De politieke apathie als gevolg van welvaart De last van het gemak discoucs Kleine schoonheden van de grote zee Erbij ZATERDAG 14 MEI 1960 PAGINA TWEE DE BOUWSTAKING die enkele maanden geleden in Nederland werd gevoerd heeft de nodige pennen en monden in beweging gebracht, maar volgens sommigen waren het er lang niet genoeg. Immers wat was het geval? De woningnood is altijd als volksvijand nummer één beschouwd en dat is begrijpelijk. In een land waar nog altijd behoefte bestaat aan honderdduizenden woningen zou men denken dat een ieder zich wel sterk zal interesseren voor alles wat met het woningprobleem samenhangt. Nu. in de praktijk val dat erg mee, of liever tegen. Men heeft moeten constateren, het woningvraagstuk niet leeft voor het gros van de Neder landers, het laat ze koud, ze willen er hoogstens zo nu en dan eens het hoofd over schudden maar meer ook niet. Lieden die dit beweren halen juist de bouwstaking als typisch voorbeeld van deze stemming aan. Daarbij had toch overduidelijk kunnen blijken, indien de mensen zich voor de sociale problematiek - waarvan de woningnood een belangrijk aspect is - interesseerden, hoe fel zij bij de zaak betrokken waren. DE BIJ HET CONFLICT partijzijzijn- de groepen verweten elkaar over en weer onverantwoordelijk te handelen. De aanne mers vooral moesten het niet geheel ten onrechte zwaar verduren. Juist zij zouden met het woningprobleem spelen en dat was des te erger, omdat in hun han den de oplossing van dit urgente vraag stuk geacht werd te liggen. Maar ook de vakbonden kregen het nodige te horen: zij zouden zijn gaan staken, terwijl er nog een mogelijkheid tot overleg zou zijn ge weest. De staking kostte iedere dag twee honderd woningen en dat is inderdaad niet gemakkelijk in te halen. De regering hield in het conflict voet bij stuk, daarin ge steund door de gehele Tweede Kamer, die men echt niet kan verwijten laks te zijn opgetreden. Over regering en parlement gieten de critici de fiolen van hun toorn dan ook niet uit, maar wel over de pu blieke opinie, over de zogenaamde „man in the street" die onvoldoende zou heb ben getuigd van zijn verontwaardiging. De kranten zelf treft weinig schuld, want zij hebben zich in het algemeen goed van hun voorlichtende en commentariërende taak gekweten. Maar de krantelezer, de radioluisteraar, waar zijn zijn gebleven? Dat is de vraag die wordt gesteld. ER ZIJN ANTWOORDEN gegeven, die het „publiek" niet vrij pleiten, maar wel enig licht werpen op de oorzaken van het bijzondere probleem. Juist voor het wo ningsprobleem zou zich nooit een georga niseerde pressie-groep vormen. Immers wie een huis krijgt of heeft, heeft weinig belang meer bij de behoeften van de wo ningzoekenden. Er bestaat wel een pres siegroep maar deze verandert voortdurend van samenstelling en zij wordt voortdu rend kleiner, naarmate de woningschaarste afneemt. Dan zijn er een groot aantal men sen vaak behorende tot de laagst-gesa- larieerden die de hoop op een woning langzamerhand maar opgegeven hebben. De woningen die thans gebouwd worden zijn in vele gevallen voor hen te duur. Zij hebben zich neergelegd bij hun lot en doen geen moeite meer. Ook is er een categorie die eindeloos brieven aan huisvestingsbureaus en ge meentelijke instanties schrijft, maar er nooit in slaagt een woning te bemachti gen. Deze mensen doen geen moeite meer, ze winden zich niet meer op als ze horen dat er in deze voor hen juist zo belangrijke sector gestaakt wordt. En zo zijn er meer belangrijke oorzaken te noemen. Maar ver reweg de meest in het oog springende lijkt toch wel de politieke apathie, de ingeïn- teresseerdheid aan politieke, sociale of economische kwesties van algemene bete kenis. De bouwstaking is dan maar een willekeurige gelegenheid waarbij dit blijkt. Sociologen en beoefenaren van de politie- Onze tuin- en kamerplanten ke wetenschap hebben deze verschijnselen al veel eerder geconstateerd en zoeken naarstig naar een oplossing. HET LIJKT ER VEEL OP, dat de ge middelde kiezer in de moderne welvaarts staat het voldoende vindt als hij zijn stem heeft uitgebracht. De verdere gang van zaken laat hij liever aan „die politici", of aan de ambtelijke specialisten over. Een gevoel van machteloosheid tegenover de ge compliceerdheid van de problemen bij voorbeeld die van de ontwapening of die van de loonvorming bekruipt hem, wan neer hij zich eens in deze kwesties tracht te verdiepen. Dezelfde machteloosheid, ge paard aan enige angst ondervindt hij als hij geconfronteerd wordt met „het appa raat", of dat nu een sociale verzekeringsin- een fraai voorbeeld. Democratie betekent nog altijd dat zoveel mogelijk mensen, wanneer het niet allen kunnen zijn, zich bezighouden met de organisatie van de gemeenschap en dat zij daarin actief zijn. Ook al bestaat er in de moderne de mocratie tal van druÉgroepen en al is het oude uitgangspunt, het individu, langza merhand volslagen op de achtergrond ge komen, dan nog blijft het nodig dat de lichamen die in zijn eigen belang werken zijn te groot om te kunnen worden over zien, vaak is het gevolg dat men meent door deze organisatie bedrogen of mis bruikt te worden en er ontstaat een la tent wantrouwen. Dit wantrouwen leidt niet tot een streven naar verbetering, maar door de machteloosheid tot indiffe rente acceptatie: „laat komen wat komt", het zal mijn tijd wel duren, is de opvat ting. Een rationalisatie die geen enkele ze kerheid biedt, want juist door het gebrek aan strijdbaarheid verliest men aan hou vast en werkt men in de hand dat de tech nocraten hun spel vrij kunnen spelen. DEZE APATHIE van de welvaartsstaat (want zij ontstaat pas wanneer de socia le nood grotendeels uit een gemeenschap of volk verdreven is) is volkomen in strijd met een gezond democratisch proces en tast een democratische staat in zijn fun damenten aan. Frankrijk biedt daarvan teresseert, men zou moeten zeggen juist dan. Hij zou in de drukgroepen moeten gaan, lid moeten worden van een politieke partij en overal zijn stem over dingen die hem niet aanstaan moeten laten horen. Dit is theoretisch de democratie, volgens de oude idealistische opvatting. IEDEREEN WEET dit eigenlijk wel, maar: „Wat kun je er nu op eigen houtje aan verandex-en". Dan moet het antwoord, nuchter gezien, zijn: heel weinig. Wat no dig is moet in de opvoeding en vooral bij het onderwijs aangekweekt worden, de zienswijze namelijk dat tal van problemen ieder individu, ieder lid van de gemeen schap aangaan en dat het ieders plicht en belang is aan de oplossing ervan ac tief mee te werken. Daarbij behoren de technieken geleerd te worden hoe men dat moet doen. Pas dan heeft men de apathie effectief bestreden. ER KOMEN nogal eens klachten binnen over de grootbloemige Pelargoniums, die men beter kent als geraniums; de bloem knoppen verdrogen en de bloemen komen dus niet tot hun recht. Dat komt vooral voor indien de planten te veel opgesloten staan; voor een venster op het zuiden is wel goed, maar als dan op het heetst van de dag de overgordijnen achter de planten dicht getrokken worden zal de temperatuur daar veel te hoog oplopen en wordt het ook veel te droog; geen wonder dat de bloemknoppen dan verdrogen. Grootbloemige pelargoniums kan men veel beter in de vensterbank op het oosten zet ten; daar is de temperatuur lang niet zo hoog. Eigenlijk is het voor hen veel beter als ze met pot en al in de tuin worden ingegraven; zoek voor hen wel een zon nig, maar vooral ook een beschut plek je op; misschien kan men wel een plekje tussen de hoogop groeiende vaste planten vinden; ze staan dan ook beschut. Ver geet niet dat ze begoten moeten worden, maar broes niet over open bloemen heen; daar hebben ze een hekel aan. Er zal dus met een pijpgieter water moeten wor den gegeven en niet met de broes. Het is wel eens nuttig ze om de drie weken een beetje opgeloste kamerplantenkunst- mest te geven. G. Kromdijk Hierbij wordt de aandacht gevestigd op de eerste volledige opname van de belangrijkste na-oorlogse opera: Benjamin Britten's „Peter Grimes" in een uitvoering onder leiding van de componist (Decca LXT 5521/3. drie platen in cassette, met geïllustreerde synopsis van de tekst, toelichting en een inleiding van de Earl of Harrewood). zenden fijne, bewegende haartjes. Trilha- ren. In lange, slingerende banden lopen zij over de uitsteeksels (behalve over drie s= van de korte „voorpootjes") en over het lichaam van het dier. En deze trilharen zorgen voor de eigenaardige, glijdende be- wegingen. NATUURLIJK, hoe langer u blijft kij- jH stelling, de belasting of zijn vakbond is. De enkeling zich voor de gang van zaken in- ken en hoe sterker u vergroot, hoe meer u zult zien. Bijvoorbeeld, dat er in de Larvestadium, waarin zich het lichaampje van de zeester al begint af te tekenen. maag een ï-ondgaande sti-oom staat, waar in voedseldeeltjes meebewegen. Ook de maagwand zal dus een trilhaarbedekking W T nncrnirlrl hebben. Verder, dat drie korte, stompe Ljan^evuu v00rp001jes niet alleen geen trilhaarban- den bezitten, maar wel aan top een me nigte kleine wratten; en dat er tussen de- ze drie uitsteeksels een klein (zuig)schijf- je zit. Maar wat voor dier u nu eigen lijk hebt gevangen, laat zich zelfs niet raden. Om er achter te komen zou u uw on- dei'zoekingen in de komende weken op dezelfde voet kunnen voortzetten. De dier tjes gi-oeien namelijk, en ze veranderen. Rondom die maag als centraal punt be gint zich langzaam maar zeker de vorm van hun nieuwe lichaam af te tekenen. Wonderlijk genoeg niet in het vlak, waar in u hun lichaampje tot nu toe zwemmend hebt gezien, maar loodrecht erop. Om de nieuwe vorm dus te ontdekken, zult u net zo lang moeten wurmen to u zo'n dier van opzij ziet. En dan zal het u op een goed ogenblik ineens duidelijk wor den. Rondom die maag is een rond schijf je ontstaan met een duidelijk gekartelde rand. En in die rand zijn vier vrij grote inkepingen, die hem in vijf afdelingen ver delen. Sluit nu in uw verbeelding deze ring, denk de hele aanhang met alle uit steeksels weg. Nu heeft de ring vijf zeer stompe punten, vijf armen in aanleg. Die zullen in de komende weken verder en spitser uitgroeien. Ja, natuux-lijk, nu bent u er! Het wordt een zeester. VRAAG INTUSSEN niet wat er behalve die uiterlijke veranderingen allemaal bin- VAN BENJAMINS BRITTENS eerste muziekdramatische werk, Peter Grimes; bestond tot op heden nog geen opname, hoewel deze opera in alle grote theaters van Europa is uitgevoerd en zij de naam van haar auteur onmiddellijk na de Londcnse première op 7 juni 1945 tot een begrip gemaakt heeft als die van een zeldzaam origineel vernieuwer van een hybridische kunstvorm. Mede in verband met het feit dat ook de Nedei'landse Opera het werk op het repertoire heeft, zal het velen interes seren te vernemen dat Decca er onlangs een volledige opname van heeft uitge- bi-acht op drie L.P.'s LXT 5521/3, ook op stereo verkrijgbaar onder leiding van de componist en met Peter Pears in de hoofdrol. In de uitvoering zijn verder betrokken koor en orkest van Covent Garden, alsmede (onder meei") Claire Watson, in de rol van de dorpsonder- wijzeres, James Pease als ex-kapitein Balstrode (deze twee zijn in het stuk de met Grimes sympathiserende figuren), Owen Brannigan als de bui^gemeester en Jean Watson als ki-oegbazin van de dorpsherberg „the Boax-". Daar kort vóór de opname het Covent-Garden- theater een serie opvoeringen van de opera met de „cast" gebracht had, leef den alle solisten, maar ook het koor en orkest, reeds geruime tijd in de typische sfeer van het geïsoleerde vissersdorp met zijn eeuwige misère van achterklap en vei-dachtmaking, verdubbeld door de mist en de gevaren vanuit zee die deze kleine gemeenschap doordringen. Ook zonder de visuele aspecten van de scène gaat er een beklemmende werking uit van het drama van de ruwe non-confor mist die Grimes is, beschuldigd van het ombrengen van een jongmaatje tijdens een storm op zee, dromend van een ge lukkiger bestaan volgens de normen der conventie, en de gemeenschap die deze normen bedreigd voelt door de en keling in haar midden; met op de ach tergrond het conflict der elementen dat aan het doi-psbestaan zijn ritme geeft. DAT DE WERKING die deze parti- tuut op de planken heeft, op de plaat behouden bleef, is voor een belangrijk deel te danken aan de intelligentie waarmee de opnameleider Eric Smith de hiermee samenhangende problemen heeft weten op te lossen. Alle klank effecten, alle bewegingen en fluiste ringen van het koor werden afzonderlijk gei-epeteerd met het oog op speciale ac centen die nodig zouden kunnen zijn in verband met het ontbreken van visuele gegevens. De zangers bewogen zich over een diagram dat op de vloer getekend was en waarvan de vakken, aangegeven met letters en cijfers als op een schaak bord, dienden ter nauwkeurige bepaling van hun positie en verplaatsing. Door aanwijzingen als: „op bladzij 194 van C4 naar A3" kon men aldus een resul taat bereiken dat, ook in de „monau- rale" versie, het plechtige oratorium achtige effect doorbrak dat een opera opname wel eens hebben kan. Zo krijgt men de samenstellende fac- toren, solisten, ensembles, koor en or kest in de juiste perspectivische ver houding te horen, en de illusie van een werkelijke opvoering bij te wonen, wordt maximaal benaderd tot en met het grandioze eind, als de dorpsbevol king uittrekt om op Grimes wraak te nemen en de goedaardige kapitein Bal strode hem zegt de zee op te zoeken en zijn boot te laten zinken, waarna alles weer terugkeert tot zijn gewone doen, de dagelijkse activiteit tussen de netten, de touwen, de zeilen, de straat jes en de „gossip". NOG EEN TWEETAL TOEGIFTEN waarin Britten eveneens een rol speelt. Een 45-toeren-plaatje van Decca (CEP 17) brengt „Matinees Musicales", een groep van vier orkeststukken, bewer kingen van „arietta's en duetten" uit een gelijknamige bundel van Rossini. Britten heeft hier en daar bij voor beeld in het levendige „moto perpetuo" aan het eind het ritme wat „opge haald", en de instrumentatie wat kleu riger gemaakt. Zijn aandeel is echter bescheiden, men zou het kunnen ver gelijken met dat van een uitgever die een oude tekst in nieuwe spelling en in een modern typografisch gewaad onder de aandacht brengt. Het mengsel van oubolligheid, kermisvirtuositeit en zui delijk melos dat voor Rossini typerend is, blijft volkomen bewaard. De uit voerende zijn het New Symphony Or- chesti-e of London, onder Edgar Cree. De reeds legendarisch geworden stem van Kathleen Ferrier klinkt dankzij talloze grammofoon-opnamen nog in vele huiskamers. Decca komt met een 25 cm-plaat (kleine L.P.) waarop de opname is vastgelegd van een liederen- recital dat de betreurde zangeres in juni 1952 voor de B.B.C. gegeven heeft. Dat het een oude band is hoort men meer aan de zwevingen in de piano-klank dan aan de zangstem, die onvervormd vastgehouden is. De plaat bevat tien liederen van Britse componisten, waar onder vooral twee volksliedbewerkin gen van Britten de aandacht trekken. Een bijzonderheid is nog dat alle baten van de verkoop van deze plaat ten goede komen aan een fonds voor kan kerbestrijding: de „Kathleen Ferrier Cancer Research Fund". Sas Bunge nenin zo'n dier moet gebeui-en voordat het waarlijk de naam zeester kan dragen. Kalkstekels in zijn huid moeten zich ontwikkelen, maar ook huidkieuwen, zijn maagje moet veranderen en het won derlijke voortbewegingsappax-aat met uit eindelijk honderden als kleine, beweeglijke zuignappen werkende voetjes moet groe ien. Dat gebeurt allemaal op zijn tijd. En de energie, die ervoor nodig is, zal de jonge ster zich verschaffen door nagenoeg continu te eten wat er maar te eten valt. Jonge, pas vastgehechte zeepokken, of nen zeggen als het Hem niet begon te duizelen. Het aardige van Harx-ington's boek is dat iedereen er zijn eigen leven in kan herkennen zonder gedwongen te worden er redeneringen over te volgen die hij niet wil aanvaai'den. Het is immers niet alleen op kantox-en, en niet alleen in economische verhoudingen, dat het goed-geordende le ven met al zijn voordelen onze ontevreden heid wekt; en het is dan ook niet alleen daar dat de mensen voorkomen die, zoals vele inwoners van het kristallen paleis, mosseltjes van om en nabij een millime- begrijpen dat jongeren ertegen in opstand ter. Ook die zijn er in deze tijd van het komen, maar hun tegelijkertijd verzeke- jaar overvloedig en zo grijpen hier enkele ren dat zij zich er toch niet aan zullen kleine raderen van het machtige uurwerk kunnen onttrekken, en dat zij binnenkort der natuur nauwkeurig in elkaar. ook het sputteren wel op zullen geven. Wie naar ideeën zoekt om het humeur van de- Kees Ham ze tijd op te helderen, zal ze bij Harring ton niet dadelijk vinden, maar hij zal zijn onderzoek voortzetten met een versterkt gevoel van gedeelde smart zowel als van gedeelde lachlust. -rx- WANNEER U IN deze dagen naar het strand gaat, neem dan eens een leeg jam potje mee. Schep het vol zeewater en be kijk dat op uw gemak. Laat zonodig de troebeling eerst wat bezinken, maar kijk daarna vooral lang en aandachtig. Tien tegen één dat u klein gedierte in dat beet je zeewater ontdekt. Waarschijnlijk het eerst watervlo-achtig springende en hip pende kreeftjes, maar daarna ook wel één of twee miniatuurkwalletjes, zo van hooguit een halve centimeter. Volkomen kleinloos zijn ze en doorschijnend als het water zelf. Daardoor laten ze zich niet al tijd even gemakkelijk opsporen. Doch de aanhouder wint ook hier; en wanneer u hen niet in uw eerste potje zeewater mocht ontdekken, probeer het dan met een twee de, een derde, een tiende Ze zijn er in massa, deze kleurloze wezentjes, vooral bij wassend water; en hun leventje is zo kleurrijk en wonderlijk, dat het u stellig genoegen zal doen er iets van te zien. Blijf hem goed bekijken zodra u er eentje in het oog hebt. Let op de bewegingen van het vreemde kwalachtigheidje. En na korte tijd zal uw geloof in het kwal-zijn van het kleine dier beginnen te tanen. Want onverschillig of het nu gaat om zo genaamde hydroidkwalletjes van een paar millimeters, dan wel om reusachtige zee paddestoelen van een paar decimeters, steeds zijn de bewegingen der kwallen van het bekende, klokkende soort. Door het samentrekken van haar parasolvormige Een zeester in „eethouding"bezig mossel te veroveren. een bazing kunt u thans in een zeer grote vallen. Ze zitten vol lange, beweeglijke Alan Harrington, Life in the Crystal Palace Jonathan CapeLondon Uitsteeksels. En wat u het achtereinde David storey, This Sporting Life - Longmans, London zou kunnen noemen, bevat het zeer dux- r b P delijke, ronde kogeltje van de maag. Op deze maag zit een soort lang trechtèrtje, heel goed te zien met een loep van bij- WIE HIERNA DADELIJK een alten., tieve levensvorm wil bestuderen, kan ziel behelpen met David Storey's roman ovex de carrière van een bei'oeps-rugbyspeler in Yorkshire. Dit boek heeft in Engeland een reputatie die een beetje te hoog is voor zijn kwaliteiten, maar er moet in ieder geval voor gezegd worden dat het bij zijn lezer een stex-ke herinnering na laat aan grauwe industriestadjes en sport velden onder de regen. Het is verder niet een verhaal van een speler die in de laat ste minuut de goal scoort die het kam pioenschap beslist; integendeel, een klein ALAN HARRINGTON is een Amerikaan tuigend te doen; met dit onvermogen wekt die dx ie jaar gewerkt heeft in een grote hij bij de lezer een gevoel van verwant- milde industrie, op een mooi kantoor bui- schaPi en een acuut besef van de tjjd dje ten de stad waar iedereen aardig tegen voorbijgaat zonder dat wij zelfs maar een elkaar was en allen goed verzorgd en be- bevredigende theorie hebben over een ma- ?eel ™A'dr het boek speelt op het rug- taald werden. Toen heeft hij zijn ontslag nipr waarnn hH hptpr Tmt L_£yve d in de rest horen wxj over de ver houdingen van financiers en spelers, en van de invloed die de plaatselijke roem op de hoofdpersoon had. De auteur heeft "fc zelf zijn studie aan een kunstakademie be kostigd uit zijn beroepsrugby, en kan dus beschouwd worden als een expert op dit INTUSSEN IS HIJ meestal heel onder- ëebied, maar hij is nog niet veel waard houdend over het kantoorleven, en soms in het ontwerpen van karakters. De hoofd- grappig, in een stemming van voorzichtige persoon doet, wanneer hij op het hoogte- is. Hij toont geen bijzondere kwaliteiten wanhoop. Er is bijvoorbeeld zijn verhaal Punt van zijn roem is, een poging om een als filosoof: duidelijke onderscheiding tus- van een film die gemaakt werd over de duurzame liefde te wekken bij zijn hos sen levens die wel en die niet uit te hnn verschillende werkzaamheden van het P»ta, en wij moeten begrijpen dat hem dat f G e hou" kristallen paleis: op de public relations af- tenslotte niet lukt doordat hij lomp is in den zijn komen er niet van, maar dat is deling die er het toezicht op had vond bij- z'in gevoelsleven en alles als een aap naar in zekere zin een voordeel, want des te na iedereen behalve de chef dat het een zich toehaalt. Al is dat op zichzelf ge- beter suggei-eert hij ons het flauwe gevoel onuitstaanbare parade was van zonnige loofwaardig genoeg, de vraag blijft, waar in de maag dat de zekerheid tot aan het vertrekken en bliide gezichten, maar bij een jongeman van zo'n hoog plaatse- cu.fl ,tuu, vBuokvcl./nnye - f de bedrijfspremière ervan was de hele lijk aanzien zich tevreden wil stellen met lichaam perst iedere kwal wat water naar gespeeld zo'n nietig gevalletje in een drup- &iai °P aen auur teweegbrengt. Wat moet directie enthousiast, en een van de leden die lelijke weduwe, en verder wat eigen achteren en zichzelf een stukje vooruit. Uw Pel zeewater op uw zakspiegeltje te depo- er tegenovergesteld worden? Hij weet te zei zelfs dat het de beste film van enige lijk de invloed is van de bewondering die nieuwverworven kwalletjes doen echter neren (hetgeen uitstekend gaat met een goed dat het praktische alternatief voor S001"t was die hij ooit had gezien. Dit ver- bij geniet wegens zijn gedrag tegenover makkelijke baan een zure baan is, haal. staat 4het verband van een dis- gouwen. Daar wordt niet veel van opge- cussie over het „geloof in het eigen pro nier waarop hij beter besteed zou kunnen genomen, want hij kon het niet uithouden, worden en er werd hem een beui-s aangeboden die hem in staat stelde om rustig thuis te gaan schrijven. In dit boek nu beschrijft hij het leven op dat kantoor, zonder na men te noemen, en pi-obeei't een beetje te verklaren waarom het niet bevredigend Jonge zeesterlarve, van de rugkant gezien. voorbeeld lOx wanneer u het hebt klaar- niet aldus! Laat het zonlicht maar zo gun stig mogelijk in het potje vallen om alles goed te zien en u ervaart, dat deze klei ne dieren met een prachtige geleidelijk heid door het nat bewegen. Ze glijden en zweven, wenden het roer wanneer hun dit te pas komt en draaien sierlijke bochten, altijd in die wonderlijk eenparige bewe ging. Nooit is er het schokken van zwem mende echte kwallen. NEEM ER EEN LOEP bij en u ziet meer. De gedaante van de dieren wordt u duidelijk van uw eerste lichte ver- limonaderietje). Door dat trechtertje lopen telkens sterke samenti-ekkingen van boven naar beneden. Het is namelijk de slok darm van uw vangst en door middel van deze samentrekkingen moet hij eventuele buit in de maag schuiven. Maar een kwal met een slokdarm, dat wordt toch al te dwaas! Goed, de gelij kenis was ook maar zeer oppervlakkig. Het is geen kwalletje dit vi-eemde wezen, waaraan u behalve die maag-met-slokdaiTn om de voordelen van het leven in het dukt". Hoe kan "iemand geloven dat zijn kristal zomaar te verwerpen. Voor een volmaakte analyse zouden drie verschil lende soorten lasten gedefinieerd moeten worden: die van het menselijk bestaan in het algemeen; die van het bestaan op een kantoor in het bijzonder; en die van het helderd. Wie in deze roman zoekt naar de lucht van voetbalkleedkamers (de uitgever heeft gelijk als hij zegt dat die zelden voorkomt in de litteratuur) en de toon van hoestpil beter is dan een andere, of dat het nodig is tandpasta aan de man te brengen als tanden even goed gepoetst kunnen worden met zout of soda? De op- conversatie onder nooi-deiiingen, zal er lossing die Harrington hier vindt is dat meer plezier in hebben dan wie het te men gelooft in het geloof, onverschillig doen is om de psychologie van de roem waar dat tweede geloof dan op gericht en van de atletiek. Dat wil niet zeggen waaraan u behalve die maag-met-slokdarm bf>staan on kantoor zonder wriivinsen wordt dit is een sprekend voorbeeld van dat het een vervelend boek is. Het heeft ook nog lange en sierlijk gebogen licht- p Gen Uoor z nder wnjvingen een op]ossing die niet a]leen jn het bg_ genoeg eigen karakter om goed leesbaar bruine lijnen ontdekt. Deze lijnen zijn sa- m het zeer bijzonder. Zomin als de mees- drijfsleven toegepast kan worden, en waar te zijn. mengesteld uit duizenden en nog eens dui- ten van ons is hij in staat om dat over- een auteur nog veel meer over zou kun- S. M.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 18