Praag streeft naar goede relaties
zowel met Oost als met West
VREDESTEIN
VELU
Eichmann: verzadigd met vijf
miljoen doden op zijn geweten
REISINDRUKKEN UIT TSJECHOSLOWAKIJE (SLOT)
DINSDAG 24 MEI 1960
Cyrus Eaton in Praag met
eredoctoraat vereerd
„Ik spring lachend in mijn graf
PANTALON
PRAAT
39.75
Sukarno in Tokio
Midden op een van de pleinen van Bratislava, tegenover het imposante Staats
theater, staat een enorm hord. met een landkaart van Tsjechoslowakije. Die kaait
is beplakt met rode pijltjes die uit noordelijke, oostelijke en zuidelijke richtingen
komen. Daaronder staat de tekst: „De posities van het Rode Leger op de dag van
de Duitse capitulatie". Het is dus een soort van gedenkteken. Een hulde aan de
Sovjet-Unie voor haar uiterst, belangrijk aandeel in de bevrijding vanTsjechoslo-
wakije van de Duitse onderdrukkers. Een herinnering aan het feit dat die Duitse
onderdrukking, waaronder Tsjechoslowakije nog twee jaar langer heeft gezucht
dan Nederland, nog langer zou hebben geduurd als de Russische legers niet
als een geweldige nijptang de Duitse hadden omvat.
WENEN (UPI) De universiteit van
Praag heeft aan de Amerikaanse in
dustrieel Cyrus Eaton een eredoctoraat in
de rechten verleend. De plechtigheid werd
bijgewoond door vooraanstaande figuren
uit het wetenschappelijke en culturele le
ven in Tsjechoslowakije. Later bracht
Eaton een bezoek aan het dorp Lidice,
welks mannelijke bevolking in de tweede
wereldoorlog door de nazi's is vermoord.
Eaton zei dat het bezoek aan Lidice hem
en zijn vrouw zou stimuleren bij hun blij
vend streven voor de vrede en vriend
schap tussen de naties.
MAAR MEN ZOU in die kaart met de
vele rode pijltjes ook nog iets anders kun
nen zien: een waarschuwing dat die nijp
tang-beweging op elk gewenst ogenblik
kan worden herhaald; dat de divisies van
het Rode Leger, op één bevel van het
Kremlin, opnieuw tegelijkertijd uit het
noorden, het oosten en het zuiden Tsjecho
slowakije zouden kunnen overstromen als
de Tsjechen en Slowaken zich op zekere
dag eens niet zó zouden gedragen als de
Opperste Sovjet dat wenst. Een te som
bere uitlegging misschien? Maar toch in
elk geval een realistische, want niemand
in Tsjechoslowakije zal ook maar een
ogenblik proberen te ontkennen dat zijn
land zich in de ijzeren greep van de
Sovjet-Unie bevindt, vooral zolang Polen
en Hongarije tot het machtsbereik van
Moskou behoren; en dat zal nog wel heel
lang zijn. Die ijzeren greep is niet alleen
een militaire, het is ook een economische
en bovendien is het nog een kwestie van
geestelijke verwantschap.
Met dat laatste is bepaald niet be
doeld dat er een band zou zijn door het
gemeenschappelijk aanhangen van de com
munistische ideologie. Want buiten de
kring van min of meer fanatieke partij
leden schijnt het met de communistische
overtuiging van miljoenen Tsjechen en
Slowaken als men de „ja-zeggers" die
innerlijk tegenstanders of ongeïnteres
seerd zijn, laat voor wat ze zijn nog
zo'n vaart niet te lopen. Maar wat hier
vooral bedoeld is, is het gevoel van lots
verbondenheid met de Sovjet-Unie, dat uit
de geschiedenis van de laatste 25 jaar is
overgebleven en dat men overal in Tsje
choslowakije kan constateren (behalve na
tuurlijk bij diegenen die persoonlijk ma
terieel geschaad zijn door de communis
tische omwenteling). Rusland moge voor
velen een lastige, veeleisende en bedilzieke
bondgenoot zijn, het is toch een bondge
noot en geen vijandelijke onderdrukker.
,.De" vijand is nog steeds Duitsland, het
Duitsland van de nazi's (en de neo-na-
zi's!) dat in dit opzicht de bijna recht
streekse opvolger was van de Habsburg-
se monarchie. Maar Oost-Duitsland dan,
zal men vragen, de zusterrepubliek van
Tsjechoslowakije in de familie der volks
democratieën? Ja, op het diplomatieke
vlak en voor zo ver het de officiële en
semi-officiële betrekkingen betreft, is
Oost-Duitsland inderdaad vriend en bond
genoot. Maar de Oostduitser die als par
ticulier in Tsjechoslowakije reist zal af en
toe wel met enige nadruk op dat bondge
nootschap moeten wijzen om vriendschap
pelijk bejegend te worden; want zelfs de
Duitse taal klinkt de meeste Tsjechen
(die veelal die taal toch wel beheersen)
nog altijd niet bepaald als een minnezang
in de oren. De hele situatie lijkt eigenlijk
sprekend op die in een zeker Westeuro
pees land, waar men nog wel eens enige
moeite heeft om de Wèstduitsers uitslui
tend als bondgenoten te beschouwen
En hoe ziet Tsjechoslowakije de landen
van het Westen? Als men de verwoedste
communisten buiten beschouwing laat, kan
het antwoord op die vraag zijn: bepaald
niet met vijandige ogen. Het „verraad
van München" (zo noemen de Tsjechen
het, en niet ten onrechte) is nog geens
zins vergeten en zoals men het nu nog in
de Russen waardeert dat zij toen aan de
capitulatie voor Hitier niet hebben mee
gedaan, zo verwijt men de Fransen en
Engelsen nog steeds dat zij in 1937 Tsje
choslowakije in de steek hebben gelaten.
Maar afgezien van dat oude zeer, en
dus vooral als het landen betreft die niet
bij Münchcn betrokken waren, is men in
Tsjechoslowakije in 't algemeen zeker
niet vervuld van animositeit jegens het
Westen. Alleen al terwille van de han-
(Links): De kerkgang, vooral op hoog
tijdagen, is op het platteland van Tsje
choslowakije nog dikwijls aanleiding
tot het dragen van fraaie traditionele
kledij.
Een van de nieuwe stuwdammen be
horende tot het project „Cascaden van
de Waag", dat een belangrijke rol zal
spelen bij de verdere elektrificatie en
industrialisatie van oostelijk
Tsjechoslowakije.
Verscheidene delen van oostelijk Tsje
choslowakije zijn rijk gezegend met
natuurschoon maar niet met grond
stoffen of vruchtbare aarde, zodat de
bewoners daar een zeer karig bestaan
leiden.
Stil
delsbetrekkingen zou de regering in Praag
het stellig niet verwerpelijk vinden als
haar land, zonder iets van het bondge
nootschap -met de Sovjet-Unie op te of
feren, een min of meer „bemiddelende"
rol zou kunnen spelen in de controverse
tussen Oost en West.
Want en hier zijn we dan bij het
economische aspect van de ijzeren greep
aangeland men beseft in Tsjechoslowa
kije heel goed, dat het belang van het
land er slechts mee gediend zou zijn als
er tegenover de sterke economische bin
ding aan het oostelijke blok een des
noods maar gedeeltelijk tegenwicht kon
worden geschapen in de vorm van betere
handelsbetrekkingen met het Westen.
De Sovjet-Unie moge dan geen vijand
maar een vriend zijn, ook van een vriend
is niemand graag al te zeer afhankelijk.
Dat blijkt bij voorbeeld als men spreekt
met hoge ambtenaren van het ministerie
van Buitenlandse Handel, die u vertellen
dat de handel van hun land met de niet-
communistische landen de laatste vier jaar
weliswaar sneller is toegenomen dan die
met de communistische maar in waarde
nog altijd slechts dertig percent van het
totaal bedraagt, en die daar onomwonden
bijvoegen dat zij vooral streven naar
vergroting van dat percentage. Dat is no
dig omdat allerlei grondstoffen, maar ook
voedingsmiddelen en machinerieën, voor
een groot deel uit het buitenland moeten
worden betrokken en moeten worden be
taald met vreemde valuta die door uit
voer van Tsjechoslowaakse produkten
moeten worden verkregen. Het is duide
lijk dat men voor die afzet niet uitslui
tend wil afhangen van de Russische klan
dizie, en de daaraan verbonden voor
waarden. Voor de uitbreiding van de bui
tenlandse handel met. 35 percent, die in
het vijfjarenplan voor de periode 1961-
1965 is voorzien, zal men zich in Praag
danook meer en meer op het Westen oriën
teren. Een uiteraard bescheiden on
derdeel daarvan vormen de besprekingen
over een nieuw Tsjechoslowaaks^Neder-
lands handelsverdrag, die deze zomer tus
sen deskundigen van de twee landen zul
len beginnen.
DE GEWENSTE VERGROTING van de
export is natuurlijk in hoge mate afhan
kelijk van toeneming van de nationale
produktie. Om die toeneming te bereiken
wordt met de verdere industrialisatie van
Tsjechoslowakije (dat voor de oorlog ook
ai een vrij belangrijke industriële export
had) grote haast gemaakt. De jaarlijkse
produktie van ruw staal bij voorbeeld, die
in de eerste naoorlogse jaren slechts on
geveer 2l/2 miljoen ton bedroeg, is nu al
vergroot tot ruim 6 miljoen ton en moet
over vijf jaar omstreeks 9'/2 miljoen ton
bedragen. De elektrificatie wordt, met
name in het economisch achtergebleven
Slowakije, in snel tempo uitgebreid door
de aanleg van stuwdammen en het bou
wen van hydro-elektrische centrales. In
de provincie Zilina (vroeger een der meest
verwaarloosde delen van Slowakije) kon
ik kennis maken met het grote project
dat „Cascaden van de Waag" heet en dat
neerkomt op exploitatie van het grote ver
val van de rivier de Waag voor de opwek
king van elektrische stroom. Dit project
voorziet in de bouw van niet minder dan
twintig grote hydro-elektrische centrales
en de kosten ervan bedragen circa negen
miljard kronen (ongeveer vergelijkbaar
met 2400 miljoen Nederlandse guldens).
Als die 20 centrales voltooid zijn op het
ogenblik draaien er 11 en 4 zijn er in aan
bouw zullen zij jaarlijks ruim 2800 mil
joen kilowatturen stroom kunnen leve-
(Rechts): Folkloristische kostuums en
dansen blijven in de belangstelling, ook
van het eigen volk, door het. optreden
vo.n gespecialiseerde dansgroepen, zoals
de hier afgebeelde Sloivaakse groep.
ren. Men kan zich gemakkelijk voorstel
len van hoeveel betekenis dat zal zijn voor
de economische ontplooiing van het om
liggende gebied. Ook de landbouw zal er
van kunnen profiteren omdat bepaalde on
derdelen van het „Cascaden-project" ge
richt zijn op irrigatie van water-arme stre
ken van Slowakije.
Verder-gaande industrialisatie, en daar
naast vooral modernisei"ing en mechanise
ring van de landbouw, zijn in die dun
bevolkte en economisch achtergebleven
oostelijke delen van het land overigens
niet alleen ter bevordering van de export
dringend nodig, maar ook om voor de in
woners een meer aanvaardbaar levensni
veau te scheppen. Zonder dat laatste zou
het vertrouwen in het communistische re
gime, dat juist in de landbouwgebieden
toch al bijzonder gering is, spoedig tot het
nulpunt dalen. De Slowaken zijn een gods
dienstig (voornamelijk katholiek) volk en
daaruit vloeien natuurlijk ook al problemen
voor de regering in Praag voort. Ze kan
daar misschien alleen iets tegenover stel
len door de materiële omstandigheden van
de Slowaakse plattelandsbevolking aan
zienlijk te verbeteren.
De regering is overigens wel zo verstan
dig om, ook in andere delen van het land,
aan de uitoefening van de godsdienst wei
nig moeilijkheden in de weg te leggen.
Ongetwijfeld om redenen van zelfbehoud
doet zij geen pogingen om het kerkbezoek
te beperken of te verhinderen. En de ker
ken waren danook: stampvol (ook met
jonge mensen!), vooral- in de paasweek
toen vaak zelfs in de portalen geen staan
plaatsen meer te bemachtigen waren en
vele kerkgangers er genoegen mee moes
ten nemen, op het trottoir voor de open
kerkdeur of onder een open venster de
dienst te volgen.
Dit betekent echter niet, dat het com
munisme in Tsjechoslowakije geen strijd
tegen de kerken zou voeren. Maar die
strijd voltrekt zich op minder in 't oog
lopende wijze. Hij uit zich zelfs niet in
een verbod van godsdienstige opvoeding,
want er zijn zondagscholen en op de ge
wone openbare scholen is godsdienston
derwijs (op verzoek) toegestaan. En alle
leden van de geestelijkheid krijgen hun
inkomen dat heel bescheiden is van
de overheid. De anti-kerkelijke campagne
wordt dan ook voornamelijk langs propa
gandistische weg gevoerd. Voorts is er een
radicaal verbod van alle bemoeienissen
van de kerk met aangelegenheden van an
dere dan zuiver godsdienstige aard. Dit
heeft geleid tot het grote conflict met de
rooms-katholieke geestelijkheid, als ge
volg waarvan aartsbisschop Beran nu al
enige jaren onder huisarrest is. Op nale
ving van het verbod wordt nauwkeurig
toegezien door een heel corps van „rege
ringsambtenaren voor godsdienstige aan
gelegenheden", die een pastoor of dominee
onmiddellijk op de vingers tikken als deze
zich bemoeit met iets dat, naar hun in
zicht, buiten het religieuse gebied valt.
Dat dit tot botsingen leidt, spreekt bijna
vanzelf.
Men kan echter niet ontkennen dat het
regime, vooral in de hogere regionen, bij
zijn optreden naar buiten een grote mate
van tact aan de dag legt. Het houdt re
kening met de onafhankelijkheidszin en
het zelfbewust karakter van de Tsjech en
stimuleert daarom ook de nationale trots,
zelfs als dat wel eens een enkele keer ten
koste van de Russische beschermheer zou
gaan. (Enige keren werd mij door een
ingenieur of bedrijfsleider met merkbare
voldoening verzekerd dat een bepaalde
constructie of een bepaald project was
uitgevoerd „zonder Russische hulp", „zon
der Russische documentatie".) Ook de
officiële aanmoediging van het instandhou
den der folkloristische tradities zelfs
jonge kinderen krijgen les in folkloristi
sche dansen dient tot stimulering van
die nationale trots. Misschien hoopt de
Praagse regering wel, dat de onafhanke
lijkheidszin op die manier in onschuldige
richting wordt afgereageerd.
Hoe dan ook, na een verblijf van enke
le weken in Tsjechoslowakije (dat de be
zoeker uiteraard nooit meer dan een glo
bale indruk kan geven) keert men wel te
rug met de overtuiging dat de machtheb
bers daarginds hun taak met veel intel
ligentie verrichten. Zij mogen dan tot de
meest dogmatische communistische leiders
van Europa behoren, ze zijn voorzichtig
genoeg om dat in de dagelijkse praktijk
niet van de daken te schreeuwen. Want
het Tsjechische volk is van nature weinig
geschikt voor het communisme en moet
dus wel gedwongen, maar met grote om
zichtigheid gedwongen worden. En tot die
wijze van handelen is men in Praag blijk
baar wel geneigd.
Dat op deze manier tastbare resultaten
worden bereikt, werd mij bevestigd door
een in Praag wonende buitenlander, die de
verstandige waarschuwing uitsprak: „On
derschat het systeem niet. Want het werkt,
zij het ook onder dwang".
Simon Koster
Advertentie
Na de arrestatie van Karl Adolf Eichmann is er nog maar één van de nazi-bonzen
over wiens lot sinds 1945 niets bekend is: Martin Bormann. Eichmann ontsnapte in
1945 uit een interneringskamp, waar hij onder de naam Hartl stond geregistreerd.
Pas later ontdekten de Amerikanen wie zij hadden laten ontsnappen. Karl Adolf
Eichmann heeft het gebracht tot Obersturmbannführer (kolonel) in de S.S. H\j was
chef van de afdeling 4a-IV b van het „Reichssicherheitshauptamt", het centraal
hoofdkwartier van de Gestapo. Hij was belast met het uitroeien van de Joden, in het
kader van de „Endlösung der Judenfrage". Tijdens het proces van Neurenberg heeft
de „Hauptsturmführer" der S.S. Dieter Wislicency verklaard.dat Eichmann hem eind
februari 1945 in Berlijn gezegd had: „Ik zal lachend in mijn graf springen, want het
gevoel vijf miljoen doden op mijn geweten te hebben schenkt mij een buitengewone
bevrediging".
Als chef van de beruchte afdeling 4a -
IVb wist hij alles van de systematische
Jodenvervolging. Hij gaf de richtlijnen
uit voor de „Einsatzkommando's", en poch
te al in augustus 1944 dat in de concen
tratiekampen vier miljoen Joden, en daar
buiten twee miljoen Joden om het leven
waren gebracht. Eichmanns afdeling was
speciaal voor het verwerkelijken van „de
definitieve oplossing van het Jodenvraag
stuk" in het leven geroepen. Zo werkte
de ss-generaal Stroop, die het ghetto van
Warschau uitmoordde en platbrandde,
voor Eichmann.
Hij gaf hem zelfs een met foto's ver
lucht en in leer gebonden luxe-verslag van
die actie cadeau.
Alles wat er in de uitroeiïngskampen
Treblinka en Auschwitz voorviel, geschied
de op order van Eichmann's afdeling van
het R.S.H.A... Via Heydrich stond Eich
mann rechtstreeks onder Himmler en Hit-
Ier, die al in 1939 gedreigd had dat de
Joden uitgeroeid zouden worden als er een
wereldoorlog ontstond. Tot 1940 gold, dat
de Joden moesten migreren naar Oost-
Europa.
Na 1940 werden zij, eenmaal geconcen
treerd, systematisch „afgevoerd".
Eichmann is theologiestudent geweest,
vertegenwoordiger van een oliemaatschap-
Advertentie
Nee moarl Een pantalonzonder,,knieën
Met een blijvende plooi en een pas
vorm die nooit zijn „gezicht" verliest.
Een pantolon die U altijd dat rustige
gevoel geeft er tip-top uit te zien. Een
fantasie? Integendeel: prettige werke
lijkheid. Tenminste... ols het een panta
lon van TREVIRA is.
55% polyester, 45% wol.
•Jf onvermoeibaar ptooihoudend
gemakkelijk te wassen
Gr. Houtstraat 96
TOKIO (Reuter-AFP) De president
van Indonesië, dr. Sukarno is dinsdag met
een speciaal vliegtuig uit Honoloeloe aan
gekomen in Tokio, waar hij als persoon
lijke gast van de Japanse premier Kisji
een niet-officieel bezoek van tien dagen
zal brengen.
pij, en beambte van de Duitse geheime
dienst. In Palestina heeft hij de Arabie
ren tegen het Engelse bestuur opgezet.
Toen hij eenmaal lid geworden was van
de N.S.D.A.P. maakte hij snel promotie.
In Palestina moet hij wel iets van het
Joodse leven gezien hebben, want tot le
ring van de S.S. stichtte hij een museum
waar Joodse kunstvoorwerpen en religieu
ze zaken uitgestald waren. Hij kende en
kele woorden Jiddisch en Hebreeuws en
kreeg de reputatie deze talen vloeiend te
spreken.
Van 1937 af hield hij zich voor de Gesta
po bezig met „het Jodenvraagstuk". Tot
1939 heeft hij getracht Joden naar het
buitenland te laten gaan. Weliswaar waren
de uitreisvergunningen een moeilijk te ver
werven bezit, maar het kille cynisme, dat
hem na 1939 leidde was toen nog niet aan
wezig.
Na 1939 was Eichmann de man die
„transakties" op touw zette. Hij zorgde
ervoor dat grote groepen Joden massa's
geld bijeenbrachten om grondstoffen voor
Duitsland te kopen. Ook zorgde hij dat
zij hun bezittingen zonder meer inlever
den. En later instrueerde hij de comman
danten van de vernietigingskampen dat
zij het menselijk haar, de prothesen, het
goud van tanden, de brillen, zelfs de kle
ding van de slachtoffers nauwkeurig moes
ten sorteren. Van plannen om Joden naar
Madagascar te zenden was hij na 1940 te
ruggekomen: slechts massale, planmatige
vernietiging van de Joden in de Duitse
invloedssfeer kon als „Endlösung der Ju
denfrage" aanvaard worden. Deze „defi
nitieve oplossing" werd op 20 januari 1942
nauwkeurig geformuleerd tijdens een con
ferentie te Wannsee, waaraan Heydrich,
Gestapo-chef Müller, alsmede een aantal
hoge regeringsambtenaren, deelnamen. Te
genover intimi heeft Eichmann nooit een
geheim gemaakt van zijn trots over het
geen hij gedaan heeft.
Eichmann was ook de man, die de ge
allieerden voorstelde een miljoen Joden
te „ruilen" tegen 10.000 vrachtwagens en
1.000 ton koffie en thee.
Volgens de Israëlische wetten kan Eich
mann als oorlogsmisdadiger ter dood wor
den veroordeeld. Israëlische autoriteiten
hebben inmiddels de Westduitse justitie
van de arrestatie op de hoogte gesteld. Nu
zal zich het vreemde feit voor kunnen
doen, dat enerzijds Israel Eichmann zou
willen veroordelen en aan de andere kant
de Westduitse autoriteiten, die reeds lang
geleden een arrestatiebevel tegen de S.S.-
er hebben uitgevaardigd, om zijn uitleve
ring aan Israel kunnen vragen. De vraag
is of Israel er toe zal overgaan Eichmann
aan Bonn uit te leveren, dan wel hemzelf
zal willen veroordelen. Het laatste lijkt
zeer aannemelijk.
Tijdens de Neurenbergse processen te
gen de nazi-grootheden heeft de S.S.-offi-
cier Wilhelm Hoettle meegedeeld, dat
Eichmann overtuigd was van de Duitse
nederlaag en van de geringe kans voor
hem om de oorlog te overleven. Hij wist
bijvoorbeeld dat de geallieerden hem op
de lijst van oorlogsmisdadigers hadden
gezet. Tegenover Hoettle bekende hij open
lijk verantwoordelijk te zijn voor de dood
van zes miljoen Europese Joden. Dat had
hij zijn chef Himmler in een rapport mee
gedeeld. Met dat rapport was Himmler niet
tevreden geweest, het waren er volgens de
laatstgenoemde veel meer. Maar Eich-
man zou het beste op de hoogte zijn ge
weest omdat hij volgens Hoettle „leveran
cier van Joden aan de Duitse vernieti
gingskampen" was geweest