De politieke apathie als gevolg van welvaart
De last van het gemak
discoucs
Kleine schoonheden van de grote zee
Erbij
ZATERDAG 14 MEI 1960
PAGINA TWEE
DE BOUWSTAKING die enkele maanden geleden in Nederland werd
gevoerd heeft de nodige pennen en monden in beweging gebracht, maar
volgens sommigen waren het er lang niet genoeg. Immers wat was het
geval? De woningnood is altijd als volksvijand nummer één beschouwd
en dat is begrijpelijk. In een land waar nog altijd behoefte bestaat aan
honderdduizenden woningen zou men denken dat een ieder zich wel
sterk zal interesseren voor alles wat met het woningprobleem samenhangt.
Nu. in de praktijk val dat erg mee, of liever tegen. Men heeft moeten
constateren, het woningvraagstuk niet leeft voor het gros van de Neder
landers, het laat ze koud, ze willen er hoogstens zo nu en dan eens het
hoofd over schudden maar meer ook niet. Lieden die dit beweren halen
juist de bouwstaking als typisch voorbeeld van deze stemming aan. Daarbij
had toch overduidelijk kunnen blijken, indien de mensen zich voor de
sociale problematiek - waarvan de woningnood een belangrijk aspect is -
interesseerden, hoe fel zij bij de zaak betrokken waren.
DE BIJ HET CONFLICT partijzijzijn-
de groepen verweten elkaar over en weer
onverantwoordelijk te handelen. De aanne
mers vooral moesten het niet geheel
ten onrechte zwaar verduren. Juist zij
zouden met het woningprobleem spelen en
dat was des te erger, omdat in hun han
den de oplossing van dit urgente vraag
stuk geacht werd te liggen. Maar ook de
vakbonden kregen het nodige te horen: zij
zouden zijn gaan staken, terwijl er nog
een mogelijkheid tot overleg zou zijn ge
weest. De staking kostte iedere dag twee
honderd woningen en dat is inderdaad niet
gemakkelijk in te halen. De regering hield
in het conflict voet bij stuk, daarin ge
steund door de gehele Tweede Kamer, die
men echt niet kan verwijten laks te zijn
opgetreden. Over regering en parlement
gieten de critici de fiolen van hun toorn
dan ook niet uit, maar wel over de pu
blieke opinie, over de zogenaamde „man
in the street" die onvoldoende zou heb
ben getuigd van zijn verontwaardiging. De
kranten zelf treft weinig schuld, want zij
hebben zich in het algemeen goed van
hun voorlichtende en commentariërende
taak gekweten. Maar de krantelezer, de
radioluisteraar, waar zijn zijn gebleven?
Dat is de vraag die wordt gesteld.
ER ZIJN ANTWOORDEN gegeven, die
het „publiek" niet vrij pleiten, maar wel
enig licht werpen op de oorzaken van het
bijzondere probleem. Juist voor het wo
ningsprobleem zou zich nooit een georga
niseerde pressie-groep vormen. Immers
wie een huis krijgt of heeft, heeft weinig
belang meer bij de behoeften van de wo
ningzoekenden. Er bestaat wel een pres
siegroep maar deze verandert voortdurend
van samenstelling en zij wordt voortdu
rend kleiner, naarmate de woningschaarste
afneemt. Dan zijn er een groot aantal men
sen vaak behorende tot de laagst-gesa-
larieerden die de hoop op een woning
langzamerhand maar opgegeven hebben.
De woningen die thans gebouwd worden
zijn in vele gevallen voor hen te duur. Zij
hebben zich neergelegd bij hun lot en doen
geen moeite meer.
Ook is er een categorie die eindeloos
brieven aan huisvestingsbureaus en ge
meentelijke instanties schrijft, maar er
nooit in slaagt een woning te bemachti
gen. Deze mensen doen geen moeite meer,
ze winden zich niet meer op als ze horen
dat er in deze voor hen juist zo belangrijke
sector gestaakt wordt. En zo zijn er meer
belangrijke oorzaken te noemen. Maar ver
reweg de meest in het oog springende lijkt
toch wel de politieke apathie, de ingeïn-
teresseerdheid aan politieke, sociale of
economische kwesties van algemene bete
kenis. De bouwstaking is dan maar een
willekeurige gelegenheid waarbij dit blijkt.
Sociologen en beoefenaren van de politie-
Onze tuin- en kamerplanten
ke wetenschap hebben deze verschijnselen
al veel eerder geconstateerd en zoeken
naarstig naar een oplossing.
HET LIJKT ER VEEL OP, dat de ge
middelde kiezer in de moderne welvaarts
staat het voldoende vindt als hij zijn stem
heeft uitgebracht. De verdere gang van
zaken laat hij liever aan „die politici", of
aan de ambtelijke specialisten over. Een
gevoel van machteloosheid tegenover de ge
compliceerdheid van de problemen bij
voorbeeld die van de ontwapening of die
van de loonvorming bekruipt hem, wan
neer hij zich eens in deze kwesties tracht
te verdiepen. Dezelfde machteloosheid, ge
paard aan enige angst ondervindt hij als
hij geconfronteerd wordt met „het appa
raat", of dat nu een sociale verzekeringsin-
een fraai voorbeeld. Democratie betekent
nog altijd dat zoveel mogelijk mensen,
wanneer het niet allen kunnen zijn, zich
bezighouden met de organisatie van de
gemeenschap en dat zij daarin actief
zijn. Ook al bestaat er in de moderne de
mocratie tal van druÉgroepen en al is het
oude uitgangspunt, het individu, langza
merhand volslagen op de achtergrond ge
komen, dan nog blijft het nodig dat de
lichamen die in zijn eigen belang werken
zijn te groot om te kunnen worden over
zien, vaak is het gevolg dat men meent
door deze organisatie bedrogen of mis
bruikt te worden en er ontstaat een la
tent wantrouwen. Dit wantrouwen leidt
niet tot een streven naar verbetering,
maar door de machteloosheid tot indiffe
rente acceptatie: „laat komen wat komt",
het zal mijn tijd wel duren, is de opvat
ting. Een rationalisatie die geen enkele ze
kerheid biedt, want juist door het gebrek
aan strijdbaarheid verliest men aan hou
vast en werkt men in de hand dat de tech
nocraten hun spel vrij kunnen spelen.
DEZE APATHIE van de welvaartsstaat
(want zij ontstaat pas wanneer de socia
le nood grotendeels uit een gemeenschap
of volk verdreven is) is volkomen in strijd
met een gezond democratisch proces en
tast een democratische staat in zijn fun
damenten aan. Frankrijk biedt daarvan
teresseert, men zou moeten zeggen juist
dan. Hij zou in de drukgroepen moeten
gaan, lid moeten worden van een politieke
partij en overal zijn stem over dingen die
hem niet aanstaan moeten laten horen.
Dit is theoretisch de democratie, volgens
de oude idealistische opvatting.
IEDEREEN WEET dit eigenlijk wel,
maar: „Wat kun je er nu op eigen houtje
aan verandex-en". Dan moet het antwoord,
nuchter gezien, zijn: heel weinig. Wat no
dig is moet in de opvoeding en vooral bij
het onderwijs aangekweekt worden, de
zienswijze namelijk dat tal van problemen
ieder individu, ieder lid van de gemeen
schap aangaan en dat het ieders plicht
en belang is aan de oplossing ervan ac
tief mee te werken. Daarbij behoren de
technieken geleerd te worden hoe men dat
moet doen. Pas dan heeft men de apathie
effectief bestreden.
ER KOMEN nogal eens klachten binnen
over de grootbloemige Pelargoniums, die
men beter kent als geraniums; de bloem
knoppen verdrogen en de bloemen komen
dus niet tot hun recht. Dat komt vooral
voor indien de planten te veel opgesloten
staan; voor een venster op het zuiden is
wel goed, maar als dan op het heetst
van de dag de overgordijnen achter de
planten dicht getrokken worden zal de
temperatuur daar veel te hoog oplopen en
wordt het ook veel te droog; geen wonder
dat de bloemknoppen dan verdrogen.
Grootbloemige pelargoniums kan men veel
beter in de vensterbank op het oosten zet
ten; daar is de temperatuur lang niet zo
hoog. Eigenlijk is het voor hen veel beter
als ze met pot en al in de tuin worden
ingegraven; zoek voor hen wel een zon
nig, maar vooral ook een beschut plek
je op; misschien kan men wel een plekje
tussen de hoogop groeiende vaste planten
vinden; ze staan dan ook beschut. Ver
geet niet dat ze begoten moeten worden,
maar broes niet over open bloemen heen;
daar hebben ze een hekel aan. Er zal
dus met een pijpgieter water moeten wor
den gegeven en niet met de broes. Het
is wel eens nuttig ze om de drie weken
een beetje opgeloste kamerplantenkunst-
mest te geven.
G. Kromdijk
Hierbij wordt de aandacht gevestigd op de
eerste volledige opname van de belangrijkste
na-oorlogse opera: Benjamin Britten's „Peter
Grimes" in een uitvoering onder leiding van
de componist (Decca LXT 5521/3. drie platen
in cassette, met geïllustreerde synopsis van de
tekst, toelichting en een inleiding van de Earl
of Harrewood).
zenden fijne, bewegende haartjes. Trilha-
ren. In lange, slingerende banden lopen
zij over de uitsteeksels (behalve over drie s=
van de korte „voorpootjes") en over het
lichaam van het dier. En deze trilharen
zorgen voor de eigenaardige, glijdende be-
wegingen.
NATUURLIJK, hoe langer u blijft kij- jH
stelling, de belasting of zijn vakbond is. De enkeling zich voor de gang van zaken in- ken en hoe sterker u vergroot, hoe meer
u zult zien. Bijvoorbeeld, dat er in de
Larvestadium, waarin zich het lichaampje
van de zeester al begint af te tekenen.
maag een ï-ondgaande sti-oom staat, waar
in voedseldeeltjes meebewegen. Ook de
maagwand zal dus een trilhaarbedekking
W T nncrnirlrl hebben. Verder, dat drie korte, stompe
Ljan^evuu v00rp001jes niet alleen geen trilhaarban-
den bezitten, maar wel aan top een me
nigte kleine wratten; en dat er tussen de-
ze drie uitsteeksels een klein (zuig)schijf-
je zit. Maar wat voor dier u nu eigen
lijk hebt gevangen, laat zich zelfs niet
raden.
Om er achter te komen zou u uw on-
dei'zoekingen in de komende weken op
dezelfde voet kunnen voortzetten. De dier
tjes gi-oeien namelijk, en ze veranderen.
Rondom die maag als centraal punt be
gint zich langzaam maar zeker de vorm
van hun nieuwe lichaam af te tekenen.
Wonderlijk genoeg niet in het vlak, waar
in u hun lichaampje tot nu toe zwemmend
hebt gezien, maar loodrecht erop. Om de
nieuwe vorm dus te ontdekken, zult u
net zo lang moeten wurmen to u zo'n
dier van opzij ziet. En dan zal het u
op een goed ogenblik ineens duidelijk wor
den. Rondom die maag is een rond schijf
je ontstaan met een duidelijk gekartelde
rand. En in die rand zijn vier vrij grote
inkepingen, die hem in vijf afdelingen ver
delen. Sluit nu in uw verbeelding deze
ring, denk de hele aanhang met alle uit
steeksels weg. Nu heeft de ring vijf zeer
stompe punten, vijf armen in aanleg. Die
zullen in de komende weken verder en
spitser uitgroeien. Ja, natuux-lijk, nu bent
u er! Het wordt een zeester.
VRAAG INTUSSEN niet wat er behalve
die uiterlijke veranderingen allemaal bin-
VAN BENJAMINS BRITTENS eerste
muziekdramatische werk, Peter Grimes;
bestond tot op heden nog geen opname,
hoewel deze opera in alle grote theaters
van Europa is uitgevoerd en zij de naam
van haar auteur onmiddellijk na de
Londcnse première op 7 juni 1945 tot
een begrip gemaakt heeft als die van
een zeldzaam origineel vernieuwer van
een hybridische kunstvorm.
Mede in verband met het feit dat ook
de Nedei'landse Opera het werk op het
repertoire heeft, zal het velen interes
seren te vernemen dat Decca er onlangs
een volledige opname van heeft uitge-
bi-acht op drie L.P.'s LXT 5521/3, ook
op stereo verkrijgbaar onder leiding
van de componist en met Peter Pears in
de hoofdrol. In de uitvoering zijn verder
betrokken koor en orkest van Covent
Garden, alsmede (onder meei") Claire
Watson, in de rol van de dorpsonder-
wijzeres, James Pease als ex-kapitein
Balstrode (deze twee zijn in het stuk de
met Grimes sympathiserende figuren),
Owen Brannigan als de bui^gemeester en
Jean Watson als ki-oegbazin van de
dorpsherberg „the Boax-". Daar kort
vóór de opname het Covent-Garden-
theater een serie opvoeringen van de
opera met de „cast" gebracht had, leef
den alle solisten, maar ook het koor en
orkest, reeds geruime tijd in de typische
sfeer van het geïsoleerde vissersdorp
met zijn eeuwige misère van achterklap
en vei-dachtmaking, verdubbeld door de
mist en de gevaren vanuit zee die deze
kleine gemeenschap doordringen. Ook
zonder de visuele aspecten van de scène
gaat er een beklemmende werking uit
van het drama van de ruwe non-confor
mist die Grimes is, beschuldigd van het
ombrengen van een jongmaatje tijdens
een storm op zee, dromend van een ge
lukkiger bestaan volgens de normen der
conventie, en de gemeenschap die
deze normen bedreigd voelt door de en
keling in haar midden; met op de ach
tergrond het conflict der elementen dat
aan het doi-psbestaan zijn ritme geeft.
DAT DE WERKING die deze parti-
tuut op de planken heeft, op de plaat
behouden bleef, is voor een belangrijk
deel te danken aan de intelligentie
waarmee de opnameleider Eric Smith
de hiermee samenhangende problemen
heeft weten op te lossen. Alle klank
effecten, alle bewegingen en fluiste
ringen van het koor werden afzonderlijk
gei-epeteerd met het oog op speciale ac
centen die nodig zouden kunnen zijn in
verband met het ontbreken van visuele
gegevens. De zangers bewogen zich over
een diagram dat op de vloer getekend
was en waarvan de vakken, aangegeven
met letters en cijfers als op een schaak
bord, dienden ter nauwkeurige bepaling
van hun positie en verplaatsing. Door
aanwijzingen als: „op bladzij 194 van
C4 naar A3" kon men aldus een resul
taat bereiken dat, ook in de „monau-
rale" versie, het plechtige oratorium
achtige effect doorbrak dat een opera
opname wel eens hebben kan.
Zo krijgt men de samenstellende fac-
toren, solisten, ensembles, koor en or
kest in de juiste perspectivische ver
houding te horen, en de illusie van een
werkelijke opvoering bij te wonen,
wordt maximaal benaderd tot en met
het grandioze eind, als de dorpsbevol
king uittrekt om op Grimes wraak te
nemen en de goedaardige kapitein Bal
strode hem zegt de zee op te zoeken en
zijn boot te laten zinken, waarna
alles weer terugkeert tot zijn gewone
doen, de dagelijkse activiteit tussen de
netten, de touwen, de zeilen, de straat
jes en de „gossip".
NOG EEN TWEETAL TOEGIFTEN
waarin Britten eveneens een rol speelt.
Een 45-toeren-plaatje van Decca (CEP
17) brengt „Matinees Musicales", een
groep van vier orkeststukken, bewer
kingen van „arietta's en duetten" uit
een gelijknamige bundel van Rossini.
Britten heeft hier en daar bij voor
beeld in het levendige „moto perpetuo"
aan het eind het ritme wat „opge
haald", en de instrumentatie wat kleu
riger gemaakt. Zijn aandeel is echter
bescheiden, men zou het kunnen ver
gelijken met dat van een uitgever die
een oude tekst in nieuwe spelling en in
een modern typografisch gewaad onder
de aandacht brengt. Het mengsel van
oubolligheid, kermisvirtuositeit en zui
delijk melos dat voor Rossini typerend
is, blijft volkomen bewaard. De uit
voerende zijn het New Symphony Or-
chesti-e of London, onder Edgar Cree.
De reeds legendarisch geworden stem
van Kathleen Ferrier klinkt dankzij
talloze grammofoon-opnamen nog in
vele huiskamers. Decca komt met een
25 cm-plaat (kleine L.P.) waarop de
opname is vastgelegd van een liederen-
recital dat de betreurde zangeres in juni
1952 voor de B.B.C. gegeven heeft. Dat
het een oude band is hoort men meer
aan de zwevingen in de piano-klank
dan aan de zangstem, die onvervormd
vastgehouden is. De plaat bevat tien
liederen van Britse componisten, waar
onder vooral twee volksliedbewerkin
gen van Britten de aandacht trekken.
Een bijzonderheid is nog dat alle baten
van de verkoop van deze plaat ten
goede komen aan een fonds voor kan
kerbestrijding: de „Kathleen Ferrier
Cancer Research Fund".
Sas Bunge
nenin zo'n dier moet gebeui-en voordat
het waarlijk de naam zeester kan
dragen. Kalkstekels in zijn huid moeten
zich ontwikkelen, maar ook huidkieuwen,
zijn maagje moet veranderen en het won
derlijke voortbewegingsappax-aat met uit
eindelijk honderden als kleine, beweeglijke
zuignappen werkende voetjes moet groe
ien. Dat gebeurt allemaal op zijn tijd. En
de energie, die ervoor nodig is, zal de
jonge ster zich verschaffen door nagenoeg
continu te eten wat er maar te eten valt.
Jonge, pas vastgehechte zeepokken, of
nen zeggen als het Hem niet begon te
duizelen.
Het aardige van Harx-ington's boek is
dat iedereen er zijn eigen leven in kan
herkennen zonder gedwongen te worden er
redeneringen over te volgen die hij niet
wil aanvaai'den. Het is immers niet alleen
op kantox-en, en niet alleen in economische
verhoudingen, dat het goed-geordende le
ven met al zijn voordelen onze ontevreden
heid wekt; en het is dan ook niet alleen
daar dat de mensen voorkomen die, zoals
vele inwoners van het kristallen paleis,
mosseltjes van om en nabij een millime- begrijpen dat jongeren ertegen in opstand
ter. Ook die zijn er in deze tijd van het komen, maar hun tegelijkertijd verzeke-
jaar overvloedig en zo grijpen hier enkele ren dat zij zich er toch niet aan zullen
kleine raderen van het machtige uurwerk kunnen onttrekken, en dat zij binnenkort
der natuur nauwkeurig in elkaar. ook het sputteren wel op zullen geven. Wie
naar ideeën zoekt om het humeur van de-
Kees Ham ze tijd op te helderen, zal ze bij Harring
ton niet dadelijk vinden, maar hij zal zijn
onderzoek voortzetten met een versterkt
gevoel van gedeelde smart zowel als van
gedeelde lachlust.
-rx-
WANNEER U IN deze dagen naar het
strand gaat, neem dan eens een leeg jam
potje mee. Schep het vol zeewater en be
kijk dat op uw gemak. Laat zonodig de
troebeling eerst wat bezinken, maar kijk
daarna vooral lang en aandachtig. Tien
tegen één dat u klein gedierte in dat beet
je zeewater ontdekt. Waarschijnlijk het
eerst watervlo-achtig springende en hip
pende kreeftjes, maar daarna ook wel
één of twee miniatuurkwalletjes, zo van
hooguit een halve centimeter. Volkomen
kleinloos zijn ze en doorschijnend als het
water zelf. Daardoor laten ze zich niet al
tijd even gemakkelijk opsporen. Doch de
aanhouder wint ook hier; en wanneer u
hen niet in uw eerste potje zeewater mocht
ontdekken, probeer het dan met een twee
de, een derde, een tiende Ze zijn er in
massa, deze kleurloze wezentjes, vooral
bij wassend water; en hun leventje is zo
kleurrijk en wonderlijk, dat het u stellig
genoegen zal doen er iets van te zien.
Blijf hem goed bekijken zodra u er eentje
in het oog hebt. Let op de bewegingen
van het vreemde kwalachtigheidje. En na
korte tijd zal uw geloof in het kwal-zijn
van het kleine dier beginnen te tanen.
Want onverschillig of het nu gaat om zo
genaamde hydroidkwalletjes van een paar
millimeters, dan wel om reusachtige zee
paddestoelen van een paar decimeters,
steeds zijn de bewegingen der kwallen van
het bekende, klokkende soort. Door het
samentrekken van haar parasolvormige
Een
zeester in „eethouding"bezig
mossel te veroveren.
een
bazing kunt u thans in een zeer grote
vallen. Ze zitten vol lange, beweeglijke Alan Harrington, Life in the Crystal Palace Jonathan CapeLondon
Uitsteeksels. En wat u het achtereinde David storey, This Sporting Life - Longmans, London
zou kunnen noemen, bevat het zeer dux- r b P
delijke, ronde kogeltje van de maag. Op
deze maag zit een soort lang trechtèrtje,
heel goed te zien met een loep van bij-
WIE HIERNA DADELIJK een alten.,
tieve levensvorm wil bestuderen, kan ziel
behelpen met David Storey's roman ovex
de carrière van een bei'oeps-rugbyspeler
in Yorkshire. Dit boek heeft in Engeland
een reputatie die een beetje te hoog is
voor zijn kwaliteiten, maar er moet in
ieder geval voor gezegd worden dat het
bij zijn lezer een stex-ke herinnering na
laat aan grauwe industriestadjes en sport
velden onder de regen. Het is verder niet
een verhaal van een speler die in de laat
ste minuut de goal scoort die het kam
pioenschap beslist; integendeel, een klein
ALAN HARRINGTON is een Amerikaan tuigend te doen; met dit onvermogen wekt
die dx ie jaar gewerkt heeft in een grote hij bij de lezer een gevoel van verwant-
milde industrie, op een mooi kantoor bui- schaPi en een acuut besef van de tjjd dje
ten de stad waar iedereen aardig tegen voorbijgaat zonder dat wij zelfs maar een
elkaar was en allen goed verzorgd en be- bevredigende theorie hebben over een ma- ?eel ™A'dr het boek speelt op het rug-
taald werden. Toen heeft hij zijn ontslag nipr waarnn hH hptpr Tmt L_£yve d in de rest horen wxj over de ver
houdingen van financiers en spelers, en
van de invloed die de plaatselijke roem
op de hoofdpersoon had. De auteur heeft
"fc zelf zijn studie aan een kunstakademie be
kostigd uit zijn beroepsrugby, en kan dus
beschouwd worden als een expert op dit
INTUSSEN IS HIJ meestal heel onder- ëebied, maar hij is nog niet veel waard
houdend over het kantoorleven, en soms in het ontwerpen van karakters. De hoofd-
grappig, in een stemming van voorzichtige persoon doet, wanneer hij op het hoogte-
is. Hij toont geen bijzondere kwaliteiten wanhoop. Er is bijvoorbeeld zijn verhaal Punt van zijn roem is, een poging om een
als filosoof: duidelijke onderscheiding tus- van een film die gemaakt werd over de duurzame liefde te wekken bij zijn hos
sen levens die wel en die niet uit te hnn verschillende werkzaamheden van het P»ta, en wij moeten begrijpen dat hem dat
f G e hou" kristallen paleis: op de public relations af- tenslotte niet lukt doordat hij lomp is in
den zijn komen er niet van, maar dat is deling die er het toezicht op had vond bij- z'in gevoelsleven en alles als een aap naar
in zekere zin een voordeel, want des te na iedereen behalve de chef dat het een zich toehaalt. Al is dat op zichzelf ge-
beter suggei-eert hij ons het flauwe gevoel onuitstaanbare parade was van zonnige loofwaardig genoeg, de vraag blijft, waar
in de maag dat de zekerheid tot aan het vertrekken en bliide gezichten, maar bij een jongeman van zo'n hoog plaatse-
cu.fl ,tuu, vBuokvcl./nnye - f de bedrijfspremière ervan was de hele lijk aanzien zich tevreden wil stellen met
lichaam perst iedere kwal wat water naar gespeeld zo'n nietig gevalletje in een drup- &iai °P aen auur teweegbrengt. Wat moet directie enthousiast, en een van de leden die lelijke weduwe, en verder wat eigen
achteren en zichzelf een stukje vooruit. Uw Pel zeewater op uw zakspiegeltje te depo- er tegenovergesteld worden? Hij weet te zei zelfs dat het de beste film van enige lijk de invloed is van de bewondering die
nieuwverworven kwalletjes doen echter neren (hetgeen uitstekend gaat met een goed dat het praktische alternatief voor S001"t was die hij ooit had gezien. Dit ver- bij geniet wegens zijn gedrag tegenover
makkelijke baan een zure baan is, haal. staat 4het verband van een dis- gouwen. Daar wordt niet veel van opge-
cussie over het „geloof in het eigen pro
nier waarop hij beter besteed zou kunnen
genomen, want hij kon het niet uithouden, worden
en er werd hem een beui-s aangeboden die
hem in staat stelde om rustig thuis te
gaan schrijven. In dit boek nu beschrijft
hij het leven op dat kantoor, zonder na
men te noemen, en pi-obeei't een beetje
te verklaren waarom het niet bevredigend
Jonge zeesterlarve, van de rugkant gezien.
voorbeeld lOx wanneer u het hebt klaar-
niet aldus! Laat het zonlicht maar zo gun
stig mogelijk in het potje vallen om alles
goed te zien en u ervaart, dat deze klei
ne dieren met een prachtige geleidelijk
heid door het nat bewegen. Ze glijden en
zweven, wenden het roer wanneer hun dit
te pas komt en draaien sierlijke bochten,
altijd in die wonderlijk eenparige bewe
ging. Nooit is er het schokken van zwem
mende echte kwallen.
NEEM ER EEN LOEP bij en u ziet
meer. De gedaante van de dieren wordt
u duidelijk van uw eerste lichte ver-
limonaderietje). Door dat trechtertje lopen
telkens sterke samenti-ekkingen van boven
naar beneden. Het is namelijk de slok
darm van uw vangst en door middel van
deze samentrekkingen moet hij eventuele
buit in de maag schuiven.
Maar een kwal met een slokdarm, dat
wordt toch al te dwaas! Goed, de gelij
kenis was ook maar zeer oppervlakkig.
Het is geen kwalletje dit vi-eemde wezen,
waaraan u behalve die maag-met-slokdaiTn
om de voordelen van het leven in het dukt". Hoe kan "iemand geloven dat zijn
kristal zomaar te verwerpen. Voor een
volmaakte analyse zouden drie verschil
lende soorten lasten gedefinieerd moeten
worden: die van het menselijk bestaan in
het algemeen; die van het bestaan op een
kantoor in het bijzonder; en die van het
helderd.
Wie in deze roman zoekt naar de lucht
van voetbalkleedkamers (de uitgever
heeft gelijk als hij zegt dat die zelden
voorkomt in de litteratuur) en de toon van
hoestpil beter is dan een andere, of dat
het nodig is tandpasta aan de man te
brengen als tanden even goed gepoetst
kunnen worden met zout of soda? De op- conversatie onder nooi-deiiingen, zal er
lossing die Harrington hier vindt is dat meer plezier in hebben dan wie het te
men gelooft in het geloof, onverschillig doen is om de psychologie van de roem
waar dat tweede geloof dan op gericht en van de atletiek. Dat wil niet zeggen
waaraan u behalve die maag-met-slokdarm bf>staan on kantoor zonder wriivinsen wordt dit is een sprekend voorbeeld van dat het een vervelend boek is. Het heeft
ook nog lange en sierlijk gebogen licht- p Gen Uoor z nder wnjvingen een op]ossing die niet a]leen jn het bg_ genoeg eigen karakter om goed leesbaar
bruine lijnen ontdekt. Deze lijnen zijn sa- m het zeer bijzonder. Zomin als de mees- drijfsleven toegepast kan worden, en waar te zijn.
mengesteld uit duizenden en nog eens dui- ten van ons is hij in staat om dat over- een auteur nog veel meer over zou kun- S. M.