Henk Badings werkt koortsachtig aan
voltooiing van opera „Martin Korda DP'
De „zieke" Rijn bedreigt
onze samenleving
Niemand de deur uit
zonder een
Brinta-ontbijt!
Librettc op vluchtelingleed gebaseerd
W. M. L. E. van Leeuwen ontving
„Prijs voor de litteraire kritiek"
Criticus van Tubantia als eerste
met deze prijs onderscheiden
De negen Muzen
„De dirigent", causerie
door Jan Hesmerg
v. DUIVENB0DEN
Opbrengst inkomsten
belasting gedaald
Aanleg van zuiverings
installaties nodig
Uitstekend spel van violistenpaar
de Renaissancezaal
in
Weerschepenconferentie
eindigt succesvol voor
Nederland
DONDERDAG 31 MAART 1960
17
OP 15 JUNI PREMIERE IN HOLLAND FESTIVAL
Vr ij lating gevraagd van
Hongaarse schrijvers
Koos v. d. Horst veertig
jaar restaurateur
Brendan Behan is
ernstig ziek
Trouwe werknemers
kregen gratis woning
De componist Henk Badings, wiens door het ministerie
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen hem opgedragen
opera „Martin Korda D.P." (displaced person) op 15 juni
in het Holland Festival in première gaat, is thans zover ge
vorderd dat hij de opera in partituur aan het brengen is.
Deze partituur zal een omvang van 700 bladzijden hebben
en zij zal razend snel klaar moeten zijn wil de Nederlandse
Opera voldoende tijd van instudering hebben. Dezer dagen
mochten wij van de componist het ontwerp en de gedeelte
lijk gevorderde partituur van Bading's nieuwe opera inzien.
We zagen recitatieven en aria's, zonder dat hierin een scherp
onderscheid is gemaakt. Badings heeft een aantal afgeronde
muziekvormen gebezigd. De ouverture van de eerste akte
is een fuga, even verderop bemerken we een passacaglia; bij
het doorbladeren van de compositie ontdekten we een meng-
MARTIN KORDA, een begaafde jongeman in het kamp van displaced persons,
houdt er niet van om als de anderen zijn levensgeschiedenis te vertellen. Dit wekt
verwondering, maar ook een zekere ergernis bij de kampgenoten. Deze verwondering
wordt des te groter als Martin buiten het kamp kennis maakt met een jonge vrouw,
Wanda Mladek geheten, en respect en zelfs liefde bij haar vindt. De idylle wordt
verstoord omdat een agent, die naar een gepleegde misdaad een onderzoek instelt, bij
Martins paperassen een revolver en een portret van Wanda vindt, de vrouw die hem
(de agentjuist heeft afgewezen. De jaloezie bij de agent laait op en voor Martin
wordt de situatie nog erger als Wanda's moeder de omgang tussen beide jonge mensen
komt verbieden. In deze. ellende van hart en ziel, laat Martin zich door de kamp
bewoners bewegen om zijn levensgeschiedenis te vertellen.
vorm van een wals en een ragtime, een canon, een danslied,
weer een passacaglia, dan een sarabande. Een veelheid van
vormen, welke door Badings met grote begaafdheid wordt
gehanteerd. Is deze vormenboüw de hoofdzaak? Slechts de
grondslag, want zegt Badings het timbre speelt een
grote rol. Men zal ongetwijfeld zeer gevoelig zijn voor dit
aspect van de nieuwe opera, want ze is doortrokken van
menselijkheid. ..De vormgeving is als een voertuig, waarin
plaats is voor het humane, dat onze gedachten vervult als
wij juist in dit vluchtelingenjaar denken aan de legio dis
placed persons". Badings heeft zelf het ontwerp van de
handeling van deze opera gemaakt. Het lot van de eindeloze
stroom vluchtelingen, die de 20ste eeuw tot tweede periode
van volksverhuizing dreigt te maken heeft hem tot dit
onderwerp van zijn opera aangezet.
IN HET TWEEDE bedrijf krijgt men een
terugblik van Martin Korda's leven. Het
nieuwe bevrijdende bewind is binnenge
trokken en hoewel Martins moeder en
zuster van het nieuwe regime weinig
goeds verwachten, staat Martin open voor
de geboden idealen. Tijdens de feestvie
ring vraagt een der leiders van de rebel
len bij Martin om 'een handtekening voor
een belastende verklaring over de direc
teur van het bedrijf waar hij werkt. Mar
tin weigt omdat ze leugens beval en meer
betrekking heeft op de houding van zijn
directe chef. Deze is echter een dei-
medewerkers van het nieuwe regime. Mar
tin wordt mishandeld en aan een verhoor
onderworpen; onderwijl is zijn moeder
stervende. Hij mag baar nog bezoeken,
maar vlucht na een laatste gesprek met
haar.
DE DERDE AKTE speelt zich weer af
in het vluchtelingenkamp. Badings heeft
ter inleiding hiervan elektronische muziek
geschreven, waarin het irreële wordt
weergegeven van de goede voornemens en
van de dagelijkse werkelijkheid. Martin
ligt op een bank te slapen. Zijn kampge
noten verwachten zijn arrestatie en als
de politie verschijnt nemen zij tegenover
deze een dreigende houding aan. Dan
komt Martins verloofde Wanda blijge-
stemd op en zegt dat zij een betrekking
voor hem heeft en dat zij kunnen gaan
trouwen. Deze mededeling bevalt de poli
tieman, haar vroegere vriend niet, en hij
haast zich tot de arrestatie over te gaan.
Maar dan ontdekt men dat Martin niet
slaapt, maar gestorven is. Treurmuziek
sluit deze scène af. Het is stil onder, de
vluchtelingen, die op lotseverbeterlng
hopen; maar Martin behoeft niet meer te
wachten
DIT GEGEVEN is in libretto-vorm ge
zet door Albert van Eyk, die persoonlijk
de situaties in vluchtelingenkampen in
Oostenrijk en Italië heeft waargenomen.
Badings heeft zich op de basis van de
opera-traditie geplaats en heeft aan har
monieën of reeksen van harmonieën het
karakter van leidmotieven gegeven. Deze
zijn geplaatst in een bepaald timbre en
bijvoorbeeld voor Martin met de instru
menten: strijkers, celesta en vibrafoon.
Voor Wanda twee fluiten en twee klari-
Uit naam van het Comité van Waak
zaamheid 1956 hebben de bestuursleden
prof dr. H. Dooyewaard te Amsterdam,
prof. dr. P. Geyl te Utrecht en Max Nord
te Amsterdam een brief gericht aan de
buitengewoon gezant van Hongarije te
's-Gravenhage, waarin ter gelegenheid van
de vijftiende herdenking van de bevrijding
van Hongarije van de nazi's op 4 april
aanslaande aan de Hongaarse regering-
wordt verzocht een einde te willen maken
aan de gevangenschap van Tibor Dery en
andere schrijvers en intellectuelen.
Hot. Comité van Waakzaamheid 1956, dat
Nederlandse intellectuelen en kunstenaars
van uiteenlopende levensbeschouwing en
verschillend maatschappelijk inzicht om
vat, heeft voor deze oproep aan de Hon
gaarse regering adhesiebetuigingen ont
vangen van de schrijvers Anton van Duin
kerken (prof. dr. W. J. M. A. Asselbergs)
te Nijmegen, dr. Elisabeth du Perron-De
Roos te Bergen (NH), A. Roland Holst te
Bergen (NH), Adriaan van der Veen te
's-Gravenhage en Simon Vestdijk te
Doorn.
Deze oproep gechiedt in overeenstem
ming met eenzelfde verzoek aan de Hon
gaarse regering door het Tibor Dery Com
mittee te Londen, dat wordt gesteund door
onder anderen de Nobelprijswinnaars dr.
T. S. Eliot en Earl Russell, en door Chris
topher Fry, Paul Ignolus, Arthur Koestier,
John Lehmann, Doris Lessing. Alan
Moorehead John Osborne, J. B. Priestley,
Philip Toynbee en Angus Wilson.
Ook in Frankrijk is een Tibor Dery
Comité gevormd, waarin de Nobelprijs
winnaar Francois Mauriac? de schrijvers
en uitgevers Claude Avelinè, .Jean Cassou,
Gaston Gallimard, André Maurois, Claude
Morgan, Maurice Nadeau, Armand Sala-
crou, Pierre Seghers en Edith Thomas zit
ting hebben. In Amerika, in Azië en Afri
ka zijn eveneens acties georganiseerd
onder schrijvers en intellectuelen om de
vrijlating te bewerkstelligen van de ruim
zestigjarige Tibor Dery.
De heer Koos van der Horst te Delft, be-
-end verzamelaar van etnografica en res-
-lurateur van middeleeuwse kunst, is veer-
:ig jaren in „het vak" en ter gelegenheid
daarvan zal hij zaterdag twee april door
opdrachtgevers en vrienden worden gehul
digd.
De heer Van der Horst heeft tal van
kunstwerken gerestaureerd, vooral in
kloosters en kerken in Zuid-Limburg en
België.
netten. Doch Badings houdt zich daar
niet streng aan, hij ziet deze slechts als
uitgangspunt. In het geheel sluit zijn
werkwijze aan op de latere werken van
Verdi, dus geen afgeronde recitatieven en
aria's, geen scheiding daartussen. Er is
ruimte voor cantilene. Het frappeert hoe
zeer Badings de exacte vormen hanteert.
Hij wijst op de passacagliia, welke hij
zo uitnemend kan benutten om de sfeer
in de handeling om te zetten. Hij toont
zijn voorkeur voor canons als een der
eigenschappen van de vroegere Neder
landse componistenscholen, door hem op
vruchtbare wijze benut, niet alleen in af
stand, maar ook in omkering.
EVENZEER STAAT HIJ open voor de
ragtime, welke de binnenkomende Ame
rikaanse soldaten in het vluchtelingen
kamp begeleidt, waarbij de wals bijna als
een spotlied gaat klinken. Uit deze vorm
geving blijkt steedes meer hoe Badings
het inspiratieve laat dragen door zijn
denken. In de partitatuur wijzen vele aan-
Henk Badings
tekeningen op deze instrumentaties, die
Badings thans dag en nacht uitwerkt,
want 700 bladzijden moeten klaar. Zo
spoedig mogelijk. De opera heeft een be
zetting van een veertiental grotere en
kleinere solistische vocale partijen (2 sopra
nen, 1 mezzo, 1 alt, 3 tenors waarbij de
titelrol, 3 baritons en 4 bassen), voorts
nog vier als dubbelrol uitgevoerde stem
men en koor. Het. orkest bestaat uit 3 flui
ten, 2 hobo's, 2 klarinetten, 2 fagotten, 4
hoorns, 3 trompetten, 3 trombones, tuba,
slagwerk, celesta en strijkorkest.
De heer W. L. M. E. van Leeuwen, van
1924 tot 194S leraar in de Nederlandse taal
en letteren te Enschede, thans wonende te
Schoorl, 'en litterair criticus van het
Twentsch Dagblad Tubantia, is de eerste
Nederlandse criticus die vanwege zijn
grote verdiensten voor het goede Neder
landse boek is onderscheiden met de „Prijs
der litteraire kritiek'
Deze prijs, die ter gelegenheid van de
vijfentwintigste boekenweek voor het eerst
is uitgereikt en in de toekomst om de twee
jaar 'door een jury zal worden toegewezen,
is ingesteld door de Maatschappij der Ne
derlandse Letterkunde en de Vereeniging
ter Bevordering van de Belangen des
Boekhandels.
De jury, die bestond uit prof. dr. J. G.
Bomhoff, voorzitter van de Maatschappij
der Nederlandse Letterkunde, prof. dr. J.
C. Brandt Corstius en Jos Panhuijsen,
prees in haar rapport de ivijze waarop de
heer Van Leeuwen de kennis der littera
tuur bij het publiek heeft bevorderd.
Sinds 1924 schreef hij meer dan 1100
dagbladkritieken in helder, pretentieloos
Nederlands. Onomwonden sprak hij zich
uit en hij deed dit even vrijmoedig als hij
zich bewust was een afwijkende mening te
verkondigen. Het is vooral de persoonlijke
mening en de persoonlijke uiting daarvan
die zo aantrekt in de recensies van de heer
Van Leeuwen en bovenal ook diens per
soonlijke houding zowel tegenover zijn
lezer als tegenover de schrijver, aldus het
oordeel van de jury.
Voorafgaande aan de prijsuitreiking is
gistermiddag in het Amstel-hotel te Am
sterdam in aanwezigheid van onder andere
mr. Y. Scholten, staatssecretaris van On
derwijs, Kunsten en Wetenschappen en
mevrouw E. van Hall-Nijhoff, echtgenote
van Amsterdams' burgemeester, door prof.
dr. Bomhoff een kort referaat gehouden
over de functie der litteraire kritiek en de
motieven die tot de instelling van deze
prijs hebben geleid. Hij kwam tot de con
clusie, dat de criticus een belangrijke fac
tor is in de publieke smaakvorming. Als
hij een boek prijst of laakt, brengt hij een
gesprek op gang, dat het boek alleen maar
ten goede kan komen.
De heer Chrisliaan Leeflang, voorzitter
Prof. dr. J. G. Bomhoff (links) reikte
de prijs uit aan de heer W. M. L. E. van
Leeuwen van hel dagblad „Tubantia".
van de commissie voor de Collectieve Pro
paganda'van het Nederlandse boek en' Van
de Vereeniging tot Behartiging van de Be
langen des Boekhandels, betrok in zijn
gelukwensen ook de hoofdredacteur van
Tubantia, mr. J. W. de Bode. Hij hoopte
dat de prijs niet alleen de litteraire kritiek
zou stimuleren, maar ook de vrijheid die
de criticus van zijn hoofdredacteur kan
krijgen en die nooit groot genoeg kan zijn.
De heer Van Leeuwen, die de uit een
geldbedrag bestaande prijs dankbaar ac
cepteerde, zeide de onderscheiding niet te
zien als een afsluiting van zijn arbeid,
maar als een bekroning. Hij zag de taak
van de criticus drieledig: karakteriseren,
situeren en waarderen. Het karakteriseren
eist psychologisch indringingsvermogen en
het situeren naast kennis der litteratuur
en cultuurgeschiedenis ook de visie daar
op. De zwaarste en moeilijkste taak achtte
hij echter het waarderen. Het publiek ver
wacht een oordeel, een ja of een nee en
liefst ook een bewijs en omdat dit niet al
tijd te leveren is, komt het vaak aan op
de smaak van de criticus.
De Ierse toneelschrijver Brendan Behan
wiens stuk „De gijzelaar" volle zalen
blijft trekken in het Londense Wyndham
theater, is woensdagavond ernstig ziek
neer een ziekenhuis overgebracht.
De medische staf 'van het ziekenhuis
heeft geweigerd iets over de aard van
Behan's ziekte mee te delen, maar vol
gens vrienden lijdt de auteur aan suiker
ziekte en ziekte van de lever.
Aanvankelijk zou Behan, die een stevige
drinker is, naar Ierland zijn overgevlogen
maar het werd noodzakelijk geacht hem
in Londen op te nemen.
Brendan Behan was een week geleden
naar de Britse hoofdsbad gekomen om
de première bij te wonen van het toneel
stuk „Posterity be damnde" van zijn jon
gere broe Dominic. Deze première kon hij
echter al niet meer met zijn aanwezig
heid opluisteren. Behan had een gedeelte
van de generale repetitie uitgezeten en er
geen twijfel aan laten bestaan, dat hij het
stuk van zijn broer niet goed vond.
Collectie voor V.A.R. De regering van
de V.A.R. heeft een van de mooiste ver
zamelingen van schilderijen van Franse
impressionisten geërfd. Het is de nalaten
schap die de oud-voorzitter van de Egyp
tische senaat, Bey Khalil, aan zijn in
Frankrijk geboren echtgenote vermaakt
had. Deze heeft echter haar paleis in Ghi-
zeh met alle collecties bij haar overlijden
aan het ministerie van Cultuur geschon
ken. De waarde van de schilderijen van
Monet, Manet, Pissaro, Toulouse-Lautrec
Degas, Gauguin, Van. Gogh, Renoir e.a
wordt geschat op twintig miljoen gulden
Picasso-expositie. Het Tate-museum
in Londen organiseert deze zomer van
juli tot 18 september een tentoonstelling
van werken van Pablo Picasso die kan gel
den als de meest representatieve ooit in
gericht voor deze schilder. Zij zal bestaan
uit 250 schilderijen, variërend van de wer
ken die hij maakte op een leeftijd van
veertien jaar tot nu toe.
De concertmeester Jan Hesmerg van het
Noordhollands Philharmonisch Orkest
heeft woensdagavond voor leden van de
Haarlemse sociëteit „Teisterbant" een
causerie gehouden over „de dirigent". Jan
Hesmerg is weliswaar zelf geen dirigent,
maar door zijn ruim twintigjarige orkest
praktijk is. hij in de gelegenheid geweest
talrijke indrukken op te doen van de vele
orkestleiders, zowel van vaste als van
gastdirigenten, en aan de hand van die
indrukken, die verwerkt werden tot een
persoonlijke visie heeft Jan Hesmerg zijn
toehoorders een beeld gegeven van de
dirigent, aan wie men de leiding van een
orkest kan toevertrouwen op grond van
zijn aanleg, muzikale en technische vor
ming en van zijn persoonlijkheid.
In een ver verleden waren er al diri
genten voornamelijk voor de koorzang.
Later toen er instrumentale ensembles
werden gevormd, in het bijzonder tijdens
de renaissance kwam de gewoonte om te
dirigeren met een rol muziekpapier of met
een staf. Ook berustte de leiding vaak bij
de bespeler van het cembalo. De componist
en orkestdirigent Lully (1632-1687) was de
grondlegger van de orkestdisciplinc. Het
was geen gemakkelijk heerschap. Carl
Maria von Weber vormde de orkestcon-
certpraktijk zoals wij die, enkele wijzi
gingen daargelaten, nog steeds kennen.
Robert Schumann beschouwde het or
kest als een republiek van gelijkgerech
tigden, waarin de dirigent geen overmatig
hoge machtspositie mocht gaan innemen.
Vroeger zag men vaak de dirigent en de
componist in een persoon verenigd. Dit is
in onze dagen steeds minder het geval ge
worden. Men kan trouwens niet verwach
ten dat een goed componist ook een goed
dirigent zal zijn.
In de 19de eeuw en in het begin van
de 20ste eeuw ziet men het verschijnsel
van de „Pult-virtuosen", van de gespecia
liseerde dirigent. Jan Hesmerg gaf een
overzicht van de eisen waaraan een diri
gent moet voldoen. Hij moet technisch,
esthetisch en psychologisch opgewassen
zijn tegen zijn taak. Van hem wordt ver
langd, dat. hij volkomen op de hoogte is
van partituurlezen, instrumentatie, vorm
analyse en ook van harmonieënontleding,
van notaties, van de praktische uitvoer
baarheid van muziek, van problemen in
zake de stemming en van speeltechnieker,
zoals de streeksoorten voor strijkinstru
menten. 1-Ii.j moet een prima gehoor heb
ben, zin voor klankdynamiek, ritme en
tempo. De dirigent moet het juiste di-
rectiegebaar volkomen onder de knie heb
ben en zich er van bewust zijn dat zijn
houding, zijn oogopslag, zijn mimiek en
zijn gestes van armen en handen tot. in de
fijnste graad van intensiteit van invloed
op de orkestreactie zijn.
Een dirigent moet zijn orkestmusici niet
intimideren en geen misbaar maken over
een fout. Hij dient: begrip te hebben voor
het individuele prestatievermogen, in het
algemeen: hij moet een mensenkenner zijn.
Ter illustratie van zijn betoog verteïde
Jan Hesmerg enkele amusante voorvallen
uit zijn orkestpraktijk. Ook beantwoordde
hij enkele vragen van zijn auditorium, dat
zich zeer dankbaar toonde voor de
causerie.
P. 7,1Vaanswifk
Advertentie
WIE REKENT
bezoekt vrijblijvend de permanente
SPAARNE 11 t.o. de Damstraat
De meest verwende cliënt slaagt
bi.i onze „groep C 20"
van fabriek naar particulier
SPAARNE 11 - HAARLEM
Telefoon 13608 - 17165 - 34200
'Advertentie
Wegens de gezamenlijke kohierbelas
tingen werd in februari 226,9 miljoen ge-
ind tegenover in de voorgaande maand
303,4 miljoen. Een belangrijke terug
gang, aldus het ministerie van Financiën,
manifesteerde zich bij de ontvangsten uit
hoofde van de inkomstenbelasting, na
melijk van 199,7 miljoen tot 126,9 mil
joen, voornamelijk ten gevolge van de
verminderde betekenis van betaling van
voorlopige aanslagen 1959.
De niet-kohierbelastingen leverden in de
verslagperiode 415,9 miljoen op tegen
over in de tweede maand van het voor
gaande kwartaal 373,0 miljoen. Het op
getreden accrès kan grotendeels worden
toegeschreven aan hogere ontvangsten uit
hoofde van de loonbelasting en de omzet
belasting. De omzet van motorrijtuigenbe
lasting daalde van 12,5 miljoen in januari
tot 11,9 miljoen.
De ontvangsten uit hoofde van de in
voerrechten vertoonden na de daling van
december op januari, i.e. van 75,0 mil
joen tot 67,7 miljoen, een verdere terug
gang tot 65,8 miljoen in de verslag
periode, voornamelijk ten gevolge van af
neming van de ontvangsten van bijzonder
invoerrecht op benzine.
De opbrengsten van de accijns op ge
distilleerd en van die op tabak beliepen
respectievelijk 11.5 en 42.0 miljoen en
herstelden zich daarmede enigszins. De op
brengst van de accijns op bier vertoonde
een teruggang. De accijns op suiker lever
de een relatief hoog bedrag op, namelijk
9,3 miljoen, mede ten gevolge van het
vervallen van vijf krediettermijnen.
Het is vooral de Rijn die met zijn enorm
zoutgehalte en geweldige organische ver
vuiling, afkomstig van industrie en grote
steden, de meeste problemen stelt aan de
drinkwatervoorziening in ons land. „De
Rijn is ziek," zo stelt ir. J. J. Hopmans,
hoofdingenieur-directeur van het Rijksin
stituut voor de Afvalwaterzuivering, te
genover ons de diagnose van de deskundi
ge. „Voor een belangrijk waterreservoir
als deze rivier, is zijn toestand bijzonder
ernstig te noemen."
Ir. Hopmans is lid van de „Internatio
nale Commissie voor Bescherming vgn de
Rijn tegen overontreiniging," waarin
naast Nederland. Zwitserland, West-Duits-
land, Frankrijk en Luxemburg zitting heb
ben. Hij weet dus wat hij zegt wanneer
hij verklaart dat ons land een bijzonder
zwakke positie in dit internationale over
leg inneemt.
Zelfreiniging
De zelfreiniging van West-Europa's
grootste stroom komt momenteel ernstig
in gevaar. De door het water uit de lucht
aangetrokken zuurstof zorgt namelijk on
der normale omstandigheden voor de ver
branding van het zich in de rivier bevin
dende organische afval. Het oppervlakte
water reinigt dus zichzelf. Maar wanneer
het evenwicht wordt verstoord doordat de
vervuiling in grotere hoeveelheden en dus
sneller plaats vindt dan de verversing van
de zuurstof, gebeurt hetzelfde als bij een
mens, die te veel gegeten heeft: er treedt
indigestie op. de rivier wordt ziek, of er
ger, verandert van een levend organisme
noodzakelijk voor de instandhouding van
o.a. onze samenleving, in een stinkend ri
ool. En deze toestand begint zich nu meer
en meer bij onze Rijn af te tekenen, de
Rijn. die in ons land niet alleen overgaat
in Waal, IJssel. Merwede, Nieuwe Maas
en Nieuwe Waterweg, maar ook het groot
ste deel van de verdere Nederlandse wa
terhuishouding voedt. Wat hiertegen te
In de Renaissancezaal van het Frans
Halsmuseum werd woensdagavond door
het vioolduo Carolien van der Heide en
Norbert Visser een kamermuziekavond ge
geven die op zeer goed niveau stond. Zo
wel de programmasamenstelling als de
geacheveerde techniek en het stijlgevoel
waarmee oude en nieuwe muziek ten ge
hore werden gebracht, verdienen lof.
Reeds in het openingsstuk, een dubbel
concert in d (opus 3, no. II) van Vivaldi
bemerkte men dat hier niet zo maar twee
goede instrumentalisten voor de afwisse
ling eens samen een programma hadden
voorbereid, m.aar dat streek, loonvorming
en dynamische schakeringen volkomen
identiek waren, terwijl toch van een soort
stijve bestuaeerdheid sprake was. Integen
deel, de charme van dit optreden was juist
de losheid en vanzelfsprekendheid waar
mee ieder der beide partners zichzelf kon
zijn, zonder aan de combinatie afbreuk te
doen.
In drie „Biciniën", tweestemmige stukjes
in madrigaalstijl van de zestiende-eeuwse
Italiaanse componist Gastoldi, werd men
getroffen door de aan het karakter der
muziek aangepaste toon, waarbij gebruik
gemaakt werd van een kort vibrato dat
telkens als het ware „verstarde" tot een
non-vibrato, hetgeen een eigenaardig
schalmei-effect veroorzaakte.
In een dubbelsonate van Bach (in C) was
het vooral de ranke tweestemmigheid van
het laatste deel. een Gigue, die een zeer
beheerste, moeiteloze indruk wist te wek
ken. Maar ook het virtuoze „alla breve"
(deel II) was aan de beide violisten wel
besteed. Zij werden in deze sonate, evenals
bij de uitvoering van het eerste werk van
het programma, door Wiep Zijlstra aan de
vleugel op bescheiden wijze en met goede
smaak terzijde gestaan.
De eerste helft van de avond werd ver
volgens besloten met een Sonatine van Ho-
negger voor twee violen (zonder piano)
waarvan wij vooral het Andantino, een
evocatief stuk in pastorale stijl, geboeid
heeft. Het deed even denken aan „David's
herderslied" uit het oratorium „Le Roi
David".
Na de pauze werd allereerst een impro
visatie aangekondigd doch, zonder aan de
oprechtheid van deze mededeling afbreuk
te doen, moet ik zeggen dat wat men te
horen kreeg eerder dc indruk wekte vnn
oen doorwerkte en in de uitvoering terdege
gestudeerde compositie. Waarschijnlijk
had men hier te doen met een uit lang
durige samenwerking en een gezamenlijk
aftasten van een simpel uitgangspunt ver
kregen werkstuk dat in zijn formele
samenstelling een inleiding in een poly
fone kwintenbeweging, drie variaties,
terugkeer van de inleiding evenwichtig
aandeed en een zuiver gevoel voor inter-
vals-spanningen en melodische lijn ver
toonde.
Hierna stond het programma, dat ook
verder zonder piano alleen door de beide
violisten, werd afgewerkt, in het teken
van het speelplezier. De aardige kant hier
van was echter dat dit niet verleidde tot
een „met-de-pet-er-naar-gooien", maar
dat aan al deze bagatellen de zorg besteed
was die noodzakelijk is om ook een klein
stukje tol een echt-muzikaal moment te
maken. Men hoorde aldus nog: Zes korte
duo's van Paul Hindemith. tien van de
44 duo's die Béla Bartök maakte naar Hon
gaarse volksliederen, en tenslotte drie
duo's gebaseerd op Zweedse volksmuziek.
Had het muzikale echtpaar deze zelf be
werkt? Het stond niet vermeld in het pro
gramma: maar in ieder geval vormden
deze speclmansdeuntjes een genoeglijk slot
van de avond.
Sas Blinde
„Dames en heren, wij willen erop drin
ken, dat u nu een eigen huis hebt. Wij
hopen, dat u er erg gelukkig in mag zijn,
dat u er straks een onbezorgde levens
avond in mag doorbrengen en dat het voor
u een stimulans mag zijn in moeilijke tij
den". Deze woorden, door de heer C. P.
Herberhold uitgesproken, leidde 't minder
plechtige gedeelte in van een samenkomst
in het directie-kantoor van een batterijen-
fabriek in Utrecht.
De Heer Herberhold een der bestuurders
van deze fabriek, loste een belofte in, die
hij had gedaan op zijn afscheidsfeest in
januari toen hij zei, dat hij nog eenmaal
huizen zou schenken aan werknemers, die
vijfentwintig jaar aan het bedrijf verbon
den waren geweest of die de vijfentwintig
jaar binnen afzienbare tijd zouden volma
ken. Het zijn er inmiddels dertien gewor
den.
Ten overstaan van notaris, mr. .J. A.
M. Koch, werden de acten getekend.
doen? Grootscheepse aanleg van zuive
ringsinstallaties langs de gehele Rijn en
zijn zijrivieren van Zwitserland tot aan
Hoek van Holland is nodig, zodat het af
val van bevolkingscentra en industrie het
zo hoog nodige frisse water niet meer kan
bederven en deze trotse stroom weer zal
worden tot West-Europa's werkelijke le
vensader.
34.000 ton zout
Een ander gevolg van de verregaande
nonchalance waarmee tot dusver de be
scherming van de Rijn tegen vervuling is
aangepakt, vormt de verzilting. Per dag
komt bij Lobith met het rivierwater 34.000
ton zout ons land binnen, vooral afkomstig
van de kalimijnen in de Elzas en de in
dustrieën in het Lippe-gebied. Het is mo
gelijk dit zout per schip of treinwagon
naar de zee te brengen, maar dit is na
tuurlijk een kostbaarder geschiedenis dan
het transport „per Rijn". Het is alleen
zo jammer dat nogal wat Nederlanders in
hun drinkwater van dit goedkope zout-ver-
voer een minder prettige nasmaak over
houden.
De zout-vijand besluipt Nederland even
wel ook van de andere kant, van zee uit.
Vooral de aanleg van de grote havens bij
Rotterdam heeft er de laatste decennia
veel toe bijgedragen dat de zou'ttong uit
zee steeds verder de Nieuwe Waterweg
binnendringt. Evenals de aanval zou ech
ter de verdediging tweevoudig kunnen
zin: als het van „boven" komende rivier
water een beduidend geringer zoutgehalte
zou hebben, dan op dit moment het geval
is, zou de opmars van de zee uit automa
tisch worden teruggedrongen.
Drink-lenzen
Bijzonder sterk komen al deze proble
men naar voren bij de dinkwatervoorzie-
ning, omdat men juist in deze sector veel
meer dan vroeger op het rivierwater is
aangewezen. Dit blijkt ook uit de tegen
woordig gevolgde methoden van de duin
waterleidingen in het gebied van de
Randstad Holland en de streek ten noor
den van het Noordzeekanaal, waarbij het
rivierwater wordt gebruikt om de in de dui
nen aanwezige lenzen zoet water (oor
spronkelijk in de bodem vastgehouden re
genwater) op peil te houden.
Wat ook binnen onze grenzen zal wor
den gepresteerd, het lijkt ons (het zo hoog
nodige zuivere) water naar de zee dra
gen, wanneer niet tegelijkertijd in het ka
der van een overeenkomst der betrokken
landen, gebaseerd op het internationaal
recht, de genezing van de Rijn wordt voor
bereid.
Besparingvan tivee ton per jaar
Twaalf dagen vergaderen in het Vredes
paleis te Den Haag hebben Nederland een
jaarlijkse kostenbesparing van f 200.000
opgeleverd. Dat is het bevredigende resul
taat van de op verzoek van Nederland in
het Vredespaleis te Den Haag gehouden
Internationale Conferentie van de I.C.A.O.
(International Civil Aviation Organization)
over de exploitatie van weerschepen op de
Noord-Atlantische Oceaan ten behoeve van
de luchtvaart.
De nieuwe weerschepen-overeenkomst,
die tijdens een plechtige slotzitting in de
Rolzaal van het Binnenhof door de hoofden
van de delegaties is getekend, voorziet in
een verlaging van de kosten voor Neder
land van 205.279 tot 185.655 pond sterling
per jaar met ingang van juli 1961.
De nieuwe Weerschepen-Overeenkomst
is evenals de vorige wederom gebaseerd
op het aantal transatlantische vluchten
dat de leden van de I.C.A.O. maken. Het
aandeel in de kosten van de landen, die
geen eigen weerschepen exploiteren, is ge
middeld met ongeveer 20 percent ver
hoogd.
Behalve over de kostenverdeling heeft
de conferentie zich ook zijdelings bezigge
houden met andere luchtvaartproblemen.
Men kwam tot de conclusie dat de thans
begonnen eeuw van de snelle straalvlieg
tuigen het in de vaart houden van weer
schepen niet minder belangrijk maakt. De
straalvliegtuigen hebben een schat van ge
gevens nodig over de weersomstandighe
den vooral in de hogere luchtlagen van
de weerschepen tijdens hun vlucht over de
Atlantische Oceaan. Ook de geweldige toe
neming van de luchtvaart over de Atlan
tische Oceaan maakt het instandhouden
van het weerschepennet beslist noodzake
lijk. Men becijferde dat het passagiers
vervoer over deze oceaan over de periode
1958-'59 met 92 pet. is toegenomen, het
vrachtvervoer met 45,14 pet en het post
vervoer met 15,4 pet.
t