Raad gaat akkoord met plaatsing van het Hildebrandmonument Zij houdt van vis als ze graatloos is! Commissie uit zakenleven voor vestiging van t.h. Hildebraed NOG DIT JAAR IN DE HOUT? Vakantiespelen krijgen twee mille extra Menstruatiepijn - Togal heipt Hoofdpijn - Togal heipt Spit - Togal helpt Migraine - Togal helpt Reumatiek - Togal helpt De spade in de grond Prof. Bronner: „Zeer verheugd Verkouden - Togal helpt DONDERDAG 19 MEI 1960 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 7 Actie „Doe Open" bracht 17.333,11 op Alleen Findus vis is gegarandeerd graatloos! Een verrassend lekkere In 1814 werd Nicolaas Beets in Haarlem geboren. In 1839 schreef hij zijn „Camera Obscura" onder het pseudoniem Hilde- brand. In 1903 stierf Beets en tien jaar later al schreef de afdeling Haarlem en Omgeving van het Algemeen Nederlandsch Verbond een prijsvraag uit ter gelegen heid van het aanstaande eeuwfeest van Beets' geboortedag. Deze prijsvraag voor een Hildebrandmonument werd gewonnen door de nog onbekende Haarlemse beeld houwer Jan Bronnér, in 1881 te Zijpe in Noordholland geboren en toen dus 33 jaar. Zijn ontwerp, een achthoekige fonteinbak met op elk der hoeken een figuur uit de Camera en op enige afstand van het ge heel het beeld van de schrijver zelf, werd als enige der inzendingen bekroond, hoe wel er drie prijzen te verdelen waren. De jury, bestaande uit K.P.C. de Bazel, prof. A. J. DerKinderen, Leonard A. Springer, J. Limburg B. I., Jac. Van Looy en prof. A. W. M. Odé, was enthousiast en zij niet alleen: in 1914 nog, twee jaar nadat Jan Bronner de Rijksakademie te Amsterdam had verlaten, werd hij benoemd tot hoog leraar aan de beeldhouwafdeling, waar hij kort tevoren de enige leerling was van prof. Bart van Hove; zó stond het er toen nog voor met de beeldhouwkunst in Nederland. Prof. Bronner heeft, terwijl de vormgeving van de uitvoering van het bekroonde ontwerp groeide, als hoogleraar een nieuwe belangrijke generatie beeld houwers opgeleid. In 1947 verklaarde prof. Bronner dat het monument voltooid was. En thans, mei 1960, is door de Haarlem- se raad besloten tot het krediet van 137.000 dat de plaatsing van het monu ment mogelijk maakt. Het heeft lang geduurd. Financiële kwes ties en de radicale wijzigingen die het monument met de ontwikkeling van prof. Bronners artistieke visies onderging, ver- 136 zeer vooraanstaande Nederlanders, klaren die lange duur grotendeels. Van de die in 1914 zitting namen in het ereeomi- té, leeft er niet één meer. De heer G. D. Gratama, die al in het eerste dagelijks bestuur zitting had, is de enige die or ganisatorisch van het begin af tot heden in het Hildebrand-comité is geweest zij bet met een onderbreking en ook thans prijkt zijn naam nog bij de leden van dat comité, dat bestaat uit de heren mr. J. H. J. Hoog (voorzitter) Jan D. Voskuil (se cretaris), mr. A. Beets (penningmeester) en Godfried Bomans, G. D. Gratama, A. D. Huysman en Mari Andriessen, die als veertienjarig knaapje in 1914 een bosje bloemen bracht naar de prijsvraagwin naar Jan Bronner, later de ontdekker van Andriessens talenten en vervolgens diens leraar. Het comité, dat onvermoeibaar ge ijverd heeft en zelfs eens gedreigd heeft de gemeente een proces aan te doen, kreeg gisteren in de raad van alle kanten de grootste lof toegezwaaid. Terecht! In de archiefstukken van het Hilde- brandcomité komt men de verrassendste uitspraken tegen, waarvan de mooiste wel in 1915 werd gedaan, toen het uitvoerend comité een drukwerkje rondstuurde met deze zinsnede: „Het comité is van mee ning, dat thans het oogenblik. daar is om zijn taak te voleindigen. De gelden voor, het te stichten monument zijn voor hét' grootste gedeelte bijeen, het bedrag dat thans nog noodig is, vindt mede zijn oorzaak in de prijsstijging der materia len." Wie herinnert zich nog dat prof. Bron ner voor het uitvoeren van de opdracht 3000 (drieduizend gulden!) kreeg? Wie heeft er dan geen bewondering voor de man die zijn gewijzigde artistieke inzich ten volledig in het monument zó wilde ver werkelijken, dat hij tijd noch moeite spaarde in een periode dat het bedrag voor dat werk belachelijk klein werd? Hij heeft aldus van het Hildebrand-monumenl zijn levenswerk gemaakt met een artis tiek uiterst fijn geschakeerd geweten, dat uiteraard ook wat de plaats van het mo nument betreft van geen wijken kon we ten. Men heeft niet steeds begrepen dat het monument en de plaats ervan niet te scheiden waren en dat moet prof. Bron- ner gegriefd hebben, want hij kon daar uit opmaken dat men zijn werkwijze, zijn intransigentie ook ten opzichte van zichzelf niet volledig begreep. De kwa liteit van het monument lag tevens in de eis inzake de plaats ervan. Wethouder Happé, die eertijds niet de gemakkelijk ste was inzake de plaats van het monu ment, heeft sinds het raadsbesluit van april 1956 dat het monument in de Doorkijk moest komen niets nagelaten om dit raadsbesluit zo doortastend en zo snel mogelijk uit te voeden. Hem komi daarvoor alle hulde toe en toen hij gis teren danook verklaarde: „Do strijdbijl is begraven. Misschien in de Doorkijk. Ik weet het niet. Het is goed dat we niet weten waar hij begraven ligt," applaudis seerden de aanwezige leden van het Hil- debrandcomité van harte om deze elegan te opmerking van de wethouder. En nu: moge het monument er snor ko men. Zodra de goedkeuring vanGedepu teerde Staten inzake het raadsbesluit is gegeven, kan onmiddellijk begonnen wor den. Het grootste deel van de gevoteerde 137.000 blijft in de gemeente. Gemeente lijke diensten zullen een groot deel van het werk uitvoeren. Een prikkel temeer om niet te talmen! EEN KORT APPLAUS bekrachtigde woensdagmiddag het besluit van de Haarlemse gemeenteraad om 137.000 ter beschikking te stellen voor de plaat sing van het Hildebrandmonument van prof. j. Bronner in de zogenaamde door kijk van de Haarlemmerhout. Dit applaus betekende het einde van een veel besproken geschiedenis, die begon in 1914 op het ogenblik dat de toen 33-jaar oude beeldhouwer Jan Bronner een prijsvraag voor het ontwerp van een Hilde brandmonument won. De sprekers in de raad, die in het algemeen zeer verheugd waren met de uiteindelijke goede afloop, wensten, evenmin als wethouder Happé thans nog eens uitvoerig in te gaan op de vele moeilijkheden, die zich in het waren met de uiteindelijke goede afloop, wensten, evenmin als wethouder Happe PÜ hel verleden rondom de beeldengroep hebben voorgedaan. De wethouder zegde toe, dat B. en W. alle mogelijke moeite zouden doen om ervoor te zorgen, dat 1960 het „jaar van het Hildebrandmonument" zou worden. Als het monument dit jaar dan al niet in zijn geheel geplaatst zal zijn, dan hoopt men toch tenminste met de plaatsing ervan een begin te hebben gemaakt. Er vielen woensdagmiddag over het algemeen nogal wat woorden van lof aan het college van B. en W. toe. Daar was het besluit om de Koudenhornkazerne voor twee ton over te nemen en verder de stappen, die,B. en W. hadden gedaan om de derde technische hogeschool binnen de grenzen van de gemeente te krijgen, welke beide'agendapunten aanleiding waren om het college lof toe te zwaaien. Een uitzondering op al deze hulde vormde het debat over de maat regelen rond de huurverhoging,'waarbij B. en W. nogal wat critiek, vooral van socialistische zijde, hadden te verduren. Aan het begin van de vergadering deelde burgemeester mr. O. P. F. M. Cremers mee, dat de toestand van het raadslid mejuffrouw Bolsius, die ernstig ziek is, gelukkig enigszins was verbeterd. „Een historisch besluit en een aanvaar ding van de consequenties van het raads besluit van 4 april 1956, toen besloten werd het monument in de doorkijk te plaatsen", noemde de heer Voogd (Arb.) het voorstel van B. en W. om 137.000 ter beschikking te stellen voor plaatsing van het Hildebrandmonument. Critiek had de socialistische spreker op het feit dat de raadsleden maar drie da gen tijd hadden gehad om zich op het voorstel te beraden. Ook de commissie van bijstand was op het allerlaatst bijeen geroepen. „Er komt eens een eind aan de lankmoedigheid van de raadsleden", waar schuwde de heer Voogd. Overigens meen de hij uit het raadsstukje te kunnen opma ken, dat het gemeentebestuur zich voor het verloop van de zaak zou hebben ver ontschuldigd. „Ik zou niet graag de indruk gevestigd willen zien, dat begrip bij de ge meente heeft ontbroken", stelde hij. Niet eens was de socialistische spreker het met het doen plaatsen van een omheining van prikkeldraad rondom het monument. Daarover was mén het in 1956 toch eens „geworden, meende hij. Ook de heer Van Lièmt (K.V.P.) Advertentie Het eindresultaat van de actie „Doe Open", die in Haarlem is gehouden is 17.333,1L bijna tien mille meer dan door de landelijke actieleiciing vooraf was be rekend. Advertentie GESLAAGD De heer K. Paap, lid van de Zandvoort- se vrijwillige brandweer, behaalde het di ploma onderbrandmeester. Advertentie .achtte eeji afrastering niet gelukkig.. „Als xve 'zën^er kunnen, graag. Wij zijh^ tóch al zo tegen hekjeszetterij", verklaarde hij onder gelach. Hij drong er bij B. en W. op aan het monument nog in 1960 te plaatsen. De heer Spek (Prot.Chr.), die even eens verheugd was over het voorstel, hoopte zelfs, dat de groep er over enige maanden al staat. De heren B e 11 i n k (V.V.D.) en Stéyaart (P.S.P.) spra ken ook woorden van verheugenis over het einde van de lange geschiedenis. Wethouder Happ sprak van een tweede historische dag in de historie van het monument. De eerste was de raads vergadering van 4 april 1956 geweest. De geprojecteerde omheining zou het monu ment allerminst afsluiten. De afrastering zal geheel schuil gaan onder de beplan ting, die prof. Bijhouwer heeft ontworpen. Er komt een heesterbepianting waartus sen harmonicagaas met een „prikkel draadje", dienend om vandalisme te voor komen. De wethouder achtte het passend om niet meer te spreken over de moei lijkheden van het verleden. Moeilijkheden, die ook te wijten waren geweest aan een tekort aan financiën bij de gemeente. B. en W. zullen alles in het werk stel len om het monument nog in 1960 te plaat sen, al zullen nog enige goedkeuringen en vergunningen nodig zi.jn. „De strijdbijl, zo die er ooit moge zijn geweest, is sinds lang begraven", aldus de heer Happé. Geen betere plaats Uit de gisteren gemaakte opmerkingen in de raad moest men nog eens te meer tot de conclusie komen, dat Haarlem de meest geschikte stad is voor de derde technische hogeschool. De heer Wille m- s e (Arb.) had veël lof voor B. en W. „Een betere plaats voor de t.h. zal niet. goed te vinden zijn", meende hij. De heer Van Liemp (K.V.P.) sloot zich. even als de heren Spek (Prot.Chr.) en Bettink (V.V.D.) bij die woorden aan. De KVP-fractievoorzitter vroeg zich af. of niet het tijdstip gekomen was om het De Haarlemse gemeenteraad heeft 'woensdagmiddag 137.000 gevoteerd voor plaatsing van het Hildebrand monument in de zogenaamde doorkijk van de Haarlemmerhout. Een over zicht van de raadsvergadering tijdens het antwoord van wethouder W. F. Happé op de door de raadsleden ge maakte opmerkingen naar aanleiding van het'betref jende voorstel. Advertentie Advertentie particuliere initiatief in te schakelen. Hij bepleitte de instelling van een commissie uit het bedrijfsleven, die zich met de men tale voorbereiding van de vestiging van de t.h. zou kunnen bezighouden. De heer Bettink opperde de moge lijkheid van een station nabij de toekom stige t.h. in de spoorlijn Amsterdam- Haai-lem. De v oorzitter wimpelde namens het college van "W. en W. bescheiden alle lof af. „Wij zouden onder de maat geble ven zijn, indien we anders gedaan had den", vond hij. Mr. Cremers herinnerde er aan. hoe wij snel haar de Randstad Hol land toegroeien. Juist met het oog hierop is het van groot belang, dat Haarlem een t.h. krijgt. De bedoeling van B. en W. is inderdaad het particuliere initiatief in te schakelen. Mr. Cremers besloot met woor den van oprechte dank voor de welwillen de houding van de gemeente Haarlemmer meer, die zich bereid had getoond een aansluitend terrein af te staan. De heer Spek (Prot.Chr.) uitte dank voor de onderhandelingen van B. en W. over de teruggave van de Koudenhorn kazerne. Hij vroeg, of er al iets te zeggen viel over de realisering van het nieuwe hoofdbureau van politie. Wethouder H a p- p antwoordde dat nog enige moeilijkhe den op financieel gebied waren te over winnen. Met Binnenlandse Zaken zijn on derhandelingen gaande over een tegemoet koming als gevolg van de verbouwing van de kazerne. Als het plan, uitgaande van het programma van eisen, zal zijn uitge werkt, moet Haarlem nog rijksgoedkeu ring "krijgen. Met 24 tegen 12 stemmen werd een amendement-Van Liemt aanvaard om de subsidie voor de vakantiespelen 1960 te verhogen van 3.000 tot 5.000. De K.V.P.- spreker achtte het voorstel van B. en W. (om 3.000 toe te wijzen) te schriel en te Iaat ingediend. Ditzelfde vonden ook mevrouw Van der Wall-Duyvendak (Arb.), die van oordeel was, dat het experiment vorig jaar was geslaagd, en de heer Boven kerk (PSP). De heren Vink (VVD) en Laatstgenoemde vond een verhoging niet billijk ten opzichte van andere instellingen, die geen hoger subsidie ontvingen. Her- mee was wethouder Happé (ad interim financiën) het eens. Hij betreurde de late indiening van het voorstel en gaf in over weging dit jaar nog ƒ3.000 te geven en voor 1961 de zaak nog eens te bekijken. De heer Van Liemt wilde hier niet aan en diende zijn amendement in dat met de steun van P. v.d. A., K.V.P., P.S.P. en Comm werd aanvaard. Mevrouw Van Rappard-Kobus (VVD) en de heer Van den Berg (Prot. Chr.) waren het op hygiënische gronden niet eens met het doen aanleggen van een speelvijver bij de Buitenrustschool. Laatstgenoemde liet zich door wethouder Geluk overtuigen, toen die meedeelde, dat het hoofd van de schoolartsendienst sterk geporteerd was voor de vijver, maar mevrouw Van Rappard-Kobus wenste aantekening dat zij tegen het voorstel was. De andere voorstellen werden alle zon der of met geringe discussie aanvaard. Vertegenwoordigers van het Hilde brand-comité op de publieke tribune tijdens de behandeling van het raads voorstel inzake het Hildebrandmonu ment. Van links naar rechts de heren A. D. Huvsman, mr. J. H. J. Hoog en J. D. Voskuil. Op de achterbank twee vertegenwoordigers van het Amster damse studentendispuut „Beets". Advertentie BURGERLIJKE STAND BLOEMEND AAL ONDERTROUWD: J. Verhoeven en W. M. van der Slot, H. Eitze en W. M. van der Slot. GETROUWD: P. F. W.Dekker en E. W. Ament, H. A. Zeven en L. Bakker, jhr. L. G. Boreel en M. L. van Son, J. H. M. Völ- ker en H. Scheper. OVERLEDEN: wed. H. van Abswoude- Van Dijk 77 j. Mej. C. C. M. Witmond, 89 j. Advertentie Advertentie EEN LAURENS PRODUCT Mr. J. H. J. Hoog, sinds 1928 voorzitter van_ het Hildebrand-comité schreef ter begeleiding van het raadsbesluit het volgende: Het besluit is genomen, Het moedige besluit, Het uur is gekomen, Zij treden vooruit. Zo schreef Nicolaas Beets in een van zijn vele gedichten en ik meen op dit ogenblik, waarin het gemeentebestuur van Haarlem de gelden voor de totstand koming van het gedenkteken voor de schepper van de Camera Obscura heeft gevoteerd, de vreugde van het comité niet beter te kunnen weergeven dan door bovengenoemd citaat. Nu de benodigde gelden voor het monument beschikbaar zijn gesteld, kan de spade in de grond worden gestoken om dit monument, waaraan prof. J. Bronner een groot deel van zijn leven heeft gewijd, te doen verrijzen. Jarenlang heeft het comité tot oprich ting van dit gedenkteken, in samenwer king met prof. Bronner en het gemeente bestuur van Haarlem, gewerkt om de vele moeilijkheden, die de totstand koming van het monument bedreigden, uit de weg te ruimen. Soms leek de ver werkelijking van het door de afdeling Haarlem van het Algemeen Nederlands Verbond genomen initiatief te mislukken, doch de volharding van allen heeft ons thans gebracht op het punt, waarop het einde in zicht is. Dit is voor allen, die bij de totstand koming betrokken zijn geweest een ver heugend feit, dat ons zal aansporen onze krachten in te zetten in de laatste fase, die naar wij hopen zal leiden tot een spoedige realisering van dit bijzondere kunstwerk op de plaats, die de schepper van het monument lief is en die in de Gaine*! Obscura zon belangrijke plaats n neemt. Mr. J. H. J. Hoog, voorzitter van het Hildebrand- comité. De voorzitter van het. Hildebrandcomité. mr. J. H. J. Hoog, heeft gisteravond prof. Bronner te Amsterdam telefonisch in ken nis gesteld van het historische raadsbe sluit, om 137.000 gulden te voteren voor j plaatsing van het Hildebrand-monument. „Prof. Bronner was dolgelukkig." deelde mr. Hoog ons mede. Later op de avond ontving prof. Bronner een telegram van de burgemeester van Haarlem, mr. O. P. F. M. Cremers: „De raad van Haarlem stelde heden 137.000 beschikbaar voor de plaatsing van het Hildebrand-monu ment. Het gemeentebestuur wenst u daar mede van harte geluk en ziet de bekro ning van uw levenswerk met vreugde tegemoet". Prof. Bronner deelde ons tijdens een te lefoongesprek mede zeer verheugd te zijn over het raadsbesluit. „Het is de bekro ning van het werk, daar is het voor ge maakt." Op onze vraag of hij nu opge lucht was zei hij: „De grootste beloning is 't gevoel, te hebben gedaan wat je kon." Over de geschiedenis van het mo nument wilde prof. Bronner niet spreken, maar wél over de Camera Obscura. „Dat is een van de beste boeken die we ooit hebben gehad. Ik vind het na Vondel het beste." Op onze vraag waarom hij juist Suzette Noiret, „de Charmante", Teun de Jager, de oude Stastok, Nurks, grootmoe der Kegge, „Buikje" en het Diakenhuis mannetje voor zijn monument had geko zen, zei prof. Bronner dat de penetrante wijze, waarop zij door Hildebrand zijn ge tekend, hem onmiddellijk er toe brachten hen in zijn monument te betrekken. „Ik heb ook de meest gangbare figuren geko zen, Nurks is daar een goed voorbeeld van en natuurlijk de meest plastische." Advertentie Prof. Jan Bronner Over de vervaai'diging van de beelden zei de beeldhouwer: „Alle werk is moeilijk, dit was "'t ook. Het is natuurlijk mijn ie- venswerk. Men zegt dat tegelijk met de groei van dit monument ook de jonge beeldhouwkunst is gegroeid." Prof. Bronner vertrekt aanstaande zon dag naar zijn buitenhuis bij Parijs, waar hij enige maanden zal vertoeven. Daar na zal hij wel spoedig naar Haarlem ko men om de voorbereidingen van de plaat sing van het monument bij te wonen. Namens het Hildebrand-comité wordt door de heer J. D. Voskuil vandaag een fles mooie oude wijn bij prof. Bronner be zorgd. A

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 7