voornamelijk ten gevolge van af neming van de ontvangsten van bijzonder invoerrecht op benzine. De opbrengsten van de accijns op ge distilleerd en van die op tabak beliepen respectievelijk 11.5 en 42.0 miljoen en herstelden zich daarmede enigszins. De op brengst van de accijns op bier vertoonde een teruggang. De accijns op suiker lever de een relatief hoog bedrag op, namelijk 9,3 miljoen, mede ten gevolge van het vervallen van vijf krediettermijnen. Het is vooral de Rijn die met zijn enorm zoutgehalte en geweldige organische ver vuiling, afkomstig van industrie en grote steden, de meeste problemen stelt aan de drinkwatervoorziening in ons land. „De Rijn is ziek," zo stelt ir. J. J. Hopmans, hoofdingenieur-directeur van het Rijksin stituut voor de Afvalwaterzuivering, te genover ons de diagnose van de deskundi ge. „Voor een belangrijk waterreservoir als deze rivier, is zijn toestand bijzonder ernstig te noemen." Ir. Hopmans is lid van de „Internatio nale Commissie voor Bescherming vgn de Rijn tegen overontreiniging," waarin naast Nederland. Zwitserland, West-Duits- land, Frankrijk en Luxemburg zitting heb ben. Hij weet dus wat hij zegt wanneer hij verklaart dat ons land een bijzonder zwakke positie in dit internationale over leg inneemt. Zelfreiniging De zelfreiniging van West-Europa's grootste stroom komt momenteel ernstig in gevaar. De door het water uit de lucht aangetrokken zuurstof zorgt namelijk on der normale omstandigheden voor de ver branding van het zich in de rivier bevin dende organische afval. Het oppervlakte water reinigt dus zichzelf. Maar wanneer het evenwicht wordt verstoord doordat de vervuiling in grotere hoeveelheden en dus sneller plaats vindt dan de verversing van de zuurstof, gebeurt hetzelfde als bij een mens, die te veel gegeten heeft: er treedt indigestie op. de rivier wordt ziek, of er ger, verandert van een levend organisme noodzakelijk voor de instandhouding van o.a. onze samenleving, in een stinkend ri ool. En deze toestand begint zich nu meer en meer bij onze Rijn af te tekenen, de Rijn. die in ons land niet alleen overgaat in Waal, IJssel. Merwede, Nieuwe Maas en Nieuwe Waterweg, maar ook het groot ste deel van de verdere Nederlandse wa terhuishouding voedt. Wat hiertegen te In de Renaissancezaal van het Frans Halsmuseum werd woensdagavond door het vioolduo Carolien van der Heide en Norbert Visser een kamermuziekavond ge geven die op zeer goed niveau stond. Zo wel de programmasamenstelling als de geacheveerde techniek en het stijlgevoel waarmee oude en nieuwe muziek ten ge hore werden gebracht, verdienen lof. Reeds in het openingsstuk, een dubbel concert in d (opus 3, no. II) van Vivaldi bemerkte men dat hier niet zo maar twee goede instrumentalisten voor de afwisse ling eens samen een programma hadden voorbereid, m.aar dat streek, loonvorming en dynamische schakeringen volkomen identiek waren, terwijl toch van een soort stijve bestuaeerdheid sprake was. Integen deel, de charme van dit optreden was juist de losheid en vanzelfsprekendheid waar mee ieder der beide partners zichzelf kon zijn, zonder aan de combinatie afbreuk te doen. In drie „Biciniën", tweestemmige stukjes in madrigaalstijl van de zestiende-eeuwse Italiaanse componist Gastoldi, werd men getroffen door de aan het karakter der muziek aangepaste toon, waarbij gebruik gemaakt werd van een kort vibrato dat telkens als het ware „verstarde" tot een non-vibrato, hetgeen een eigenaardig schalmei-effect veroorzaakte. In een dubbelsonate van Bach (in C) was het vooral de ranke tweestemmigheid van het laatste deel. een Gigue, die een zeer beheerste, moeiteloze indruk wist te wek ken. Maar ook het virtuoze „alla breve" (deel II) was aan de beide violisten wel besteed. Zij werden in deze sonate, evenals bij de uitvoering van het eerste werk van het programma, door Wiep Zijlstra aan de vleugel op bescheiden wijze en met goede smaak terzijde gestaan. De eerste helft van de avond werd ver volgens besloten met een Sonatine van Ho- negger voor twee violen (zonder piano) waarvan wij vooral het Andantino, een evocatief stuk in pastorale stijl, geboeid heeft. Het deed even denken aan „David's herderslied" uit het oratorium „Le Roi David". Na de pauze werd allereerst een impro visatie aangekondigd doch, zonder aan de oprechtheid van deze mededeling afbreuk te doen, moet ik zeggen dat wat men te horen kreeg eerder dc indruk wekte vnn oen doorwerkte en in de uitvoering terdege gestudeerde compositie. Waarschijnlijk had men hier te doen met een uit lang durige samenwerking en een gezamenlijk aftasten van een simpel uitgangspunt ver kregen werkstuk dat in zijn formele samenstelling een inleiding in een poly fone kwintenbeweging, drie variaties, terugkeer van de inleiding evenwichtig aandeed en een zuiver gevoel voor inter- vals-spanningen en melodische lijn ver toonde. Hierna stond het programma, dat ook verder zonder piano alleen door de beide violisten, werd afgewerkt, in het teken van het speelplezier. De aardige kant hier van was echter dat dit niet verleidde tot een „met-de-pet-er-naar-gooien", maar dat aan al deze bagatellen de zorg besteed was die noodzakelijk is om ook een klein stukje tol een echt-muzikaal moment te maken. Men hoorde aldus nog: Zes korte duo's van Paul Hindemith. tien van de 44 duo's die Béla Bartök maakte naar Hon gaarse volksliederen, en tenslotte drie duo's gebaseerd op Zweedse volksmuziek. Had het muzikale echtpaar deze zelf be werkt? Het stond niet vermeld in het pro gramma: maar in ieder geval vormden deze speclmansdeuntjes een genoeglijk slot van de avond. Sas Blinde „Dames en heren, wij willen erop drin ken, dat u nu een eigen huis hebt. Wij hopen, dat u er erg gelukkig in mag zijn, dat u er straks een onbezorgde levens avond in mag doorbrengen en dat het voor u een stimulans mag zijn in moeilijke tij den". Deze woorden, door de heer C. P. Herberhold uitgesproken, leidde 't minder plechtige gedeelte in van een samenkomst in het directie-kantoor van een batterijen- fabriek in Utrecht. De Heer Herberhold een der bestuurders van deze fabriek, loste een belofte in, die hij had gedaan op zijn afscheidsfeest in januari toen hij zei, dat hij nog eenmaal huizen zou schenken aan werknemers, die vijfentwintig jaar aan het bedrijf verbon den waren geweest of die de vijfentwintig jaar binnen afzienbare tijd zouden volma ken. Het zijn er inmiddels dertien gewor den. Ten overstaan van notaris, mr. .J. A. M. Koch, werden de acten getekend. doen? Grootscheepse aanleg van zuive ringsinstallaties langs de gehele Rijn en zijn zijrivieren van Zwitserland tot aan Hoek van Holland is nodig, zodat het af val van bevolkingscentra en industrie het zo hoog nodige frisse water niet meer kan bederven en deze trotse stroom weer zal worden tot West-Europa's werkelijke le vensader. 34.000 ton zout Een ander gevolg van de verregaande nonchalance waarmee tot dusver de be scherming van de Rijn tegen vervuling is aangepakt, vormt de verzilting. Per dag komt bij Lobith met het rivierwater 34.000 ton zout ons land binnen, vooral afkomstig van de kalimijnen in de Elzas en de in dustrieën in het Lippe-gebied. Het is mo gelijk dit zout per schip of treinwagon naar de zee te brengen, maar dit is na tuurlijk een kostbaarder geschiedenis dan het transport „per Rijn". Het is alleen zo jammer dat nogal wat Nederlanders in hun drinkwater van dit goedkope zout-ver- voer een minder prettige nasmaak over houden. De zout-vijand besluipt Nederland even wel ook van de andere kant, van zee uit. Vooral de aanleg van de grote havens bij Rotterdam heeft er de laatste decennia veel toe bijgedragen dat de zou'ttong uit zee steeds verder de Nieuwe Waterweg binnendringt. Evenals de aanval zou ech ter de verdediging tweevoudig kunnen zin: als het van „boven" komende rivier water een beduidend geringer zoutgehalte zou hebben, dan op dit moment het geval is, zou de opmars van de zee uit automa tisch worden teruggedrongen. Drink-lenzen Bijzonder sterk komen al deze proble men naar voren bij de dinkwatervoorzie- ning, omdat men juist in deze sector veel meer dan vroeger op het rivierwater is aangewezen. Dit blijkt ook uit de tegen woordig gevolgde methoden van de duin waterleidingen in het gebied van de Randstad Holland en de streek ten noor den van het Noordzeekanaal, waarbij het rivierwater wordt gebruikt om de in de dui nen aanwezige lenzen zoet water (oor spronkelijk in de bodem vastgehouden re genwater) op peil te houden. Wat ook binnen onze grenzen zal wor den gepresteerd, het lijkt ons (het zo hoog nodige zuivere) water naar de zee dra gen, wanneer niet tegelijkertijd in het ka der van een overeenkomst der betrokken landen, gebaseerd op het internationaal recht, de genezing van de Rijn wordt voor bereid. Besparingvan tivee ton per jaar Twaalf dagen vergaderen in het Vredes paleis te Den Haag hebben Nederland een jaarlijkse kostenbesparing van f 200.000 opgeleverd. Dat is het bevredigende resul taat van de op verzoek van Nederland in het Vredespaleis te Den Haag gehouden Internationale Conferentie van de I.C.A.O. (International Civil Aviation Organization) over de exploitatie van weerschepen op de Noord-Atlantische Oceaan ten behoeve van de luchtvaart. De nieuwe weerschepen-overeenkomst, die tijdens een plechtige slotzitting in de Rolzaal van het Binnenhof door de hoofden van de delegaties is getekend, voorziet in een verlaging van de kosten voor Neder land van 205.279 tot 185.655 pond sterling per jaar met ingang van juli 1961. De nieuwe Weerschepen-Overeenkomst is evenals de vorige wederom gebaseerd op het aantal transatlantische vluchten dat de leden van de I.C.A.O. maken. Het aandeel in de kosten van de landen, die geen eigen weerschepen exploiteren, is ge middeld met ongeveer 20 percent ver hoogd. Behalve over de kostenverdeling heeft de conferentie zich ook zijdelings bezigge houden met andere luchtvaartproblemen. Men kwam tot de conclusie dat de thans begonnen eeuw van de snelle straalvlieg tuigen het in de vaart houden van weer schepen niet minder belangrijk maakt. De straalvliegtuigen hebben een schat van ge gevens nodig over de weersomstandighe den vooral in de hogere luchtlagen van de weerschepen tijdens hun vlucht over de Atlantische Oceaan. Ook de geweldige toe neming van de luchtvaart over de Atlan tische Oceaan maakt het instandhouden van het weerschepennet beslist noodzake lijk. Men becijferde dat het passagiers vervoer over deze oceaan over de periode 1958-'59 met 92 pet. is toegenomen, het vrachtvervoer met 45,14 pet en het post vervoer met 15,4 pet. t

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 17