WEG EN WIEL
De kurkeik bloost van schaamte
ROME-REFORMATIE
Evacuatie uit Leopoldstad in
versneld tempo voortgezet
V:
Kerkelijk Leven
Echtpaar uit Castricum
vertrokken naar zieke
zoon in N.-Zeeland
Bloembollenkwekers
hebben het druk
MEER DAN 800 KILOMETER PER UUR
BEWAAR AFSTAND!
Rechten en plichten van de autohuurder
DONDERDAG 14 JULI 1960
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
Walviscommissie doet
beroep op Nederland
en Noorwegen
Evacuatietempo wordt tot het uiterste opgevoerd:
één Boeing 707 nam 230 passagiers mee
Zuidmoluks telegram aan
Tsjombe van Katanga
In de Volkshogeschool „Allardsoog" te
Bakkeveen heeft de Nederlandse Katho
lieke Arbeiders Beweging (KAB) een
kaderbijeenkomst belegd, die geheel gewijd
was aan de verhouding tussen roomse en
reformatorische christenen in een demo
cratische samenleving. De bisschop van
Groningen gaf door zijn aanwezigheid blijk
van zijn belangstelling. In een rede legde
hij er de nadruk op, dat de rooms-katho-
lieken open moeten staan voor de waarden
die ook in andere kerken leven.
Op deze KAB-studiedagen hield pater
dr. A, Fiolet van de paters Franciscanen in
Drachten en bekend door zijn proefschrift
over de onkerkelijkheid in Friesland, twee
inleidingen. Pater Fiolet stelde onder an
dere, dat de huidige verdeeldheid der
christenheid een zonde voor God is en dat
de massale ontkerstening mede een gevolg
is van deze verdeeldheid. Hij zei verder,
dat de rooms-katholieken de Reformatie
ook als een tekort van eigen fouten moeten
leren zien. Eeuwenlang is men deze waar
heid uit de weg gegaan en heeft men de
schuld van de Reformatie geheel aan de
hervormers geweten. Hij was verder van
oordeel, dat de rooms-katholiek in het ge
sprek met de protestanten er geen twijfel
aan mag laten bestaan, dat hij het herstel
van de ware eenheid alleen kan zien in
een terugkeer naar de kerk van Rome, de
moederkerk. Maar dit kan, volgens hem,
niet een terugkeer zijn naar de katholieke
kerk in haar huidige contra-reformatori
sche gestalte. De katholieke christen zal
in zijn geloofsbeleving nog veel moeten
leren van zijn mede-christenen uit de Re
formatie, aldus pater Fiolet.
De Wereldraad
Pater Gregory Baum, een rooms-katho-
lieke docent, in de theologie uit Canada,
heeft verklaard, dat de „katholieken dank
verschuldigd zijn aan de Wereldraad van
Kerken" wegens zijn open en onbevoor
oordeelde houding tegenover de rooms-
katholieke leer. Hij deed dat in het te
New York verschijnende en door r.-lc.
leken uitgegeven weekblad Commonweal.
„Nog nooit zijn er zoveel protestanten
geweest met de oprechte wens de leer
regels van de katholieke kerk te bestu
deren, overgeleverde vooroordelen te laten
varen en de katholieke kerk te begrijpen
zoals zij gezien wordt door haar eigen
leden," aldus het artikel.
„Dit betekent niet dat deze mensen ka
tholiek willen worden," schrijft pater
Baum, die faculteitslid is van de St. Basil's
Seminary te Toronto", maar zij verlangen
de katholieke visie van het christen-zijn
zo goed te bevatten als dit maar voor een
outsider mogelijk is."
Tenslotte keert pater Baum zich tegen
de laatdunkendheid van sommige zijner
geloofsgenoten tegenover de Wereldraad
van Kerken en herinnert hij aan de woor
den van paus Pius XII, die in 1950 ver
klaarde, dat de oecumenische beweging ten
dele is voortgekomen uit de inspiratie van
de Heilige Geest. In de documenten en
rapporten van de Wereldraad, aldus de
Canadese theoloog, vinden de grote thema's
van de christelijke traditie hun neerslag,
te weten: de onvervalste dogma's van de
Drie-eenheid, van de eenheid van Christus
in twee naturen, van de zondeval en de
verlossing in Christus en van de vernieu
wing van de christen door de genade in de
verwachting van de komende heerlijkheid.
Het rooms-katholieke periodiek „Catho-
lica", dat in Denemarken verschijnt, heeft
dezer dagen een interessant artikel gepu
bliceerd, dat handelt over de verdere
ontwikkeling van het dogma der onfeil
baarheid van de paus en de belangrijke
samenhang daarvan met de eenheid dei-
christenen.
Het artikel laat er geen twijfel over
bestaan dat de rooms-katholieke kerk niet
één van haar eenmaal gedefinieerde ge
loofswaarheden kan laten varen, het dog
ma van de pauselijke onfeilbaarheid inbe
grepen. Maar zoals het formuleren van de
dogma's het resultaat is van een dogma
tische ontwikkeling, zo zijn ze ook onder
worpen aan een verdere ontwikkeling,
waardoor ze in een nieuw en onverwacht
licht kunnen worden geplaatst.
Het artikel vervolgt dan aldus:
„De leer van het Vaticaanse Concilie be
treffende de onfeilbaarheid van de paus
moet natuurlijk van kracht blijven gelijk
tot nu toe het geval was. De mogelijkheid
is echter niet uitgesloten dat een nieuw
Concilie de theologie een stap verder zou
brengen in het verstaan van het organisch
verband tussen het leraarsambt en de ge
hele structuur van de kerk, van de be-
Woensdagmiddag is de 60-jarige tuinder
H. G. Braakenhoff met zijn 57-jarige
vrouw aan een trieste reis naar hun ster
vende zoon in Nieuw-Zeeland begonnen.
Het echtpaar vertrok met een toestel van
de BEA naar Londen. Daar hadden twee
passagiers van het lijnvliegtuig van de
BOAC, dat 's avonds naar Sydney vertrok,
hun plaats aan de ouders afgestaan. Het
toestel was namelijk geheel volgeboekt.
Vrijdagmiddag wordt het omstreeks vier
uur in Sydney verwacht en de volgende
ochtend zullen de heer en mevrouw Braa
kenhoff per vliegtuig doorreizen naar
Oakland op Nieuw-Zeeland. Hun 27-jarige
zoon emigreerde zeven maanden geleden
naar Nieuw-Zeeland. In de lente liet hij
zijn verloofde, mejuffrouw Gerda Bleeker
uit Heemskerk overkomen. Zij trouwden
op 11 juni.
Vrijwel terstond na zijn huwelijk werd
de heer Braakenhoff ziek. Pas een week
geleden kregen zijn ouders in Castricum
bericht dat hij in een ziekenhuis was op
genomen. Korte tijd later vernamen zij dat
hun zoon aan een bloedziekte leed en dat
de doktoren hem hadden opgegeven.
Zowel in Nieuw-Zeeland als in Neder
land werd gepoogd gelden bijeen te bren
gen om de zieke met zijn jonge vrouw nog
tijdig naar Nederland te laten terugkeren.
Maar toen dit binnen enkele dagen vrijwel
geregeld was, bleek zijn toestand zodanig
verslechterd te zijn, dat hij de reis niet
meer kon maken.
Daarop sloegen verschillende particu
lieren en instellingen, waaronder de stich
ting „Wij komen", de handen ineen en
boekten passage voor de ouders naar
Nieuw-Zeeland.
trekking tussen ambtsdragers en leken in
de kerk, van de verhouding van de paus
tot de bisschoppen, van het onderscheid
en de gelijkenis tussen het gewone leer
gezag der kerk en de buitengewone auto
riteit der bepalingen van een paus of der
besluiten van een gewoon algemeen con
cilie van de Kerk. Indien zulk een ont
wikkeling en verdere beraadslagingen over
de onvolledige leerstellingen van het Vati
caans Concilie zouden plaats vinden, dan
zou dat een verdere ontwikkeling kunnen
betekenen (of tenminste een nieuw per
spectief) ten opzichte van de leer betref
fende de paus en zijn autoriteit. Dit alles
zou heel goed tot resultaat kunnen heb
ben, dat er een uitzicht ontstaat dat mis
schien eerder verzoenend zou blijken dan
afstotend voor andere confessies. In dit op
zicht is het niet uitgesloten dat het ko
mend Concilie, ook uit louter theologisch
cilie van de kerk. Indien zulk een ont-
rooms-katholieke kerk voor de eenheid
onder de christenen zal gaan betekenen."
Aldus het Deense r.-k. blad „Catholica".
Op de vergadering van de Internationa
le Walvis Commissie in Londen heeft men
een resolutie aangenomen, waarin Noor
wegen en Nederland wordt verzocht weer
deel te gaan nemen aan de besprekingen,
en zou dan een regeling kunnen treffen
voor een verdeling van de totale vangst
en de introductie van een internationaal
controle-systeem.
Om dit beroep te ondersteunen heeft de
commissie met 7 tegen 2 stemmen met
vier onthoudingen besloten om geduren
de de seizoenen 19601961 en 1961
1962 de limieten voor de vangst van blauwe
walvissen in de Zuidelijke IJszee op te
schorten.
Het is de bedoeling, dat als Noorwegen
en Nederland niet toetreden, deze op
schorting ongedaan te maken.
Men besloot om de periode gedurende
welke men blauwe walvissen mag vangen,
te bekorten. Het seizoen begint nu op 14
februari in plaats van op 1 februari en het
zal eindigen op de normale datum,7 april.
Wat de kwestie van het menselijk doden
van walvissen betreft, heeft men tot nu toe
geen bewijzen gevonden, dat het elektrisch
doden van walvissen zachter is dan de
tegenwoordige methode met de explo
sieve harpoen.
(Vervolg van pagina 1)
Belgische commandotroepen hebben
woensdag bijna zonder slag of stoot de
Europese wijk van Leopoldstad en het
vliegveld Dnjili bezet. Enkele uren, nadat
de Kongolese minister van Voorlichting op
een opgewonden vergadering van het
Kongolese parlement had uitgeroepen:
„België heeft ons de oorlog verklaard",
stonden in Leopoldstad honderden Euro
peanen verbaasd te kijken naar het onge
wone schouwspel, dat gemengde Belgisch-
Kongolese patrouilles in jeeps door de
straten reden. Wat eerst dreigde te leiden
tot bloedige botsingen, eindigde althans
voorlopig in een verbroedering.
Deze verbroedering gold echter niet de
Kongolese regering. President Kasavoeboe
en minister-president Loemoemba noem
den het optreden van Belgische troepen
een „kolonialistische provocatie" en een
„imperialistische samenzwering" tegen de
republiek.
Een verslaggever van de Franse radio
liet woensdagmiddag in een uitzending uit
Leopoldstad de dolle vreugde horen van
de Europese inwoners van de Kongolese
hoofdstad, toen de Belgische commando
troepen de Albertboulevard opreden. Bo
ven alle toejuichingen uit klonk het „Leve
het Belgische leger".
Uittocht hervat
Ondanks de vreugde haastten talloze
Europese gezinnen zich naar de heropende
veerdienst naar Brazziville, de bezittingen
in een enkele koffer bijeengepakt, en kwam
de repatriëring per vliegtuig van het door
de Belgische troepen bezette Ndjili weer
op volle gang.
Geschat wordt, dat de afgelopen 24 uur
ongeveer 2.500 vluchtelingen uit Leopold
stad en Brazzaville per vliegtuig naar
Brussel zijn overgebracht. Hoewel offi
ciële gegevens nog niet beschikbaar zijn
wordt aangenomen, dat meer dan twintig
duizend van de oorspronkelijke tachtigdui-
Kongo zijn gevlucht. Vele duizeinden van
hen hebben een toevlucht gezocht in de
nabuurlanden van Kongo. De massale aan
komst van blanken in deze Afrikaanse ge
bieden is aanleiding geweest voor diplo
matieke stappen bij de Belgische regering.
Gevreesd wordt, dat het zien van de dui
zenden Europese vluchtelingen politieke
gevolgen zal hebben onder de Afrikaanse
bevolking in de omgeving van Kongo. Met
name zou bij de Belgische regering zijn
aangedrongen op bespoediging van de eva
cuatie uit Brazzaville en Kenya.
Niet alleen de evacuatie naar buiten
Kongo waarbij een „Boeing 707" straal-
verkeersvliegtuig van de Sabena woensdag
een record vestigde door in één vlucht 230
vrouwen en kinderen te vervoeren maar
ook uit de bedreigde plaatsen in de repu
bliek zelf duurt voort. In Thysstad werd
opnieuw een aantal Belgische vrouwen en
kinderen door de muiters vrijgelaten. Na
onderweg twee keer te zijn beschoten
slaagde het konvooi er in veilig Leopold
stad te bereiken. Belgische parachutisten
snelden in de Oostprovincie een 150 Euro
peanen te hulp, die door Kongolese mili
tairen Wjiren omsingeld.
De enige uitzondering op het beeld van
vluchtelingen en angst in Kongo maakte
de provincie Katanga, waarvan minister
president Moïse Tsjombe uitdrukkelijk het
intrekken van de onafhankelijkheidsver
klaring tegensprak. Aan de grens met Rho-
desië bewoog zich weer een stroom van
bepakte en beladen auto's met blanken, dit
keer echter in omgekeerde richting. Naar
de chef-staf van de Belgische strijdkrach
ten, generaal Cumont, die dinsdag uit
Brussel naar Kongo is vertrokken, in de
Katangese hoofdstad Elisabethstad mede
deelde is de toestand in het gehele gebied,
met uitzondering van Jadotstad en omge
ving, normaal en in handen van de Bel
gische troepen. In Elisabethstad was van
het Kongolese personeel verreweg het
grootste deel weer aan het werk. Ook de
De bloembollenkwekers in het Beverwijk
se zijn nu iedere dag druk bezig met
het rooien van de bloembollen na de cro-
cussen, die al lang uit de grond zijn,
kwamen de tulpen en hyacinten, waar
men nu druk mee bezig is. Daarna zul
len de narcissen gerooid worden en tot
slot de irissen, voorzover het de hoofd
soorten betreft, want ook het bijgoed moet
per slot van rekening uit de grond ge
haald worden.
De rooitijd bezorgt de kwekers altijd bij
zonder veel drukte, want men moet in
korte tijd bergen werk verzetten. Hier
geldt meer dan ooit dat er wel heel
schaars personeel te krijgen is.
Men ziet zienderogen de rooimachines
op de akkers komen, maar daar moet
men in het najaar met het planten al
rekening mee houden: de bloembollen moe
ten op lange regels geplant worden. Er
zijn verschillende types rooimachines in
omloop en er is veel discussie over voor-
en nadelen. Het is als met alles wat
nieuw is: in het begin staat men er
sceptisch tegenover, maar volgend jaar
zijn decritici misschien de eersten die
zich voor een rooimachine opgeven,
om de eenvoudige reden dat men
met een steeds groter tekort aan
personeel komt te zitten. Tot nu zijn
de meeste rooimachines van mensen
die deze machines verhuren. Ze moeten op
net ogenblik overal tegelijk wezen en kun
nen maar op één plaats tegelijk zijn. Men
heeft dan ook al wachtlijsten met belang
hebbenden.
Deze week is de grote stroom van jon
gens en meisjes los gekomen, die nu de
vakanties zijn begonnen, de eerste kweken
produktief willen maken. Velen konden
aan de slag, maar het aanbod overtrof
toch wel de vraag. Over het algemeen
valt de bloembollen-oogst in de streek Ken-
nemerland niet tegen, al lopen de menin
gen nog wel uiteen over een goede of een
minder goede oogst. De tulpen geven re
delijke opbrengsten en men is meteen druk
bezig deze te pellen, opdat deze bollen zo
spoedig mogelijk naar de kopers of de
veiling gezonden kunnen worden. De hya
cinten zijn over het algemeen best, de
oppervlakte in deze omgeving is overigens
groot. Voor de overige gewassen moet
men nog maar afwachten hoe de oogst
zal uitvallen.
Dr. J. P. Nikijuluw en ir. J. A. Manusama
respectievelijk gevolmachtigde en minister
van de afgekondigde republiek Zuid-
Molukken, hebben een telegram gezonden
aan premier Tsjombe van de Kongolese
provincie Katanga.
Hierin uitten zij gevoelens van warme
sympathie voor het opkomen voor de rech
ten van de mens tijdens het uitbreken van
muiterij tegen de blanken in zijn land. Het
telegram vervolgt: „Als Zuid-Molukkers,
die tien jaar geleden hun republiek uit
riepen om te voorkomen met Indonesië in
het verderf te worden gestodt, begrijpen
wij de proclamatie van de republiek Ka-
tanga en zijn bereid alle mogelijke hulp te
verschaffen".
zend Europeanen de afgelopen dagen uit uraniumfabriek in Sjinkolobwe, het rijke
uraniurngebied van Kongo, was weer in
bedrijf. Bij gebrek aan Europese technici
hadden missiepaters hier tijdelijk hun
plaats ingenomen, evenals in de steen
groeven van Kambove. De Belgische mili
taire autoriteiten in Elisabethstad gaven
de stellige verzekering, dat de installaties
van de „Union Minière" de grote mijn-
bouwmaatschappij zouden worden be
veiligd.
Elke kurk die u achteloos in de vuilnisbak gooit, draagt bij tot verhoging van de
Portugese welvaart. Voor die kurk zal immers een andere in de plaats moeten
komen en met die vervanging belast Portugal zich volgaarne. Eigenlijk zou ik
moeten zeggen: één van elke twee kurken, want van de jaarlijkse wereldproduktie
neemt Portugal nagenoeg de helft voor zijn rekening: rond 140.000 ton. Een enorme
stapel, dat kunt u gerust van mij aannemen. Meer dan 50 °ln van het volume
bestaat uit lucht, vandaar dat dit natuurprodukt zo licht (en zo veerkrachtig) is.
Men zou ook kunnen zeggen en dan was men nog niet eens zo ver bezijden de
waarheid: kurk is lucht, vastgehouden in miljoenen cellulose celletjes, die door
het natuurlijk sap van de boom aan elkaar zijn geplakt. Momenteel zijn weer
duizenden vakbekivame schillers bezig de kurkeiken van hun bast. te ontdoen. Zij
iveten precies welke bomen aan de beurt zijn. Zonder nadere uitleg moet hel u al
duidelijk zijn, dat dit volgens een vastomlijnd plan geschiedt.
Ik ben blij de gloeiende zon van de
provincie Alentejo te kunnen ontlopen
onder een eerbiedwaardige eik. De
gids Antonio, mij ter beschikking ge
steld door de voorlichtingsdienst, komt
uit deze streek en niemand beter dan
hij zal mij in de wetenschap kun
nen inwijden.
Ik heb hem eerlijk verteld een vol
slagen leek te zijn en alleen vaag te
weten, dat de bast van een bepaalde
eikesoort af en toe wordt gepeld en dat
van deze schil op een mij onbekende
manier kurken voor flessen worden ge
maakt. Antonio, die dit beleefd glim
lachend heeft aangehoord, geniet dus
het voordeel met een niet door valse
theoriën bedorven leerling te kunnen
beginnen.
Bij een boom is een groepje mannen
aan het werk. Zij hebben diepe en lange
kerven in de schors aangebracht: twee
ringen om de boom heen op een afstand
van enige meters van elkaar en twee
verticale, aan beide zijden en van
ring tot. ring lopend. Met een vaardig
heid, die getuigt van jarenlange erva
ring „de vader draagt de kunst aan
de zoon over", zegt Antonio maken
de mannen de bast los. Er blijft een
schaamteloos naakte stam over.
„Nu gaat het vocht, dat uit de boom
is gevloeid, spoedig verkleuren," do
ceert mijn gids, „en daardoor krijgt de
stam een roodachtig uiterlijk. Wij zeg
gen dan dat de kurkeik bloost om zijn
naaktheid."
Aan elke gebeurtenis in de natuur we
ten de Portugezen een poëtische om
schrijving te verbinden.
De arbeiders hebben nu de dikste
takken onder handen genomen
steeds kaler wordt de boom. Het is
aardig de mannen een tijdje aan het
werk te zien; zij zijn op een bijna kin
derlijke manier hun bekwaamheid aan
't demonstreren. In het schaftuurtje
moeten Antonio en ik de rode wijn
proeven, waarmee zij hun prakje naar
binnen werken. Dan krijg ik tevens de
volle maat van Antonio's kennis en ik
zou hem gruwelijk beledigen als ik niet
ijverig alles noteer.
De grote Portugese kurkeiken hebben
door de eeuwen heen hoog in aanzien
gestaan. Roofbouw op deze bomen is
vanaf de dertiende eeuw, onder het be
wind van koning Dinis, streng verbo
den de Portugezen weten dus zo
langzamerhand wel hoe zij met deze
cultuur de beste resultaten kunnen be
reiken. Door de jaren heen is uiteraard
ook veel studie van het onderwerp ge
maakt en heden ten dage worde de in
standhouding van de bomen en de op
de toekomst gerichte exploitatiemetho
den beheerst door een uitgebreide wet
geving. Het economisch belang hiervan
springt duidelijk in het oog, wanneer
men weet dat meer dan twintigduizend
arbeiders opererend in ongeveer vijf
honderd grotere of kleinere fabrieken
in de kurkindustrie hun brood verdie
nen. En een zesde deel van de Portu
gese uitvoer bestaat uit kurk of kurk-
prpdukten.
De zorg van het speciaal hiervoor in
het leven geroepen instituut begint in
de uitgestrekte eikebossen, waar de bo
men onder voortdurend toezicht staan.
De eerste levensjaren van een boom
zijn even belangrijk als die van een
kind. Als in de jeugd zekere aanwijzin
gen op een gezonde ontwikkeling wij
zen, zal de boom gedurende een lange
periode produktief blijven en kurk-
strips van hoge kwaliteit leveren.
In Portugal wordt een kurkeik nooit
voor zijn vijfentwintigste jaar gepeld.
Dan nog is de eerste bast van een in
ferieure hoedanigheid en wordt daar
om maar tot kurkzaagsel vermalen. De
boom krijgt rustig de tijd om tot volle
wasdom te komen en tien jaar latei-
wordt hij voor de tweede maal ge
schild. De kwaliteit van het produkt is
dan al aanmerkelijk beter, maar eerste
soort is het nog altijd niet. Eerst op
een leeftijd van tegen de vijftig jaar
brengt de boom een kurk voort, die
voor de fijnste doeleinden kan worden
gebruikt. Vervolgens wordt hij elke ne
gen of tien jaar gepeld. De bast wordt
met de uiterste omzichtigheid naar de
fabrieken getransporteerd en daar op
ontelbare wijzen verwerkt. Stokoud,
tussen de leeftijd van honderdtwintig
tot honderdveertig jaar, laat de boom
zich voor de laatste maal behandelen.
Daarna wordt hij met rust gelaten tot
zijn (zachte) dood. De regelmatige ont
vellingen hebben zijn krachten lang
voor zijn tijd uitgeput, dat kan niet
worden ontkend. Maar hij kan sterven
in het bewustzijn, dat Portugal voor
een deel op hem heeft gedreven.
Antonio weet de levensgeschiedenis
van de kurkeik op een dramatische ma
nier te brengen. Hij spreekt over de
boom als over een levend en denkend
wezen, zodat ik geneigd ben de mij
omringende reuzen met dezelfde eerbied
als hij te beschouwen.
„We hebben nog veel meer nut van
ze," zegt hij. „In de herfst worden
grote kudden varkens onder de bomen
gedreven; zij voeden zich dan met de
eikels. Portugal heeft dan ook," voegt
hij er bescheiden aan toe, „de beste
ham van de wereld".
Waar heb ik dat eerder gehoord? In
Ronda, het Zuid-Spaanse bergstadje,
maar daar gedijen de varkens zo goed
door gewone eikels. Portugezen, die
hun geboortegrond „o mais bonito do
mundo" (het mooiste van de wereld)
vinden, gebruiken deze overtreffende
trap graag voor alles wat op hun land
betrekking heeft of ermee samenhangt.
Het is een hebbelijkheidje, dat. men de
ze beminnelijke mensen overigens on
middellijk vergeeft.
Als zij de term „het beste" op hun
kurk toepassen, overdrijven zij zeer
beslist niet. Door de zorgzame cultuur
en de grote ervaring bij het bewerken
staan de Portugese produkten alom als
nummer één geklasseerd. Om eens een
voorbeeld te noemen: voor de flessen
van de betere wijnsoorten en zeker
voor de grote Champagnemerken wor
den altijd kurken uit Portugal ge
bruikt.
Nadruk verboden
In september gaat Donald Campbell op de Bonneville Zoutvlakte in Utah pro
beren om de snelheid van achthonderd km per uur te overschrijden met een
motorvoertuig op vier wielen. Het huidige record staat op naam van wijlen John
Cobb met een snelheid van zeshonderddertig kilometer per uur. Donald Campbell
heeft het absolute wereldrecord te water op zijn naam slaan en hij heeft dit record
in de afgelopen vijf jaren al zes keer verbeterd. In november 1955 opperde Donald
Campbell voor de eerste maal het idee om ook het wereldrecord te land te ver
beteren.
Achter het snelheidsmonster waarmee Campbell de recordpoging gaat onder
nemen staan vijf jaren van experimenten, duizenden proefuren en vijfduizend
tekeningen. In totaal zal het hele project meer dan één miljoen man-uren kosten.
Het windtunnelmodel van de Blue Bird recordivagen met Donald Campbell.
In januari maakten de gebroeders Norris, die ook de Bluebird raceboot ontvnerpen,
de eerste tekeningen voor een vierwielig voertuig, dat bestemd was om de acht
honderd kilometer per uur te overschrijden. Campbell koos als krachtbron de
Bristol Siddeley gasturbine. De grondslag voor de hele opzet wordt gevormd door
de regels van de Internationale Automobiel Federatie, die onder meer verlangden:
Een voertuig met eigen krachtbron op tenminste vier wielen, altijd in contact
met de grond, bestuurbaar door middel van twee verstelbare wielen en aangedre
ven door tenminste twee wielen. Deze regel sluit het gebruik van straalaandrijving
of raketmotoren uit, want er moet een verbinding tussen motor en wielen aan
wezig zijn. De nieuwe Bleubird heeft een remsysteem dat bestaat uit twee trappen,
een luchtrem (als de remklappen van een vliegtuig) om de snelheid van het
maximum terug te brengen tot zevenhonderd kilometer per uur en schijfremmen
om tot stilstand te komen. De schijfremmen zijn bestand tegen een temperatuur
van achthonderd graden Celsius, zoals op de proefbank is bewezen. Twee brand
stoftanks voor elk honderdvijfentwintig liter inhoud bevinden zich links en rechts
voor de achterwielen.
De aangezogen lucht v)ord,t in een meertrapsturbine samengeperst en in een serie
verbrandingskamers gevoerd. In elke verbrandingskamer wordt brandstof inge
spoten. De kracht wordt bij alle snelheden soepel overgebracht, zonder gebruik
making van een koppeling. De wagen wordt gestart met geblokkeerde wielen en
bij een bepaalde compressorsnelheid losgelaten, waardoor de wagen snel en regel
matig accelereert. Men kan geen vol gas geven beneden de driehonderd kilometer
per uur omdat de wielen anders door zouden slaan.
Vele automobilisten gaan, voordat zij een inhaalmanoeuvre wagen, veel te dicht
achter hun voorganger rijden, zodat het gevaar niet denkbeeldig is, dat bij het
opduiken van een onverwacht obstakel de achterste wagen door onverwacht
remmen van de voorganger op deze laatste inrijdt.
In ons Wegenverkeersreglement staat niet precies aangegeven, hoevéél afstand
wij tot onze voorman moeten bewaren. Wel is bepaald, dat „bestuurders van
motorrijtuigen verplicht zijn hun snelheid zodanig te regelen, dat zij steeds het
motorrijtuig tot stilstand kunnen brengen binnen de afstand, waarover zij de weg
vóór het motorrijtuig kunnen overzien en waarover deze vrij is". Een nogal vage
bepaling dus. De Amerikaanse staat New York heeft echter wel een verkeers-
voorschrift, dat concreet de minimum-afstanden tot de voorman bepaalt. Als regel
geldt, dat deze afstand een wagenlengte voor iedere 10 mijl (ongeveer zestien kilo
meter) snelheid per uur moet bedragen.
Stellen we de lengte van de auto op vijf meter (de meeste Amerikaanse wagens
zijn echter langer), dan komen we tot de volgende afstanden:
16 km per uur 5 m
32 km per uur 10 m
48 km per uur 15 m
64 km per uur 20 m
80 km per uur
96 km per uur
112 km per uur
128 km per uur
25 m
30 m
35 m
40 m
Als maatstaf kunnen deze getallen misschien enig houvast bieden, maar hoe
men overtredingen van dit voorschrift ooit precies zal kunen vaststellen, is een
puzzel, waarvan we de oplossing gaarne aan de mannen van de wet in New York
overlaten.
De wet kent geen aparte regel voor de verhuur van auto's. De rechten en ver
plichtingen van verhuurder en huurder worden in een huurcontract geregeld en
het antwoord op een eventuele schuldvraag zal dus in de eerste plaats in het huur
contract gezocht moeten worden.
Kan een huurder nu aansprakelijk gesteld worden voor de schade, die ontstaat
uit bijvoorbeeld een lege accu een lekke radiator of het verlies van een wieldop.
Vooropgesteld wordt dat men van de huurder niet kan verwachten dat hij tegelijk
monteur is en de auto inwendig aan een grondige inspectie onderwerpt alvorens
tot huren over te gaan. De huurder dient echter wel goed te beseffen, dat hij een
waardevol object onder zijn beheer heeft. Men mag dan ook van hem verwachten
dat hij veel zorg aan de gehuurde wagen besteedt, en deze als zijn eigendom
behandelt.
Het is dikwijls heel moeilijk na te gaan wat de oorzaak van de schade is geweest.
De huurder kan verkeerd geschakeld hebben, geen olie hebben ververst of de
verkeerde olie hebben gebruikt.
Het contract kan dan ook het risico voor rekening van de huurder laten komen,
tenzij mocht blijken, dat het gebrek gelegen is aan het voertuig zelf, in welk geval
de verhuurder bereid is de kosten op zich te nemen. Zo'n clausule laat de bewijs
last op de huurder rusten. Bedoeld bewijs is dikwijls moeilijk te leveren. Soms
heeft de huurder in het contract verklaard de auto in goede staat te hebben ont
vangen. Doch hiermede behoeft de verhuurder niet altijd geheel vrij uit te gaan.
Het is de vraag, of de rechter deze verklaring in zijn volle omvang zal laten gelden.
Het is mogelijk, dat de rechter de verklaring niet van toepassing zal achten op
gebreken, welke de huurder, noch bij goed bekijken van de auto, noch direct bij
het rijden, heeft kunnen constateren.
Als de verhuurder een monteur moet zenden om zijn in het buitenland veronge
lukte en achtergelaten auto te repareren en op te halen, zal hy alle daaraan ver
bonden kosten op de huurder kunnen verhalen. Ook voor de bedrijfsschade, welke
de autoverhuurder lijdt, omdat hij zijn auto in de reparatiettjd niet aan een vol
gende klant kan verhuren, is de huurder aansprakelijk. Zo stelde de kantonrechter
te Rotterdam bedoelde bedrijfsschade vast op 25 voor elke dag, dat de autover
huurder zijn auto in de reparatietijd moest missen. Met het oog op dit grote risico
zal de huurder verstandig doen slechts een auto te huren, die all-risks verzekerd is.
Wat de borgstorting betreft, die zal de huurder altijd verliezen, wanneer hij door
een aanrijding schade aan de auto heeft toegebracht, ook al is deze all-risks ver
zekerd. By een all-risks-verzekering blijft de eerste schade tot een bedrag van
I 100, soms 150, voor rekening van de verzekerde. De autoverhuurder hevelt
dit zogenaamde eigen risico over naar de huurder door hem een borgsom te laten
storten.