UITSTAPJE IN VILLEFRANCHE
wi
op banta
PANDA EN DE JACHT OP DE MILJOENENHOED
Draagbare radio's als
openbaar euvel
DE REIS VAN KOEN EN LINNIE
HrS
{ELil öf bFrlpfopn tijil
DINSDAG 9 AUGUSTUS 1960
7
De radio geeft woensdag
T elevisieprogramma
Giechelend televisie-
spook in Engeland
„Claudia en haar gezin 9
voor televisie
Nederlander coördineert
Olympische Eurovisie
Kerkelijk Nieuws
19 c*
Charles
Exbrayat
r~
Gaat u met vakantie
4. Het lukte Joris om Palmer aan het
praten ie krijgen over geldverkwisting op
kermissen, maar hoe slim hij daarbij ook
viste, hij kreeg geen woord los over het
geheim van de miljoenenhoed. Juist wilde
hij de zaak eens op een andere manier
aanpakken, door te gaan speuren wat Pan
da uitvoerde, toen deze opgewonden kwam
aansnellen. Meneer Palmer!" riep Pan
da „een meneer heeft de hoed gewonnen!
Een dikke meneer. Kom mee! Gauw! Hij
weet nog niet dat.Hij brak af toen
hij Joris in de gaten kreeg. „Oei!" dacht
hij, „Die Joris komt wel heel ongelegen!
Als hij merkt, dat we achter een miljoe
nenhoed aanzitten, wordt het helemaal
moeilijk". Maar Joris had al genoeg op
gevangen om weer een stapje verder te
zijn. „Dils de hoed was als prijs in de
schiettent verzeild", dacht hij, „en nu is
hij gewonnen door een gezet persoon, die
blijkbaar nog niet weet hoe kostbaar zijn
prijs is. Thans is het zaak te zoeten te
komen, wie deze dikzak is". Hij sprong op
en drukte Panda uitbundig de hand. „Ei,
ei!" riep hij, „wat een verrassing om
mijn kleine vriendje weer eens te ont
moeten. Hoe vaart ge, manneke?" „Goed,
goed", zei Panda, een blik over zijn schou
der werpend, „leuk je te zien, maar ik
moet nu weer weg. Meneer Palmer en ik
znoeten.eh.we hebben haast". „Wel
aan, dan begeleid ik u een eindweegs"
zei Joris gul. „Het wandelen is zoveel aan
genamer onder gezellig gekout". Maar
Panda vond het helemaal niet leuk, dat
Joris met hen meeliep. En terwijl hij de
dikkerd op enige afstand volgde, dacht hij
na over een middel, Joris kwijt te raken
zonder diens argwaan te wekken
Het maken van muziek in treinen is ver
boden. De meeste reizigers zijn wel op de
hoogte met deze oude bepaling van de
Nederlandsche spoorwegen. Men is echter
geneigd te denken, dat dit verbod slechts
geldt voor het zelf-musiceren en dat het
bespelen van gitaren, accordeons en
mondharmonica's derhalve niet is toege
staan. Onder dit verbod valt echter ook
het bespelen „van een draagbare radio".
Het is niet zozeer het zelf-actief bezig zijn,
wat de spoorwegen willen verhinderen,
maar het de medereizigers overlast aan
doen. De laatste tijd wordt het namelijk
meer en meer gewoonte een draagbare
radio in de trein mee te nemen en de tijd
te korten met het luisteren naar het liefst
schelle muziek. Bepaald hinderlijk wordt
het wanneer in een rijtuig meer mensen
hun toestel aan hebben staan en dan ook
nog op verschillende stations hebben afge
stemd. De spoorwegen hebben geen nieuw
verbod gemaakt. De conducteurs hebben
instructie gekregen er nauwlettend op toe
te zien dat wordt gehandeld overeenkom
stig de oude bepaling.
Het euvel heeft ook de belangstelling
van de A.N.W.B. In de op ruime schaal
verspreide brochure „Kampeerders nu en
mox-gen" worden hieromtrent suggesties
gedaan. De meningen van de beheerders
van kampeerterreinen zijn verdeeld. Een
categorie is er voor helemaal geen mu
ziek door middel van radio's en grammo
foons toe te staan. Anderen weer menen,
dat muziek, zacht en niet hinderlijk, toe
gestaan kan worden. Dan is er nog een
groep, die van mening is, dat het onmoge
lijk is, buurmans radio niet te horen. Deze
beheerders zeggen dan ook, dat er niet
ingegrepen moet worden. Zij,.die last van
radio's of grammofoons ondervinden, zul
len dan wel vertrekken. De A.N.W.B.
hoopt evenwel en doet ook de suggestie,
dat de eerste opvatting, namelijk geen
muziek van radio's en grammofoons,
toegepast zal worden op de kampeer
terreinen.
Volgens enkele artikelen van de Alge
mene Politieverordening is het verboden
om in de Haagse trams draagbare radio's
te laten spelen. Het is verboden door mid
del van een toestel, bestemd tot het hoor
baar maken van muziek of de menselijke
stem, hetzij in de buitenlucht, hetzij in
een afgesloten ruimte voor de omgeving
hinderlijk geluid te maken. In de wet
Autovervoer Personen is wat betreft het
maken van muziek in autobussen door
enige artikelen voorzien.
HILVERSUM I. 402 m. 7.00 VARA. 10.00 VPRO.
10.20 VARA. 10.30 VPRO. 20.00—24.00 VARA.
VARA: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymn. 7.23 Gram. 8.00
Nieuws. 8.18 Gram. 8.30 Voor de kinderen. 8.55
Voor de vrouw. 0.00 Gymn. voor de vrouw. 0.10
Gram. VPRO: 10.00 Moderne theologie, lezing.
VARA: 10.20 Gram. 10.35 Gram. 11.00 Lichte muz.
11.25 Cabaret. 12.00 Orgelspel. 12.30 Land-en tuin-
bouwmcded. 12.33 Voor het platteland, lezing.
12.38 Gram. 13.00 Nieuws. 13.15 Promenade-ork.
13.45 De wereld wil bedrogen zijn, lezing. 14.00
Gram. 14.20 Kamerorkest en koor. 15.00 Voor de
kinderen. 10.15 Gram. 17.00 Versierde vakantie-
tips. 17.50 Regeringsuitz.: Emigratierubriek. Het
emigratiepraatje van H. A. v. Luyk. 18.00 Nieuws
en comm. 18.20 Gram. 18.30 Lichte muziek. 19.00
Voor de kinderen. 19.10 Lichte muz. VPRO: 19.30
Voor de jeugd. VARA: 20.00 Nieuws. 20.05 Lichte
muz. 20.40 Désiré Bisquet, gangster tegen wil en
dank, detectiveparodie. 21.40 Lichte muziek. 21.55
Voordr. en muziek. 22.20 Act. 22.30 Nieuws. 22.40
Heiland Festival 1960: Wozzeck, opera. 23.55—24.00
Nieuws.
HILVERSUM II. 298 m. 7.0(1—24.00 NCRV.
NCRV: 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.30 Een woord
voor de dag. 7.40 Gewijde muz. 8.00 Nieuws. 8.15
Radiokrant. 8.35 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.30
Gram. 9.40 Voor de vrouw. 10.15 Gram. 10.30 Mor
gendienst. 11.00 Gram. 11.30 Gram. 12.00 Piano
recital. 12.30 Land- en t.uinb.meded. 12.33 Gram.
12.53 Gram. en act. 13.00 Nieuws. 13.15 Met PIT
op pad. lezing. 13.20 Blaasork. 13.45 Gram. 15.30
Interscholair jeugdtoernooi Haarlem 1960. 16.00
Voor de jeugd. 17.20 Kamermuz. 17.40 Beursber.
17.45 Gram. 17.55 Meisjeskoor en instrum. ens.
18 15 175 Zuidmolukse kinderen uit het woonoord
De Schattenberg bij Hooghalen gaan uit logeren,
report. 18.30 Gram. 18.45 Boekbespr. 19.00 Nieuws
en weerber. 19.10 Vocaal ens. 19.30 Radiokrant.
19.50 Lichte muz. 20.15 Holland Festival 1960: Ka-
merork. en sol. 21.05 Muzikale volkenkunde van
Nederl. Nieuw-Guinea, lezing. 21.20 Gram. 20.15
Scpr., obligaat-piano en ork. 21.30 Gewijde liede
ren. 22.00 Gram. 22.10 Lichte muz. 22.30 Nieuws
en S.O.S.-ber. 22.40 Gram. 22.45 Avondoverden
king. 23.00 Holland Festival 1960: Kamerork. en
sc-liste. 23.55—24.00 Nieuws.
BRUSSEL. 324 m.
12.00 Gram. 12.30 Weerbericht. 12.34 Gram. 12.o0
Koersen. 13.00 Nieuws. 13.15 Gram. 14.00 Die
Schöpfung oratorium. 15.45 Gram. 16.00 Koersen.
16.06 Gram. 17.00 Nieuws. 17.10 Orgelrqcital. 17.50
Boekbespr. 18.00 Gram. 18.20 Voor dé soldaten.
18.50 Gram. 19.00 Nieuws. 19.30 Wereldkamp.
wielrennen. 19.40 Volksliederen. 20.00 Muziekfes
tival te Straatsburg: Pianorecital. 20.55 Gram.
Plm 21.00 Wereldkamp. wielrennen. 21.05 Verv.
Pianorecital. 22.00 Nieuws. 22.15 Gram. 22.55—23.00
Nieuws.
VOOR DINSDAG
NTS: 2000 Journ. en weeroverz. AVRO: 20.20
Film. 20.55—22.20 Speelfilm.
VOOR WOENSDAG
KRO: 1700 Voor de kinderen. NTS: 20.00 Journ.
en weerber. VPRO: 20.20 Film over China. 20.50
Filmprogr. 21.10 BaUetprogr. 21.30 Beschouwingen
óver Sportprestaties.
In de woning van de familie Leek in
North Shields waart een spook rond dat
dol is op televisie. Het spook, dat reeds
enkele maanden lang in de familiekring
naar de televisie komt kijken, is welis
waar onzichtbaar, maar maakt gieche
lende geluidjes.
De aanwezigheid van het spook werd
een bron van onrust voor de familie van
George Leek, maar daar zij geen andere
woning kon krijgen, werd het spook als
een soort ongewenste bezoeker geaccep
teerd.
Maar spoedig stelde het spook zich niet
meer tevreden met alleen maar te gieche
len, zo nu en dan krijgen George en zijn
vrouw Margaret, of hun 16-jarige dochter
Vivian een aai over het gezicht en zelfs
David in zijn wieg wordt niet vergeten.
De geluiden waren erg genoeg maar dit
gaat te ver," zei mrs. Leek maandag toen
lij zich opmaakte om de plaatselijke gees
telijke, Clement White, te verzoeken de
lastige huisgenoot uit te drijven.
De eerwaarde White luisterde naar haar
verhaal en beloofde te helpen.
Mrs. Leek zei dat, indien de uitdrijvings
ritus niet zou helpen, zij de gemeente een
nieuwe woning of flat zou vragen.
„Het spook plaagt ons dag en nacht,"
zei ze, „toen ik op een keer een dames
hoedje tijdens het middagprogramma be
wonderde, kreeg ik een aai over mijn ge
zicht. Dit afschuwelijk spook zal ons al
len vernietigen."
Het spook van de familie Leek zal zeer
zeker in de spokenkroniek geboekstaafd
staan als de eerste geest die ooit belang
stelling voor televisie toonde. Het is ook
een van de zeer weinig spoken die in een
nieuw huis het flatgebouw waar de
Leeks wonen is slechts drie jaar oud
spoken.
De serie romans van Rose Franken over
Claudia en David blijken dankbare stof te
bieden voor televisiespelen. De VARA
heeft er reeds twee uitgezonden en er zul
len er nog vijf volgen. Willy van Hemei-t,
die deze televisiecomedies schrijft en re
gisseert, heeft nu „Claudia en haar gezin"
bewerkt. De uitzending daarvan, in het
televisieprogramma van de VARA op zon
dagavond 14 augustus, zal het laatste
werk van deze serie in dit jaar zijn; in
1961 kan men dus het vierde deel ver
wachten. Kitty Jansen en Will van Seist
spelen ook in „Claudia en haar gezin" het
ideale echtpaar. Peter Zwart ontwierp het
decor.
Henk Maas, hoofd van de programma
zaken van de N.T.S. heeft van de Union
Européenne de Radio Diffusion, de
dracht gekregen de „planning en coördina
tie te verzorgen van de televisie-uitzen
dingen van de Olympische Spelen in Rome.
Hij dankt deze uitnodiging aan het feit, dat
hij door zijn langdurig verblijf in Genève,
de zo noodzakelijke ervaring heeft opge
daan. Henk Maas, die wij zaterdag spra
ken, was bijzonder enthousiast over de
hem wachtende taak. Iedere ochtend
zal over het televisie-circuit in heel Euro
pa het voor uitzending in aanmerking ko
mend programma worden getoond. Aan de
hand van de dan binnenkomende rappor
ten, zal coördinator Maas de uitzending
van die dag samenstellen. Op 15 augustus
vertrekt de heer Maas voor vier weken
naar Rome.
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Amersfoort (als pred-dir. De
Lichtenberg) M. L. W. Schoch, jeugdpred.
te Rotterdam. Bedankt voor 's-Gravenhage
(wijkgem. 31, 2de pred.pl.) H. J. v. Achter
berg te Leiden; voor Gencmuiden P. de
Jong te Kootwijkerbroek.
Geref. Kerken
Bedankt voor Hoorn C. J. Tissink te
Giessen-Rijswijk.
Een autobus brengt u in weinige minuten va,n Nice naar Villefranche, want het
is slechts een afstand van enkele kilometers. Nice is een rumoerige en wat romme
lige stad, heel mooi gelegen weliswaar, Villefranóhe en omgeving zijn geknipt
voor vakantiegangers, die rust zoeken. Nou ja, behalve in augustus, wanneer heel
Frankrijk zich op de Cöte d'Azur heeft gestort. De rest van het jaar kunt u gerust
het voorbeeld volgen van beroemdheden als Somerset Maugham, de Erasmusprijs
1960-winnaar Marc Chagall en Jean Cocteau, die zich op het dichtbij zijnde schier
eiland Cap Ferrat hebben genesteld en er het hele jaar door genieten van een
begenadigd klimaat. Jean Cocteau meer nog dan Vestdijk verdient deze schrij
ver-schilder-filmacteur en nog meer de naam duivelskunstenaar heeft en pas
sant het kapelletje van de vissers, de Saint Pierre, voorzien van fascinerende
wandschilderingen. Voor één nieuwe franc mag u ze bekijken; u zult er geen spijt
van hebben en bovendien wordt het geld voor sociale doeleinden besteed.
Het oude zeeroversnest Villefranche
ter herinnering aan 't verleden heet
één van de restaurants aan de haven
Le Corsaire leent zich uitstekend als
uitgangspunt voor uitstapjes. Overdag
kunt u in de zon braden of zwemmen
zo lang u wilt, 's avonds kan het ge
zellig zijn eens naar Nice of Monte
Carlo te gaan: de busverbindingen zijn
frequent en goedkoop. U moet er ook
eens een middag afnemen voor de
klimpartij naar Eze-Village, het arends
nest op de heuveltop, één en al roman
tische oude straatjes, vol schilders- en
pottebakkersateliers. Wat u nog meer
in en om Villefranche kunt doen, moet
u maar vragen aan monsieur en ma
dame Toutard, die het Syndicat d'Initi-
ative, de plaatselijke V.V.V. dus, behe
ren. Zelden heb ik ergens betere ser
vice genoten.
Guillaume Toutard ziet er uit als een
zestiger, hoogstens. „In mijn jeugd ben
ik een keer in Nederland geweest", ver
telt hij, „dat was in 1908. Ik heb er
de musea bezocht, ook het Frans Hals
museum. In die tijd was ik amateur
bokskampioen lichtgewicht van Frank
rijk. O, ik houd mijn conditie nog bij,
al was het alleen maar door elke mor
gen te gaan zwemmen". Hij buigt zijn
arm en ik moet zijn keiharde biceps be
tasten. „Niet gek voor een man van
tachtig, hè?"
Met zijn fiets aan de hand „ik ga
een paar keer per week naar Nice om
boodschappen te doen op de markt"
loopt hij met mij mee naar de Galerie
des Artistes Indépendants, vlakbij de
haven. Hij is er trots op mij zijn werk
te laten zien werk, dat ver uitsteekt
boven de meeste van de geëxposeerde
doeken. Een dromerig gezicht op de
Mont-Saint-Michel in tere pasteltinten
trekt mijn bijzondere aandacht.
„Guillaume Toutard heeft zijn pen
seel over tijd en ruimte, over dag en
nacht laten reizen", heeft monsieur
Géniès, voorzitter van de vereniging
der onafhankelijke kunstenaars en lid
van het Legioen van Eer, van hem ge-
'.egd. „Deze dichter heeft als uitdruk
kingsmiddel zijn palet met zijn oneindi
ge mogelijkheden gekozen". Deze uit
spraken lees ik in de- opdracht, die bij
de doeken van Toutard hangt.
„Bent u ook dichter?" vraag ik hem.
„Och, ik heb een paar kleine bundel
tjes uitgegeven," zegt hij bescheiden.
„Ik heb ze opgedragen aan Omar Khay-
am".
Mocht hij denken in mij, behalve een
belangstellende journalist, ook een ko
per te hebben gevonden, dan moet ik
hem teleurstellen. Ik had graag de Mont
Saint-Michel meegenomen, maar vier
honderd nieuwe francs (hoewel 't werk
dubbel en dwars waard) zouden mijn
begroting te zeer belasten. Zelfs het
kleine doekje met de weergaloze door
kijk onder de straatgewelven van Ville
franche (daar trokken de zeerovers zich
vroeger terug) is voor honderdvijf en-
twintig francs buiten mijn bereik.
Madame Toutard, een klein, levendig
vrouwtje met een flitsende geest, weet
mij ondanks grote toeloop van vreem
delingen onder te brengen in Hotel de
la Colline. Ik vind er (mogelijk) de
mooiste terrastuin van Villefranche. Het
is er een uitbundige weelde van sinaas
appel-, mandarijn- en citroenboompjes,
mimosa en palmen. Ik heb er graag
een dagelijks tochtje tegen de steile
berg voor over. Als ik mijn kamer
heb geïnspecteerd, ga ik bij madame
Toutard mijn bagage ophalen. Ook zij
blijkt relaties met Nederland te heb
ben gehad.
„Lang voor de oorlog, toen ik nog
jong was," vertelt ze coquet, „ben ik
met een sportvliegtuigje naar Neder
land gevlogen. Ik heb er kennis ge
maakt met monsieur Plesman, die erg
vriendelijk was en zich bijzonder inte
resseerde voor mijn vliegen. In die tijd
hadden nog niet zo heel veel vrouwen
een brevet, vandaar natuurlijk zijn be
langstelling. Hij heeft me heel veel van
de K.L.M. laten zien".
Er komen regelmatig mensen binnen,
Fransen, maar ook Engelsen, Spanjaar
den, Italianen. Zij worden correct, za
kelijk en altijd charmant geholpen en
vertrekken met een gemoed dat van
dankbaarheid overvloeit. Ik vind dat
mijn gesprek met madame Toutard nog
lang niet beëindigd is en wacht telkens
geduldig op een stoel in een hoek van
het kantoor.
„Als u goed en voor weinig geld wilt
eten, moet u bij La Trinquette gaan
aan de Darse, de tweede haven van
Villefi-anche. Het menu van zes franc
is fantastisch," zegt ze tussen neus en
lippen door. Ik heb haar raad gevolgd
ze had gelijk.
„In Nederland heb ik ook eens een
noodlanding gemaakt," babbelt mada
me Toutard wanneer we weer alleen
zijn. „In Utrecht, dichtbij het kasteel
van baron van Zuylen (Zwielèn, zegt
ze). Veel gevaar was er niet bij, al
leen herinner ik me nog een grappig
voorval. De baron was me op de fiets
tegemoet gekomen, want het was toch
nog wel een stukje lopen. Hij had een
damesrijwiel voor me meegebracht. En
toen moest ik hem teleurstellen: ik had
wel mijn vliegbrevet op zak, maar fiet
sen kon ik niet!"
(Nadruk verboden)
Chr. Geref. Kerken
Bedankt voor Den Helder J. P. Geels te
Haarlem-C.
Rem. Broederschap
Beroepen te Doesburg mevr. E. W. H.
Laman Trip-Kleinstarink, prop. te Velp.
A-T L Sss
A\° \-7&s
SO
58—5:9. Koen en Pobbel liepen naar de plaats, waar het vliegtuigje stond. Koen
hielp z'n nieuwe vriend met instappen.
Zit je goed? vroeg hij.
Ja, hoor, ik zit best! zei Pobbel.
Toen stapte Koen ook in en nam zijn plaats achter het stuur in. Hij zette de motor
aan, en ze reden een eindje over de grond; toen gingen ze omhoog.
Het gaat fijn, hè? zei Koen.
Geweldig! zei Pobbel. Ik heb nog nooit zo iets meegemaakt!
Advertentie
KEUZE UIT 5 SMAKEN
AARDBEIEN. SINAASAPPEL
ANANAS. CASSIS. CITROEN.
Vertaling:
Margot
Bakker
22)
Beseft u wel dat u een vrouw uit duizend hebt getroffen
Ach ja, zo gaat het in het leven. Als je veel van
iemand houdt raak je aan hem of haar zo gewend,
dat je elkaar niet meer kunt missen. Het leven heeft
je al geleerd, dat je je nooit aan iemand moet hechten
als je bang bent voor verdriet
Maria kreeg de tranen in de ogen. Zij greep spon
taan de hand van senora Percel en drukte die vurig
tegen haar lippen. Ik kan nu juist niet zeggen dat ik
het tafereeltje met genoegen aankeek.
Enu gaat. natuurlijk met onze Maria naar
Parijs terug, don José?
Als zij mij tenminste wenst te vergezellen.
Dona Josefa barsste uit in een heldere schaterlach.
U wilt me toch niet vertellen dat u daaraan twijfelt?
Toen wij afscheid namen van het echtpaar Percel
en Maria het werd tijd de winkel weer te openen
wilde Karl Obercher mij met alle geweld gezelschap
houden. Samen liepen wij dan iik terug naar de
Plaza San Fernando en pas op de drempel van mijn
hotel slaagde ik erin hem van mij af te schudden.
Bij het afscheid stak Obercher mij zijn hand toe en
ik kon moeilijk weigeren die te drukken. Toch kostte
het vriendelijk gebaar mij inspanning en dat moet
hij gemerkt hebben, want hij vroeg plotseling:
U mag mij geloof ik niet erg graag, senor Moralès?
Ik vond het pijnlijk en trachtte de slechte indruk
weg te nemen:
Hoe komt u daarbij
Al te snel viel hij mij in de rede:
Toch. Ach, doet u geen moeite, wij Duitsers zijn
hieraan gewend. Meestal mogen de mensen ons bij de
eerste kennismaking niet. Dat heeft tot gevolg dat wij
ons van onze beminnelijkste kant trachten voor te doen,
waarmee wij dan gewoonlijk precies het tegenoverge
stelde bereiken van wat wij wensten. .Ik verzeker u, dat
wij ons dit alles zelf heel goed bewust zijn, maar tel
kens merken wij het weer juist even te laat.
Nu was hij er toch in geslaagd mijn geweten wakker
tt schudden, de schooier. Ik wilde niet achterblijven en
zei:
Het kan ook zijn, dat wij, zuiderlingen, wat al te
overgevoelig zijn bij kennismaking met buitenlanders...
Dat is aardig van u, senor Moralès, dat. is heel
aardig. Maar mij overtuigt u er niet mee. Wij zijn
altijd zo geweest: vervuld van goede voornemens, die
steeds weer trieste resultaten hebben. Het lijkt wel een
soort vloek, waarvan wij ons nog altijd niet hebben
weten te ontdoen. Hasta la vista, senor Moralès: Tot
ziens.
Con mucho gusto, senor Oberchner, zei ik: met ge
noegen.
En ik meende het. Alonso zou vast en zeker plezier
in mijn wisselvallige gemoedsgesteldheid hebben gehad.
Juan was nog niet thuisgekomen toen ik Maria in hun
woning aan de Palma weer ontmoette. Zij vertelde mij
dat de familie Percel verrukt was over de kennismaking
met mij en dat zij hoopten mij spoedig nog eens te
z:en. Dat alles was nu op zichzelf heel mooi, maar het
verklaarde niet waarom Karl Oberechner zo'n domme
vergissing in verband met een Hamburgse eetgelegn-
heid had gemaakt. Ik bracht Maria van mijn achterdocht
op de hoogte. Nadat de Duitser mij alleen gelaten had,
had ik de tijd voor rustig ovex'leg gehad en meer en
meer speet het mij dat ik hem bij het afscheid met
een zekere welwillendheid had bejegend.
Tegen tien uur kwam Juan eindelijk thuis. Hij maakte
een opgewonden indruk en hij deed nauwelijks moeite
deze opwinding te verbergen. Ik leidde daaruit af, dat
mijn medewerker bijzonder met zichzelf ingenomen was
en dat hij mij iets belangrijks had te vertellen. Nadat
hij zijn pet op een stoel had gegooid en terloops zijn zus
ter had cmhelsd zei hij tegen mij:
We zijn er, don José!
Waar zijn we, Juan?
Ik heb de man gevonden.
Die man, die aan de verdovende middelen is?
Precies.
Ik werd ook geestdriftig. Eindelijk zou ik aan de slag
kunnen gaan. Ik was de rol van opgejaagde prooi meer
dan beu.
Waar zit hij?
Hij is bezig zich te bedrinken in 'n tent aan de Gua-
dalete-straat, de Espina de Oro.
Waar is die straat?
Loopt van de San Vincente naar de Torneo.
Prachtig!
Ik greep mijn hoed en Maria zei angstig:
Je gaat daar op dit uur toch niet meer heen José?
Ik heb geen keus
Helemaal alleen?
Juan greep de hem geboden kans met beide handen
aan.
Ik ga natuurlijk mee!
Nee, zei ik.
De teleurstelling op zijn gezicht was zo pijnlijk, dat ik
meende hem tekst en uitleg te moeten geven.
Hoor eens.Juan.Het gaat vanavond niet om een
kloppartij, of zoiets. Ik zal alleen maar een kijkje nemen
en als je met je tweeën bent val je nu eenmaal eerder
op dan alleen.
En als ze u aanvallen?
Daarop is al heel weinig kans. Waarom eigenlijk?
Die knaap heeft er geen flauw vermoeden van dat ik hem
kom overvallen. Als ik het geluk heb die tent te berei
ken voor hij zijn biezen heeft gepakt, blijf ik op straat
wachten tot hij naar buiten komt en dan ga ik hem ach
terna. Als ik eenmaal weet waar hij woont kan ik een
kort onderhoud met hem forceren.
Als hij tenminste praten wil!
Laat dal maar aan mij over. Ik krijg de meest zwijg
zame lieden aan het praten. En nu zitten jullie niet in
angst over mij, begrepen! Morgen drinken we samen
koffie in Christina, laten we zeggen om twee uur. Dan
horen jullie wel hoe mijn nachtelijke escapade is verlo
pen.
Ondanks mijn montere opwekking zagen zij er geen
van beiden al te gerust uit toen ik hun woning verliet.
Het was een van die avonden, die wij in Washington
riet kennen. Zoel en nauwelijks donker. Als het weer zo
bleef zouden wij een voortreffelijke Stille Week krijgen.
Na de volgende zondag zouden de Sevillanen hun bedden
nauwelijks meer zien.
Aan de toeristen stonden zij de plaatsen af langs de
officiële route die door de processies werd gevolgd. Maar
in hun eigen buitenwijken of straten kwamen de vromen
de Maagden zien, ten opzichte van wie zij een speciale
en persoonlijke devotie voelden. Niets is zo boeiend als
aeze dansende saetas van een vermoeide mensenmassa,
die in de vroege ochtenduren de Virgen haar kerk weer
ziet binnengaan. Een laatste gebed, een uiterste smeek
bede om bescherming tegen de onbekende gevaren, die
dreigen tijdens de twaalf lange maanden tot aan de vol
gende Se.mana Santa.
Overigens, senor Moralès, loop je niet op straat om
je gedachten te laten gaan over godsdienstige uitingen
in Andalusië. Je bent op zoek naar een man die gepro
beerd heeft je van helleven te beroven. Als je een beetje
geluk hebt dat soort geluk dat je tot dusver schrome
lijk in de steek heeft gelaten krijg je vat op hem en
wie weet is hij niet de eerste schakel in de keten, die jou
met Lajolette verbindt.
Dat vooruitzicht gaf mij nieuwe moed en met stevige
pas marcheerde ik langs de Almadea de Hercules. Daar
na sloeg ik de Santa Annastraat in. Ik kende mijn stad
nog uitstekend.
Bij het naderen van de SanVicente begon ik langzamer
te lopen er. bij de hoek gekomen gluurde ik uiterst voor
zichtig de Guadalete in, waar ik al dadelijk de „Espiga
de Oro" in het oog kreeg. Op het trottoir zat vlak voor de
ingang een dronken man, die druk in zichzelf praatte en
zijn eigen opmerkingen blijkbaar heel wat belangrijker
vond dan mijn persoon. Ik keek door de ruit naar binnen
en zag dadelijk de man die ik hebben moest. Hij hing
tegen de bar en zijn trillende hand omklemde een gro
tendeels gevuld glas. Hij leek behoorlijk de hoogte te
hebben. Opeens trok er iemand aan mijn mouw. Ik keek
om, mijn spieren waren zich gaan spannen. Het was de
dronken man die mij een adem in het gezicht walmde
waarin ik duidelijk de lucht van anisette, vermengd met
manzanilla kon onderscheiden.
Senor, bent u een goed katholiek?
Nee.
Ach!
(Wordt vervolgd)
v.
In de serie handige boekjes van de Neder
landsche Uitgeversmaatschappij te Leiden
over economische en juridische proble
men zijn thans weer drie deeltjes ver
schenen, die stellig belangstelling zullen
ontmoeten. Het deeltje van J.L.F. Engel
hard „Erfrecht en fiscus", handleiding
voor erflaters en erfgenamen zal dat in
brede kring doen, want bijna iedereen
krijgt wel één keer in zijn leven met een
erfeniskwestie te maken. Door nog veelal
bestaand wanbegrip en gebrek aan kennis
kunnen dan de grootste onaangenaamhe
den ontstaan. Van belang is bijvoorbeeld
te weten hce men bij zijn leven kan zor
gen dat van de erfenis niet al te veel in de
fiscale pot verdwijnt en hoe de erfgenaam
kan zorgen dat de successierechten zo
licht mogelijk drukken. Wie over deze
zaken en nog vele andere wil worden voor
gelicht, doet er goed aan zich dit werkje
aan te schaffen.
Vele mensen doen in onze maatschappij
kleinere of grotex-e uitvindingen, waarvan
echter lang niet iedereen de vruchten
plukt. De uitvinders zelf niet omdat ze of
wel aan hun vondst geen i-uchtbaaiTieid
geven, of wel deze belangeloos afstaan aan
derden of tegen een te geringe vergoeding.
De enige weg om hierin verandei'ing te
brengen is octrooi aan te vragen, iets waar
velen kennelijk nog al tegen op zien. Het
boekje van ir. Ch. J. J. Stammler en ir. J. R.
G. de Veer geeft echter 'n goede uiteenzet
ting over de juridische haken en ogen en
de procedui-e van de octrooi-aanvrage.
Daarnaast vindt men nog tal van andere
nuttige informaties over dit probleem in
dit goed gedocumteerde werkje.
Het derde thans verschenen deeltje is
van de hand van J. M. van Oorschot en
geeft een beknopt en helder beeld van de
mogelijkheden die de mechanische admini
stratie thans biedt. De titel is „Mechani
sche administratie, hulpmiddelen en toe
passingen in de praktijk". De mogelijk
heden van de verschillende machines wor
den nagegaan, juist ook met het oog op de
boekhouding. Het tot op de dag afwerken
van systematische overzichten wordt on
derzocht. Dit boekje zal er zeker toe bij
dragen velen meer vertrouwd te maken
met het gebruik van machines in de admi-
nistatie, waax-door de produktiviteit alleen
maar bevorderd kan wi'oden.
en wilt u dat wij uw krant naar uw
vakantie-adres opzenden
Stuurt u ons dan minstens twee dagen
voor uw vertrek een briefkaart met
vermelding van uw naam, uw vaste
adres, uw vakantie-adres, de datum
waarop de eerste krant naar uw
vakantie-adx-es gezonden moet worden
en de datum waarop de krant voor het
laatst moet worden toegezonden.
Als u de krant per week betaalt, wilt
u dan het abonnementsgeld voor de
vakantieweken vooruit aan de bezor
ger betalen
DE ADMINISTRATIE
Oprechte Dinsdagse Haerlemse Courant
den 12 Augusti 1760
ITALIEN Romen, den 22 July. Wanneer
deezer dagen by de Kerk
van St. Eustabia tot het leg
gen der Fondamenten van
sen nieuw Gebouw gegra
ven wierd, vonden de
Werklieden aldaar eenen
grooten Schat van gemunt
Goud, welken zy met den
anderen meenden te deelen, doch door On-
eenigheid zig zelve verraden hebbende,
zyn zy daarvan versteken en na de Gevan
genis gebragt geworden. Men heeft onder
die speciën verscheydene Goude Gedenk
stukken van den Keyzer Julianus gevon
den.