Eeuwenoude vogelstaten Weerbaar dichterschap langs de Britse kust Litteraire Kanttekeningen Met vijftiende congres van de Fédération Internationale des Jeunesses Musicales Erbij PAGINA TWht ZATERDAG 3 SEPTEMBER 1960 DE STILLE ZUIDZEE heeft bij natuurvrienden de reputatie een waar dorado te zijn voor zeevogels, omdat de vogels op tal van plaatsen langs de Pacifische kusten en op de Pacifische eilanden optreden als pro- ducenten-op-grote-schaal van guano of vogelnest. Vaak wordt evenwel vergeten, dat guano slechts kan ontstaan, als weer en klimaat (droogte) medewerken. Veelal verliest men tevens uit het oog, dat er in de Zuidzee gebieden tegenwoordig heel wat minder vogels zijn dan vroeger, toen de Stille Zuidzee werkelijk nog „stil", nog „vreedzaam" was. De beschaving en de techniek veroverden steeds groter delen van die Pacifische regionen. En op tal van plaatsen is dat ten koste gegaan van de vogelrijkdom. Maar niet over de Zuidzee-vogelrijkdom wil ik iets vertellen, maar over de Britse zeevogels en de Britse vogeleilanden. Vogels zijn er in mijn vader land in groten getale. Ja, er bestaan eilandjes en kustgebieden, die zoveel gevederde dieren tot woon- en broed plaats strekken, dat de vogels zich soms als een wolk tussen de zon en de aarde schuiven. Ik overdrijf niet als ik zeg, dat ik alle tot Engeland, Schotland en Wales behorende eilandjes alsmede alle Britse zee vogelkolonies heb bezocht in de loop van mijn leven. En dat zijn er heel wat! Dat het er veel kunnen zijn, komt mede, omdat de kustlijn van Groot-Brittannië naar evenredigheid veel langer is dan die van enig ander Europees land, terwijl de Britse kus ten bovendien rijk geschakeerd zijn. Men vindt er delta's, duinen, lagunen, vlakke stranden, kiezelstranden, steile stranden, zandige stranden, verdron ken kuststroken, alsmede rotsen en klippen. Zeekoeien op Farne Island voor de kust van Northumberland. De hoge rotsen zijn het natuurlijke hei ligdom van ontelbare Britse zeevogels Daarboven: De pape gaaiduiker. de langs de Britse kust meest voorkomende zee vogel. Links: De alk. TOEN Herman van den Bergh in 1954 na een stilzwijgen van dertig jaar zijn Ver zamelde Gedichten deed verschijnen bete kende deze bundeling allerminst een af sluiting van zijn levenswerk. Ook zonder zijn toespeling op een mogelijk renouveau in de inleiding tot dit jeugdwerk zou het niet moeilijk zijn geweest, de uitgave van nieuwe gedichten binnen afzienbare tijd te voorspellen. Het feit-zelf van de ver enigde herdruk xoas een duidelijke aanwij zing dat de veranderingen, die zich in die tussenliggende jaren in hem voltrokken, voldoende geconsolideerd waren om de verbinding tot stand te brengen tussen de- geen die hij was en die hij werd. Dichter- zijn", schreeft Van den Berg immers, „is een stijl en een inhoud van leven. Het is, ten koste van ivat ook, waar zijn, onver- getrokken, niet bij wijze van een dichter- cultus van zijn menselijke eenzaamheid, maar om te redden en waar te maken wat zijn wezen was en het met strijdvaar- Van den Bergh weet het: „Zeker, tijd van moordenaars is deze". De deernis, het geluk, „de pauze van vreugde", zelfs het lijden is verspeeld, „de handen schetsen dige weerbaarheid te verdedigen tegen de vaag een ruw stuk werk in 't blauw", „het overrompelende aanvallen van een on zalige realiteit. Gebleken was zijn kosmi sche levensgevoel, maar het had in zover een wijziging ondergaan dat het er zich bewust, pijnlijk bewust van was, dat bin nen de hoogst benarde grenzen van het menselijk bestek een verwezenlijking er van ondoenlijk was. De bereidheid daar toe echter, de wil om het isolement te doorbreken en deze onttakelde levensvorm in overeenstemming te brengen met „het" leven als eeuwige kracht, waren er blij kens zijn recente bundels niet geringer op geworden: integendeel, het spankracht ?-;!l biddelijk waar tegenover eigen scheppend van Van den Berghs vers, de vitaliteit, de vermogen Deze rigoureuze opvatting van het dichterschap was het, die hem sinds 1925 deed zwijgen, waarmee hij de rvaarachtigheid van zijn poëzie, de inte gere verhouding tussen zijn persoon en zijn gedicht drastisch bewees. Het expressio nisme, waarmee zijn beide jeugdbundels „De Boog" en ,.De Spiegel" zou nauw ver bonden waren, had in het midden van de twintiger jaren zijn spankracht verloren en was, voor zover niet doodgelopen, in het traditionalisme gaan verzanden. Mars man had het vitalisme voor dood ver klaard, maar trachtte zijn poëzie even manmoedig als krampachtig te redden in een mythe. Van den Bergh echter legde de pen neer: wat hij zijn levensinhoud noemde ivas onder de fatale druk van de snel ver anderende tijden aan het schuiven geraakt. Zijn jeugdpoëzie stemde niet meer overeen met hel leven zoals zich dat in een toene mende dreiging aan hem ging voordoen waar was het priapische élan gebleven, waar de warme drift alles, heel het leven, te omvatten, te omarmen, te doordringen met die gloed van kosmische verbonden heid? Overal vertoonde zich de breuk tus sen gedreven Leven en mens-zijn, overal deden zich tekenen voor van stagnatie, verkommering, dreiging en ontreddering. Te leven, zoals Van den Bergh zich in zijn innerlijke gloed ervan, namen met de jaren eer toe. Maar de ervaring van he dendaagse verschijnselen die bedenkelijke tekenen vertonen van de heerschappij van de horde en de zielloze kunstmens voegde er onvermijdelijk elementen aan toe van een verbitterde strijdvaardigheid tegen een wereld, die al het mogelijke in het hart is droog", zijn muze is een „dorre muze" geworden, „een beest van de ver brande aarde", een onvruchtbaar, ver kommerd beest Hij maakt de rekening, de levensbalans op, toetst winst en ver lies, het goede en het boosaardige, het lieflijke en het verachtelijke: „....van alles is iets over'. Hij ziet in een visioen „de dagen van toorn" komen, puin en dood onder een hemel „van puur email". „Wij", dicht hij, „zijn het euvel", wij zijn het die de wijnrank deden bevriezen, de olijf lieten verhageien, de liefde verrie den, de wandaden hebben laten begaan. Zijn gedicht is bitter, onverbiddelijk, ge bald: maar het is „een onverschrokken gedicht", een ..moedig lied", allerminst een elegie, een klaagzang bij de muur. Want er mag soms nauwelijks verbeten hoon in klinken, er mag wanhoop en droefenis en grimmigheid uit spreken, er is ondanks juister misschien: dank zij de ontnuchtering, de confrontatie met de benauwende realiteit en harde waarheidszin, in deze poëzie dezelfde kracht van vroeger jaren, verdiept en ge sterkt door leeu, om de ban te doorbre ken, de dood in het leven te overwinnen, het „niet" te logenstraffen door een be vestiging van het „al", waarin deze tijd, deze mens, verzinkt als een partikeltje (Vervolg zie pag. 4, vierde kolom) werk schijnt te stellen om het leven menselijk-onmogelijk te maken, het te ontluisteren en te verstenen. „Stenen tijdperk" noemde Van den Bergh zijn vierde, jongste bundel na zijn „renouveau" (Em. Querido's Uitgeversmij), een titel die zowel zal doelen op de historische fase waarin we ons bevinden als op de persoonlijke levenservaring, zoals deze zich in de versoberde gedichten van de voorafgaande bundels „Het lit teken van Odysseus", „Kansen op een jonge jaren had voorgesteld dat er in een wrak' en „Verstandhouding met de hereniging met. de elementaire levens- vijand" in een streng-besloten dicht- Bergs opera „Wozzeck" aangeboden door de Stedelijke Opera. De eminente dirigent Richard Kraus leidde het voortreffelijke orkest, waarvan de klank zich kenmerkte door een rijke timbre-verscheidenheid, maar die door de sterke instrumentale bezetting dikwijls te groot van volume werd om verstaanbaarheid te kunnen waarborgen. Uitnemende solisten werkten aan de opvoering mede, van wie zich de sopraan Kersten Meyer door spel en zang krachten geleefd kón en móést worden, vorm kristalliseerde. Onder de doem van bijzonder kon onderscheiden. wilde de mens niet in zijn „cultuur" ver schrompelen en verdorren, zó te leven de loerende dood dreigt de volbloedige levensimpuls te verstarren, te verstenen. KURT WEILLS „Driegroschenoper" was ™et™eeLm0?elïkl Z1 Van'den Bwrgh eTde^Ser Van "dïï heeft groter bekendheid gekregen dan zijn een leugen zijn geweest en „dichter zijn is een inhoud van leven Bergh *ch gewnnnen geeft en in wanhoop werï ffï zou berusten. Hoe krachtig de wil is om In de jaren tussen 1925 en 1954 had er blijkens de vier bundels die na Van den Berghs „herverschijnen" kort na elkaar het licht zagen een verbran- voor de kust van Northumberland! naar echter niet door mensen, doch door pape- dingsproces in hem plaats gehad, waarbij de vuurtoren-eilanden der Orlöiey-en Shet- gaaiduikers. Er zijn er op dat eilandje in aue onhoudbaarheden, alle illusies, vrome land-archipeltjes of naar uithoeken van het volle broedseizoen stellig een miljoen, wensen en geloofde maar onmogelijk ge- mijn vaderland als Noss, Hermaness, Fair misschien nog wel meer. Als zij in grote bleken kansen cp een verjonging van de Isle. Foula, Rona, St. Kilda. Wie die ver- zwermen boven de klippen vliegen (en dat levensvorm, afgescheiden werden. Wat rukkelijke eilandjes bezoekt in mei of juni en er over de klippen loopt of er beneden langs vaart, wordt begroet door tiendui zenden, soms honderdduizenden geveder de dieren met zwarte ruggen, witte vesten en met rode, witte, blauwe of zwarte pa pegaaiensnoeten: de papegaaiduikers. Uren achtereen heb ik de papegaaiduikers gadegeslagen op het meest afgelegen eiland van mijn vaderland, op St. Kilda, dat tachtig kilometer verwijderd ligt van de naastbij zijnde door mensen bewoonde plek aarde. St. Kilda zelf is ook bewoond, doen zij eigenlijk de gehele dag), dan ver duisteren zij de hemel. James Fischer h opera „Aufstieg und Fall der Stadt Maha- desondanks stand te houden en uit het T j steen vonken van leven te slaan, bewijst f°"nyT; vDe. wfedIweMva" de de poëzie van deze bundel gedicht na ge- Lotte Lenya heeft de „Musikalische Jugend dicht. Hij ziet de situatie met een onver- peutschlands toestemming gegeven om biddelijke scherpte, verheelt niets, ver- tljdens het congr^ het theaterstuk in de bloemt niets, paait zich niet met mis- oorspronkelijke lezing op te voeren. Vier leidende vertroostingen, maar puurt uit de keer werd het werk in het theater van het levensrest die oom gebleven is het zuiver- congresgebouw vertoond, waarbij het als ste van zijn mens-zijn en zijn dichter- een visionair stuk uit de onheilspellende zijn: het besef dat leven alleen dan zin jarf na de e?rst® wereldoorlog indruk kon heeft als het met alle macht wil óver- "laken- ZlJn tendens heeft het echter ver" na die zuivering overbleef was een mine- leven, boven het tijdelijke, het geschon- loren. raai, een heldere en harde kern, waarin hij zich, binnenwaarts gaande, had terug- dene. verradene, uitleven. EN WAT VOOR KLIPPEN! Er zijn minstens twaalf stuks van de Britse kust, die geheel of bijna loodrecht uit zee oprij zen en een hoogte hebben van zowat dui zend voet. Er is zelfs een loodrechte rots wand van 1245 voet, en een bijna lood rechte van 1400 voet. En alom op die klip pen, rotsen, stranden en duinen leven die ren, vooral robben en vogels. Zeevogels hechten aan traditie en zijn conservatief in hun broed- en woongewoonten. Er zijn klippen en eilandjes, die sedert vóór christelijke tijden blijvend een „territo rium" van een bepaalde vogelsoort ge weest zijn. Andere vogelstaten zijn iets jonger, bij voorbeeld de Jan-van-Gent-ne- derzetting op de Bass Rots bij de ingang van de Firth of Forth. Uit geschreven bronnen blijkt, dat die „vogelstaat" reeds in het begin der vijftiende eeuw bestond. De Jan-van Gent-kolonie van Ailsa Craig is nauwelijks jonger, terwijl de grootste Jan-van-Gentstraat ter wereld, gelegen op St. Kilda, het westelijkste eiland der He- briden, in 1697 reeds een even talrijke vo gelbevolking had als heden ten dage, zo dat men gevoeglijk kan aannemen, dat hij eeuwen ouder is dan 1697. Onze tuin- en kamerplanten TUSSEN HET PARK „Tiergarten" en de rivier de Spree staat te Berlijn de indrukwekkende „Kongres- halle" gebouwd volgens een ontwerp van de Amerikaan se architect Hugh A. Stubbins als een aandeel van de Verenigde Staten in de internationale bouwtentoonstel- ling, die in 1957 te Berlijn werd gehouden. Het kunst werk werd gewijd aan de beroemde Amerikaanse staatsman Benjamin Franklin, die leefde van 1706 tot 1790. Franklins woorden over de vrijheid en over de echten van de mens staan in grote letters op de linker wand van de imposante hal van ontvangst: „God grant that not only the love of liberty' but a thorough knowledge levensonwaardige, wil VOOR VELE CONGRESSISTEN aaide opvoering van „L'Amante cubista" van de Italiaan Roberto Hazon de waarde van een première hebben gehad. „L'Amante cubista" is een verrukkelijk, geestig en sprankelend stuk, een echte opera buffa, waarvoor de componist, die in 1930 werd geboren, teruggreep op het be proefde vormschema van de 18de-eeuwse Italiaanse opera. Spiritueel is ook de mu- earth so that a philosopher may set his foot anywhere ziek, die bijzonder onderhoudend is en een on its surface and sav: „This is my country". In dit m°dern karakter-accent heeft. Zij dient, uitgevoerd door twee solisten met begelei- gebouw is het internationale congres gehouden van de ding van twee vleugels, als achtergrond „Federation Internationale des Jeunesses Musicales", v.°°r ?en vermakelijke geschiedenis, die zich afspeelt in het huis van de psychiater van 16 tot 23 augustus, waaraan bijna tweeduizend of the rigts of man may pervade all the nations of the Gottardo. Zijn lieftallige vrouw Amande voedt een hevige liefde voor een kubis tisch schilderij. Haar echtgenoot brengt zijn psychiatrische kennis doeltreffend in praktijk bij de bijzondere therapie, die hij toepast om zijn vrouw van haar dwaasheid te genezen. Maar bij het aanschouwen van STERN-KOLONIES hebben wij even eens. Hun bevolking is niet zo talrijk als die der Pacifische vogelstaten, doch bij ons is die bevolking gevarieerder. Wij heb ben sterntjes in soorten. Daar is de kleine DE UITVOERING van Beethovens ne gende symfonie in de fraaie concertzaal van de „Hochschule für Musik" door een internationaal koor en een internationaal orkest is tot het meest aangrijpende hoog tepunt van het congres geworden. Tien dagen achtereen had een ensemble van tweehonderd vijftig jeugdige zangeressen zangers en instrumentalisten van zeer ver schillende nationaliteit ook Nederland- SCINDAPSIS AUREUS is een mooie en se jongeren onder leiding van de En- stern, die dol is op stenige stranden; moderne kamerplant; men kan haar als §else dirigent Charles Mackerras in in voorts de gewone stern en de moeilijk van soort aroibladiae wandvlant beschou- sPannende repetities de uitvoering van he deze te onderscheiden arctische stern, die meesterwerk voorbereid. Tal van proble meer op een zandig strand is gesteld. Ook wenHet 's Jamüie van de aronskelk en men, veroorzaakt door verschil in taa kennen wij de grote stern, die niet graag dat is voor u al een tip dat de plant het volksmentaliteit en ongelijke muzikal groepsgewijs broedt, en tenslotte de mooie in de winter vooral niet te koud moet scholing en gerichtheid moesten worde en zeldzame roze stern die in Groot-Brit- hehben; 2C heeft een normaai verwarmde Sf*®1"* h tanme zijn Europese hoofdkwartier heeft die door de goede wil van allen, door h< opgeslagen. Buiten mijn land is er maar kamer nodig en bovendien een zeer voch- bezielde, eensgezinde streven naar een vei één kolonie van de roze stern bekend en tige atmosfeer. Er zal dus veel gesproeid heven doel, voorbeeldig werd volvoert wel in Bretagne. Het zijn de vogels uit het moeten worden en doe dat vooral met Ee" bewonderenswaardige aangrijpern hoge noorden, die, naar het aantal gere- h t uitvoering kwam tot stand. In het soli> kend, het sterkst zijn vertegenwoordigd net waler 20 un ae Kraan tenkwartet nam de jonge Nederlandse si onder de Britse zeevogels. Verscheidene 's veel te koud voor haar en met dat praan Tiny de Bree, door haar met stralen meeuwensoorten met een „noordelijke in- koude water mag men ook niet gieten, de klank vertolkte aandeel in de final slag" broeden, letterlijk en figuurlijk, te- Als de plant flink groeit kan men haar ere haar plaats in. Ook de ander gen de klippen op. Hun aantal is groter ,k k b onaeloste kamer. solisten, de alt Renate Gutmann uit Kar s tx- -:-u e'Ke ueeu een oeezje opgeloste Kamer ruhe, de tenor Pierfrancesco Poli uit Italië jeugdige muziekvrienden uit tweeëntwintig landen heb ben deelgenomen. Ook ons land werd daar vertegen woordigd door een groep jongeren, allen aangesloten bij de Nederlandse sectie van de federatie, bekend onder de naam „Jeugd en Muziek". Het was het vijftiende kubistische „Ledai en de zwaan" wordt Gottardo door eenzelfde bezetenheid ge- congres sinas de oprichting van de federatie m 1940. grepen en nu is de beurt aan Amanda om een psychische restauratie te gaan onder nemen. Het operaatje. dat een plaats verdient op Tijdens het congres was er een wedstrijd de leerprogramma's van onze conservato- voor jeugdige pianisten Enkele deelne- ria, werd onverbeterlijk gespeeld en ge- mertjes bekijken en beluisteren het spel zongen door de sopraan Dora Alquiza en van de zevenjarige Helenitsa Monzalas uit de bariton Giovanni Sabate. De pianistes Stanleyville. Zij zijn van links naar Elda Beretta en Maria Mandini Moretti rechts, Andreas Klein uit Berlijn (11 jaar), zorgden voor een uitstekende begeleiding. André Grignard uit België (11 jaar) en Rudy Minnaert, eveneens uit België DE JONGE KUNSTENAARS, die als (13 jaar). solisten op verschillende concerten optra den, bleken over het algemeen een voor keur te hebben voor de vertrouwde „klas sieke" muziek en voor gematigd moderne werken. Men zou uit hun programmakeuze kunnen afleiden, dat zij de „functie-loze" muziek afwijzen. Door orkestuitvoeringen werd op deze toonkunst-uiting nog wel de aandacht gevestigd, maar een overtui gende indruk kon er niet mede gemaakt worden. Wel gaven zij een gevoel van uit zichtloosheid, van vastlopen in een gekun steld procédé. De forums waren doorgaans geen succes, omdat zij te weinig gelegenheid tot ge- dachtenwisseling boden. De inleidingen door oudere sprekers vergden te veel tijd. Bij het forum over elektronische muziek ging het spannend toe tussen een verdedi ger van dit nieuwe fenomeen en een be strijder daarvan, die uitstekend tegen el kaar opgewassen waren. Het debat werd typerend voor de positie van de elektro nische „muziek" in onze hedendaagse samenleving. Talrijke belangwekkende films zijn er tijdens dit congres vertoond, onder andere een prachtige suggestieve film van Max de Haas „Masquerage" genaamd, opgenomen in het Museum voor Volkenkunde te Lei den. Ook „Spiegel van Holland" van Bert plooide.0 Nog3"sïeds gSat'Te^ogelbevol- P^tenmest geven. Vroeg in het voorjaar dé Duïtee 'bas'Go\ïhard Vronkeln^kon- Schumanns „Papillons" op. 2 en van „Pois- neerd bewogen vertolking van Beethovens rertSSd""2101 Vredenbur2 kingsaanwas door. kan men ook wel voortkweken door mid- den met sonore zang veel indruk maken son d'Or" van Debussy. Technisch raffine- „Mondschein"-sonate en van Debussys del van stekken; jonge scheuten wortelen _T_..T,r ment en klankfantasie werden in haar spel suite „Pour le Piano", volmaakt van tech- TENSLOTTE ZOU TK rna PPn crhonit™,. EEN ANDERE UIT het hoge noorden wel in notj. met 2anderioe en turf. EEN SENSATIONELE ERVARING werd met een diep peilende muzikaliteit ver- niek en klank. g eenJchoolkoor afkomstige zeevogel, die sterk toeneemt de wedstrijd voor jeugdige pianisten, die enigd tot een verrukkende eenheid. Volker Banfield uit Duitsland dankte Regensburg, het Musica-Nova-Chor. dank zij de gestadig groter geworden en nxolmachtige grond, maar doen het ook wel tijdens het congres werd gehouden. De De tweede prijs werd toegekend aan zijn derde prijs ongetwijfeld aan zijn stoe- willen noemen. Met grote bekwaamheid wordende afvalresten der vissersschepen, een jampotje met water. Zodra de stek deelnemers aan dit concours waren inge- Jean-Philippe Collard, d'ie onder andere re, bewuste en gave voordracht van de gaf het prachtige uitvoeringen van werken is de stormvogel (een atlantisch neefje dan echter voldoende wortels heeft zal deeld bij twee leeftijdscategorieën: een met de vertolking van het „Allegro appas- Sonate No. 3 op. 28 van Serge Prokofieff. van -Riirhtppr nrff o- +ai van de pacifische albatros), die wij in En- m<m haar mo^n ovvotten en ze heeft een V00r kinderen niet ouder dan jaar sionato" van Saint-Saëns een demonstra- In een speciaal concert brachten deze f T' ™yr en Bartok' geland fulmar noemen. Deze merkwaardi- jut- en een tweede, die bestemd was voor tie gaf van Franse pianotechniek. Waarom prijswinnaars, met Vera Astrachan uit bracht vrolijkheid met muziek die „im ge vogel is een „empire builder" zonder voeazame> aocn weL zeer ucntige grond oudere pianistjes tot zestien jaar. De ver- de derde prijs verdeeld werd tussen een Brazilië, Rudy Minnaert uit België en Schatten des Jazz" was ontstaan, weerga, want ieder jaar sticht hij op Brits nodig en door de bloemistengrond zal men bazingwekkende prestaties die bij deze pianistje uit Berlijn en de blonde, prachtig Penny Scott uit Engeland als troostprijs- Een concert in de grote zaal van het gebied in Europa dertig nieuwe kolonies, dus nog een beetje turfmolm en gehakt wedstrijd vrijwel door alle kandidaten spelende Angelika Schreck uit Ravensburg winnaars de twaalfhonderd toehoorders in «.1,»,,,,, Q Ja, er is nauwelijks een rotsachtig eiland- veenmos moeten mengen en vergeet niet werden geleverd heeft de leden van de werd niet duidelijk. In elk geval zal haar de grote congreszaal tot ovationele bijvals- V 4 „sender freies Berlin be- je voor de kust van mijn vaderland, dat internationale jury voor een uitzonderlijk door en door muzikale, klankschone ver- betuigingen. sloot het congres, dat talrijke ïnternatio- thans geen stormvogel-nederzetting heeft. aat onaer in ae pot 00lc wat scnerven moeilijke taak geplaatst. Men kwam na tolking van Schumanns „Kinderszenen" nale vriendschapsbanden heeft mogelijk moeten komen. De plant kan dan al wel een langdurige bespreking tot een een- voor mij onvergetelijk blijven. OOK AAN DE OPERAKUNST werd tij- doen worden en dat onvereeteliik ral hlii RECORD-Cijfers, een vogel- en getallen- uolle 20n hebben, maar na half april zal stemmige uitspraak. Hierbij werd de eerste In de andere leeftijdsgroep behaalde de dens het congres aandacht besteed niet e Tul, schemering doet zich voor als men de men fl[ wel een wei - moeten bg_ prijs in de categorie van de jongste pia- technisch perfect spelende Henri Pommier alleen met opera-opvoeringen, maar ook V' alS "ltdrukkln* van de betekenis, die groep der alken, koeten en papegaaidui- mstjes toegekend aan de twaalfjarige Ro- de eerste prijs. Maria Joas Alexandre Pires met een forum over die dramatische kunst de muziek over de ganse aarde bij de jeugd kers in het oog vat. Gaat u maar eens scnermen. sana Maria Martins uit Brazilië voor haar uit Lissabon verwierf de tweede, met een In het Theater van de stad Berlijn werd heeft gekregen. naar het vogelparadijsje Farne Island Lr. KromaijK. onbegrijpelijk schone voordracht van al even onvergetelijk innige en gepassio- de congressisten een opvoering van Alban P Zwaanswijk

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 18