Eenden zwemmen op het dak Een Lentewonder in Japan Spanje in het hart van Londen 25 Niet alleen in Japan DONDERDAG 31 MAART 1960 De nieuwe haarmode, de lijn „DUO", wijkt dit voorjaar niet veel af van de vorige, maar daarom is ze niet minder charmant en functio neel. Charmant is de moderne toets van kort krullend, naar voren gewerkt haar dat vooral ronde gezichten uitstekend „kleedt", doch ook ovale en lange gezichten een goede mogelijkheid tot vrouwelijke liefelijkheid geeft, mits de kapper de kenmerken van het kapsel wat meer of minder accent weet te geven, in overeenstemming met eisen van het gezicht. Een ander modesnufje van deze lente zijn de kleurige bloeses, die herinneren aan de motieven welke eertijds alleen op shawls voor kwamen. Dergelijke bloeses kunnen trouwens ook van shawls worden vervaardigd. Hiernaast een Jabo-model dat er zijn mag: een fris, bloemrijk motief dat nog meer „zon in het leven" brengt! rig onderhouden grasveld stroomt. Net als in een echt park staan er bordjes: „Verboden het gras te betreden". over te gaan. Een weelde van bloeiende heesters doet prettig aan en op het wa ter dobbert een smaldeel eenden. De De Hollandse lente is beroemd, de Parijse ook, de Japanse eveneens, maar de Hol landse lente spant de kroon door haar natuurlijke ongereptheid. Alles is fris en schoon- gewaaid en nieuw en kleurig mits de Hollandse zon maar schijnen wil. En de Hollandse zon is berucht om haar absentie-lijst. Doch deze foto toont een moment, waarop ze in volle schoonheid aanwezig is. Wie in Londen vertoeft en graag een kijkje in Spanje ruil nemen, behoeft slechts een reis te maken van 33 meter hoogte! IEDER jaar maak ik bij het be gin van de zomer een pelgrimstocht naar een groot, in het district Kensing ton gelegen Londens ivarenhuis. Niet om inkopen te doen, doch om mij er van te overtuigen, dat de prachtige daktuinen boven op het warenhuis in de wintermaanden niet zijn verdwenen. En ieder jaar weer treffen de schoonheid, de iveelde, de kunstzinnigheid en voor al de echtheid dier tuinen mij even diep als bij mijn eerste bezoek. Als die tuinen „gewone tuinen" waren, dus op de begane grond lagen, zouden zij reeds heel mooi zijn. Nu, bijna 35 meter bo ven het straatgewoel van een wereld stad, omlijst door een huizen- en daken massa, doen zij de bezoeker sprake loos staan. Als men de lift verlaat, stapt men meteen een Spaanse tuin in. Het lijkt wel tovenarij. Het ene ogenblik gaat men omhoog in een houten kast en hoort men de lift-boy zeggen: „derde verdieping, meubels en keukengerei". Het volgende moment gaat de liftdeur open en krijgt men het gevoel, niet al leen het warenhuis te hebben verlaten, doch Engeland eveneens. Men waant, in een droomtoestand te verkeren (al WEET men wel beter!) en gelijktijdig in twee iverelden te vertoeven. Heus, die tuin zou werkelijk in Spanje kunnen liggen. Moorse tegels, een Moorse ver anda en net, als men over het ge voel begint heen te komen van een boe renjongen te zijn, die voor het eerst in de bioscoop komt, hoort men het gelui van een klok in een miniatuur kerkto ren. Dat is nu weer niet Moors.en dan opnieuw verwarring, want het ge ruis en geklater van water doen je om draaien en dan ontwaart men enige fonteinen in volle actie. Waar men ook kijkt in die Moorse tuin, alom ziet men bloemen, een waarlijk fleurig festijn voor het oog. Bij mijn eerste bezoek aan het „dak- wonder" meende ik, dat die Moorse tuin alles was. Welk een vergissing! Van de Moorse tuin komt men name lijk in een bostuin. Opnieuw houdt men dan de adem in. Want wie zou daar hoog boven het Londense gekrioel een water val verwachten? Toch is er daar een, gevoed door 135 meter diepe Artesische bronnen. Hij ligt midden in een weel derig bosje. De bomen schijnen door de natuur zelf te zijn geplant. Hét water van de cascade komt terecht in een beekje, dat door een even groen als keu vaderland en keizer in het Japanse hart innemen, is ook heden ten dage nog zeer groot. Van Jimnu Tenno's graf ging ik verder vaar Hase Dera. In de late namiddag lag het dorpje te dommelen. Eenvoudige huis jes, winkels beschilderd met vreemde ka rakters, donkere bergen op de achter grond en tussen alles in, alom verspreid, de stralende, lichtende bloesemweelde. Sakura-no-hana, in die tijd kan men niet anders dan gelukkig zijn en feest vieren! Door de dorpsstraat kwam ik bij de trappen, die leiden naar de tempel. Hal verwege stond een knaapje, dat verbaasd staarde naar de zonderling geklede vreem delingen en toen wegholde om zijn moeder te vertellen over het wonder dat hij zo juist aanscouwd had. Kersebomen en pruimebomen weer langs de opgang tot de tempel. Bloem blaadjes, wit, rose en teer lila, op de tre den. Het geheel was plechtig mooi. De stille schemering, de eenvoudige houten tempel, de toris, de stenen lantaarntjes. Langzaam beklommen we de vele, vele treden, tot we boven waren en van het tempelterras ook deze tempel was, als vele in Japan, gebouwd op een punt met een prachtig uitzicht schouwden over het omliggende land, dat in verheven rust beneden ons lag. Toen daalden we af, mijn Amerikaanse gezellin en ik. En als bij toverslag bleven we plotseling staan om te kijken naar een schoonheid van bloesem, zo plechtig, zo rein, dal het ons beiden ontroerde. Dit Amerikaanse kon op dat ogenblik geen was Japan, het sprookjesland. Zelfs de Amerikaanse kon op dat ogenblik geen woord uitbrengen. Toen we wegreden, klonk ons uit de mond van enige dorpelingen een „Sayonara" (vaarwel) toe. Pas in de wagen hervond mijn gezellin haar spraakvermogen. Haar „How gorgeous!" kon ik die keer volmon dig beamen. (Nivano Nadruk verboden) NIPPON, het land van fragiele ivoninkjes, van kleurige lantaarntjes, van bloeiende kerse- en pruimebomen, van bekoorlijk-glimlachende vrouwen en meisjes, kortom Nippon, zoals Lafcadio Hearn het zag en beschreef, het sprookjesland Japan dus, beslaat heus. De herinnering aan dat mooie, soms onwezenlijk aandoende land komt steeds bij mij boven, als ik vrienden of kennissen ontmoet, die ook in Japan zijn geweest. Die herinnering komt tevens boven, als de lente in het land komt. Waarom? Omdat ik in Japan een lentewonder mocht aanschouwen. SAKURA-NO-HANA nirstraat" noemde ik die straat, want in de winkels en kraampjes waren uitsluitend souvenirs te koop. Niet voor de vreemde lingen, doch voor binnenlands gebruik. Al le mogelijke snuisterijen waren er voor handen, veelal gemaakt van (heilig) herts hoorn of van papier. Afbeeldingen en klei ne imitaties van de Dai Butsu (Grote Boed dha) van Nara, van de beroemde tempel bellen ook. voorts eetstaafjes, wandelstok ken, prentbriefkaarten en andere „snip- perdingen". Goedkoop en eenvoudig, maar zelden lelijk. Iedere Japanner die niet straatarm is brengt van zijn tochten kleine herinneringen mee naar huis. De „begunstigden" die ze ontvangen, weten, dat de gever met zorg gekozen heeft. Met grote toewijding verricht de Japanner of Japanse die „Keuze der Geschenken", ook als het gaat om kleinigheden, die maar een dubbeltje kosten. Meer dan van enige andere natie geldt van de Japanse, dat zij leeft naar het woord „Kleine Geschenken onderhouden de Vriendschap". Zo is Nara in de tijd der Sakura-no-Ha- na: Een bont, druk en wonderlijk schouw spel, een wemeling van indrukken, men sen en taferelen, totaal verschillend van alles wat wij in Nederland gewend zijn, maar waarvan een bijzonder grote be koring uitgaat. Hase Dera werkelijkheid. Het schijnt, dat de stad niet echt is, zó mooi en natuurlijk is die tuinweelde daar hoog boven het stads gewoel. Behalve de Spaanse en de bos-tuin is er nog een oud-Engelse tuin met een echte boomgaard en een mooi rustiek houten bruggetje. Voorts is er een in Tudor-stijl aangelegde tuin met rode steenhouten banken en klimplanten. Krtom, dat warenhuisdak is in de loop der jaren veranderd in een brokje le vende natuur, zoals men dat nergens anders „op de daken" kan aantreffen. Advertenties over deze tuin vindt men nergens. Toch weten reeds veel Londenaren van het bestaan van Lon dens grootste daktuin. Er zijn dus steeds bezoekers. Maar de stemming is er anders dan in een „toevluchtsoord voor dagjesmensen". De mensen wan delen en kijken er rond, alsof zij in een vreemd land een heel bijzondere ten toonstelling bezoeken. Een ding trof mij: Niemand maakte er foto's, toen ik er was. En toch zijn foto's een uitste kend middel om eigen indrukken vast te leggen en anderen enigszins te doen genieten van de „dak-weelde". (Nivano, Nadruk verboden.) kabouters, die ik er ieder jaar weer verwacht te zien, zijn tot dusver niet op gedoken, maar de mieren intussen wel. En die nijvere diertjes zijn boven op dat warenhuisdak nóg bedrijviger dan op de begane grond. In de muur van de daktuin zijn pa- trijspoorten of kijkgaten aangebracht. Dank zij deze is het mogelijk, een blik op de daken der huizen en op de stad beneden te werpen. Doet men dat, dan krijgt men opnieuw een gevoel van on- l i H131ITTj Tussen donkergroene coniferen talloze lichtende vlakken van de blanke kronen der kersebomen en terr-lila plekken van pruimebloesem. Saküra-no-hana (bloem van de kers) en ume-no-hana (bloem van de pruim), 't wonder dat zich telken voor- jare in Japan herhaalt! Rijen lantaarntjes in vrolijke kleuren, langs smalle landweg jes, waarlangs druk pratende Japannerin- netjes in schilderachtige kimono's met sierlijke obi"s (brede ceintuurs), blij lachend op klotsende gèta's voortstappen. Volkomen in harmonie met het landschap zijn zij. Stille hoekjes in tempeltuinen, waar bij het vallen van de avond tegen lage muurtjes eensklaps stralende bloe semschoonheid, smetteloos in de scheme ring, de wandelaar verrast. 'Sakura-no-hana! Als de kersen bloeien, is iedereen in Japan vrolijk en gelukkig. Dat spreekt in Japan vanzelf. Uitstapjes en feestjes worden georganiseerd. Met fa milie, vrienden en bekenden onderneemt men tochten naar plaatsen, die om hun schoonheid van landschap en om hun schitterende bloesem sedert eeuwen be roemd zijn. Ook maakt men bedevaarten naar heilige graven of pagoden. Nara, de oude keizerstad en eens de hoofdstad des rijks, is een oord, waarheen de Japanner zich gaarne begeeft. Tram, trein en bus brengen reeds in de prille uren drommen mensen naar de stad. Voltallige gezinnen schoolklassen, studentengroepen tijgen Narawaarts. Duizenden en nog eens dui zenden mensen wandelen dan in het be roemde park met de heilige herten van Nara. Maar nergens gedrang of ge schreeuw. Onder de bomen vleien groep jes mensen zich neer op meegebrachte matten. De goedige herten komen naar de mensen toe en snoepen chocoladekoekjes, die speciaal voor dat doel worden gekochl Het kan heel mooi zijn, zo'n grasveld of lange laan, omzoomd met bloeiende bo men, met rose, witte en lila kronen, en daar onder die levendige, gracieuze, stijl volle toneeltjes. Er wordt veel gesnoept en gedronken. Vooral koekjes en andere zoetigheden zijn in trek. Vrouwen en meis jes drinken limonade. De mannen sake, de vermaarde rijstwijn, die in grote flessen wordt meegevoerd. Na de oorlog kwamen meer moderne drankjes in de mode, maai de faam van de sake is door enige jaren strijd en twee atoombommen niet ver vaagd! Prachtig mooi is het beeld dat de be roemde pagode van Nara biedt in de och tendzon: Rijen kerselaars langs de laan, op de voorgrond een vijver, daarachter in sierlijke lijn de pagode. Toen ik hem voor het eerst zag, ontdekte ik het Japan van Sakura-no-hana de waaiers en lakdozen. In Nara zag ik en later elders het Japanse landschap in zijn typische vormen. Het lijkt, alsof een kunstenaar met fijn ontwikkelde de coratieve zin het ontworpen heeft. Wonderpaard Ik wandelde verder door de brede laan van het tempelpark van Nara, onder fel rode tori's. Die tori's zijn een waarschu wing. dat een heilige plaats in de buurt is. Grappige, kleine kleuters met grote hoofd deksels, meisjes in alleraardigse kimo no's, foeilelijke schoolkinder-en, even lelijk als de meisjes en de kleuters lief en aan vallig zijn. Nara, bezit, als sommige andere bede vaartplaatsen, een heilig wonderpaard. Zijn voorzaten hadden iets te maken met de invoering van het Boeddhisme in Ja pan, maar het dier herinnerde zich (toen ik het zag) niets van zijn roemruchte fa miliegeschiedenis en onderging gelaten de bewijzen van eerbied en genegenheid, die de Japanners het brachten. Het stond ge borgen in een kleine houten stal en likte zonder ophouden aan de lekkernijen, waar mede zijn ruif overladen werd. Mistroos tig en toch een beetje laatdunkend zag die brave rossinant mij aan, een verslapte telg uit een edel geslacht, die leefde en teerde op de faam zijner voorvaderen., en op de goedgeefsheid der mensen. Iets verder kom ik bij een tempel. Bin nen staat een heilige boom, beladen met visitekaartjes. Met de menigte drentel ik mee. Ook ik bevestig mijn kaartje aan een tak. Dan gaat het verder. Langs rotstuin tjes en door zijlaantjes kom ik, geheel on verwacht, terecht in een winkelstraat, stijl tegen een heuvel aangelegd. „Souve Een zeer mooie tocht is steeds een rit naar het graf van Jimnu Tenno, de eer ste keizer van Japan, zoon van de Zonne- godin en stamvader van het nog steeds in Nippon regerende keizerlijke Huis. Die heilige grafplaats is groots van rust en eenvoud. Eerst (natuurlijk) onder hoge tori's door, vervolgens door keurig onder houden brede lanen bereikte ik de tempel, waar Jimnu Tenno's gebeente bewaard wordt. Jaarlijks maken vele duizenden Ja panners de tocht naar zijn mausoleum om eer te bewijzen aan hun vaderland, dat zij zich verpersoonlijkt denken in de lange reeks keizers, waarvan Jimnu Tenno voor hen het tastbaar begin was. De plaats die Een daktuin die aan een sprookje doet denken Rechts van het grasveld bevindt zich een terras, waar men heerlijk kan uit rusten en genieten van een kopje thee of koffie. Daar, op dat terras, heb ik steeds'weer het gevoel.' 'een miljonair te zijn, die een rusthuis heeft gebouwd 'Msserë hémel éh darde. Na de terrasrust verdient het aanbe veling, de stenen briLg over het beekje

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 25