Heden Haarlemse première van Eugène
Ionesco's „Onbezoldigd Moordenaar"
Marcel Marceau moet
men gaan zien
rfiiliïTKliR».
's
Nederland is voor Engelsen
aantrekkelijk vakantieland
Symfonie-orkest Haarlem
gaf geslaagd concert
Renault Bestelauto's
Cannes bekroont
La dolce vita"
Kijkt ook eens bij
GARAGE DEN HOUT
ZATERDAG 21 MEI 1960
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
Veronica blijft zenden
ondanks Panamees verbod
Via televisie instructie
van volkstellers
Ambassadeur op A.N.V.V.-congres
Ontwikkeling van toeristische propaganda
beperkt door voortdurend geldgebrek
Cellist Joop Klemann
overleden
Mariene Dietrich ook
naar Den Haait
Financieel belang
Lawaai beperken
Geldgebrek
Ontstellend tekort aan
verplegend personeel
DE ACTIEVE TO-
'EELGROEP Theater
leeft de vorige week
- tijdens de première
oas ik in Parijs, van-
iaar dit late ver-
dag in het Nieuwe
Ie la Martheater in
Amsterdam een reeks
vorstellingen gege
ten van „Le tueur
;ans gages" van
Zugène Ionesco in een
mar het mij toeklonk
vortrejjelijke verta-
ing van Ferd. Sterne-
terg die er alleen
/een kans toe zag de
oorspronkelijke titel
ielemaal gelijkwaar
dig in het Nederlands
over te brengen. „On
bezoldigd moorde-
raar" heet het stuk
<vü. Dat is zeker een
vardige vondst, waar
nee echter het ele
ment der zinloze
zïgenmachtigheid van
het kwaad niet tot
uitdrukking komt.
Maar enfin, een. bete
re oplossing zou ik
ook niet kunnen be
denken.
Het is Ionesco's
eerste (inmiddels door
,.De Rhinoceros" ge
volgde) avondvullen-Bprn7,orrf Droog en
de stuk, dat ruim een en de Architect in
jaar geleden in
Frankrijk voor het eerst werd gespeeld en
sindsdien in vrijwel alle belangrijke cul
tuurcentrums ter wereld overgenomen.
Vandaag en morgen zullen de schijnwer
pers ln de Haarlemse Schouwburg opge
richt worden. Het is kennelijk mede ge
schreven uit de geenszins, mag men
aannemen, in de eerste plaats commer
ciële behoefte van deze avanfcgardisti-
sche auteur om een groter publiek toegang
tot zijn oeuvre te verschaffen. Het heeft
veel meer gelijkenis met een conventioneel
toneelspel dan zijn korte, experimentele
werken. Men moet daarbij niet aan de
uiterlijke vorm denken, want tot dusver
ging hij steeds uit van naturalistische con
venties om de vervreemding daarvan ten
opzichte van essentiële kwesties van deze
tijd met beklemmende lachwekkendheid
aan te tonen, doch aan de betrekkelijk
eenvoudig te volgen dramatische ontwikke
ling. Hij heeft dusdoende meer ruimte ge
laten voor interpretatie, maar stellig ook
voor onbegrip. De regisseur heeft een be
langrijke taak: hij moet desondanks een
sfeer van onontkoombare noodzakelijk
heid scheppen. Richard Flink is er niet
helemaal in geslaagd de hermetische ge
slotenheid op te bouwen, waarbinnen de
autonomie der absurditeit moet gelden.
Misschien is dat onmogelijk.
Het is niet mijn bedoeling met dure
woorden de belangstellenden in het to-
neel-van-de-tijd af te schrikken. Daarom
zal ik nu eerst een parafrase van de the
ma's en een beschrijving van de loop der
gebeurtenissen geven. Hoofdpersoon is een
zekere (of liever een onzekere) Bérengev,
de gemiddelde burger. Bij vergissing, door
dat hij in een verkeerde tram stapte, is
hij terecht gekomen in Cité Radieuse, de
stralende stadswijk van louter licht en
schoonheid, met veel glas en geen regen.
In dit kunstmatige paradijs der volmaakte
techniek, beantwoordend aan alle gangbare
illusies van geluk, wordt hij rondgeleid
door de grote Architect, die tevens hoofd
commissaris van politie is. De dubbele sym
boliek van menselijke en goddelijke heil
staat is duidelijk genoeg.
Vervolgens neemt het spel een allego
risch karakter aan. Het kwaad sluipt er in
de gedaante van een moordenaar rond. Er
vallen iedere dag slachtoffers, waaronder
ook de knappe typiste waarmee Bérenger
al na de korte kennismaking in het huwe
lijk had willen treden. In zijn veront
waardiging neemt hij het besluit deze
booswicht te achterhalen en onschadelijk
te maken. Hij ondervindt daarbij niet de
geringste medewerking. De mensen heb
ben het te druk met hun onbeduidende
zaken, de politie heeft een meer dan
levensgrote taak in het regelen van het
voortdurend verstoorde verkeer. zijn
beste vriend wordt zodanig in beslag ge
nomen door een ziekte dat hij zelfs niet
weet de gezochte bewijzen tegen de mis
dadiger in zijn aktentas bij zich te dra-
Dat wil zeggen: het slechte wordt oog
luikend geduld of buiten het bewustzijn
verdrongen. Tenslotte echter komt Béren
ger op een verlaten buitenweg oog in oog
met de afzichtelijke mensendoder te staan.
Hij brengt in een pathetisch pleidooi alle
denkbare argumenten tot uiting om hem
te bewegen tot andere gedachten. Als de
rede faalt, probeert, hij het onheil te keren
door van het standpunt van de tegen
partij uit het volslagen nutteloze van het
domme geweld onder woorden te vangen.
Daarbij echter verwart hij zich allengs
in zijn betoog, omdat geleidelijk de erken
ning groeit dat in hemzelf de kiemen aan
wezig zijn van het verderfelijke, dat de
ideale mogelijkheden aantast. Zich aldus
medeschuldig gevoelend geeft hij zich
over aan het mes.
Er is dus een duidelijke intrige in dit
pseudo-detectivestuk met een humani
tair moraliserende inslag. De grandioze
i
monoloog van Bérenger in net laatste
bedrijf (want het „monster" reageert
alleen met afschuwelijke klanken en
hoongelach) behoort tot de sterkste scè
nes in ieder opzicht, die sinds jaren voor
het theater zijn geschreven. Bérenger
gaat ten onder, omdat hij kennis wil
nemen van de redenen van het kwaad.
Mij tracht het nameloze te benoemen en
wordt aldus'een slachtoffer van zijn ver
meende plicht. Zijn argumenten welke
veranderingen hij die ook laat ondergaan
missen iedere uitwerking op de abso
lute macht van het kwaad, van het
eeuwig dreigende onheil. Hij krijgt geen
tntwoord op zijn vragen, want aan gene
ijde van de levenswaarden heerst dode-
jke stilte.
Moraliserend, heb ik geschreven. Maar
•elke is dan de moraal in dit beangsti-
end lachwekkend treurspel? Naar mijn
""voel geen andere, dan die wij reeds uit
zijn eerste probeerselen konden afluiste
ren: de mens ontdekt in een zich nog
Richard Flink als respectievelijk Bérenger
„Onbezoldigd Moordenaar" van Ionesco.
voortdurend door vorderingen van weten
schap en techniek wijzigend wereldbeeld,
dat hij al het ware een nieuwe taal nodig
heeft om een door begrip gesteunde hou
ding te vinden. Het is niet voldoende het
bewustzijn te voeden met omzettingen van
oude formules. Een veelzeggende sleutel
figuur is Moeder Pipe, enerzijds conciërge,
anderzijds woordvoerdster van de poli
tieke beweging der ganzen, die met
haar luide herhalingen van kortzich
tige leuen de verblinding voor de
verderstrekkende evolutie doet toenemen
en de uitvoering van verbeterde voorne
mens tegenhoudt. Onder haar vaan ver
liest de mens zijn persoonlijkheid, haar
leiding degradeert hem tot kuddedier.
Daartegenover staan louter illusies, die te
onhoudbaarder worden naarmate de wer
kelijkheid zichzelf transformeert. Slechts
de laatste feiten blijven altijd gelijk. Dit
metafysische aspect heeft ook Ionesco
voor onoplosbare problemen gesteld. Maar
overigens is het stuk een geniale hekeling
der starre middelmatigheid. Tenslotte is
het offer van Bérenger even absurd, bij
gebrek aan inzicht en middelen, als de
fataliteit waartegen hij zich poogt te ver
zetten.
Bernhard Droog heeft in de hoofdrol
een respectabele prestatie geleverd door
zijn hartstochtelijke welsprekendheid af
gestemd te houden op de verwondering
eerst, de verlorenheid later van de kleine,
richtingloos zoekende man met zijn uit
rusting van geestelijke confectie. Richard
Flink legde voldoende raadselachtige auto
riteit in de figuur van de bouwmeester
de schepper en lijdelijk toeziende
bestuurder van de gedroomde stad. Van
de vele andere medewerkenden treden
vooral Elly van Stekelenburg en Hans Cu-
leman verdienstelijk op de voorgrond. Met
de allereenvoudigste middelen en een
effectief genuanceerde belichting hoeft
decorontwerper John Greter de beurtelings
fantastisch of hallucinair schemerachtige
entourage voor deze bizarre oriëntatie
geschiedenis ontworpen.
David Koning
O
IN MAART 1947, op zijn vierentwin
tigste verjaardag, stelde Marcel Marceau
als zich van het „gesproken toneel" los
gemaakt hebbende pantomimespeler zijn
melancholieke mamwtje Bip voor het
eerst aan hei publiek voor. Dat. geschied
de in het Théatre de Poche, de aller
kleinste schouwburg van Parijs, maar het
succes bij de ontdekkers van iets nieuws
en hun nalöpers teas aanhoudend en hij
verwierf er de Prix Deburau mee, in
gesteld ter herinnering aan de beroemde
Pierrot uit het. - tijdperk, der dubieuze
nabloei van de romantiek. Sindsdien is
zijn naam niet alleen in zijn vaderland,
maar in de gehele wereld, een aantrek
kelijk begrip geworden. Nu hij na een
afwezigheid van enige jaren terug is
binnen onze grenzen, blijken zelfs zulke
enorme zalen als Carré in Amsterdam
of Kunsten en Wetenschappen in Den
Haag te klein om alle belangstellenden
O
plaats te bieden!
De mime is de kunst van de stilte, die
vraagt om een zekere intimiteit. Marcel
Marceau heeft deze uiteraard moeten aan
passen bij de gewijzigde verhoudingen, nu
hij een steeds groter wordende schare te-
gemoettreedt. Men krijgt de indruk, dat
hij sterker dan voorheen effecten poogt te
sorteren door uiterlijke middelen van vir
tuositeit. Er is nog een andere concessie
terwilie van de populariteit, die men
eveneens goedschiks aanvaardt, omdat dit
alles nu eenmaal in zekere zin bij het
genre behoort. De in het thans vertoonde
programma voorkomende „Exercises de
style" worden namelijk stuk voor stuk
in het begin begeleid door muziek, die
langzaam wegzakt zodra de bezoekers in
de sfeer van de vertolking zijn opgeno
men. Daar zijn in ieder geval twee rede
nen voor. De moderne mens is de ge
luidloosheid vrijwel ontwend geraakt. Bo
vendien wordt door het melodische cle
ment de gevoeligheid in de verstandhou
ding sneller geactiveerd. Zonder hoege
naamd in imitatie of realistische typering
te vervallen moet Marceau nu eenmaal
met plastiek en gesticulatie een directe
herkenbaarheid tot stand brengen om te
voorkomen dat ontraadseling in de plaats
van verbazing of verwondering treedt. Het
klankdecor, dienend dus om de bevreem
ding te sussen en de „handeling" plaats
bepalend aan te geven, heeft een even be
scheiden gebruikte als kortstondige func
tie. In oktober 1956 verscheen in een
reeks aan dc dans gewijde boeken een bij
drage van Marceau, waarvan de eerste
zin luidt: „Een gebaar, dat niet ingege
ven wordt door lyriek, is een schets in
de ruimte." Hij is dus principieel een ver
tolkende artiest, die in volstrekt subjecti
visme optreedt namens een aangenomen
wezen. De aanleidingen worden bij ieder
nummer geconcretiseerd in een titel. Voor
de rest bedient hij zich van geabstraheer
de, althans gestileerde bewegingen om uit
drukking te geven aan veronderstelde ge
beurtenissen. gelijktijdig binnen en builen
de gekozen figuren. Omstandigheden en
emoties gaan in zijn systeem tot het es
sentiële vereenvoudigde natuurlijkheid sa
men met een fantastische intensiteit. Zijn
expressiviteit is wonderbaarlijk, zijn con
centratie op het wezenlijke maakt ieder
optreden als het ware een experiment in
anekdotische poëzie. Welke transformaties
hij ook onderneemt of hoe dicht hij de
grenzen van het onbestaanbare benadert,
steeds blijft zijn oorspronkelijkebeeld
spraak aan een voorstelling verbonden.
In de beste creaties van deze unieke,
maar variabele toneelpersoonlijkheid zijn
het betrekkelijke van de humor en het
universele van de tragiek even ondeel
baar verenigd, elkaar steeds nader bepa
lend, als waarheid en illusie. En zo is
er ook een eigenaardig fascinerende span
ning tussen drang naar gedetailleerde
vereenzelviging en naar alle conventies
verbrekende vrijheid.
Een velen waarschijnlijk reeds door de
film bekend toonbeeld van zijn fenomena
le kunnen is zijn optreden als koorddan
ser, als hoedanig hij gewoon op de
planken niet alleen de hoogte sugge
reert, maar ook de bijbehorende vrees in
de evoluties meespeelt. Zo weet hij opeens,
van niets breekbaar porselein te fabrice
ren, afwezige voorwerpen met geheimzin
nige krachten te animeren, een park te
bevolken met uiteenlopende mensen en die
ren. Van zijn geestige noviteiten noem
ik het driftige zapateado van de met zijn
materiaal worstelende beeldhouwer en de
ouderwetse clownerie van de kermisvier-
der. compleet met imitatie van houterig
spelende draaiorgelpoppen. Ter afwisse
ling zijn er twee beurten toegewezen aan
Pierre Verry en Will Spoor ,die vooral
als de tweeling die samen vioolspeelt suc
ces hébben en overigens hun medewerking
bepalen tot de fraaie presentatie, ook in
het tweede deel dat geheel door Marceau
als Bip wordt gevuld.
Deze volmaakte belichaming van het
menselijk onvolmaakte, van de onverenig
baarheid van droom en daad, die belache
lijke vreemdeling en aandoenlijke vriend
laat zijn kwaliteiten niet in woorden terug
vertalen. Hel is een unieke figuur, altijd
anders en eender. Afzonderlijk wil ik hier
slechts de aandacht vestigen op zijn laat
ste verschijning, als de maskermaker: dit
is niet alleen een verbluffend knappe solo
van deze beminnelijke duivelskunstenaar,
maar tevens een symptomatische apothe
ose van een door zelfspot voor troosteloze
verbittering behoede bohémien in het
maatschappelijke spel met zijn voorge
schreven rollen. De spectaculaire klein-
kunstscènes moet men met eigen ogen
gaan zien. Dat kan men dinsdag in Haar
lem doen.
David Koning
Advertentie
Hotel - Café
Restaurant
STRANDWEG 21 - ZANDVOOR'l
Zonnige terrassen
met uitzicht over zee
In ons Café-Restaurant het trio
Ferry Herget
Verzorgde keuken
Kamers met privé-douche
Tafelres. tel 2163 - Hotel tel. 3565
Nieuwe Directie
De jury van het filmfestival te Cannes
heeft de „Gouden palm 1960" toegekend
aan de Italiaanse film „La dolce vita" van
Federico Fellïni.
De prijs voor de beste jeugdfilm kreeg
de Russische speelfilm „Ballade van de
soldaat". De Joegoslavische film .,De ne
gende cirkel" kwam als eerstvolgende.
De Franse film „De glimlach" kreeg de
prijs voor de beste jeugdfilm.
De vereniging van film- en televisie
schrijvers kende haar prijs toe aan de Ita
liaanse film „Het avontuur" van Michel
angelo Antonioni.
De Deense film „Paw", van Astrid Hen-
ning-Jensen (met Jimmy Sterman) kreeg
de prijs van het internationaal katholiek
filmbureau.
De „Maagdenbron" van de Zweedse re
gisseur Ingmar Bergman en „Het jonge
meisje" van de Mexicaan Luis Bunuel
delen de tweede prijs, de zogenaamde
„juryprijs".
De Nederlandse cineast Max de Haas
heeft een eervolle vermelding gekregen
voor zijn film „Dagen mijner jaren" en
voor zijn werk als filmpionier.
NEDERLANDSE PREMIcRE
„LA DOLCE VITA"
In een speciale liefdadigheidsvoorstelling
ten bate van het Prinses Beatrix-poliofonds
zal op 10 juni in het City Theater te Am
sterdam de Italiaanse film van Federico
Fellini „La dolce vita" in Nederlandse pre
mière worden vertoond. De baten van deze
voorstelling worden aan het poliofonds
aangeboden door de n.v. Standaardfilms te
Amsterdam en het City Concern n.v. te
's-Gravenhage.
Radio Veronica zal via een Panamese
advokaat bij de regering van Panama
protest aantekenen tegen het bevel tot
staken van de radiouitzendingen vanaf het
voor Scheveningen liggende zenderschip.
Hangende de onderhandelingen zullen de
uitzendingen normaal doorgang vinden.
Dit is gisteren tijdens een te Rotterdam
gehouden bespreking met de Panamese
zaakgelastigde, de heer Gilberto Calderon,
namens Radio Veronica meegedeeld dooi
de heer Jürgens. In verband met deze
ontwikkeling zal de heer Calderon nieuwe
instructies aan zijn regering vragen.
De heer Jürgens verzekerde ons dat
Veronica in de ether zal blijven, zelfs
als Panama tenslotte de vlag zou terug
trekken. Bij de besprekingen met de Pa
namese zaakgelastigde was voorts aanwe
zig de heer Jensen van Radio Mercur uit
Denemarken. Het zenderschip van deze
maatschappij raakte vier maanden gele
den de Panamese vlag kwijt, maar is nog
dagelijks in de lucht.
Op de Keizersgracht 16 te Amsterdam
vonden wij gistermiddag de studio van
radio Veronica op slot. De hoofdbewoners
van het pand het Nederlands Laborato
rium voor Filmtechniek zeide dat de
mensen van Veronica vrij plotseling wa
ren verhuisd naar Hilversum, waar men
op de Zeedijk 27a een oude pastorie heeft
betrokken die toebehoort aan de heer Ver-
wey, één der aandeelhouders van de vroe
gere V.R.O.N.
Sinds de oprichting is er ongeveer
350.000 in de maatschappij gestoken, met
vvelk bedrag volgens enkele belanghebben
den het maximum is bereikt. De totale
onkosten van Radio Veronica zouden 1000
gulden per dag bedragen. Binnen enkele
weken zou men een gemiddelde van vier
geheel door adverteerders betaalde zendu
ren per dag kunnen hebben, hetgeen neer
komt op 4000 gulden per dag ontvangsten.
In verband met de dertiende algemene
volkstelling, die over tien dagen wordt ge
houden, zullen duizenden tellers via een
televisie uitzending geïnstrueerd worden.
Volgende week zullen op drie avonden,
dinsdagavond lussen zeven en acht uur en
woensdag- en vrijdagavond op dezelfde tijd
de t.v. uitzendingen gehouden worden. Dit
is geen uitzending van de N.T.S., maar
een regeringsuitzending van het Centraal
Bureau voor de Statistiek. De directeur-
generaal voor de statistiek, prof. dr. Ph.
J. Idénburg, zal persoonlijk de instructies
geven. Na aangekondigd te zijn door de
cmroepster van de regeringsuitzendingen
mejuffrouw Betty Blommensteijn, zal hij
de tellers vertellen, wat zij allemaal te
doen hebben. Men heeft er naar gestreefd
geen dorre en droge les te geven, maar
door middel van geestige tekeningen een
interessante uitzending te maken, welke
niet alleen de tellers, maar ook het pu
bliek iets te zeggen heeft. De tekeningen
zijn gemaakt door de cartoonist Opland.
Deze uitzendingen welke steeds vijftig mi
nuten zullen duren, zijn ter extra verdui
delijking van de instructies die plaatselijk
worden gegeven. Prof. Dr. Idénburg zal
een antwoord geven op alle vragen en
problemen.
(Van onze Haagse redacteur)
„Stuur de Haarlemse Bloemenmeisjes
regelmatig naar Londen en de Midlands.
Intensiever gecombineerde manifestaties
van het bedrijfsleven, de A.N.V.V. en de
V.V.V.'s, zoals de kort geleden in Glas
gow gehouden Nederlandse week. Laat
weer een startpunt van de Tulpenrallye
in Schotland liggen".
Dat waren een paar praktische punten
uit een levendig betoog dat de Nederland
se ambassadeur in Engeland, mr. A. W.
C. baron Bentinck van Schoonheien, over
het Britse toeristenbezoek aan Nederland
op het te Scheveningen gehouden congres
van de Algemene Nederlandse Vereniging
voor Vreemdelingenverkeer (A.N.V.V.) af
stak.
Meer dan twee miljoen Engelsen, aldus
de ambassadeur, bezochten in 1959 het
continent, waarvan ruim 161.000 korter of
langer in Nederlandse hotels verbleven.
Volgens een zeer voorzichtige raming
zullen in 1965 ruim drie miljoen Engelsen
in hun vakantie naar het continent gaan
en het is dus de zaak van de Nederlandse
toeristenbedrijven die stijging tenminste in
evenredigheid bij te houden. Maar wij
moeten Nederland niet alleen als vakan
tiecentrum voor een langer verblijf propa
geren, maar ook als ideaal verblijf voor
een lang weekend. Onze bloemen en onze
watersportmogelijkheden zijn daarbij be
langrijke trekpleisters. Maar wij hebben
een belangrijke achterstand ten opzichte
van België, dat een voor automobilisten
gemakkelijke pontveerverbinding heeft.
Gelukkig nemen de plannen voor veerbo
ten tussen Engeland en Nederland vaste
vorm aan.
De mogelijkheden voor een druk Brits
bezoek aan ons land worden sterk bevor-
Advertentie
WONINGINRICHTING
Ziet onze nieuwe sortering
KLEINMEUBELEN
Haarlem - Wagenweg 146 - Tel. 14951
Benncbroek - Rijksstraatweg 8-10
Telefoon 6316
Vrijdag is volkomen onverwacht op 44-
jarige leeftijd te Amstelveen overleden
Joop Klemann. cellist bij het Cohcertge-
bouwarkest. Klemann heeft gestudeerd bij
Karei Borgers, Henk van Wezel en Max
Rodriguez. Van zijn vader, die deel uit
maakte van het Utrechts Stedelijk Orkest,
kreeg hij saxofoonlessen.
Na de voltooing van zijn studie was hij
enkele jaren werkzaam in de amusements-
muzieksector. In 1941 trad hij toe tot het
orkest van de Nederlandse Opera. Een jaar
daarna werd hij daarin benoemd tot solo
cellist. Dat bleef hij tot 1945. Op 1 augustus
van dat jaar werd hij aangesteld als cellist
bij het Concertgebouworkest. Hij is steeds
een van de steunpilaren van de collegroep
van dit orkest gebleven. Bovendien hééft
hij vele malen belangrijke saxofoonpartijen
vertolkt. Met het Concertgebouworkest,
maar ook met vrijwel alle Nederlandse
symfonieorkesten, is Joop Klemann als cel
losolist opgetreden.
Klemann was voorts lid van het Rogeri
Strijkkwartet en van het Amsterdams Ka
mermuziekgezelschap. Nog zeer onlangs
werkte hij met het Hekster Kwark; mede
aan grammofoonopnamen van kwintetten
van Boccherini. Hij was leraar aan het
Amsterdams muziekïyceum.
Mariene Dietrich die op 28 mei in
Tuschinski te Amsterdam tijdens een
nachtvoorstelling zal optreden, komt ook
naar Den Haag. In verband met de grote
belangsetlling voor haar optreden in Am
sterdam. hebben Lou van Rees en het Ne
derlands Theaterbureau in Den Haag haar
ook geëngageerd voor een voorstelling in
Den Haag. Daar zullen Mariene Dietrich
en haar show zondagavond 29 mei te zien
zijn in het gebouw voor Kunsten en Weten
schappen.
In de grote zaal van het Gemeentelijk
Concertgebouw gaf het amatetir-symfonie-
orkest Haerlemeen uitvoering onder
leiding van zijn dirigent Marinus Adam.
Deze had een programma samengesteld
dat, zonder onbeduidend te zijn, aan de
capaciteiten van de deelnemers geen on
mogelijke eisen stelde en daarbij voor het
samenspel een boeiende opgave vormde.
Begonnen werd met de ouverture „Anac-
reonvan Cherubini waarin, naast enkele
onzuiverheden, reeds onmiddellijk opviel
dal het orkest de laatste tijd een grotere
homogeniteit heeft bereikt. Er was kenne
lijk veel aandacht besteed aan de eenheid
van streek bij de strijkinstrumenten en in
het algemeen kon men van een gediscipli
neerd musiceren spreken.
In twee Zweedse Volksmelodieën van
Svendsen onderscheidden zich vooral de
celli door klankvol en expressief tegenspel
bij de cantilene der overige strijkers. Een
goede beurt maakte het orkest ook in de
veeleisende orkestbegeleiding voorzover
men van „begeleiding" kan spreken
van het Pianoconcert in Es van Liszt.
Hierin was soliste de Amerikaanse pianis
te Margot Pinter, die in het afgelopen sei
zoen ook al eens met het Noordhollands
Philharmonische Orkest is opgetreden tij
dens een jeugdconcert. Zij heeft het bril
jante werk op technisch zeer respectabele
wijze ten gehore gebracht en wist tevens
de vier onderdelen een markante karak
teristiek te geven. Bijzonder fraai was
baar toucher in het met grote concentratie
voorgedragen „Quasi adagio", maar ook
het aansluitende scherzo gaf zij geest en
schittering mee. In de hoekdelen maakte
haar spel een overtuigende indruk door de
beheerste kracht waarmee zij de thema's
neerzette en de climaxen opbouwde. Haar
succes was in overeenstemming met de
geleverde prestatie. Zoals ik al zei heeft
het orkest de soliste alle gelegenheid ge
boden tot een vieren van de teugel waar
dat maar nodig was, door een snel en soe
pel reageren op de aanwijzingen van de
dirigent. Alleen was helaas de triangel
partij in het scherzo bepaald te luidruch
tig, of lag dit misschien aan de hoe
danigheid van het instrumentje?
Na de pauze werd het concert besloten
met de vijfde symfonie („Reformatie
Symfonie") van Mendelssohn. Het is mis
schien niet het sterkste werk van de com
ponist en bevat enkele langdradige uitwei
dingen waarvan de oorzaak ligt in een ze
kere neutraliteit van het thematisch ma
teriaal. Maar om de in de aanhef genoem
de reden kon men zich toch wel met de
keuze verenigen. De slotclimax, met het
door het gehele orkest gespeelde Luther-
koraal, was tevens een goede bekroning
van de avond.
Sa.s Bunge
derd door de vriendschappelijke gezind
heid welke de Engelsman van de zijde
van de Nederlandse bevolking ondervindt
en het vrijwel ontbreken van taalmoeilijk
heden. En ook is hij aangenaam verrast,
dat geen enkele bepaling hem verbiedt
voor zeven uur in een hotel te ontbijten
of 's middags in een café een glas bier te
drinken. Daarentegen slaat hem de schrik
om het hart wanneer hij de in zijn oog
veel te grote porties ziet welke in de res
taurants worden geserveerd. Het leek de
ambassadeur dan ook gewenst, dat grote
aandacht wordt geschonken aan een goede
en individuele service van de cliënt. Het
gebrek aan goede hotelaccommodatie in t'
topseizoen vond baron Bentinck van
Schoonheten een ernstig bezwaar voor on
ze toeristische mogelijkheden.
Zoals gebruikelijk heeft de voorzitter
van de A.N.V.V., prof. dr. ir. H. C. J. H.
Gelissen, in zijn lange openingsrede alle
actuele vraagstukken van het V.V.V.-we
zen de revue laten passeren. Voor een be
langrijk deel werden die ook reeds opge
somd in het jaarverslag van de A.N.V.V.,
dat wij in ons blad van vrijdag afdrukten.
Professor Gelissen illustreerde met en
kele vergelijkende cijfers het belang van
het vreemdelingenverkeer voor ons natio
nale inkomen. Voorzichtig geschat levert
de komst van buitenlanders ons land 330
miljoen gulden per jaar op. Dat is meer
dan wat de export oplevert van kaas -249
miljoen-, boter -179 miljoen-, aardappelen
151 miljoen- sierteeltprodukten -323 mil
joen-, textiel -314 miljoen-, of walsproduk-
ten: 325 miljoen. Van de inkomsten vloeit
we twintig percent door riaar de staats
kas, ongeveer zeventig miljoen.
Wat het tekort aan recreatieruimte in
het topseizoen aangaat wees prof. Gelis
sen nogmaals op het belang van spreiding
van de vakantiebesteding in ruimte en
tijd. De actie van de A.N.V.V. tegen de
toenemende vervuiling van ons stads- en
landschapsbeeld heeft succes gehad, het
geen sommige fabrikanten van vuilnisem
mers reeds hebben kunnen merken.
De voorzitter van de A.N.V.V. wees
voorts op het toenemende lawaai, dat ons
toeristisch klimaat schaadt. Voor een deel
is dat niet te vermijden door het inten
siever worden van het verkeer. Maar er
dient paal en perk te worden gesteld aan
het vele onnodige lawaai dat wordt ver
oorzaakt. Het voorbeeld van Schevenin
gen, waar men in het seizoc.i niet met
een bromfiets over de Boulevard mag rij
den en van de Loosdrechtse plassen, waar
een snelheidslimiet voor speedboten geldt,
verdient navolging.
De discussies op het A.N.V.V.-congres
hebben zich, zowel, op de besloten vergade
ring van donderdagmiddag als vrijdag in
het openbaar in belangrijka mate bewo
gen om het probleem van de financiële
middelen. Andere landen hebben voor de
toeristische propaganda een veelvoud over
van wat Nederland daaraan besteedt. Men
wil ter gelegener tijd de aandacht van de
Tweede Kamer daarop vestigen, maar
eerst de nota van de staatssecretaris over
het toerisme afwachten. Het is trouwens
niet alleen de overheid die in dat opzicht
tekort schiet, het bedrijfsleven doet in
verhouding nog veel minder, zoals door
een afgevaardigde van de stichting Haar
lems Bloei werd opgemerkt.
Weliswaar is door de regering voor 1961
weer een ton subsidie meer toegezegd,
maar zo'n kleine stijging gaat door de
„natuurlijke" kostenstijgingen voor het
grootste deel verloren. Het concept-werk
programma voor 1961 blijft dan ook be
perkt tot hoofdzakelijk routinewerkzaam
heden. De nadruk zal gelegd worden op
de toeristische voorlichting, omdat onder
de huidige omstandigheden op dat gebied
nog het doeltreffendst kan worden ge
werkt. Inzonderheid zal men vooraan
staande figuren uit het buitenlandse reis
bureauwezen en journalisten op toeristisch
gebied uitnodigen, opdat die uit eigen aan
schouwing een breed publiek van de aan
trekkelijkheid van Nederland kunnen over
tuigen.
Advertentie
1 ton ƒ6700.-; V/ ton ƒ6900.-.
Laadruimte 7 tot 8 m3.
Garantie: 6 mnd. incl. arb.loon.
Brandstofgebr. en onderhouds
kosten zeer laag. Wegligging van
de nieuwe typen, zowel leeg als
gjladen als een personenwagen.
HOOFDAGENTE:
De Nationale Bond van Verplegenden
hield vrijdag onder leiding van zuster M.
van Driel Trouw uit Haarlem de jaarver
gadering in de Schouwburg van Heeren
veen. De presidente sprak in haar ope
ningswoord over de nood van het verple
gend personeel. Er is dan ook een ontstel
lend tekort aan verplegend personeel, zo
verklaarde zij. Uit de jaarverslagen bleek
een toeneming van het ledental van 3728
tot 3856. Het nadelig saldo bedroeg 3.024.91
gulden. Daarentegen was het bouwfonds
gestegen van twaalf- tot negentienduizend
gulden. Dit bouwfonds is gevormd voor de
aankoop van een eigen bondshuis, dat in
de plaats moet komen voor het bureau te
Amsterdam.
De bijeenkomst werd bijgewoond door
vertegenwoordigers van andere verplegen
de organisaties, de geneeskundige hoofd
inspectie. en wethouder De Wilde van
Heerenveen.