WEG EN WIEL De kurkeik bloost van schaamte ROME-REFORMATIE Evacuatie uit Leopoldstad in versneld tempo voortgezet V: Kerkelijk Leven Echtpaar uit Castricum vertrokken naar zieke zoon in N.-Zeeland Bloembollenkwekers hebben het druk MEER DAN 800 KILOMETER PER UUR BEWAAR AFSTAND! Rechten en plichten van de autohuurder DONDERDAG 14 JULI 1960 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT Walviscommissie doet beroep op Nederland en Noorwegen Evacuatietempo wordt tot het uiterste opgevoerd: één Boeing 707 nam 230 passagiers mee Zuidmoluks telegram aan Tsjombe van Katanga In de Volkshogeschool „Allardsoog" te Bakkeveen heeft de Nederlandse Katho lieke Arbeiders Beweging (KAB) een kaderbijeenkomst belegd, die geheel gewijd was aan de verhouding tussen roomse en reformatorische christenen in een demo cratische samenleving. De bisschop van Groningen gaf door zijn aanwezigheid blijk van zijn belangstelling. In een rede legde hij er de nadruk op, dat de rooms-katho- lieken open moeten staan voor de waarden die ook in andere kerken leven. Op deze KAB-studiedagen hield pater dr. A, Fiolet van de paters Franciscanen in Drachten en bekend door zijn proefschrift over de onkerkelijkheid in Friesland, twee inleidingen. Pater Fiolet stelde onder an dere, dat de huidige verdeeldheid der christenheid een zonde voor God is en dat de massale ontkerstening mede een gevolg is van deze verdeeldheid. Hij zei verder, dat de rooms-katholieken de Reformatie ook als een tekort van eigen fouten moeten leren zien. Eeuwenlang is men deze waar heid uit de weg gegaan en heeft men de schuld van de Reformatie geheel aan de hervormers geweten. Hij was verder van oordeel, dat de rooms-katholiek in het ge sprek met de protestanten er geen twijfel aan mag laten bestaan, dat hij het herstel van de ware eenheid alleen kan zien in een terugkeer naar de kerk van Rome, de moederkerk. Maar dit kan, volgens hem, niet een terugkeer zijn naar de katholieke kerk in haar huidige contra-reformatori sche gestalte. De katholieke christen zal in zijn geloofsbeleving nog veel moeten leren van zijn mede-christenen uit de Re formatie, aldus pater Fiolet. De Wereldraad Pater Gregory Baum, een rooms-katho- lieke docent, in de theologie uit Canada, heeft verklaard, dat de „katholieken dank verschuldigd zijn aan de Wereldraad van Kerken" wegens zijn open en onbevoor oordeelde houding tegenover de rooms- katholieke leer. Hij deed dat in het te New York verschijnende en door r.-lc. leken uitgegeven weekblad Commonweal. „Nog nooit zijn er zoveel protestanten geweest met de oprechte wens de leer regels van de katholieke kerk te bestu deren, overgeleverde vooroordelen te laten varen en de katholieke kerk te begrijpen zoals zij gezien wordt door haar eigen leden," aldus het artikel. „Dit betekent niet dat deze mensen ka tholiek willen worden," schrijft pater Baum, die faculteitslid is van de St. Basil's Seminary te Toronto", maar zij verlangen de katholieke visie van het christen-zijn zo goed te bevatten als dit maar voor een outsider mogelijk is." Tenslotte keert pater Baum zich tegen de laatdunkendheid van sommige zijner geloofsgenoten tegenover de Wereldraad van Kerken en herinnert hij aan de woor den van paus Pius XII, die in 1950 ver klaarde, dat de oecumenische beweging ten dele is voortgekomen uit de inspiratie van de Heilige Geest. In de documenten en rapporten van de Wereldraad, aldus de Canadese theoloog, vinden de grote thema's van de christelijke traditie hun neerslag, te weten: de onvervalste dogma's van de Drie-eenheid, van de eenheid van Christus in twee naturen, van de zondeval en de verlossing in Christus en van de vernieu wing van de christen door de genade in de verwachting van de komende heerlijkheid. Het rooms-katholieke periodiek „Catho- lica", dat in Denemarken verschijnt, heeft dezer dagen een interessant artikel gepu bliceerd, dat handelt over de verdere ontwikkeling van het dogma der onfeil baarheid van de paus en de belangrijke samenhang daarvan met de eenheid dei- christenen. Het artikel laat er geen twijfel over bestaan dat de rooms-katholieke kerk niet één van haar eenmaal gedefinieerde ge loofswaarheden kan laten varen, het dog ma van de pauselijke onfeilbaarheid inbe grepen. Maar zoals het formuleren van de dogma's het resultaat is van een dogma tische ontwikkeling, zo zijn ze ook onder worpen aan een verdere ontwikkeling, waardoor ze in een nieuw en onverwacht licht kunnen worden geplaatst. Het artikel vervolgt dan aldus: „De leer van het Vaticaanse Concilie be treffende de onfeilbaarheid van de paus moet natuurlijk van kracht blijven gelijk tot nu toe het geval was. De mogelijkheid is echter niet uitgesloten dat een nieuw Concilie de theologie een stap verder zou brengen in het verstaan van het organisch verband tussen het leraarsambt en de ge hele structuur van de kerk, van de be- Woensdagmiddag is de 60-jarige tuinder H. G. Braakenhoff met zijn 57-jarige vrouw aan een trieste reis naar hun ster vende zoon in Nieuw-Zeeland begonnen. Het echtpaar vertrok met een toestel van de BEA naar Londen. Daar hadden twee passagiers van het lijnvliegtuig van de BOAC, dat 's avonds naar Sydney vertrok, hun plaats aan de ouders afgestaan. Het toestel was namelijk geheel volgeboekt. Vrijdagmiddag wordt het omstreeks vier uur in Sydney verwacht en de volgende ochtend zullen de heer en mevrouw Braa kenhoff per vliegtuig doorreizen naar Oakland op Nieuw-Zeeland. Hun 27-jarige zoon emigreerde zeven maanden geleden naar Nieuw-Zeeland. In de lente liet hij zijn verloofde, mejuffrouw Gerda Bleeker uit Heemskerk overkomen. Zij trouwden op 11 juni. Vrijwel terstond na zijn huwelijk werd de heer Braakenhoff ziek. Pas een week geleden kregen zijn ouders in Castricum bericht dat hij in een ziekenhuis was op genomen. Korte tijd later vernamen zij dat hun zoon aan een bloedziekte leed en dat de doktoren hem hadden opgegeven. Zowel in Nieuw-Zeeland als in Neder land werd gepoogd gelden bijeen te bren gen om de zieke met zijn jonge vrouw nog tijdig naar Nederland te laten terugkeren. Maar toen dit binnen enkele dagen vrijwel geregeld was, bleek zijn toestand zodanig verslechterd te zijn, dat hij de reis niet meer kon maken. Daarop sloegen verschillende particu lieren en instellingen, waaronder de stich ting „Wij komen", de handen ineen en boekten passage voor de ouders naar Nieuw-Zeeland. trekking tussen ambtsdragers en leken in de kerk, van de verhouding van de paus tot de bisschoppen, van het onderscheid en de gelijkenis tussen het gewone leer gezag der kerk en de buitengewone auto riteit der bepalingen van een paus of der besluiten van een gewoon algemeen con cilie van de Kerk. Indien zulk een ont wikkeling en verdere beraadslagingen over de onvolledige leerstellingen van het Vati caans Concilie zouden plaats vinden, dan zou dat een verdere ontwikkeling kunnen betekenen (of tenminste een nieuw per spectief) ten opzichte van de leer betref fende de paus en zijn autoriteit. Dit alles zou heel goed tot resultaat kunnen heb ben, dat er een uitzicht ontstaat dat mis schien eerder verzoenend zou blijken dan afstotend voor andere confessies. In dit op zicht is het niet uitgesloten dat het ko mend Concilie, ook uit louter theologisch cilie van de kerk. Indien zulk een ont- rooms-katholieke kerk voor de eenheid onder de christenen zal gaan betekenen." Aldus het Deense r.-k. blad „Catholica". Op de vergadering van de Internationa le Walvis Commissie in Londen heeft men een resolutie aangenomen, waarin Noor wegen en Nederland wordt verzocht weer deel te gaan nemen aan de besprekingen, en zou dan een regeling kunnen treffen voor een verdeling van de totale vangst en de introductie van een internationaal controle-systeem. Om dit beroep te ondersteunen heeft de commissie met 7 tegen 2 stemmen met vier onthoudingen besloten om geduren de de seizoenen 19601961 en 1961 1962 de limieten voor de vangst van blauwe walvissen in de Zuidelijke IJszee op te schorten. Het is de bedoeling, dat als Noorwegen en Nederland niet toetreden, deze op schorting ongedaan te maken. Men besloot om de periode gedurende welke men blauwe walvissen mag vangen, te bekorten. Het seizoen begint nu op 14 februari in plaats van op 1 februari en het zal eindigen op de normale datum,7 april. Wat de kwestie van het menselijk doden van walvissen betreft, heeft men tot nu toe geen bewijzen gevonden, dat het elektrisch doden van walvissen zachter is dan de tegenwoordige methode met de explo sieve harpoen. (Vervolg van pagina 1) Belgische commandotroepen hebben woensdag bijna zonder slag of stoot de Europese wijk van Leopoldstad en het vliegveld Dnjili bezet. Enkele uren, nadat de Kongolese minister van Voorlichting op een opgewonden vergadering van het Kongolese parlement had uitgeroepen: „België heeft ons de oorlog verklaard", stonden in Leopoldstad honderden Euro peanen verbaasd te kijken naar het onge wone schouwspel, dat gemengde Belgisch- Kongolese patrouilles in jeeps door de straten reden. Wat eerst dreigde te leiden tot bloedige botsingen, eindigde althans voorlopig in een verbroedering. Deze verbroedering gold echter niet de Kongolese regering. President Kasavoeboe en minister-president Loemoemba noem den het optreden van Belgische troepen een „kolonialistische provocatie" en een „imperialistische samenzwering" tegen de republiek. Een verslaggever van de Franse radio liet woensdagmiddag in een uitzending uit Leopoldstad de dolle vreugde horen van de Europese inwoners van de Kongolese hoofdstad, toen de Belgische commando troepen de Albertboulevard opreden. Bo ven alle toejuichingen uit klonk het „Leve het Belgische leger". Uittocht hervat Ondanks de vreugde haastten talloze Europese gezinnen zich naar de heropende veerdienst naar Brazziville, de bezittingen in een enkele koffer bijeengepakt, en kwam de repatriëring per vliegtuig van het door de Belgische troepen bezette Ndjili weer op volle gang. Geschat wordt, dat de afgelopen 24 uur ongeveer 2.500 vluchtelingen uit Leopold stad en Brazzaville per vliegtuig naar Brussel zijn overgebracht. Hoewel offi ciële gegevens nog niet beschikbaar zijn wordt aangenomen, dat meer dan twintig duizend van de oorspronkelijke tachtigdui- Kongo zijn gevlucht. Vele duizeinden van hen hebben een toevlucht gezocht in de nabuurlanden van Kongo. De massale aan komst van blanken in deze Afrikaanse ge bieden is aanleiding geweest voor diplo matieke stappen bij de Belgische regering. Gevreesd wordt, dat het zien van de dui zenden Europese vluchtelingen politieke gevolgen zal hebben onder de Afrikaanse bevolking in de omgeving van Kongo. Met name zou bij de Belgische regering zijn aangedrongen op bespoediging van de eva cuatie uit Brazzaville en Kenya. Niet alleen de evacuatie naar buiten Kongo waarbij een „Boeing 707" straal- verkeersvliegtuig van de Sabena woensdag een record vestigde door in één vlucht 230 vrouwen en kinderen te vervoeren maar ook uit de bedreigde plaatsen in de repu bliek zelf duurt voort. In Thysstad werd opnieuw een aantal Belgische vrouwen en kinderen door de muiters vrijgelaten. Na onderweg twee keer te zijn beschoten slaagde het konvooi er in veilig Leopold stad te bereiken. Belgische parachutisten snelden in de Oostprovincie een 150 Euro peanen te hulp, die door Kongolese mili tairen Wjiren omsingeld. De enige uitzondering op het beeld van vluchtelingen en angst in Kongo maakte de provincie Katanga, waarvan minister president Moïse Tsjombe uitdrukkelijk het intrekken van de onafhankelijkheidsver klaring tegensprak. Aan de grens met Rho- desië bewoog zich weer een stroom van bepakte en beladen auto's met blanken, dit keer echter in omgekeerde richting. Naar de chef-staf van de Belgische strijdkrach ten, generaal Cumont, die dinsdag uit Brussel naar Kongo is vertrokken, in de Katangese hoofdstad Elisabethstad mede deelde is de toestand in het gehele gebied, met uitzondering van Jadotstad en omge ving, normaal en in handen van de Bel gische troepen. In Elisabethstad was van het Kongolese personeel verreweg het grootste deel weer aan het werk. Ook de De bloembollenkwekers in het Beverwijk se zijn nu iedere dag druk bezig met het rooien van de bloembollen na de cro- cussen, die al lang uit de grond zijn, kwamen de tulpen en hyacinten, waar men nu druk mee bezig is. Daarna zul len de narcissen gerooid worden en tot slot de irissen, voorzover het de hoofd soorten betreft, want ook het bijgoed moet per slot van rekening uit de grond ge haald worden. De rooitijd bezorgt de kwekers altijd bij zonder veel drukte, want men moet in korte tijd bergen werk verzetten. Hier geldt meer dan ooit dat er wel heel schaars personeel te krijgen is. Men ziet zienderogen de rooimachines op de akkers komen, maar daar moet men in het najaar met het planten al rekening mee houden: de bloembollen moe ten op lange regels geplant worden. Er zijn verschillende types rooimachines in omloop en er is veel discussie over voor- en nadelen. Het is als met alles wat nieuw is: in het begin staat men er sceptisch tegenover, maar volgend jaar zijn decritici misschien de eersten die zich voor een rooimachine opgeven, om de eenvoudige reden dat men met een steeds groter tekort aan personeel komt te zitten. Tot nu zijn de meeste rooimachines van mensen die deze machines verhuren. Ze moeten op net ogenblik overal tegelijk wezen en kun nen maar op één plaats tegelijk zijn. Men heeft dan ook al wachtlijsten met belang hebbenden. Deze week is de grote stroom van jon gens en meisjes los gekomen, die nu de vakanties zijn begonnen, de eerste kweken produktief willen maken. Velen konden aan de slag, maar het aanbod overtrof toch wel de vraag. Over het algemeen valt de bloembollen-oogst in de streek Ken- nemerland niet tegen, al lopen de menin gen nog wel uiteen over een goede of een minder goede oogst. De tulpen geven re delijke opbrengsten en men is meteen druk bezig deze te pellen, opdat deze bollen zo spoedig mogelijk naar de kopers of de veiling gezonden kunnen worden. De hya cinten zijn over het algemeen best, de oppervlakte in deze omgeving is overigens groot. Voor de overige gewassen moet men nog maar afwachten hoe de oogst zal uitvallen. Dr. J. P. Nikijuluw en ir. J. A. Manusama respectievelijk gevolmachtigde en minister van de afgekondigde republiek Zuid- Molukken, hebben een telegram gezonden aan premier Tsjombe van de Kongolese provincie Katanga. Hierin uitten zij gevoelens van warme sympathie voor het opkomen voor de rech ten van de mens tijdens het uitbreken van muiterij tegen de blanken in zijn land. Het telegram vervolgt: „Als Zuid-Molukkers, die tien jaar geleden hun republiek uit riepen om te voorkomen met Indonesië in het verderf te worden gestodt, begrijpen wij de proclamatie van de republiek Ka- tanga en zijn bereid alle mogelijke hulp te verschaffen". zend Europeanen de afgelopen dagen uit uraniumfabriek in Sjinkolobwe, het rijke uraniurngebied van Kongo, was weer in bedrijf. Bij gebrek aan Europese technici hadden missiepaters hier tijdelijk hun plaats ingenomen, evenals in de steen groeven van Kambove. De Belgische mili taire autoriteiten in Elisabethstad gaven de stellige verzekering, dat de installaties van de „Union Minière" de grote mijn- bouwmaatschappij zouden worden be veiligd. Elke kurk die u achteloos in de vuilnisbak gooit, draagt bij tot verhoging van de Portugese welvaart. Voor die kurk zal immers een andere in de plaats moeten komen en met die vervanging belast Portugal zich volgaarne. Eigenlijk zou ik moeten zeggen: één van elke twee kurken, want van de jaarlijkse wereldproduktie neemt Portugal nagenoeg de helft voor zijn rekening: rond 140.000 ton. Een enorme stapel, dat kunt u gerust van mij aannemen. Meer dan 50 °ln van het volume bestaat uit lucht, vandaar dat dit natuurprodukt zo licht (en zo veerkrachtig) is. Men zou ook kunnen zeggen en dan was men nog niet eens zo ver bezijden de waarheid: kurk is lucht, vastgehouden in miljoenen cellulose celletjes, die door het natuurlijk sap van de boom aan elkaar zijn geplakt. Momenteel zijn weer duizenden vakbekivame schillers bezig de kurkeiken van hun bast. te ontdoen. Zij iveten precies welke bomen aan de beurt zijn. Zonder nadere uitleg moet hel u al duidelijk zijn, dat dit volgens een vastomlijnd plan geschiedt. Ik ben blij de gloeiende zon van de provincie Alentejo te kunnen ontlopen onder een eerbiedwaardige eik. De gids Antonio, mij ter beschikking ge steld door de voorlichtingsdienst, komt uit deze streek en niemand beter dan hij zal mij in de wetenschap kun nen inwijden. Ik heb hem eerlijk verteld een vol slagen leek te zijn en alleen vaag te weten, dat de bast van een bepaalde eikesoort af en toe wordt gepeld en dat van deze schil op een mij onbekende manier kurken voor flessen worden ge maakt. Antonio, die dit beleefd glim lachend heeft aangehoord, geniet dus het voordeel met een niet door valse theoriën bedorven leerling te kunnen beginnen. Bij een boom is een groepje mannen aan het werk. Zij hebben diepe en lange kerven in de schors aangebracht: twee ringen om de boom heen op een afstand van enige meters van elkaar en twee verticale, aan beide zijden en van ring tot. ring lopend. Met een vaardig heid, die getuigt van jarenlange erva ring „de vader draagt de kunst aan de zoon over", zegt Antonio maken de mannen de bast los. Er blijft een schaamteloos naakte stam over. „Nu gaat het vocht, dat uit de boom is gevloeid, spoedig verkleuren," do ceert mijn gids, „en daardoor krijgt de stam een roodachtig uiterlijk. Wij zeg gen dan dat de kurkeik bloost om zijn naaktheid." Aan elke gebeurtenis in de natuur we ten de Portugezen een poëtische om schrijving te verbinden. De arbeiders hebben nu de dikste takken onder handen genomen steeds kaler wordt de boom. Het is aardig de mannen een tijdje aan het werk te zien; zij zijn op een bijna kin derlijke manier hun bekwaamheid aan 't demonstreren. In het schaftuurtje moeten Antonio en ik de rode wijn proeven, waarmee zij hun prakje naar binnen werken. Dan krijg ik tevens de volle maat van Antonio's kennis en ik zou hem gruwelijk beledigen als ik niet ijverig alles noteer. De grote Portugese kurkeiken hebben door de eeuwen heen hoog in aanzien gestaan. Roofbouw op deze bomen is vanaf de dertiende eeuw, onder het be wind van koning Dinis, streng verbo den de Portugezen weten dus zo langzamerhand wel hoe zij met deze cultuur de beste resultaten kunnen be reiken. Door de jaren heen is uiteraard ook veel studie van het onderwerp ge maakt en heden ten dage worde de in standhouding van de bomen en de op de toekomst gerichte exploitatiemetho den beheerst door een uitgebreide wet geving. Het economisch belang hiervan springt duidelijk in het oog, wanneer men weet dat meer dan twintigduizend arbeiders opererend in ongeveer vijf honderd grotere of kleinere fabrieken in de kurkindustrie hun brood verdie nen. En een zesde deel van de Portu gese uitvoer bestaat uit kurk of kurk- prpdukten. De zorg van het speciaal hiervoor in het leven geroepen instituut begint in de uitgestrekte eikebossen, waar de bo men onder voortdurend toezicht staan. De eerste levensjaren van een boom zijn even belangrijk als die van een kind. Als in de jeugd zekere aanwijzin gen op een gezonde ontwikkeling wij zen, zal de boom gedurende een lange periode produktief blijven en kurk- strips van hoge kwaliteit leveren. In Portugal wordt een kurkeik nooit voor zijn vijfentwintigste jaar gepeld. Dan nog is de eerste bast van een in ferieure hoedanigheid en wordt daar om maar tot kurkzaagsel vermalen. De boom krijgt rustig de tijd om tot volle wasdom te komen en tien jaar latei- wordt hij voor de tweede maal ge schild. De kwaliteit van het produkt is dan al aanmerkelijk beter, maar eerste soort is het nog altijd niet. Eerst op een leeftijd van tegen de vijftig jaar brengt de boom een kurk voort, die voor de fijnste doeleinden kan worden gebruikt. Vervolgens wordt hij elke ne gen of tien jaar gepeld. De bast wordt met de uiterste omzichtigheid naar de fabrieken getransporteerd en daar op ontelbare wijzen verwerkt. Stokoud, tussen de leeftijd van honderdtwintig tot honderdveertig jaar, laat de boom zich voor de laatste maal behandelen. Daarna wordt hij met rust gelaten tot zijn (zachte) dood. De regelmatige ont vellingen hebben zijn krachten lang voor zijn tijd uitgeput, dat kan niet worden ontkend. Maar hij kan sterven in het bewustzijn, dat Portugal voor een deel op hem heeft gedreven. Antonio weet de levensgeschiedenis van de kurkeik op een dramatische ma nier te brengen. Hij spreekt over de boom als over een levend en denkend wezen, zodat ik geneigd ben de mij omringende reuzen met dezelfde eerbied als hij te beschouwen. „We hebben nog veel meer nut van ze," zegt hij. „In de herfst worden grote kudden varkens onder de bomen gedreven; zij voeden zich dan met de eikels. Portugal heeft dan ook," voegt hij er bescheiden aan toe, „de beste ham van de wereld". Waar heb ik dat eerder gehoord? In Ronda, het Zuid-Spaanse bergstadje, maar daar gedijen de varkens zo goed door gewone eikels. Portugezen, die hun geboortegrond „o mais bonito do mundo" (het mooiste van de wereld) vinden, gebruiken deze overtreffende trap graag voor alles wat op hun land betrekking heeft of ermee samenhangt. Het is een hebbelijkheidje, dat. men de ze beminnelijke mensen overigens on middellijk vergeeft. Als zij de term „het beste" op hun kurk toepassen, overdrijven zij zeer beslist niet. Door de zorgzame cultuur en de grote ervaring bij het bewerken staan de Portugese produkten alom als nummer één geklasseerd. Om eens een voorbeeld te noemen: voor de flessen van de betere wijnsoorten en zeker voor de grote Champagnemerken wor den altijd kurken uit Portugal ge bruikt. Nadruk verboden In september gaat Donald Campbell op de Bonneville Zoutvlakte in Utah pro beren om de snelheid van achthonderd km per uur te overschrijden met een motorvoertuig op vier wielen. Het huidige record staat op naam van wijlen John Cobb met een snelheid van zeshonderddertig kilometer per uur. Donald Campbell heeft het absolute wereldrecord te water op zijn naam slaan en hij heeft dit record in de afgelopen vijf jaren al zes keer verbeterd. In november 1955 opperde Donald Campbell voor de eerste maal het idee om ook het wereldrecord te land te ver beteren. Achter het snelheidsmonster waarmee Campbell de recordpoging gaat onder nemen staan vijf jaren van experimenten, duizenden proefuren en vijfduizend tekeningen. In totaal zal het hele project meer dan één miljoen man-uren kosten. Het windtunnelmodel van de Blue Bird recordivagen met Donald Campbell. In januari maakten de gebroeders Norris, die ook de Bluebird raceboot ontvnerpen, de eerste tekeningen voor een vierwielig voertuig, dat bestemd was om de acht honderd kilometer per uur te overschrijden. Campbell koos als krachtbron de Bristol Siddeley gasturbine. De grondslag voor de hele opzet wordt gevormd door de regels van de Internationale Automobiel Federatie, die onder meer verlangden: Een voertuig met eigen krachtbron op tenminste vier wielen, altijd in contact met de grond, bestuurbaar door middel van twee verstelbare wielen en aangedre ven door tenminste twee wielen. Deze regel sluit het gebruik van straalaandrijving of raketmotoren uit, want er moet een verbinding tussen motor en wielen aan wezig zijn. De nieuwe Bleubird heeft een remsysteem dat bestaat uit twee trappen, een luchtrem (als de remklappen van een vliegtuig) om de snelheid van het maximum terug te brengen tot zevenhonderd kilometer per uur en schijfremmen om tot stilstand te komen. De schijfremmen zijn bestand tegen een temperatuur van achthonderd graden Celsius, zoals op de proefbank is bewezen. Twee brand stoftanks voor elk honderdvijfentwintig liter inhoud bevinden zich links en rechts voor de achterwielen. De aangezogen lucht v)ord,t in een meertrapsturbine samengeperst en in een serie verbrandingskamers gevoerd. In elke verbrandingskamer wordt brandstof inge spoten. De kracht wordt bij alle snelheden soepel overgebracht, zonder gebruik making van een koppeling. De wagen wordt gestart met geblokkeerde wielen en bij een bepaalde compressorsnelheid losgelaten, waardoor de wagen snel en regel matig accelereert. Men kan geen vol gas geven beneden de driehonderd kilometer per uur omdat de wielen anders door zouden slaan. Vele automobilisten gaan, voordat zij een inhaalmanoeuvre wagen, veel te dicht achter hun voorganger rijden, zodat het gevaar niet denkbeeldig is, dat bij het opduiken van een onverwacht obstakel de achterste wagen door onverwacht remmen van de voorganger op deze laatste inrijdt. In ons Wegenverkeersreglement staat niet precies aangegeven, hoevéél afstand wij tot onze voorman moeten bewaren. Wel is bepaald, dat „bestuurders van motorrijtuigen verplicht zijn hun snelheid zodanig te regelen, dat zij steeds het motorrijtuig tot stilstand kunnen brengen binnen de afstand, waarover zij de weg vóór het motorrijtuig kunnen overzien en waarover deze vrij is". Een nogal vage bepaling dus. De Amerikaanse staat New York heeft echter wel een verkeers- voorschrift, dat concreet de minimum-afstanden tot de voorman bepaalt. Als regel geldt, dat deze afstand een wagenlengte voor iedere 10 mijl (ongeveer zestien kilo meter) snelheid per uur moet bedragen. Stellen we de lengte van de auto op vijf meter (de meeste Amerikaanse wagens zijn echter langer), dan komen we tot de volgende afstanden: 16 km per uur 5 m 32 km per uur 10 m 48 km per uur 15 m 64 km per uur 20 m 80 km per uur 96 km per uur 112 km per uur 128 km per uur 25 m 30 m 35 m 40 m Als maatstaf kunnen deze getallen misschien enig houvast bieden, maar hoe men overtredingen van dit voorschrift ooit precies zal kunen vaststellen, is een puzzel, waarvan we de oplossing gaarne aan de mannen van de wet in New York overlaten. De wet kent geen aparte regel voor de verhuur van auto's. De rechten en ver plichtingen van verhuurder en huurder worden in een huurcontract geregeld en het antwoord op een eventuele schuldvraag zal dus in de eerste plaats in het huur contract gezocht moeten worden. Kan een huurder nu aansprakelijk gesteld worden voor de schade, die ontstaat uit bijvoorbeeld een lege accu een lekke radiator of het verlies van een wieldop. Vooropgesteld wordt dat men van de huurder niet kan verwachten dat hij tegelijk monteur is en de auto inwendig aan een grondige inspectie onderwerpt alvorens tot huren over te gaan. De huurder dient echter wel goed te beseffen, dat hij een waardevol object onder zijn beheer heeft. Men mag dan ook van hem verwachten dat hij veel zorg aan de gehuurde wagen besteedt, en deze als zijn eigendom behandelt. Het is dikwijls heel moeilijk na te gaan wat de oorzaak van de schade is geweest. De huurder kan verkeerd geschakeld hebben, geen olie hebben ververst of de verkeerde olie hebben gebruikt. Het contract kan dan ook het risico voor rekening van de huurder laten komen, tenzij mocht blijken, dat het gebrek gelegen is aan het voertuig zelf, in welk geval de verhuurder bereid is de kosten op zich te nemen. Zo'n clausule laat de bewijs last op de huurder rusten. Bedoeld bewijs is dikwijls moeilijk te leveren. Soms heeft de huurder in het contract verklaard de auto in goede staat te hebben ont vangen. Doch hiermede behoeft de verhuurder niet altijd geheel vrij uit te gaan. Het is de vraag, of de rechter deze verklaring in zijn volle omvang zal laten gelden. Het is mogelijk, dat de rechter de verklaring niet van toepassing zal achten op gebreken, welke de huurder, noch bij goed bekijken van de auto, noch direct bij het rijden, heeft kunnen constateren. Als de verhuurder een monteur moet zenden om zijn in het buitenland veronge lukte en achtergelaten auto te repareren en op te halen, zal hy alle daaraan ver bonden kosten op de huurder kunnen verhalen. Ook voor de bedrijfsschade, welke de autoverhuurder lijdt, omdat hij zijn auto in de reparatiettjd niet aan een vol gende klant kan verhuren, is de huurder aansprakelijk. Zo stelde de kantonrechter te Rotterdam bedoelde bedrijfsschade vast op 25 voor elke dag, dat de autover huurder zijn auto in de reparatietijd moest missen. Met het oog op dit grote risico zal de huurder verstandig doen slechts een auto te huren, die all-risks verzekerd is. Wat de borgstorting betreft, die zal de huurder altijd verliezen, wanneer hij door een aanrijding schade aan de auto heeft toegebracht, ook al is deze all-risks ver zekerd. By een all-risks-verzekering blijft de eerste schade tot een bedrag van I 100, soms 150, voor rekening van de verzekerde. De autoverhuurder hevelt dit zogenaamde eigen risico over naar de huurder door hem een borgsom te laten storten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 7