Eeuwenoude vogelstaten
Weerbaar dichterschap
langs de Britse kust
Litteraire
Kanttekeningen
Met vijftiende congres van de
Fédération Internationale
des Jeunesses Musicales
Erbij
PAGINA TWht
ZATERDAG 3 SEPTEMBER 1960
DE STILLE ZUIDZEE heeft bij natuurvrienden de reputatie een waar
dorado te zijn voor zeevogels, omdat de vogels op tal van plaatsen langs
de Pacifische kusten en op de Pacifische eilanden optreden als pro-
ducenten-op-grote-schaal van guano of vogelnest. Vaak wordt evenwel
vergeten, dat guano slechts kan ontstaan, als weer en klimaat (droogte)
medewerken. Veelal verliest men tevens uit het oog, dat er in de Zuidzee
gebieden tegenwoordig heel wat minder vogels zijn dan vroeger, toen de
Stille Zuidzee werkelijk nog „stil", nog „vreedzaam" was. De beschaving
en de techniek veroverden steeds groter delen van die Pacifische regionen.
En op tal van plaatsen is dat ten koste gegaan van de vogelrijkdom. Maar
niet over de Zuidzee-vogelrijkdom wil ik iets vertellen, maar over de
Britse zeevogels en de Britse vogeleilanden. Vogels zijn er in mijn vader
land in groten getale. Ja, er bestaan eilandjes en kustgebieden, die zoveel
gevederde dieren tot woon- en broed
plaats strekken, dat de vogels zich
soms als een wolk tussen de zon en
de aarde schuiven. Ik overdrijf niet
als ik zeg, dat ik alle tot Engeland,
Schotland en Wales behorende
eilandjes alsmede alle Britse zee
vogelkolonies heb bezocht in de loop
van mijn leven. En dat zijn er heel
wat! Dat het er veel kunnen zijn,
komt mede, omdat de kustlijn van
Groot-Brittannië naar evenredigheid
veel langer is dan die van enig ander
Europees land, terwijl de Britse kus
ten bovendien rijk geschakeerd zijn.
Men vindt er delta's, duinen, lagunen,
vlakke stranden, kiezelstranden, steile
stranden, zandige stranden, verdron
ken kuststroken, alsmede rotsen en
klippen.
Zeekoeien op Farne
Island voor de kust
van Northumberland.
De hoge rotsen zijn
het natuurlijke hei
ligdom van ontelbare
Britse zeevogels
Daarboven: De pape
gaaiduiker. de langs
de Britse kust meest
voorkomende zee
vogel.
Links: De alk.
TOEN Herman van den Bergh in 1954 na
een stilzwijgen van dertig jaar zijn Ver
zamelde Gedichten deed verschijnen bete
kende deze bundeling allerminst een af
sluiting van zijn levenswerk. Ook zonder
zijn toespeling op een mogelijk renouveau
in de inleiding tot dit jeugdwerk zou het
niet moeilijk zijn geweest, de uitgave van
nieuwe gedichten binnen afzienbare tijd
te voorspellen. Het feit-zelf van de ver
enigde herdruk xoas een duidelijke aanwij
zing dat de veranderingen, die zich in die
tussenliggende jaren in hem voltrokken,
voldoende geconsolideerd waren om de
verbinding tot stand te brengen tussen de-
geen die hij was en die hij werd. Dichter-
zijn", schreeft Van den Berg immers, „is
een stijl en een inhoud van leven. Het is,
ten koste van ivat ook, waar zijn, onver-
getrokken, niet bij wijze van een dichter-
cultus van zijn menselijke eenzaamheid,
maar om te redden en waar te maken
wat zijn wezen was en het met strijdvaar-
Van den Bergh weet het: „Zeker, tijd
van moordenaars is deze". De deernis, het
geluk, „de pauze van vreugde", zelfs het
lijden is verspeeld, „de handen schetsen
dige weerbaarheid te verdedigen tegen de vaag een ruw stuk werk in 't blauw", „het
overrompelende aanvallen van een on
zalige realiteit. Gebleken was zijn kosmi
sche levensgevoel, maar het had in zover
een wijziging ondergaan dat het er zich
bewust, pijnlijk bewust van was, dat bin
nen de hoogst benarde grenzen van het
menselijk bestek een verwezenlijking er
van ondoenlijk was. De bereidheid daar
toe echter, de wil om het isolement te
doorbreken en deze onttakelde levensvorm
in overeenstemming te brengen met „het"
leven als eeuwige kracht, waren er blij
kens zijn recente bundels niet geringer
op geworden: integendeel, het spankracht
?-;!l
biddelijk waar tegenover eigen scheppend van Van den Berghs vers, de vitaliteit, de
vermogen Deze rigoureuze opvatting
van het dichterschap was het, die hem
sinds 1925 deed zwijgen, waarmee hij de
rvaarachtigheid van zijn poëzie, de inte
gere verhouding tussen zijn persoon en zijn
gedicht drastisch bewees. Het expressio
nisme, waarmee zijn beide jeugdbundels
„De Boog" en ,.De Spiegel" zou nauw ver
bonden waren, had in het midden van de
twintiger jaren zijn spankracht verloren
en was, voor zover niet doodgelopen, in
het traditionalisme gaan verzanden. Mars
man had het vitalisme voor dood ver
klaard, maar trachtte zijn poëzie even
manmoedig als krampachtig te redden in
een mythe. Van den Bergh echter legde de
pen neer: wat hij zijn levensinhoud noemde
ivas onder de fatale druk van de snel ver
anderende tijden aan het schuiven geraakt.
Zijn jeugdpoëzie stemde niet meer overeen
met hel leven zoals zich dat in een toene
mende dreiging aan hem ging voordoen
waar was het priapische élan gebleven,
waar de warme drift alles, heel het leven,
te omvatten, te omarmen, te doordringen
met die gloed van kosmische verbonden
heid? Overal vertoonde zich de breuk tus
sen gedreven Leven en mens-zijn, overal
deden zich tekenen voor van stagnatie,
verkommering, dreiging en ontreddering.
Te leven, zoals Van den Bergh zich in zijn
innerlijke gloed ervan, namen met de
jaren eer toe. Maar de ervaring van he
dendaagse verschijnselen die bedenkelijke
tekenen vertonen van de heerschappij van
de horde en de zielloze kunstmens voegde
er onvermijdelijk elementen aan toe van
een verbitterde strijdvaardigheid tegen
een wereld, die al het mogelijke in het
hart is droog", zijn muze is een „dorre
muze" geworden, „een beest van de ver
brande aarde", een onvruchtbaar, ver
kommerd beest Hij maakt de rekening,
de levensbalans op, toetst winst en ver
lies, het goede en het boosaardige, het
lieflijke en het verachtelijke: „....van
alles is iets over'. Hij ziet in een visioen
„de dagen van toorn" komen, puin en
dood onder een hemel „van puur email".
„Wij", dicht hij, „zijn het euvel", wij zijn
het die de wijnrank deden bevriezen, de
olijf lieten verhageien, de liefde verrie
den, de wandaden hebben laten begaan.
Zijn gedicht is bitter, onverbiddelijk, ge
bald: maar het is „een onverschrokken
gedicht", een ..moedig lied", allerminst
een elegie, een klaagzang bij de muur.
Want er mag soms nauwelijks verbeten
hoon in klinken, er mag wanhoop en
droefenis en grimmigheid uit spreken, er
is ondanks juister misschien: dank
zij de ontnuchtering, de confrontatie
met de benauwende realiteit en harde
waarheidszin, in deze poëzie dezelfde
kracht van vroeger jaren, verdiept en ge
sterkt door leeu, om de ban te doorbre
ken, de dood in het leven te overwinnen,
het „niet" te logenstraffen door een be
vestiging van het „al", waarin deze tijd,
deze mens, verzinkt als een partikeltje
(Vervolg zie pag. 4, vierde kolom)
werk schijnt te stellen om het leven
menselijk-onmogelijk te maken, het te
ontluisteren en te verstenen.
„Stenen tijdperk" noemde Van den
Bergh zijn vierde, jongste bundel na zijn
„renouveau" (Em. Querido's Uitgeversmij),
een titel die zowel zal doelen op de
historische fase waarin we ons bevinden
als op de persoonlijke levenservaring,
zoals deze zich in de versoberde gedichten
van de voorafgaande bundels „Het lit
teken van Odysseus", „Kansen op een
jonge jaren had voorgesteld dat er in een wrak' en „Verstandhouding met de
hereniging met. de elementaire levens- vijand" in een streng-besloten dicht-
Bergs opera „Wozzeck" aangeboden door
de Stedelijke Opera. De eminente dirigent
Richard Kraus leidde het voortreffelijke
orkest, waarvan de klank zich kenmerkte
door een rijke timbre-verscheidenheid,
maar die door de sterke instrumentale
bezetting dikwijls te groot van volume
werd om verstaanbaarheid te kunnen
waarborgen. Uitnemende solisten werkten
aan de opvoering mede, van wie zich de
sopraan Kersten Meyer door spel en zang
krachten geleefd kón en móést worden, vorm kristalliseerde. Onder de doem van bijzonder kon onderscheiden.
wilde de mens niet in zijn „cultuur" ver
schrompelen en verdorren, zó te leven
de loerende dood dreigt de volbloedige
levensimpuls te verstarren, te verstenen.
KURT WEILLS „Driegroschenoper"
was ™et™eeLm0?elïkl Z1 Van'den Bwrgh eTde^Ser Van "dïï heeft groter bekendheid gekregen dan zijn
een leugen zijn geweest en „dichter zijn is
een inhoud van leven
Bergh *ch gewnnnen geeft en in wanhoop werï ffï
zou berusten. Hoe krachtig de wil is om
In de jaren tussen 1925 en 1954 had er
blijkens de vier bundels die na Van
den Berghs „herverschijnen" kort na
elkaar het licht zagen een verbran-
voor de kust van Northumberland! naar echter niet door mensen, doch door pape- dingsproces in hem plaats gehad, waarbij
de vuurtoren-eilanden der Orlöiey-en Shet- gaaiduikers. Er zijn er op dat eilandje in aue onhoudbaarheden, alle illusies, vrome
land-archipeltjes of naar uithoeken van het volle broedseizoen stellig een miljoen, wensen en geloofde maar onmogelijk ge-
mijn vaderland als Noss, Hermaness, Fair misschien nog wel meer. Als zij in grote bleken kansen cp een verjonging van de
Isle. Foula, Rona, St. Kilda. Wie die ver- zwermen boven de klippen vliegen (en dat levensvorm, afgescheiden werden. Wat
rukkelijke eilandjes bezoekt in mei of juni
en er over de klippen loopt of er beneden
langs vaart, wordt begroet door tiendui
zenden, soms honderdduizenden geveder
de dieren met zwarte ruggen, witte vesten
en met rode, witte, blauwe of zwarte pa
pegaaiensnoeten: de papegaaiduikers.
Uren achtereen heb ik de papegaaiduikers
gadegeslagen op het meest afgelegen
eiland van mijn vaderland, op St. Kilda,
dat tachtig kilometer verwijderd ligt van
de naastbij zijnde door mensen bewoonde
plek aarde. St. Kilda zelf is ook bewoond,
doen zij eigenlijk de gehele dag), dan ver
duisteren zij de hemel.
James Fischer
h opera „Aufstieg und Fall der Stadt Maha-
desondanks stand te houden en uit het T j
steen vonken van leven te slaan, bewijst f°"nyT; vDe. wfedIweMva" de
de poëzie van deze bundel gedicht na ge- Lotte Lenya heeft de „Musikalische Jugend
dicht. Hij ziet de situatie met een onver- peutschlands toestemming gegeven om
biddelijke scherpte, verheelt niets, ver- tljdens het congr^ het theaterstuk in de
bloemt niets, paait zich niet met mis- oorspronkelijke lezing op te voeren. Vier
leidende vertroostingen, maar puurt uit de keer werd het werk in het theater van het
levensrest die oom gebleven is het zuiver- congresgebouw vertoond, waarbij het als
ste van zijn mens-zijn en zijn dichter- een visionair stuk uit de onheilspellende
zijn: het besef dat leven alleen dan zin jarf na de e?rst® wereldoorlog indruk kon
heeft als het met alle macht wil óver- "laken- ZlJn tendens heeft het echter ver"
na die zuivering overbleef was een mine- leven, boven het tijdelijke, het geschon-
loren.
raai, een heldere en harde kern, waarin
hij zich, binnenwaarts gaande, had terug-
dene. verradene,
uitleven.
EN WAT VOOR KLIPPEN! Er zijn
minstens twaalf stuks van de Britse kust,
die geheel of bijna loodrecht uit zee oprij
zen en een hoogte hebben van zowat dui
zend voet. Er is zelfs een loodrechte rots
wand van 1245 voet, en een bijna lood
rechte van 1400 voet. En alom op die klip
pen, rotsen, stranden en duinen leven die
ren, vooral robben en vogels. Zeevogels
hechten aan traditie en zijn conservatief
in hun broed- en woongewoonten. Er zijn
klippen en eilandjes, die sedert vóór
christelijke tijden blijvend een „territo
rium" van een bepaalde vogelsoort ge
weest zijn. Andere vogelstaten zijn iets
jonger, bij voorbeeld de Jan-van-Gent-ne-
derzetting op de Bass Rots bij de ingang
van de Firth of Forth. Uit geschreven
bronnen blijkt, dat die „vogelstaat" reeds
in het begin der vijftiende eeuw bestond.
De Jan-van Gent-kolonie van Ailsa Craig
is nauwelijks jonger, terwijl de grootste
Jan-van-Gentstraat ter wereld, gelegen op
St. Kilda, het westelijkste eiland der He-
briden, in 1697 reeds een even talrijke vo
gelbevolking had als heden ten dage, zo
dat men gevoeglijk kan aannemen, dat
hij eeuwen ouder is dan 1697.
Onze tuin- en kamerplanten
TUSSEN HET PARK „Tiergarten" en de rivier de
Spree staat te Berlijn de indrukwekkende „Kongres-
halle" gebouwd volgens een ontwerp van de Amerikaan
se architect Hugh A. Stubbins als een aandeel van de
Verenigde Staten in de internationale bouwtentoonstel-
ling, die in 1957 te Berlijn werd gehouden. Het kunst
werk werd gewijd aan de beroemde Amerikaanse
staatsman Benjamin Franklin, die leefde van 1706 tot
1790. Franklins woorden over de vrijheid en over de
echten van de mens staan in grote letters op de linker
wand van de imposante hal van ontvangst: „God grant
that not only the love of liberty' but a thorough knowledge
levensonwaardige, wil VOOR VELE CONGRESSISTEN aaide
opvoering van „L'Amante cubista" van de
Italiaan Roberto Hazon de waarde van een
première hebben gehad.
„L'Amante cubista" is een verrukkelijk,
geestig en sprankelend stuk, een echte
opera buffa, waarvoor de componist, die in
1930 werd geboren, teruggreep op het be
proefde vormschema van de 18de-eeuwse
Italiaanse opera. Spiritueel is ook de mu-
earth so that a philosopher may set his foot anywhere ziek, die bijzonder onderhoudend is en een
on its surface and sav: „This is my country". In dit m°dern karakter-accent heeft. Zij dient,
uitgevoerd door twee solisten met begelei-
gebouw is het internationale congres gehouden van de ding van twee vleugels, als achtergrond
„Federation Internationale des Jeunesses Musicales", v.°°r ?en vermakelijke geschiedenis, die
zich afspeelt in het huis van de psychiater
van 16 tot 23 augustus, waaraan bijna tweeduizend
of the rigts of man may pervade all the nations of the
Gottardo. Zijn lieftallige vrouw Amande
voedt een hevige liefde voor een kubis
tisch schilderij. Haar echtgenoot brengt
zijn psychiatrische kennis doeltreffend in
praktijk bij de bijzondere therapie, die hij
toepast om zijn vrouw van haar dwaasheid
te genezen. Maar bij het aanschouwen van
STERN-KOLONIES hebben wij even
eens. Hun bevolking is niet zo talrijk als
die der Pacifische vogelstaten, doch bij
ons is die bevolking gevarieerder. Wij heb
ben sterntjes in soorten. Daar is de kleine
DE UITVOERING van Beethovens ne
gende symfonie in de fraaie concertzaal
van de „Hochschule für Musik" door een
internationaal koor en een internationaal
orkest is tot het meest aangrijpende hoog
tepunt van het congres geworden. Tien
dagen achtereen had een ensemble van
tweehonderd vijftig jeugdige zangeressen
zangers en instrumentalisten van zeer ver
schillende nationaliteit ook Nederland-
SCINDAPSIS AUREUS is een mooie en se jongeren onder leiding van de En-
stern, die dol is op stenige stranden; moderne kamerplant; men kan haar als §else dirigent Charles Mackerras in in
voorts de gewone stern en de moeilijk van soort aroibladiae wandvlant beschou- sPannende repetities de uitvoering van he
deze te onderscheiden arctische stern, die meesterwerk voorbereid. Tal van proble
meer op een zandig strand is gesteld. Ook wenHet 's Jamüie van de aronskelk en men, veroorzaakt door verschil in taa
kennen wij de grote stern, die niet graag dat is voor u al een tip dat de plant het volksmentaliteit en ongelijke muzikal
groepsgewijs broedt, en tenslotte de mooie in de winter vooral niet te koud moet scholing en gerichtheid moesten worde
en zeldzame roze stern die in Groot-Brit- hehben; 2C heeft een normaai verwarmde Sf*®1"* h
tanme zijn Europese hoofdkwartier heeft die door de goede wil van allen, door h<
opgeslagen. Buiten mijn land is er maar kamer nodig en bovendien een zeer voch- bezielde, eensgezinde streven naar een vei
één kolonie van de roze stern bekend en tige atmosfeer. Er zal dus veel gesproeid heven doel, voorbeeldig werd volvoert
wel in Bretagne. Het zijn de vogels uit het moeten worden en doe dat vooral met Ee" bewonderenswaardige aangrijpern
hoge noorden, die, naar het aantal gere- h t uitvoering kwam tot stand. In het soli>
kend, het sterkst zijn vertegenwoordigd net waler 20 un ae Kraan tenkwartet nam de jonge Nederlandse si
onder de Britse zeevogels. Verscheidene 's veel te koud voor haar en met dat praan Tiny de Bree, door haar met stralen
meeuwensoorten met een „noordelijke in- koude water mag men ook niet gieten, de klank vertolkte aandeel in de final
slag" broeden, letterlijk en figuurlijk, te- Als de plant flink groeit kan men haar ere haar plaats in. Ook de ander
gen de klippen op. Hun aantal is groter ,k k b onaeloste kamer. solisten, de alt Renate Gutmann uit Kar s
tx- -:-u e'Ke ueeu een oeezje opgeloste Kamer ruhe, de tenor Pierfrancesco Poli uit Italië
jeugdige muziekvrienden uit tweeëntwintig landen heb
ben deelgenomen. Ook ons land werd daar vertegen
woordigd door een groep jongeren, allen aangesloten bij
de Nederlandse sectie van de federatie, bekend onder
de naam „Jeugd en Muziek". Het was het vijftiende kubistische „Ledai en de zwaan" wordt
Gottardo door eenzelfde bezetenheid ge-
congres sinas de oprichting van de federatie m 1940. grepen en nu is de beurt aan Amanda om
een psychische restauratie te gaan onder
nemen.
Het operaatje. dat een plaats verdient op
Tijdens het congres was er een wedstrijd de leerprogramma's van onze conservato-
voor jeugdige pianisten Enkele deelne- ria, werd onverbeterlijk gespeeld en ge-
mertjes bekijken en beluisteren het spel zongen door de sopraan Dora Alquiza en
van de zevenjarige Helenitsa Monzalas uit de bariton Giovanni Sabate. De pianistes
Stanleyville. Zij zijn van links naar Elda Beretta en Maria Mandini Moretti
rechts, Andreas Klein uit Berlijn (11 jaar), zorgden voor een uitstekende begeleiding.
André Grignard uit België (11 jaar) en
Rudy Minnaert, eveneens uit België DE JONGE KUNSTENAARS, die als
(13 jaar). solisten op verschillende concerten optra
den, bleken over het algemeen een voor
keur te hebben voor de vertrouwde „klas
sieke" muziek en voor gematigd moderne
werken. Men zou uit hun programmakeuze
kunnen afleiden, dat zij de „functie-loze"
muziek afwijzen. Door orkestuitvoeringen
werd op deze toonkunst-uiting nog wel
de aandacht gevestigd, maar een overtui
gende indruk kon er niet mede gemaakt
worden. Wel gaven zij een gevoel van uit
zichtloosheid, van vastlopen in een gekun
steld procédé.
De forums waren doorgaans geen succes,
omdat zij te weinig gelegenheid tot ge-
dachtenwisseling boden. De inleidingen
door oudere sprekers vergden te veel tijd.
Bij het forum over elektronische muziek
ging het spannend toe tussen een verdedi
ger van dit nieuwe fenomeen en een be
strijder daarvan, die uitstekend tegen el
kaar opgewassen waren. Het debat werd
typerend voor de positie van de elektro
nische „muziek" in onze hedendaagse
samenleving.
Talrijke belangwekkende films zijn er
tijdens dit congres vertoond, onder andere
een prachtige suggestieve film van Max de
Haas „Masquerage" genaamd, opgenomen
in het Museum voor Volkenkunde te Lei
den. Ook „Spiegel van Holland" van Bert
plooide.0 Nog3"sïeds gSat'Te^ogelbevol- P^tenmest geven. Vroeg in het voorjaar dé Duïtee 'bas'Go\ïhard Vronkeln^kon- Schumanns „Papillons" op. 2 en van „Pois- neerd bewogen vertolking van Beethovens rertSSd""2101 Vredenbur2
kingsaanwas door. kan men ook wel voortkweken door mid- den met sonore zang veel indruk maken son d'Or" van Debussy. Technisch raffine- „Mondschein"-sonate en van Debussys
del van stekken; jonge scheuten wortelen _T_..T,r ment en klankfantasie werden in haar spel suite „Pour le Piano", volmaakt van tech- TENSLOTTE ZOU TK rna PPn crhonit™,.
EEN ANDERE UIT het hoge noorden wel in notj. met 2anderioe en turf. EEN SENSATIONELE ERVARING werd met een diep peilende muzikaliteit ver- niek en klank. g eenJchoolkoor
afkomstige zeevogel, die sterk toeneemt de wedstrijd voor jeugdige pianisten, die enigd tot een verrukkende eenheid. Volker Banfield uit Duitsland dankte Regensburg, het Musica-Nova-Chor.
dank zij de gestadig groter geworden en nxolmachtige grond, maar doen het ook wel tijdens het congres werd gehouden. De De tweede prijs werd toegekend aan zijn derde prijs ongetwijfeld aan zijn stoe- willen noemen. Met grote bekwaamheid
wordende afvalresten der vissersschepen, een jampotje met water. Zodra de stek deelnemers aan dit concours waren inge- Jean-Philippe Collard, d'ie onder andere re, bewuste en gave voordracht van de gaf het prachtige uitvoeringen van werken
is de stormvogel (een atlantisch neefje dan echter voldoende wortels heeft zal deeld bij twee leeftijdscategorieën: een met de vertolking van het „Allegro appas- Sonate No. 3 op. 28 van Serge Prokofieff. van -Riirhtppr nrff o- +ai
van de pacifische albatros), die wij in En- m<m haar mo^n ovvotten en ze heeft een V00r kinderen niet ouder dan jaar sionato" van Saint-Saëns een demonstra- In een speciaal concert brachten deze f T' ™yr en Bartok'
geland fulmar noemen. Deze merkwaardi- jut- en een tweede, die bestemd was voor tie gaf van Franse pianotechniek. Waarom prijswinnaars, met Vera Astrachan uit bracht vrolijkheid met muziek die „im
ge vogel is een „empire builder" zonder voeazame> aocn weL zeer ucntige grond oudere pianistjes tot zestien jaar. De ver- de derde prijs verdeeld werd tussen een Brazilië, Rudy Minnaert uit België en Schatten des Jazz" was ontstaan,
weerga, want ieder jaar sticht hij op Brits nodig en door de bloemistengrond zal men bazingwekkende prestaties die bij deze pianistje uit Berlijn en de blonde, prachtig Penny Scott uit Engeland als troostprijs- Een concert in de grote zaal van het
gebied in Europa dertig nieuwe kolonies, dus nog een beetje turfmolm en gehakt wedstrijd vrijwel door alle kandidaten spelende Angelika Schreck uit Ravensburg winnaars de twaalfhonderd toehoorders in «.1,»,,,,, Q
Ja, er is nauwelijks een rotsachtig eiland- veenmos moeten mengen en vergeet niet werden geleverd heeft de leden van de werd niet duidelijk. In elk geval zal haar de grote congreszaal tot ovationele bijvals- V 4 „sender freies Berlin be-
je voor de kust van mijn vaderland, dat internationale jury voor een uitzonderlijk door en door muzikale, klankschone ver- betuigingen. sloot het congres, dat talrijke ïnternatio-
thans geen stormvogel-nederzetting heeft. aat onaer in ae pot 00lc wat scnerven moeilijke taak geplaatst. Men kwam na tolking van Schumanns „Kinderszenen" nale vriendschapsbanden heeft mogelijk
moeten komen. De plant kan dan al wel een langdurige bespreking tot een een- voor mij onvergetelijk blijven. OOK AAN DE OPERAKUNST werd tij- doen worden en dat onvereeteliik ral hlii
RECORD-Cijfers, een vogel- en getallen- uolle 20n hebben, maar na half april zal stemmige uitspraak. Hierbij werd de eerste In de andere leeftijdsgroep behaalde de dens het congres aandacht besteed niet e Tul,
schemering doet zich voor als men de men fl[ wel een wei - moeten bg_ prijs in de categorie van de jongste pia- technisch perfect spelende Henri Pommier alleen met opera-opvoeringen, maar ook V' alS "ltdrukkln* van de betekenis, die
groep der alken, koeten en papegaaidui- mstjes toegekend aan de twaalfjarige Ro- de eerste prijs. Maria Joas Alexandre Pires met een forum over die dramatische kunst de muziek over de ganse aarde bij de jeugd
kers in het oog vat. Gaat u maar eens scnermen. sana Maria Martins uit Brazilië voor haar uit Lissabon verwierf de tweede, met een In het Theater van de stad Berlijn werd heeft gekregen.
naar het vogelparadijsje Farne Island Lr. KromaijK. onbegrijpelijk schone voordracht van al even onvergetelijk innige en gepassio- de congressisten een opvoering van Alban P Zwaanswijk