DE VERGETEN TAS Jagers op het Afrika dat niet meer bestaat FRANSE STUDIEGROEP ONTWERPT LUCHTMETRQ Huwelijksschool Erbij kort verhaal door Kathinka Latinoy door Bob Tadema Sporry Expositie in Wenen ter ere van Hugo Wolf ZATERDAG 23 APRIL I960 PAGINA DRIE DE ZOÖLOOG die met ons in de trein dwars door Senegal naar Tam- bakoenda trok had zich voorwaar geen gemakkelijke taak opgelegd. De overgang van een universitair laboratorium naar de grote leegten van Centraal Afrika is een overgang, die alleen hij kan appreciëren die dit aan den lijve heeft meegemaakt. Het keurig ingedeelde dagelijks bestaan van de beschaving ruilt men om voor een leven dat van seconde tot seconde op losse schroeven staat. Niet om de gevaren, let wel, want die bestaan meestal alleen maar in de oververhitte breinen van stoere avonturenjagers maar wel door al die onaangename, onverwachte, malle, onmogelijke of wonderbaarlijke dingen die altijd en overal gebeuren. Trein of vliegtuig komen nimmer op tijd aan. Eén regenbui en het vliegveld is onbruikbaar. Twee passagiers minder en het vliegtuig gaat niet of neemt een andere route. Eén fikse bandjir en een spoorbrug is kapot of een weg voor maan den onberijdbaar. Onze zoöloog, een moedig man met slechts een linker arm - de rechter had hij bij Stalingrad verloren - wilde een wetenschap pelijk verantwoorde film over dit deel van Afrika maken. Voor hem geen luchtig Amerikaans gespeel met de waarheid dat de mensen-die-het-weten- kunnen op bun bioscoopstoel doet wriggelen van narigheid, nee bet moest Afrika worden zoals het werkelijk is: wreed en mooi, geheimzinnig en boeiend, spannend en misschien wat humoristisch. Zijn wetenschappelijke loopbaan stond er borg voor dat deze voorwaarden in vervulling zouden gaan en humor bezat bij omdat hij Wener was. Aan de wreedheid en schoonheid van Afrika twijfelde hij geen seconde en hij had het oog voor filmische compositie, dat belaas de meeste amateurs missen. Hij had alles gelezen wat er te lezen viel en verder was bij voortreffelijk uitgerust met twee grote ijzeren koffers zonder enig niet-noodzakelijk voorwerp, zonder wapens en met niets dan stevige kleren die er tegen konden. Hij was niet bang om op de grond te slapen als dat moest, en hij kon er ook tegen om een dag niet te eten, wat in Afrika vaak nodig is. DE TAS STOND aan het strand, al be spat door het opkomend water. Ik vond haar toen ik wilde gaan zwemmen, maar degeen van wie de tas was, zag ik niet. Het was laat in de tijd. Op het verlaten strand moest, ik toch iedereen kunnen ont dekken. Maar noch in zee, noch op het strand was een levend wezen te zien. Al leen een paar grote meeuwen stapten trots met voorzichtige passen over de snel on derlopende bank. Dit herinner ik mij duidelijk; ook de blank heid van zijn tanden herinner ik mij, toen hij verontschuldigend tegen mij glim lachte. Maarmet de beste wil van de we reld kan ik mij niet meer te binnen bren gen wat hij aanhad. „Neemtu mij niet kwalijk, dat ik zo laat stoor, maar u hebt immers de tas." Dat heeft hij van de politie gehoord, dacht ik logisch. Ik knikte. Ik nam hem niets kwalijk. Zijn stem was Ik zette de tas op het droge en keek wat zo jong en zijn gezicht zo open en MET DEZE ZEER plezierige reisgenoot kwamen we na een onmetelijk lange en dodelijk vermoeiende reis in Tambakoen- da aan, waar we naar verder vervoer zou den uitzien, iets wat buiten het apenoten- seizoen niet meevalt want dan zijn er wei nig redenen voor vervoer in Senegal. Maar het geluk was met ons, na drie uur zoe ken een vervoermiddel bleek er een truck met cement naar Gawal, verweg in Gui nee, te zullen vertrekken en als we niet teveel bagage hadden konden we mee, ma dame in de cabine en de heren bovenop het cement. Toen bleek onze bagage, de twee ijzeren koffers van de zoöloog en de twee bescheiden valiezen van de tekenaar en zijn gade, een struikelblok te zijn. Er zat niet anders op dan dat we voorlopig maar weer uit elkaar gingen, we zouden elkander in Gawal wel weer treffen, want twee uur later ging er nog een truck met cement. We kwamen veilig in Gawal aan, maar van de zoöloog arriveerde er geen spoor. Later bleek dat zijn truck op vijf kilome ter buiten Tambakoenda defect raakte, zo dat hij pas twaalf uur later in Gawal aan kwam, stoffig, doodmoe maar nog steeds vol goede moed. Hij vroeg hoe we Gawal vonden. We vertelden dat we Gawal prach tig vonden, dat er een rivier vol nijlpaar den was, dat het er leefde van het wild tot en met leeuwen toe die overigens nog niemand ooit iets hadden gedaan, om dat de mensen van deze landen zo ver standig zijn binnen te blijven als de leeu wen buitenkomen, te weten met de sche mering en ook dat het stadje een mooi voorbeeld was van een typisch koloniaal stadje uit het begin van deze eeuw. Maar dat interesseerde hem niets, hij was niet gekomen om mooie stadjes te filmen, dan had hij immers veel beter Dakar kunnen nemen. Had hij dat dan niet gedaan? Hij keek ons stomverbaasd aan. Natuurlijk niet. waarom zou hij, Dakar was toch geen Afrika? EN DAAR ZATEN we midden in een verhitte discussie! Wij verdedigden de stelling, dat Dakar evenzeer Afrika was als de allerwildste neger. Hij zei, dat die stad niets met Afrika van doen had omdat hij het echte Afrika zocht, de wildernis, de brousse, het oerwoud, de vreemde en onbedorven volksstammen, de eigenaar dige zeden en gebruiken, muziek, dans, zang. bonte kledij of gebrek aan kleding, in één woord: het Afrika zoals de leek zich dat wenst in zijn bioscoopzetel. doll, kannibalen rijden op brommers en de moment weer tegen te komen. Dat lijkt Konjagui en Bassari vrouwen laatste „natuurkinderen" geven de voorkeur aan aluminium boven koper voor hun en- kelringen, omdat dat lichter is en niet ge poetst hoeft te worden! PIET LANDSCHAP van het „oude Afri ka" is nog overal te vinden, de dieren ook met wat moeite en veel zoeken. Mooie mensen zijn er nu evengoed als vroeger en het is ook heel goed doenlijk een dorp in het achterland zó af te beelden dat de moderne tijd niet om het hoekje loert. raar in zo'n reusachtig groot land als Se negal is, maar het wordt begrijpelijk als men beseft hoe weinig wegen er zijn en hoe weinig rollend materiaal er zich over voortbeweegt. Vaak gaat men naar het noorden terwijl men beslist naar het zui den wil. Op de lange duur komt men er ook wel', maar het kan lang duren en men moet er de krankzinnigste omwegen voor maken. Maar juist dan ziet men een heleboel'en dat is veel waard. rivoedsel en kreeg er dysenterie van. En hij filmde, filmde, filmd.e. En hij begon in te Zien dat we toch niet helemaal ongelijk hadden.. Want zelfs bij dit puikje van primitieve stammen, dit pronkjuweel van het echte Afrika, had hij heel wat kromme sprongen moeten maken om het westen buiten zijn lenzen te hou- den. Dansten er een paar mooie meisjes rond dan sprong er pardoes een jongen in een singlet voor zijn toestel. Nam hij een woeste man met enorme veren hoofdtooi op dan wandelde er prompt een vrouw met een blikken theeketel over zijn beeld vlak. Tussen de prachtige hoofdtooien be wogen zich talloze onheilige vilthoeden en textiel uit ons eigen goede Twenthe had de onhebbelijkheid de enige mooie kleurnoot te geven die hij nodig had. Maar al met al was hij toch niet ontevreden, zelfs al had het aluminium het koper verdrongen. En hij had het merkwaardige feit ontdekt dat het verschil tussen plastic en porse leinen kralen in technicolor niet te onder scheiden is! ONZE ZOÖLOOG had uiteindelijk het Maar de mensen zelf? Och die halen jui- geluk in een Bassaridorp terecht te komen waar een groot feest eten en dansen en na afloop een orgie zou worden gehou den. De zoöloog nam die gelegenheid met beide handen aan. De Bassari's zijn een uitstervende en vrij gedegenereerde stam met veel oude gebruiken en prachtige dan sen. De zoöloog kreeg een Bassarihut om in te slapen, wat hem niet meegevallen zal zijn, want hij was lang en zo'n hut is klein en laag. Hij at een weeklang Bassa- chend de nieuwe tijd binnen en die van Stanley en Livingstone kan hun gestolen worden. Het maken van een Afrikafilm met al leen maar volkenkundig verantwoorde za ken zou evenmin op Afrika lijken als een Afrikafilm met alleen maar de hypermo derne kuststeden. Wil men een goed ge lijkend portret van het huidige Afrika ge ven dan moet onvermijdelijk dat wester se element, dat hard bezig is een Afri kaans element te worden, er ook bij. Vertoon een Bassari-neger bij zijn krijgs- of jachtdans, maar geef dan diezelfde Bas- sari in zijn afgedragen battledressje dat hij iedere dag draagt Film een mooie, naakte zwarte vrouw, maar vertel er dan bij dat ze er alleen zo bijloopt om haar mooie jurk te sparen bij het werk van alledag. Geef een beeld van een stem mingsvol dorpje, maar geef er dan ook een beeld bij van de markt waar haast geen Afrikaanse maar destemeer westerse voorwerpen te koop zijn. Laat de toverhut Tot diep in de nacht hebben wc die hele avond over onze stellingen zitten kibbelen. We kwamen er natuurlijk niet uit. We zijn nu heel benieuwd naar die film. Zal die ons Afrika brengen zoals wij dit fascine rende continent hebben leren kennen? Of is het weer dat Afrika dat we zo graag willen zien, zoals het was in de tijd van Stanley en Livingstone?. erin zat. Een herenshort, een handdoek, een blauwgeruit sporthemd en een horlo ge. In de achterzak van het broekje stak een portefeuille met 200,- aan papiergeld, en een paar centen. In het zijvakje van de portefeuille stak een meisjesportretje. Nergens was echter een naam of adres te vinden, dat mij op het spoor van de eige naar brengen kon. Voorzichtig peuterde ik het portretje achter zijn mica venstertje vandaan en keek er achterop. „Van Loes" stond er. Grappig, ik heet ook Loes. Nu ja, Loes is een alledaagse naam. Weer bekeek ik het portretje. Verbeeldde ik het mij, dat wij op elkaar leken, de Loes van het pasfoto- tje en ik? Ik haalde mijn schouders op, stopte alles weer in de tas en ging zwemmen. Toen ik terug kwam. was de eigenaar nog niet ver schenen en stond de tas er nog. Nu ja, dat had ik ook wel verwacht. Ik pakte de tas op en nam haar mee naar het zomerhuisje, waar mijn vriendin en ik voor een week met vakantie zijn. Onderweg belde ik de dichtstbijzijnde politiepost op. Toen ik de zaak verteld had, verzocht men mij nog eens precies te willen herha len waar ik de tas gevonden had. Verwon derd voldeed ik aan dit verzoek. ..Ziet u," verduidelijkte de barse man- nestem aan de andere kant van de lijn, „het klopt precies. Zo even heeft één van onze mannen aan de strandopgang daar een bromfiets gevonden. Wij vrezen nu dat op dat punt van de kust de één of ander te ver in zee is gegaan." TOEN IK THUIS KWAM met de tas, was ik onprettig gestemd. Samen met mijn vriendin bekeek ik nogmaals de inhoud, die ons niet verder bracht. „Je lijkt werkelijk wel wat op dat por tretje," zei Sonja. Daar bleef het bij. Wij zetten de tas in ons keukentje, aten, luier den en lazen nog wat en gingen om onge veer half tien naar bed. Je blijft nu een maal niet laat op bij een olielampje in een afgelegen houten huisje. Ik draaide nog een beetje heen en weer vóór ik in slaap viel. Ik dacht aan de tas in het keukentje. Er werd geklopt. Daar schrok ik wakker van. Ik ging rechtop zitten en luisterde. In het andere bed sliep Sonja rustig verder. Dat was wel vreemd, want anders was zij veel gauwer wakker dan ik. Maar haar die pe regelmatige ademhaling bewees, dat zij nu niets gehoord had. Weer werd er ge klopt. Niet hard. maar toch zo, dat ik het moest horen. Toen ik uit mijn bed gleed, wezen de groenachtig lichtende wijzers van mijn polshorloge tien voor half twaalf aan. Waarom ik zo meteen aan de tas in keukentje dacht, is moeilijk te zeggen, maar zo was het nu eenmaal. Ik sloeg mijn badjas om en deed de keukendeur open. Het huisje is niet meer dan een kamer en een keukentje. Als in de kamer de bedden neergeklapt zijn, is de enige toegang via de keukendeur. IN HET BLAUWE maanlicht zak ik iemand staan, een man: groot, slank, met krullend haar, dat over zijn voorhoofd viel. en een gaf beetje verlegen. Ik pakte de tas hem die. „Alstublieft" „Dank u wel," zei hij en knikte mij toe, „u moet altijd goed onthouden, dat het le ven hoe ook geleefd moet worden en nu ja. ontvluchten helpt niets". Weer blon ken zijn tanden. Hij keerde zich af en ik trad terug een beetje verbijsterd en niet begrijpend. Waar sloegen zijn woor den op? „Wat is er?" vroeg Sonja slaperig toen ik weer binnen kwam, ,,'t is pitje nacht." „Och niks, zei ik, „de tas werd gehaald." DE VOLGENDE MORGEN stond Sonja voor mijn bed met in de ene hand een kop thee, terwijl zij in de andere de tas omhoog hield. „Goeiemorgen, slaapwandelaarster. Dit stond net buiten de keukendeur." Ik ging reghtop zitten en streek met tien vingers door mijn haren. „Maar ,,'t Moet toch wel," zei Sonja, „niemand komt een tas halen en nog wel zo laat en vergeet die dan mee te nemen. Dat komt ervan als je je ergens zo druk over maakt." Ik twijfelde en wist het niet. Ik zal het nooit weten. Die avond stond er een stukje in de krant dat het lijk was aangespoeld van een jonge man. Het bleek de 24-jarige O. V. te zijn. Ondanks zijn jeugd was hij een gevaarlijk oplichter, die dan samen met zijn verloof de, de 23-jarige mejuffrouw L. C. de bloe metjes buiten zette. Mejuffrouw C. wist van zijn praktijken niets af. Zij dacht, dat V. zo rijk was. De politie was hem op het spoor en men vermoedt, dat hij getracht heeft een vals spoor achter te laten, daar men een eind verderop aan de kust tegen de duinkant een andere tas met kleren ge vonden heeft, dan die op de plaats werd Houtsnede van Poppe Damave achtergelaten, waar hij vermoedelijk te water is gegaan. Met verbijstering las ik het kleine arti kel. En ik hoorde de woorden weer, die hij tegen mij had gesproken: „Ontvluchten helpt niets." (Van onze correspondent in Parijs) IS HET VERLOSSENDE woord voor van de medicijnman zien. maar vertoon ook zijn bromfiets die tegen de zijwand het personentransport in onze moderne staat. Geef een beeld van het oerwoud. en steeds vollere grotere steden ge- maar daarnaast een van de geweldige aan- tij j planten van apenoten, cacao, koffie en olie- sproken: Het probleem dat steeds meer palmen. mensen met hun auto's en andere trans- ONZE ZOÖLOOG was het er helemaal portmiddelenzich steeds sneller willen niet mee eens. Maar het was zijn eerste bewegen in steden die met hun nauwe Afrikaanse reis en dan zie je de dingen j. nog idealistisch. Hij was beslist van plan straatjes op al die activiteit, die snel- Maar waar was dat Afrika nog langer het echte uitstervende, goed daar was heden en die zenuwsloperijen eenvoudig te vinden? Waar zijn de gebieden waar de westerse invloeden nog niet zijn doorge drongen? Het antwoord is doodeenvoudig: dat Afrika bestaat niet meer of bijna niet meer! Zo er in Afrika nog één dorp te vin- Af'zonder m<?^ meer zijn berekend? Begin van deze eeuw kon de Franse stedenbouwer Haussmann en de minnaars van oud hij het mee eens en enige tonen, zonder shirts en shorts, emaille en plastic. We wensten hem het beste en we gingen uit elkaar, hij op zoek naar zijn echte, den is waar niet een man eenshort of wij op zoek naar ons echte Afrika. Een Parijs vervloeken hem er nog dagelijks singlet draagt, waar geen vrouw ook maar week later kwamen we elkaar weer tegen Qm ü00r een paar decennia ruimte een plastic kraal bezit, laat men het mij Hi.i was ietwat somber gestemd. De .lacht te dan maar eens wijzen. De produkten van op het ware bleek niet eenvoudig. Hij was scheppen voor het verkeer, door de stad ons plastieken tijdperk kruipen waar ze opgetogen over het land en diep terneer- j j aüenues te doorbreken. Een geslagen over de mensen. Het deed zich aanzien dat er toch wel iets in onze rede nering school. Wederom wensten we el kander alle goeds en wederom vertrokken niet gaan kunnen, en dat is overal. De Wa- toetsi's, die aristocraten van de Kongo, zijn aan het verworden tot een soort Mar ken en Volendam. de vissers van West- Afrika hebben buitenboordmotoren aan hun prauwen en noemen hun kano's Baby- doorbraak waardoor ook de uitbreiding van het net der ondergrondse treinen en hangende luchtmetro gestalte gevon- we in tegenovergestelde richtingen om el- mogelijk werd gemaakt. Maar wie durft den. De voordelen lijken, zelfs voor een -- - te te leek, niet gering. In de eerste plaats al kaar telkens op het meest onverwachte er in zijn stoutste momenten nu nog om omdat langs deze weg voorkomen kan een nieuwe Haussmann te roepen? Al leen door de duizelingwekkende kosten die roep overigens tevoren al worden dat hele wijken eerst tegen de grond zouden moeten om de onderaardse gangen voor een treinnet aan te leggen. Autobussen laat staan trams in de straten bieden in geen geval meer uit- middellijk worden gesmoord. Parijs mei komst. De toekomst ligt dus in de „derde dimensie", en in dit geval eerder in de ZOU on- zijn vele nauwe straten en zijn onafzien bare autopark vrijwel ieder gezin heeft vandaag een „eigen wagen' staat in lucht dan onder de grond. BIJ ORLEANS heeft men over een kor tere afstand nu een proeftraject aange- de wereld nog wel aan de droeve spits legd. Op elke dertig meter staan pilaren op de grond die daar niet meer dan tachtig centimeters cirkeldoorsnee oppervlakte inzake een „snel" verkeer dat niet meer vooruit komt. Maar op kortere of langere termijn zullen alle grote steden met de- vereisen, en die een soort gepantserde rails dragen. Over die rails lopen de ge ruisloze wielen met luchtbanden waaraan zelfde urgentie met dit verkeersprobleem de wagon is „opgehangen". Een wagon wordan geconfronteerd. DAT VERLOSSENDE WOORD is lucht metro, en hierbij ziet de lezer er een plaat je van. Helemaal gloednieuw is het denk beeld natuurlijk niet, en in Wuppertal in het Roergebied functioneert de „luchtme tro" al bijna een halve eeuw. Een studie groep waarin twaalf grote Franse indus trieën en belangengroepen vertegenwoor digd zijn, heeft zich sinds enkele jaren over het probleem van de steden en het verkeer gebogen en het resultaat heeft nu in een geperfectioneerde van bijna drie meter hoogte en ruim ze ventien meters lengte die tweeëndertig zit- en eenennegentig staanplaatsen te bie den heeft. De snelheid van de luchtmetro bedraagt ongeveer honderd kilometer per uur, en men voorziet dat iedere anderhal ve minuut de verbinding tussen de ver schillende stations verzekerd kan worden. EEN ANDER VOORDEEL: de veel ge ringere constructiekosten. De Franse stu diegroep waarin de genationaliseerde auto- fabrieken van Renault een voorname rol spelen, zoekt nu contact met de verschil lende grote steden in Europa en elders waar men ook met de handen in de (verkeers)-haren zit. Een deputatie van het gemeentebestuur van San Francisco is onder leiding van de burgemeester al in Orleans geweest om een proefrit met deze geperfectioneerde luchtmetro te ma ken. De Hamburgse hoogleraar Lejeune heeft dezer dagen aanbevolen speciale cursus sen te organiseren voor jongelieden, die zeer jong trouwen. Het oude spreekwoord „Jung gefreit hal nie bereut" heeft zijn zin verloren, aldus de professor, die voor zitter is van de Westduitse bond voor kin derbescherming. Het aantal echtscheidin gen bij echtgenoten tussen 18 en 20 jaar oud. is anderhalf tot tweemaal zo groot, als bij huwelijkspartners tussen 24 en 26 jaar. Een op de vijf bruidjes in de Bondsrepu bliek is evenwel op het ogenblik minder jarig. Een op de twintig huwelijken tus sen minderjarigen duurt niet langer dan vijf jaar. Lejeune meent dat er een wet moet komen, die minderjarige huwelijks kandidaten verplicht een cursus te volgen in huwelijksproblemen. Hij acht het voorts beter ouders- en moederschoten te bouwen dan jeugdgevangenissen te financieren. Op de cursus voor de jonge of aanstaande jon ge bruidegoms en bruidjes moet verteld worden over rechten en plichten der en van alle gevoelens die daarin zijn uit- ouders, voeding en opvoeding. gedrukt. (Van onze correspondent in Wenen) OOSTENRIJK herdenkt dit jaar de ge boorte van twee van zijn grote componis ten, namelijk Hugo Wolf en Gustav Mah ler. Aan beide componisten, die in hun studietijd niet alleen vrienden waren, maar ook een tijdlang dezelfde kamer in grote geldzorgen hebben bewoond, wordt een tentoonstelling gewijd. De eerste ten toonstelling die een overzicht geeft van het werk en het leven van Hugo Wolf, is in Wenen geopend. Aan Mahler, die on geveer vier maanden jonger was, zal een tentoonstelling in de Oostenrijkse hoofdstad worden gewijd, die daarna ook in het Ge meentemuseum te Den Haag zal worden opgesteld. Wolf werd op 13 maart 1860 in de pro vincie Stiermarken geboren. Hij ontwikkel de zich als een wonderkind en is na Schu bert zeker de grootste liederencomponist. Ofschoon hijzelf geloofde dat zijn eigenlij ke begaafdheid op het gebied van de opera lag, is hij toch beroemd gebleven door zijn liederen-composities, namelijk 53 op teksten Möricke, verder van Eichen- dorff en Goethe. Op deze meer romantisch gekleurde bundels volgden het Spanische Liederbuch en het Italienische Liederbuch in twee delen. Dit rijk en onovertroffen werk heeft Wolf binnen tien jaar voltooid met een scheppingsdrang en in een ver voering die heel sterk aan Schubert her inneren. Ondanks zeer grote muzikale schoonheden zijn de twee opera's „Corre- gidor" en „Michael Vanegas" dramatisch zwak en zij konden dan ook geen plaats krijgen op het internationale repertoire. Zelfs Mahler, die intussen directeur van de Weense opera was geworden, zag geen kans om de eerstgenoemde opera van zijn oude studievriend op te voeren. In die tijd vertoonde bij Wolf zich reeds de eer ste tekenen van krankzinnigheid. Na een mislukte poging tot zelfmoord verzocht hijzelf om in een gesticht te worden op genomen. Het duurde echter nog meer dan zes jaar voordat de dood hem in 1903 verloste. De grote betekenis van Wolf als liederencomponist ligt in de organische eenheid van zangstem en begeleiding en in de meesterlijke vei'tolking van de tekst I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 17