Heden Haarlemse première van Eugène Ionesco's „Onbezoldigd Moordenaar" Marcel Marceau moet men gaan zien rfiiliïTKliR». 's Nederland is voor Engelsen aantrekkelijk vakantieland Symfonie-orkest Haarlem gaf geslaagd concert Renault Bestelauto's Cannes bekroont La dolce vita" Kijkt ook eens bij GARAGE DEN HOUT ZATERDAG 21 MEI 1960 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT Veronica blijft zenden ondanks Panamees verbod Via televisie instructie van volkstellers Ambassadeur op A.N.V.V.-congres Ontwikkeling van toeristische propaganda beperkt door voortdurend geldgebrek Cellist Joop Klemann overleden Mariene Dietrich ook naar Den Haait Financieel belang Lawaai beperken Geldgebrek Ontstellend tekort aan verplegend personeel DE ACTIEVE TO- 'EELGROEP Theater leeft de vorige week - tijdens de première oas ik in Parijs, van- iaar dit late ver- dag in het Nieuwe Ie la Martheater in Amsterdam een reeks vorstellingen gege ten van „Le tueur ;ans gages" van Zugène Ionesco in een mar het mij toeklonk vortrejjelijke verta- ing van Ferd. Sterne- terg die er alleen /een kans toe zag de oorspronkelijke titel ielemaal gelijkwaar dig in het Nederlands over te brengen. „On bezoldigd moorde- raar" heet het stuk <vü. Dat is zeker een vardige vondst, waar nee echter het ele ment der zinloze zïgenmachtigheid van het kwaad niet tot uitdrukking komt. Maar enfin, een. bete re oplossing zou ik ook niet kunnen be denken. Het is Ionesco's eerste (inmiddels door ,.De Rhinoceros" ge volgde) avondvullen-Bprn7,orrf Droog en de stuk, dat ruim een en de Architect in jaar geleden in Frankrijk voor het eerst werd gespeeld en sindsdien in vrijwel alle belangrijke cul tuurcentrums ter wereld overgenomen. Vandaag en morgen zullen de schijnwer pers ln de Haarlemse Schouwburg opge richt worden. Het is kennelijk mede ge schreven uit de geenszins, mag men aannemen, in de eerste plaats commer ciële behoefte van deze avanfcgardisti- sche auteur om een groter publiek toegang tot zijn oeuvre te verschaffen. Het heeft veel meer gelijkenis met een conventioneel toneelspel dan zijn korte, experimentele werken. Men moet daarbij niet aan de uiterlijke vorm denken, want tot dusver ging hij steeds uit van naturalistische con venties om de vervreemding daarvan ten opzichte van essentiële kwesties van deze tijd met beklemmende lachwekkendheid aan te tonen, doch aan de betrekkelijk eenvoudig te volgen dramatische ontwikke ling. Hij heeft dusdoende meer ruimte ge laten voor interpretatie, maar stellig ook voor onbegrip. De regisseur heeft een be langrijke taak: hij moet desondanks een sfeer van onontkoombare noodzakelijk heid scheppen. Richard Flink is er niet helemaal in geslaagd de hermetische ge slotenheid op te bouwen, waarbinnen de autonomie der absurditeit moet gelden. Misschien is dat onmogelijk. Het is niet mijn bedoeling met dure woorden de belangstellenden in het to- neel-van-de-tijd af te schrikken. Daarom zal ik nu eerst een parafrase van de the ma's en een beschrijving van de loop der gebeurtenissen geven. Hoofdpersoon is een zekere (of liever een onzekere) Bérengev, de gemiddelde burger. Bij vergissing, door dat hij in een verkeerde tram stapte, is hij terecht gekomen in Cité Radieuse, de stralende stadswijk van louter licht en schoonheid, met veel glas en geen regen. In dit kunstmatige paradijs der volmaakte techniek, beantwoordend aan alle gangbare illusies van geluk, wordt hij rondgeleid door de grote Architect, die tevens hoofd commissaris van politie is. De dubbele sym boliek van menselijke en goddelijke heil staat is duidelijk genoeg. Vervolgens neemt het spel een allego risch karakter aan. Het kwaad sluipt er in de gedaante van een moordenaar rond. Er vallen iedere dag slachtoffers, waaronder ook de knappe typiste waarmee Bérenger al na de korte kennismaking in het huwe lijk had willen treden. In zijn veront waardiging neemt hij het besluit deze booswicht te achterhalen en onschadelijk te maken. Hij ondervindt daarbij niet de geringste medewerking. De mensen heb ben het te druk met hun onbeduidende zaken, de politie heeft een meer dan levensgrote taak in het regelen van het voortdurend verstoorde verkeer. zijn beste vriend wordt zodanig in beslag ge nomen door een ziekte dat hij zelfs niet weet de gezochte bewijzen tegen de mis dadiger in zijn aktentas bij zich te dra- Dat wil zeggen: het slechte wordt oog luikend geduld of buiten het bewustzijn verdrongen. Tenslotte echter komt Béren ger op een verlaten buitenweg oog in oog met de afzichtelijke mensendoder te staan. Hij brengt in een pathetisch pleidooi alle denkbare argumenten tot uiting om hem te bewegen tot andere gedachten. Als de rede faalt, probeert, hij het onheil te keren door van het standpunt van de tegen partij uit het volslagen nutteloze van het domme geweld onder woorden te vangen. Daarbij echter verwart hij zich allengs in zijn betoog, omdat geleidelijk de erken ning groeit dat in hemzelf de kiemen aan wezig zijn van het verderfelijke, dat de ideale mogelijkheden aantast. Zich aldus medeschuldig gevoelend geeft hij zich over aan het mes. Er is dus een duidelijke intrige in dit pseudo-detectivestuk met een humani tair moraliserende inslag. De grandioze i monoloog van Bérenger in net laatste bedrijf (want het „monster" reageert alleen met afschuwelijke klanken en hoongelach) behoort tot de sterkste scè nes in ieder opzicht, die sinds jaren voor het theater zijn geschreven. Bérenger gaat ten onder, omdat hij kennis wil nemen van de redenen van het kwaad. Mij tracht het nameloze te benoemen en wordt aldus'een slachtoffer van zijn ver meende plicht. Zijn argumenten welke veranderingen hij die ook laat ondergaan missen iedere uitwerking op de abso lute macht van het kwaad, van het eeuwig dreigende onheil. Hij krijgt geen tntwoord op zijn vragen, want aan gene ijde van de levenswaarden heerst dode- jke stilte. Moraliserend, heb ik geschreven. Maar •elke is dan de moraal in dit beangsti- end lachwekkend treurspel? Naar mijn ""voel geen andere, dan die wij reeds uit zijn eerste probeerselen konden afluiste ren: de mens ontdekt in een zich nog Richard Flink als respectievelijk Bérenger „Onbezoldigd Moordenaar" van Ionesco. voortdurend door vorderingen van weten schap en techniek wijzigend wereldbeeld, dat hij al het ware een nieuwe taal nodig heeft om een door begrip gesteunde hou ding te vinden. Het is niet voldoende het bewustzijn te voeden met omzettingen van oude formules. Een veelzeggende sleutel figuur is Moeder Pipe, enerzijds conciërge, anderzijds woordvoerdster van de poli tieke beweging der ganzen, die met haar luide herhalingen van kortzich tige leuen de verblinding voor de verderstrekkende evolutie doet toenemen en de uitvoering van verbeterde voorne mens tegenhoudt. Onder haar vaan ver liest de mens zijn persoonlijkheid, haar leiding degradeert hem tot kuddedier. Daartegenover staan louter illusies, die te onhoudbaarder worden naarmate de wer kelijkheid zichzelf transformeert. Slechts de laatste feiten blijven altijd gelijk. Dit metafysische aspect heeft ook Ionesco voor onoplosbare problemen gesteld. Maar overigens is het stuk een geniale hekeling der starre middelmatigheid. Tenslotte is het offer van Bérenger even absurd, bij gebrek aan inzicht en middelen, als de fataliteit waartegen hij zich poogt te ver zetten. Bernhard Droog heeft in de hoofdrol een respectabele prestatie geleverd door zijn hartstochtelijke welsprekendheid af gestemd te houden op de verwondering eerst, de verlorenheid later van de kleine, richtingloos zoekende man met zijn uit rusting van geestelijke confectie. Richard Flink legde voldoende raadselachtige auto riteit in de figuur van de bouwmeester de schepper en lijdelijk toeziende bestuurder van de gedroomde stad. Van de vele andere medewerkenden treden vooral Elly van Stekelenburg en Hans Cu- leman verdienstelijk op de voorgrond. Met de allereenvoudigste middelen en een effectief genuanceerde belichting hoeft decorontwerper John Greter de beurtelings fantastisch of hallucinair schemerachtige entourage voor deze bizarre oriëntatie geschiedenis ontworpen. David Koning O IN MAART 1947, op zijn vierentwin tigste verjaardag, stelde Marcel Marceau als zich van het „gesproken toneel" los gemaakt hebbende pantomimespeler zijn melancholieke mamwtje Bip voor het eerst aan hei publiek voor. Dat. geschied de in het Théatre de Poche, de aller kleinste schouwburg van Parijs, maar het succes bij de ontdekkers van iets nieuws en hun nalöpers teas aanhoudend en hij verwierf er de Prix Deburau mee, in gesteld ter herinnering aan de beroemde Pierrot uit het. - tijdperk, der dubieuze nabloei van de romantiek. Sindsdien is zijn naam niet alleen in zijn vaderland, maar in de gehele wereld, een aantrek kelijk begrip geworden. Nu hij na een afwezigheid van enige jaren terug is binnen onze grenzen, blijken zelfs zulke enorme zalen als Carré in Amsterdam of Kunsten en Wetenschappen in Den Haag te klein om alle belangstellenden O plaats te bieden! De mime is de kunst van de stilte, die vraagt om een zekere intimiteit. Marcel Marceau heeft deze uiteraard moeten aan passen bij de gewijzigde verhoudingen, nu hij een steeds groter wordende schare te- gemoettreedt. Men krijgt de indruk, dat hij sterker dan voorheen effecten poogt te sorteren door uiterlijke middelen van vir tuositeit. Er is nog een andere concessie terwilie van de populariteit, die men eveneens goedschiks aanvaardt, omdat dit alles nu eenmaal in zekere zin bij het genre behoort. De in het thans vertoonde programma voorkomende „Exercises de style" worden namelijk stuk voor stuk in het begin begeleid door muziek, die langzaam wegzakt zodra de bezoekers in de sfeer van de vertolking zijn opgeno men. Daar zijn in ieder geval twee rede nen voor. De moderne mens is de ge luidloosheid vrijwel ontwend geraakt. Bo vendien wordt door het melodische cle ment de gevoeligheid in de verstandhou ding sneller geactiveerd. Zonder hoege naamd in imitatie of realistische typering te vervallen moet Marceau nu eenmaal met plastiek en gesticulatie een directe herkenbaarheid tot stand brengen om te voorkomen dat ontraadseling in de plaats van verbazing of verwondering treedt. Het klankdecor, dienend dus om de bevreem ding te sussen en de „handeling" plaats bepalend aan te geven, heeft een even be scheiden gebruikte als kortstondige func tie. In oktober 1956 verscheen in een reeks aan dc dans gewijde boeken een bij drage van Marceau, waarvan de eerste zin luidt: „Een gebaar, dat niet ingege ven wordt door lyriek, is een schets in de ruimte." Hij is dus principieel een ver tolkende artiest, die in volstrekt subjecti visme optreedt namens een aangenomen wezen. De aanleidingen worden bij ieder nummer geconcretiseerd in een titel. Voor de rest bedient hij zich van geabstraheer de, althans gestileerde bewegingen om uit drukking te geven aan veronderstelde ge beurtenissen. gelijktijdig binnen en builen de gekozen figuren. Omstandigheden en emoties gaan in zijn systeem tot het es sentiële vereenvoudigde natuurlijkheid sa men met een fantastische intensiteit. Zijn expressiviteit is wonderbaarlijk, zijn con centratie op het wezenlijke maakt ieder optreden als het ware een experiment in anekdotische poëzie. Welke transformaties hij ook onderneemt of hoe dicht hij de grenzen van het onbestaanbare benadert, steeds blijft zijn oorspronkelijkebeeld spraak aan een voorstelling verbonden. In de beste creaties van deze unieke, maar variabele toneelpersoonlijkheid zijn het betrekkelijke van de humor en het universele van de tragiek even ondeel baar verenigd, elkaar steeds nader bepa lend, als waarheid en illusie. En zo is er ook een eigenaardig fascinerende span ning tussen drang naar gedetailleerde vereenzelviging en naar alle conventies verbrekende vrijheid. Een velen waarschijnlijk reeds door de film bekend toonbeeld van zijn fenomena le kunnen is zijn optreden als koorddan ser, als hoedanig hij gewoon op de planken niet alleen de hoogte sugge reert, maar ook de bijbehorende vrees in de evoluties meespeelt. Zo weet hij opeens, van niets breekbaar porselein te fabrice ren, afwezige voorwerpen met geheimzin nige krachten te animeren, een park te bevolken met uiteenlopende mensen en die ren. Van zijn geestige noviteiten noem ik het driftige zapateado van de met zijn materiaal worstelende beeldhouwer en de ouderwetse clownerie van de kermisvier- der. compleet met imitatie van houterig spelende draaiorgelpoppen. Ter afwisse ling zijn er twee beurten toegewezen aan Pierre Verry en Will Spoor ,die vooral als de tweeling die samen vioolspeelt suc ces hébben en overigens hun medewerking bepalen tot de fraaie presentatie, ook in het tweede deel dat geheel door Marceau als Bip wordt gevuld. Deze volmaakte belichaming van het menselijk onvolmaakte, van de onverenig baarheid van droom en daad, die belache lijke vreemdeling en aandoenlijke vriend laat zijn kwaliteiten niet in woorden terug vertalen. Hel is een unieke figuur, altijd anders en eender. Afzonderlijk wil ik hier slechts de aandacht vestigen op zijn laat ste verschijning, als de maskermaker: dit is niet alleen een verbluffend knappe solo van deze beminnelijke duivelskunstenaar, maar tevens een symptomatische apothe ose van een door zelfspot voor troosteloze verbittering behoede bohémien in het maatschappelijke spel met zijn voorge schreven rollen. De spectaculaire klein- kunstscènes moet men met eigen ogen gaan zien. Dat kan men dinsdag in Haar lem doen. David Koning Advertentie Hotel - Café Restaurant STRANDWEG 21 - ZANDVOOR'l Zonnige terrassen met uitzicht over zee In ons Café-Restaurant het trio Ferry Herget Verzorgde keuken Kamers met privé-douche Tafelres. tel 2163 - Hotel tel. 3565 Nieuwe Directie De jury van het filmfestival te Cannes heeft de „Gouden palm 1960" toegekend aan de Italiaanse film „La dolce vita" van Federico Fellïni. De prijs voor de beste jeugdfilm kreeg de Russische speelfilm „Ballade van de soldaat". De Joegoslavische film .,De ne gende cirkel" kwam als eerstvolgende. De Franse film „De glimlach" kreeg de prijs voor de beste jeugdfilm. De vereniging van film- en televisie schrijvers kende haar prijs toe aan de Ita liaanse film „Het avontuur" van Michel angelo Antonioni. De Deense film „Paw", van Astrid Hen- ning-Jensen (met Jimmy Sterman) kreeg de prijs van het internationaal katholiek filmbureau. De „Maagdenbron" van de Zweedse re gisseur Ingmar Bergman en „Het jonge meisje" van de Mexicaan Luis Bunuel delen de tweede prijs, de zogenaamde „juryprijs". De Nederlandse cineast Max de Haas heeft een eervolle vermelding gekregen voor zijn film „Dagen mijner jaren" en voor zijn werk als filmpionier. NEDERLANDSE PREMIcRE „LA DOLCE VITA" In een speciale liefdadigheidsvoorstelling ten bate van het Prinses Beatrix-poliofonds zal op 10 juni in het City Theater te Am sterdam de Italiaanse film van Federico Fellini „La dolce vita" in Nederlandse pre mière worden vertoond. De baten van deze voorstelling worden aan het poliofonds aangeboden door de n.v. Standaardfilms te Amsterdam en het City Concern n.v. te 's-Gravenhage. Radio Veronica zal via een Panamese advokaat bij de regering van Panama protest aantekenen tegen het bevel tot staken van de radiouitzendingen vanaf het voor Scheveningen liggende zenderschip. Hangende de onderhandelingen zullen de uitzendingen normaal doorgang vinden. Dit is gisteren tijdens een te Rotterdam gehouden bespreking met de Panamese zaakgelastigde, de heer Gilberto Calderon, namens Radio Veronica meegedeeld dooi de heer Jürgens. In verband met deze ontwikkeling zal de heer Calderon nieuwe instructies aan zijn regering vragen. De heer Jürgens verzekerde ons dat Veronica in de ether zal blijven, zelfs als Panama tenslotte de vlag zou terug trekken. Bij de besprekingen met de Pa namese zaakgelastigde was voorts aanwe zig de heer Jensen van Radio Mercur uit Denemarken. Het zenderschip van deze maatschappij raakte vier maanden gele den de Panamese vlag kwijt, maar is nog dagelijks in de lucht. Op de Keizersgracht 16 te Amsterdam vonden wij gistermiddag de studio van radio Veronica op slot. De hoofdbewoners van het pand het Nederlands Laborato rium voor Filmtechniek zeide dat de mensen van Veronica vrij plotseling wa ren verhuisd naar Hilversum, waar men op de Zeedijk 27a een oude pastorie heeft betrokken die toebehoort aan de heer Ver- wey, één der aandeelhouders van de vroe gere V.R.O.N. Sinds de oprichting is er ongeveer 350.000 in de maatschappij gestoken, met vvelk bedrag volgens enkele belanghebben den het maximum is bereikt. De totale onkosten van Radio Veronica zouden 1000 gulden per dag bedragen. Binnen enkele weken zou men een gemiddelde van vier geheel door adverteerders betaalde zendu ren per dag kunnen hebben, hetgeen neer komt op 4000 gulden per dag ontvangsten. In verband met de dertiende algemene volkstelling, die over tien dagen wordt ge houden, zullen duizenden tellers via een televisie uitzending geïnstrueerd worden. Volgende week zullen op drie avonden, dinsdagavond lussen zeven en acht uur en woensdag- en vrijdagavond op dezelfde tijd de t.v. uitzendingen gehouden worden. Dit is geen uitzending van de N.T.S., maar een regeringsuitzending van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De directeur- generaal voor de statistiek, prof. dr. Ph. J. Idénburg, zal persoonlijk de instructies geven. Na aangekondigd te zijn door de cmroepster van de regeringsuitzendingen mejuffrouw Betty Blommensteijn, zal hij de tellers vertellen, wat zij allemaal te doen hebben. Men heeft er naar gestreefd geen dorre en droge les te geven, maar door middel van geestige tekeningen een interessante uitzending te maken, welke niet alleen de tellers, maar ook het pu bliek iets te zeggen heeft. De tekeningen zijn gemaakt door de cartoonist Opland. Deze uitzendingen welke steeds vijftig mi nuten zullen duren, zijn ter extra verdui delijking van de instructies die plaatselijk worden gegeven. Prof. Dr. Idénburg zal een antwoord geven op alle vragen en problemen. (Van onze Haagse redacteur) „Stuur de Haarlemse Bloemenmeisjes regelmatig naar Londen en de Midlands. Intensiever gecombineerde manifestaties van het bedrijfsleven, de A.N.V.V. en de V.V.V.'s, zoals de kort geleden in Glas gow gehouden Nederlandse week. Laat weer een startpunt van de Tulpenrallye in Schotland liggen". Dat waren een paar praktische punten uit een levendig betoog dat de Nederland se ambassadeur in Engeland, mr. A. W. C. baron Bentinck van Schoonheien, over het Britse toeristenbezoek aan Nederland op het te Scheveningen gehouden congres van de Algemene Nederlandse Vereniging voor Vreemdelingenverkeer (A.N.V.V.) af stak. Meer dan twee miljoen Engelsen, aldus de ambassadeur, bezochten in 1959 het continent, waarvan ruim 161.000 korter of langer in Nederlandse hotels verbleven. Volgens een zeer voorzichtige raming zullen in 1965 ruim drie miljoen Engelsen in hun vakantie naar het continent gaan en het is dus de zaak van de Nederlandse toeristenbedrijven die stijging tenminste in evenredigheid bij te houden. Maar wij moeten Nederland niet alleen als vakan tiecentrum voor een langer verblijf propa geren, maar ook als ideaal verblijf voor een lang weekend. Onze bloemen en onze watersportmogelijkheden zijn daarbij be langrijke trekpleisters. Maar wij hebben een belangrijke achterstand ten opzichte van België, dat een voor automobilisten gemakkelijke pontveerverbinding heeft. Gelukkig nemen de plannen voor veerbo ten tussen Engeland en Nederland vaste vorm aan. De mogelijkheden voor een druk Brits bezoek aan ons land worden sterk bevor- Advertentie WONINGINRICHTING Ziet onze nieuwe sortering KLEINMEUBELEN Haarlem - Wagenweg 146 - Tel. 14951 Benncbroek - Rijksstraatweg 8-10 Telefoon 6316 Vrijdag is volkomen onverwacht op 44- jarige leeftijd te Amstelveen overleden Joop Klemann. cellist bij het Cohcertge- bouwarkest. Klemann heeft gestudeerd bij Karei Borgers, Henk van Wezel en Max Rodriguez. Van zijn vader, die deel uit maakte van het Utrechts Stedelijk Orkest, kreeg hij saxofoonlessen. Na de voltooing van zijn studie was hij enkele jaren werkzaam in de amusements- muzieksector. In 1941 trad hij toe tot het orkest van de Nederlandse Opera. Een jaar daarna werd hij daarin benoemd tot solo cellist. Dat bleef hij tot 1945. Op 1 augustus van dat jaar werd hij aangesteld als cellist bij het Concertgebouworkest. Hij is steeds een van de steunpilaren van de collegroep van dit orkest gebleven. Bovendien hééft hij vele malen belangrijke saxofoonpartijen vertolkt. Met het Concertgebouworkest, maar ook met vrijwel alle Nederlandse symfonieorkesten, is Joop Klemann als cel losolist opgetreden. Klemann was voorts lid van het Rogeri Strijkkwartet en van het Amsterdams Ka mermuziekgezelschap. Nog zeer onlangs werkte hij met het Hekster Kwark; mede aan grammofoonopnamen van kwintetten van Boccherini. Hij was leraar aan het Amsterdams muziekïyceum. Mariene Dietrich die op 28 mei in Tuschinski te Amsterdam tijdens een nachtvoorstelling zal optreden, komt ook naar Den Haag. In verband met de grote belangsetlling voor haar optreden in Am sterdam. hebben Lou van Rees en het Ne derlands Theaterbureau in Den Haag haar ook geëngageerd voor een voorstelling in Den Haag. Daar zullen Mariene Dietrich en haar show zondagavond 29 mei te zien zijn in het gebouw voor Kunsten en Weten schappen. In de grote zaal van het Gemeentelijk Concertgebouw gaf het amatetir-symfonie- orkest Haerlemeen uitvoering onder leiding van zijn dirigent Marinus Adam. Deze had een programma samengesteld dat, zonder onbeduidend te zijn, aan de capaciteiten van de deelnemers geen on mogelijke eisen stelde en daarbij voor het samenspel een boeiende opgave vormde. Begonnen werd met de ouverture „Anac- reonvan Cherubini waarin, naast enkele onzuiverheden, reeds onmiddellijk opviel dal het orkest de laatste tijd een grotere homogeniteit heeft bereikt. Er was kenne lijk veel aandacht besteed aan de eenheid van streek bij de strijkinstrumenten en in het algemeen kon men van een gediscipli neerd musiceren spreken. In twee Zweedse Volksmelodieën van Svendsen onderscheidden zich vooral de celli door klankvol en expressief tegenspel bij de cantilene der overige strijkers. Een goede beurt maakte het orkest ook in de veeleisende orkestbegeleiding voorzover men van „begeleiding" kan spreken van het Pianoconcert in Es van Liszt. Hierin was soliste de Amerikaanse pianis te Margot Pinter, die in het afgelopen sei zoen ook al eens met het Noordhollands Philharmonische Orkest is opgetreden tij dens een jeugdconcert. Zij heeft het bril jante werk op technisch zeer respectabele wijze ten gehore gebracht en wist tevens de vier onderdelen een markante karak teristiek te geven. Bijzonder fraai was baar toucher in het met grote concentratie voorgedragen „Quasi adagio", maar ook het aansluitende scherzo gaf zij geest en schittering mee. In de hoekdelen maakte haar spel een overtuigende indruk door de beheerste kracht waarmee zij de thema's neerzette en de climaxen opbouwde. Haar succes was in overeenstemming met de geleverde prestatie. Zoals ik al zei heeft het orkest de soliste alle gelegenheid ge boden tot een vieren van de teugel waar dat maar nodig was, door een snel en soe pel reageren op de aanwijzingen van de dirigent. Alleen was helaas de triangel partij in het scherzo bepaald te luidruch tig, of lag dit misschien aan de hoe danigheid van het instrumentje? Na de pauze werd het concert besloten met de vijfde symfonie („Reformatie Symfonie") van Mendelssohn. Het is mis schien niet het sterkste werk van de com ponist en bevat enkele langdradige uitwei dingen waarvan de oorzaak ligt in een ze kere neutraliteit van het thematisch ma teriaal. Maar om de in de aanhef genoem de reden kon men zich toch wel met de keuze verenigen. De slotclimax, met het door het gehele orkest gespeelde Luther- koraal, was tevens een goede bekroning van de avond. Sa.s Bunge derd door de vriendschappelijke gezind heid welke de Engelsman van de zijde van de Nederlandse bevolking ondervindt en het vrijwel ontbreken van taalmoeilijk heden. En ook is hij aangenaam verrast, dat geen enkele bepaling hem verbiedt voor zeven uur in een hotel te ontbijten of 's middags in een café een glas bier te drinken. Daarentegen slaat hem de schrik om het hart wanneer hij de in zijn oog veel te grote porties ziet welke in de res taurants worden geserveerd. Het leek de ambassadeur dan ook gewenst, dat grote aandacht wordt geschonken aan een goede en individuele service van de cliënt. Het gebrek aan goede hotelaccommodatie in t' topseizoen vond baron Bentinck van Schoonheten een ernstig bezwaar voor on ze toeristische mogelijkheden. Zoals gebruikelijk heeft de voorzitter van de A.N.V.V., prof. dr. ir. H. C. J. H. Gelissen, in zijn lange openingsrede alle actuele vraagstukken van het V.V.V.-we zen de revue laten passeren. Voor een be langrijk deel werden die ook reeds opge somd in het jaarverslag van de A.N.V.V., dat wij in ons blad van vrijdag afdrukten. Professor Gelissen illustreerde met en kele vergelijkende cijfers het belang van het vreemdelingenverkeer voor ons natio nale inkomen. Voorzichtig geschat levert de komst van buitenlanders ons land 330 miljoen gulden per jaar op. Dat is meer dan wat de export oplevert van kaas -249 miljoen-, boter -179 miljoen-, aardappelen 151 miljoen- sierteeltprodukten -323 mil joen-, textiel -314 miljoen-, of walsproduk- ten: 325 miljoen. Van de inkomsten vloeit we twintig percent door riaar de staats kas, ongeveer zeventig miljoen. Wat het tekort aan recreatieruimte in het topseizoen aangaat wees prof. Gelis sen nogmaals op het belang van spreiding van de vakantiebesteding in ruimte en tijd. De actie van de A.N.V.V. tegen de toenemende vervuiling van ons stads- en landschapsbeeld heeft succes gehad, het geen sommige fabrikanten van vuilnisem mers reeds hebben kunnen merken. De voorzitter van de A.N.V.V. wees voorts op het toenemende lawaai, dat ons toeristisch klimaat schaadt. Voor een deel is dat niet te vermijden door het inten siever worden van het verkeer. Maar er dient paal en perk te worden gesteld aan het vele onnodige lawaai dat wordt ver oorzaakt. Het voorbeeld van Schevenin gen, waar men in het seizoc.i niet met een bromfiets over de Boulevard mag rij den en van de Loosdrechtse plassen, waar een snelheidslimiet voor speedboten geldt, verdient navolging. De discussies op het A.N.V.V.-congres hebben zich, zowel, op de besloten vergade ring van donderdagmiddag als vrijdag in het openbaar in belangrijka mate bewo gen om het probleem van de financiële middelen. Andere landen hebben voor de toeristische propaganda een veelvoud over van wat Nederland daaraan besteedt. Men wil ter gelegener tijd de aandacht van de Tweede Kamer daarop vestigen, maar eerst de nota van de staatssecretaris over het toerisme afwachten. Het is trouwens niet alleen de overheid die in dat opzicht tekort schiet, het bedrijfsleven doet in verhouding nog veel minder, zoals door een afgevaardigde van de stichting Haar lems Bloei werd opgemerkt. Weliswaar is door de regering voor 1961 weer een ton subsidie meer toegezegd, maar zo'n kleine stijging gaat door de „natuurlijke" kostenstijgingen voor het grootste deel verloren. Het concept-werk programma voor 1961 blijft dan ook be perkt tot hoofdzakelijk routinewerkzaam heden. De nadruk zal gelegd worden op de toeristische voorlichting, omdat onder de huidige omstandigheden op dat gebied nog het doeltreffendst kan worden ge werkt. Inzonderheid zal men vooraan staande figuren uit het buitenlandse reis bureauwezen en journalisten op toeristisch gebied uitnodigen, opdat die uit eigen aan schouwing een breed publiek van de aan trekkelijkheid van Nederland kunnen over tuigen. Advertentie 1 ton ƒ6700.-; V/ ton ƒ6900.-. Laadruimte 7 tot 8 m3. Garantie: 6 mnd. incl. arb.loon. Brandstofgebr. en onderhouds kosten zeer laag. Wegligging van de nieuwe typen, zowel leeg als gjladen als een personenwagen. HOOFDAGENTE: De Nationale Bond van Verplegenden hield vrijdag onder leiding van zuster M. van Driel Trouw uit Haarlem de jaarver gadering in de Schouwburg van Heeren veen. De presidente sprak in haar ope ningswoord over de nood van het verple gend personeel. Er is dan ook een ontstel lend tekort aan verplegend personeel, zo verklaarde zij. Uit de jaarverslagen bleek een toeneming van het ledental van 3728 tot 3856. Het nadelig saldo bedroeg 3.024.91 gulden. Daarentegen was het bouwfonds gestegen van twaalf- tot negentienduizend gulden. Dit bouwfonds is gevormd voor de aankoop van een eigen bondshuis, dat in de plaats moet komen voor het bureau te Amsterdam. De bijeenkomst werd bijgewoond door vertegenwoordigers van andere verplegen de organisaties, de geneeskundige hoofd inspectie. en wethouder De Wilde van Heerenveen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 5