DE VERGETEN TAS
Jagers op
het Afrika
dat niet meer bestaat
FRANSE STUDIEGROEP ONTWERPT LUCHTMETRQ
Huwelijksschool
Erbij
kort verhaal door
Kathinka Latinoy
door Bob Tadema Sporry
Expositie in Wenen ter
ere van Hugo Wolf
ZATERDAG 23 APRIL I960
PAGINA DRIE
DE ZOÖLOOG die met ons in de trein dwars door Senegal naar Tam-
bakoenda trok had zich voorwaar geen gemakkelijke taak opgelegd. De
overgang van een universitair laboratorium naar de grote leegten van
Centraal Afrika is een overgang, die alleen hij kan appreciëren die dit
aan den lijve heeft meegemaakt. Het keurig ingedeelde dagelijks bestaan
van de beschaving ruilt men om voor een leven dat van seconde tot seconde
op losse schroeven staat. Niet om de gevaren, let wel, want die bestaan
meestal alleen maar in de oververhitte breinen van stoere avonturenjagers
maar wel door al die onaangename, onverwachte, malle, onmogelijke of
wonderbaarlijke dingen die altijd en overal gebeuren. Trein of vliegtuig
komen nimmer op tijd aan. Eén regenbui en het vliegveld is onbruikbaar.
Twee passagiers minder en het vliegtuig gaat niet of neemt een andere
route. Eén fikse bandjir en een spoorbrug is kapot of een weg voor maan
den onberijdbaar. Onze zoöloog, een moedig man met slechts een linker
arm - de rechter had hij bij Stalingrad verloren - wilde een wetenschap
pelijk verantwoorde film over dit deel van Afrika maken. Voor hem geen
luchtig Amerikaans gespeel met de waarheid dat de mensen-die-het-weten-
kunnen op bun bioscoopstoel doet wriggelen van narigheid, nee bet moest
Afrika worden zoals het werkelijk is: wreed en mooi, geheimzinnig en
boeiend, spannend en misschien wat humoristisch. Zijn wetenschappelijke
loopbaan stond er borg voor dat deze voorwaarden in vervulling zouden
gaan en humor bezat bij omdat hij Wener was.
Aan de wreedheid en schoonheid van Afrika twijfelde hij geen seconde
en hij had het oog voor filmische compositie, dat belaas de meeste amateurs
missen. Hij had alles gelezen wat er te lezen viel en verder was bij
voortreffelijk uitgerust met twee
grote ijzeren koffers zonder enig
niet-noodzakelijk voorwerp, zonder
wapens en met niets dan stevige
kleren die er tegen konden. Hij was
niet bang om op de grond te slapen als
dat moest, en hij kon er ook tegen
om een dag niet te eten, wat in
Afrika vaak nodig is.
DE TAS STOND aan het strand, al be
spat door het opkomend water. Ik vond
haar toen ik wilde gaan zwemmen, maar
degeen van wie de tas was, zag ik niet.
Het was laat in de tijd. Op het verlaten
strand moest, ik toch iedereen kunnen ont
dekken. Maar noch in zee, noch op het
strand was een levend wezen te zien. Al
leen een paar grote meeuwen stapten trots
met voorzichtige passen over de snel on
derlopende bank.
Dit herinner ik mij duidelijk; ook de blank
heid van zijn tanden herinner ik mij, toen
hij verontschuldigend tegen mij glim
lachte. Maarmet de beste wil van de we
reld kan ik mij niet meer te binnen bren
gen wat hij aanhad.
„Neemtu mij niet kwalijk, dat ik zo laat
stoor, maar u hebt immers de tas." Dat
heeft hij van de politie gehoord, dacht ik
logisch. Ik knikte.
Ik nam hem niets kwalijk. Zijn stem was
Ik zette de tas op het droge en keek wat zo jong en zijn gezicht zo open en
MET DEZE ZEER plezierige reisgenoot
kwamen we na een onmetelijk lange en
dodelijk vermoeiende reis in Tambakoen-
da aan, waar we naar verder vervoer zou
den uitzien, iets wat buiten het apenoten-
seizoen niet meevalt want dan zijn er wei
nig redenen voor vervoer in Senegal. Maar
het geluk was met ons, na drie uur zoe
ken een vervoermiddel bleek er een truck
met cement naar Gawal, verweg in Gui
nee, te zullen vertrekken en als we niet
teveel bagage hadden konden we mee, ma
dame in de cabine en de heren bovenop
het cement. Toen bleek onze bagage, de
twee ijzeren koffers van de zoöloog en de
twee bescheiden valiezen van de tekenaar
en zijn gade, een struikelblok te zijn. Er
zat niet anders op dan dat we voorlopig
maar weer uit elkaar gingen, we zouden
elkander in Gawal wel weer treffen, want
twee uur later ging er nog een truck met
cement.
We kwamen veilig in Gawal aan, maar
van de zoöloog arriveerde er geen spoor.
Later bleek dat zijn truck op vijf kilome
ter buiten Tambakoenda defect raakte, zo
dat hij pas twaalf uur later in Gawal aan
kwam, stoffig, doodmoe maar nog steeds
vol goede moed. Hij vroeg hoe we Gawal
vonden. We vertelden dat we Gawal prach
tig vonden, dat er een rivier vol nijlpaar
den was, dat het er leefde van het wild
tot en met leeuwen toe die overigens
nog niemand ooit iets hadden gedaan, om
dat de mensen van deze landen zo ver
standig zijn binnen te blijven als de leeu
wen buitenkomen, te weten met de sche
mering en ook dat het stadje een mooi
voorbeeld was van een typisch koloniaal
stadje uit het begin van deze eeuw. Maar
dat interesseerde hem niets, hij was niet
gekomen om mooie stadjes te filmen, dan
had hij immers veel beter Dakar kunnen
nemen. Had hij dat dan niet gedaan? Hij
keek ons stomverbaasd aan. Natuurlijk
niet. waarom zou hij, Dakar was toch geen
Afrika?
EN DAAR ZATEN we midden in een
verhitte discussie! Wij verdedigden de
stelling, dat Dakar evenzeer Afrika was
als de allerwildste neger. Hij zei, dat die
stad niets met Afrika van doen had omdat
hij het echte Afrika zocht, de wildernis,
de brousse, het oerwoud, de vreemde en
onbedorven volksstammen, de eigenaar
dige zeden en gebruiken, muziek, dans,
zang. bonte kledij of gebrek aan kleding,
in één woord: het Afrika zoals de leek zich
dat wenst in zijn bioscoopzetel.
doll, kannibalen rijden op brommers en de moment weer tegen te komen. Dat lijkt
Konjagui en Bassari vrouwen laatste
„natuurkinderen" geven de voorkeur
aan aluminium boven koper voor hun en-
kelringen, omdat dat lichter is en niet ge
poetst hoeft te worden!
PIET LANDSCHAP van het „oude Afri
ka" is nog overal te vinden, de dieren ook
met wat moeite en veel zoeken. Mooie
mensen zijn er nu evengoed als vroeger
en het is ook heel goed doenlijk een dorp
in het achterland zó af te beelden dat de
moderne tijd niet om het hoekje loert.
raar in zo'n reusachtig groot land als Se
negal is, maar het wordt begrijpelijk als
men beseft hoe weinig wegen er zijn en
hoe weinig rollend materiaal er zich over
voortbeweegt. Vaak gaat men naar het
noorden terwijl men beslist naar het zui
den wil. Op de lange duur komt men er
ook wel', maar het kan lang duren en
men moet er de krankzinnigste omwegen
voor maken. Maar juist dan ziet men een
heleboel'en dat is veel waard.
rivoedsel en kreeg er dysenterie van. En
hij filmde, filmde, filmd.e.
En hij begon in te Zien dat we toch niet
helemaal ongelijk hadden.. Want zelfs bij
dit puikje van primitieve stammen, dit
pronkjuweel van het echte Afrika, had hij
heel wat kromme sprongen moeten maken
om het westen buiten zijn lenzen te hou-
den. Dansten er een paar mooie meisjes
rond dan sprong er pardoes een jongen in
een singlet voor zijn toestel. Nam hij een
woeste man met enorme veren hoofdtooi
op dan wandelde er prompt een vrouw
met een blikken theeketel over zijn beeld
vlak. Tussen de prachtige hoofdtooien be
wogen zich talloze onheilige vilthoeden en
textiel uit ons eigen goede Twenthe had de
onhebbelijkheid de enige mooie kleurnoot
te geven die hij nodig had. Maar al met
al was hij toch niet ontevreden, zelfs al
had het aluminium het koper verdrongen.
En hij had het merkwaardige feit ontdekt
dat het verschil tussen plastic en porse
leinen kralen in technicolor niet te onder
scheiden is!
ONZE ZOÖLOOG had uiteindelijk het
Maar de mensen zelf? Och die halen jui- geluk in een Bassaridorp terecht te komen
waar een groot feest eten en dansen en
na afloop een orgie zou worden gehou
den. De zoöloog nam die gelegenheid met
beide handen aan. De Bassari's zijn een
uitstervende en vrij gedegenereerde stam
met veel oude gebruiken en prachtige dan
sen. De zoöloog kreeg een Bassarihut om
in te slapen, wat hem niet meegevallen
zal zijn, want hij was lang en zo'n hut is
klein en laag. Hij at een weeklang Bassa-
chend de nieuwe tijd binnen en die van
Stanley en Livingstone kan hun gestolen
worden.
Het maken van een Afrikafilm met al
leen maar volkenkundig verantwoorde za
ken zou evenmin op Afrika lijken als een
Afrikafilm met alleen maar de hypermo
derne kuststeden. Wil men een goed ge
lijkend portret van het huidige Afrika ge
ven dan moet onvermijdelijk dat wester
se element, dat hard bezig is een Afri
kaans element te worden, er ook bij.
Vertoon een Bassari-neger bij zijn krijgs-
of jachtdans, maar geef dan diezelfde Bas-
sari in zijn afgedragen battledressje dat
hij iedere dag draagt Film een mooie,
naakte zwarte vrouw, maar vertel er dan
bij dat ze er alleen zo bijloopt om haar
mooie jurk te sparen bij het werk van
alledag. Geef een beeld van een stem
mingsvol dorpje, maar geef er dan ook
een beeld bij van de markt waar haast
geen Afrikaanse maar destemeer westerse
voorwerpen te koop zijn. Laat de toverhut
Tot diep in de nacht hebben wc die hele
avond over onze stellingen zitten kibbelen.
We kwamen er natuurlijk niet uit. We zijn
nu heel benieuwd naar die film. Zal die
ons Afrika brengen zoals wij dit fascine
rende continent hebben leren kennen? Of
is het weer dat Afrika dat we zo graag
willen zien, zoals het was in de tijd van
Stanley en Livingstone?.
erin zat. Een herenshort, een handdoek,
een blauwgeruit sporthemd en een horlo
ge. In de achterzak van het broekje stak
een portefeuille met 200,- aan papiergeld,
en een paar centen. In het zijvakje van de
portefeuille stak een meisjesportretje.
Nergens was echter een naam of adres te
vinden, dat mij op het spoor van de eige
naar brengen kon.
Voorzichtig peuterde ik het portretje
achter zijn mica venstertje vandaan en
keek er achterop. „Van Loes" stond er.
Grappig, ik heet ook Loes. Nu ja, Loes is
een alledaagse naam. Weer bekeek ik het
portretje. Verbeeldde ik het mij, dat wij
op elkaar leken, de Loes van het pasfoto-
tje en ik?
Ik haalde mijn schouders op, stopte alles
weer in de tas en ging zwemmen. Toen ik
terug kwam. was de eigenaar nog niet ver
schenen en stond de tas er nog. Nu ja, dat
had ik ook wel verwacht. Ik pakte de tas
op en nam haar mee naar het zomerhuisje,
waar mijn vriendin en ik voor een week
met vakantie zijn. Onderweg belde ik de
dichtstbijzijnde politiepost op.
Toen ik de zaak verteld had, verzocht
men mij nog eens precies te willen herha
len waar ik de tas gevonden had. Verwon
derd voldeed ik aan dit verzoek.
..Ziet u," verduidelijkte de barse man-
nestem aan de andere kant van de lijn,
„het klopt precies. Zo even heeft één van
onze mannen aan de strandopgang daar
een bromfiets gevonden. Wij vrezen nu dat
op dat punt van de kust de één of ander te
ver in zee is gegaan."
TOEN IK THUIS KWAM met de tas, was
ik onprettig gestemd. Samen met mijn
vriendin bekeek ik nogmaals de inhoud,
die ons niet verder bracht.
„Je lijkt werkelijk wel wat op dat por
tretje," zei Sonja. Daar bleef het bij. Wij
zetten de tas in ons keukentje, aten, luier
den en lazen nog wat en gingen om onge
veer half tien naar bed. Je blijft nu een
maal niet laat op bij een olielampje in een
afgelegen houten huisje.
Ik draaide nog een beetje heen en weer
vóór ik in slaap viel. Ik dacht aan de tas in
het keukentje.
Er werd geklopt. Daar schrok ik wakker
van. Ik ging rechtop zitten en luisterde. In
het andere bed sliep Sonja rustig verder.
Dat was wel vreemd, want anders was zij
veel gauwer wakker dan ik. Maar haar die
pe regelmatige ademhaling bewees, dat
zij nu niets gehoord had. Weer werd er ge
klopt. Niet hard. maar toch zo, dat ik het
moest horen. Toen ik uit mijn bed gleed,
wezen de groenachtig lichtende wijzers
van mijn polshorloge tien voor half twaalf
aan. Waarom ik zo meteen aan de tas in
keukentje dacht, is moeilijk te zeggen,
maar zo was het nu eenmaal. Ik sloeg mijn
badjas om en deed de keukendeur open.
Het huisje is niet meer dan een kamer en
een keukentje. Als in de kamer de bedden
neergeklapt zijn, is de enige toegang via
de keukendeur.
IN HET BLAUWE maanlicht zak ik
iemand staan, een man: groot, slank, met
krullend haar, dat over zijn voorhoofd viel.
en
een
gaf
beetje verlegen. Ik pakte de tas
hem die.
„Alstublieft"
„Dank u wel," zei hij en knikte mij toe,
„u moet altijd goed onthouden, dat het le
ven hoe ook geleefd moet worden en
nu ja. ontvluchten helpt niets". Weer blon
ken zijn tanden. Hij keerde zich af en ik
trad terug een beetje verbijsterd en
niet begrijpend. Waar sloegen zijn woor
den op?
„Wat is er?" vroeg Sonja slaperig toen
ik weer binnen kwam, ,,'t is pitje nacht."
„Och niks, zei ik, „de tas werd gehaald."
DE VOLGENDE MORGEN stond Sonja
voor mijn bed met in de ene hand een kop
thee, terwijl zij in de andere de tas omhoog
hield.
„Goeiemorgen, slaapwandelaarster. Dit
stond net buiten de keukendeur."
Ik ging reghtop zitten en streek met tien
vingers door mijn haren.
„Maar
,,'t Moet toch wel," zei Sonja, „niemand
komt een tas halen en nog wel zo laat en
vergeet die dan mee te nemen. Dat komt
ervan als je je ergens zo druk over maakt."
Ik twijfelde en wist het niet.
Ik zal het nooit weten.
Die avond stond er een stukje in de krant
dat het lijk was aangespoeld van een jonge
man. Het bleek de 24-jarige O. V. te zijn.
Ondanks zijn jeugd was hij een gevaarlijk
oplichter, die dan samen met zijn verloof
de, de 23-jarige mejuffrouw L. C. de bloe
metjes buiten zette. Mejuffrouw C. wist
van zijn praktijken niets af. Zij dacht, dat
V. zo rijk was. De politie was hem op het
spoor en men vermoedt, dat hij getracht
heeft een vals spoor achter te laten, daar
men een eind verderop aan de kust tegen
de duinkant een andere tas met kleren ge
vonden heeft, dan die op de plaats werd
Houtsnede van Poppe Damave
achtergelaten, waar hij vermoedelijk te
water is gegaan.
Met verbijstering las ik het kleine arti
kel. En ik hoorde de woorden weer, die hij
tegen mij had gesproken: „Ontvluchten
helpt niets."
(Van onze correspondent in Parijs)
IS HET VERLOSSENDE woord voor
van de medicijnman zien. maar vertoon
ook zijn bromfiets die tegen de zijwand het personentransport in onze moderne
staat. Geef een beeld van het oerwoud. en steeds vollere grotere steden ge-
maar daarnaast een van de geweldige aan- tij j
planten van apenoten, cacao, koffie en olie- sproken: Het probleem dat steeds meer
palmen. mensen met hun auto's en andere trans-
ONZE ZOÖLOOG was het er helemaal portmiddelenzich steeds sneller willen
niet mee eens. Maar het was zijn eerste bewegen in steden die met hun nauwe
Afrikaanse reis en dan zie je de dingen j.
nog idealistisch. Hij was beslist van plan straatjes op al die activiteit, die snel-
Maar waar was dat Afrika nog langer het echte uitstervende, goed daar was heden en die zenuwsloperijen eenvoudig
te vinden? Waar zijn de gebieden waar de
westerse invloeden nog niet zijn doorge
drongen? Het antwoord is doodeenvoudig:
dat Afrika bestaat niet meer of bijna niet
meer! Zo er in Afrika nog één dorp te vin-
Af'zonder m<?^ meer zijn berekend? Begin van deze
eeuw kon de Franse stedenbouwer
Haussmann en de minnaars van oud
hij het mee eens en enige
tonen, zonder shirts en shorts,
emaille en plastic.
We wensten hem het beste en we gingen
uit elkaar, hij op zoek naar zijn echte,
den is waar niet een man eenshort of wij op zoek naar ons echte Afrika. Een Parijs vervloeken hem er nog dagelijks
singlet draagt, waar geen vrouw ook maar week later kwamen we elkaar weer tegen Qm ü00r een paar decennia ruimte
een plastic kraal bezit, laat men het mij Hi.i was ietwat somber gestemd. De .lacht te
dan maar eens wijzen. De produkten van op het ware bleek niet eenvoudig. Hij was scheppen voor het verkeer, door de stad
ons plastieken tijdperk kruipen waar ze opgetogen over het land en diep terneer- j j aüenues te doorbreken. Een
geslagen over de mensen. Het deed zich
aanzien dat er toch wel iets in onze rede
nering school. Wederom wensten we el
kander alle goeds en wederom vertrokken
niet gaan kunnen, en dat is overal. De Wa-
toetsi's, die aristocraten van de Kongo,
zijn aan het verworden tot een soort Mar
ken en Volendam. de vissers van West-
Afrika hebben buitenboordmotoren aan
hun prauwen en noemen hun kano's Baby-
doorbraak waardoor ook de uitbreiding
van het net der ondergrondse treinen en hangende luchtmetro gestalte gevon-
we in tegenovergestelde richtingen om el- mogelijk werd gemaakt. Maar wie durft den. De voordelen lijken, zelfs voor een
-- - te te leek, niet gering. In de eerste plaats al
kaar telkens op het meest onverwachte
er in zijn stoutste momenten nu nog om omdat langs deze weg voorkomen kan
een nieuwe Haussmann te roepen? Al
leen door de duizelingwekkende kosten
die roep overigens tevoren al
worden dat hele wijken eerst tegen de
grond zouden moeten om de onderaardse
gangen voor een treinnet aan te leggen.
Autobussen laat staan trams in de
straten bieden in geen geval meer uit-
middellijk worden gesmoord. Parijs mei komst. De toekomst ligt dus in de „derde
dimensie", en in dit geval eerder in de
ZOU
on-
zijn vele nauwe straten en zijn onafzien
bare autopark vrijwel ieder gezin heeft
vandaag een „eigen wagen' staat in
lucht dan onder de grond.
BIJ ORLEANS heeft men over een kor
tere afstand nu een proeftraject aange-
de wereld nog wel aan de droeve spits legd. Op elke dertig meter staan pilaren
op de grond die daar niet meer dan tachtig
centimeters cirkeldoorsnee oppervlakte
inzake een „snel" verkeer dat niet meer
vooruit komt. Maar op kortere of langere
termijn
zullen alle grote steden met de-
vereisen, en die een soort gepantserde
rails dragen. Over die rails lopen de ge
ruisloze wielen met luchtbanden waaraan
zelfde urgentie met dit verkeersprobleem de wagon is „opgehangen". Een wagon
wordan geconfronteerd.
DAT VERLOSSENDE WOORD is lucht
metro, en hierbij ziet de lezer er een plaat
je van. Helemaal gloednieuw is het denk
beeld natuurlijk niet, en in Wuppertal in
het Roergebied functioneert de „luchtme
tro" al bijna een halve eeuw. Een studie
groep waarin twaalf grote Franse indus
trieën en belangengroepen vertegenwoor
digd zijn, heeft zich sinds enkele jaren
over het probleem van de steden
en het verkeer gebogen en het
resultaat heeft nu in een geperfectioneerde
van bijna drie meter hoogte en ruim ze
ventien meters lengte die tweeëndertig
zit- en eenennegentig staanplaatsen te bie
den heeft. De snelheid van de luchtmetro
bedraagt ongeveer honderd kilometer per
uur, en men voorziet dat iedere anderhal
ve minuut de verbinding tussen de ver
schillende stations verzekerd kan worden.
EEN ANDER VOORDEEL: de veel ge
ringere constructiekosten. De Franse stu
diegroep waarin de genationaliseerde auto-
fabrieken van Renault een voorname rol
spelen, zoekt nu contact met de verschil
lende grote steden in Europa en elders
waar men ook met de handen in de
(verkeers)-haren zit. Een deputatie van
het gemeentebestuur van San Francisco
is onder leiding van de burgemeester al
in Orleans geweest om een proefrit met
deze geperfectioneerde luchtmetro te ma
ken.
De Hamburgse hoogleraar Lejeune heeft
dezer dagen aanbevolen speciale cursus
sen te organiseren voor jongelieden, die
zeer jong trouwen. Het oude spreekwoord
„Jung gefreit hal nie bereut" heeft zijn
zin verloren, aldus de professor, die voor
zitter is van de Westduitse bond voor kin
derbescherming. Het aantal echtscheidin
gen bij echtgenoten tussen 18 en 20 jaar
oud. is anderhalf tot tweemaal zo groot, als
bij huwelijkspartners tussen 24 en 26 jaar.
Een op de vijf bruidjes in de Bondsrepu
bliek is evenwel op het ogenblik minder
jarig. Een op de twintig huwelijken tus
sen minderjarigen duurt niet langer dan
vijf jaar. Lejeune meent dat er een wet
moet komen, die minderjarige huwelijks
kandidaten verplicht een cursus te volgen
in huwelijksproblemen. Hij acht het voorts
beter ouders- en moederschoten te bouwen
dan jeugdgevangenissen te financieren. Op
de cursus voor de jonge of aanstaande jon
ge bruidegoms en bruidjes moet verteld
worden over rechten en plichten der en van alle gevoelens die daarin zijn uit-
ouders, voeding en opvoeding. gedrukt.
(Van onze correspondent in Wenen)
OOSTENRIJK herdenkt dit jaar de ge
boorte van twee van zijn grote componis
ten, namelijk Hugo Wolf en Gustav Mah
ler. Aan beide componisten, die in hun
studietijd niet alleen vrienden waren,
maar ook een tijdlang dezelfde kamer in
grote geldzorgen hebben bewoond, wordt
een tentoonstelling gewijd. De eerste ten
toonstelling die een overzicht geeft van
het werk en het leven van Hugo Wolf, is
in Wenen geopend. Aan Mahler, die on
geveer vier maanden jonger was, zal een
tentoonstelling in de Oostenrijkse hoofdstad
worden gewijd, die daarna ook in het Ge
meentemuseum te Den Haag zal worden
opgesteld.
Wolf werd op 13 maart 1860 in de pro
vincie Stiermarken geboren. Hij ontwikkel
de zich als een wonderkind en is na Schu
bert zeker de grootste liederencomponist.
Ofschoon hijzelf geloofde dat zijn eigenlij
ke begaafdheid op het gebied van de
opera lag, is hij toch beroemd gebleven
door zijn liederen-composities, namelijk 53
op teksten Möricke, verder van Eichen-
dorff en Goethe. Op deze meer romantisch
gekleurde bundels volgden het Spanische
Liederbuch en het Italienische Liederbuch
in twee delen. Dit rijk en onovertroffen
werk heeft Wolf binnen tien jaar voltooid
met een scheppingsdrang en in een ver
voering die heel sterk aan Schubert her
inneren. Ondanks zeer grote muzikale
schoonheden zijn de twee opera's „Corre-
gidor" en „Michael Vanegas" dramatisch
zwak en zij konden dan ook geen plaats
krijgen op het internationale repertoire.
Zelfs Mahler, die intussen directeur van
de Weense opera was geworden, zag
geen kans om de eerstgenoemde opera van
zijn oude studievriend op te voeren. In die
tijd vertoonde bij Wolf zich reeds de eer
ste tekenen van krankzinnigheid. Na een
mislukte poging tot zelfmoord verzocht
hijzelf om in een gesticht te worden op
genomen. Het duurde echter nog meer dan
zes jaar voordat de dood hem in 1903
verloste. De grote betekenis van Wolf als
liederencomponist ligt in de organische
eenheid van zangstem en begeleiding en
in de meesterlijke vei'tolking van de tekst
I