FILATELIE -
m -
m
44
3dG HAN A
l^FOBiDÊFÜ
a
Dammen
PAGINA VIER
UNITED STATES POSTA0I
1
nn
Éi
WÊ
8
B
8
9K
m
8:
m
ms
IR
Hf
IIP
§f
Hf
8
8
H
B
n
ÊS§
u
jjf
Hf
H
m
H
üf
Hf
8
8
m
Ui
8
H
jjf
Hf
ifü
fü
ISI
mg
a
nn
iwl
mp
Él
HP
fcl
Kees heeft plannen
2
Verborgen plaatsnaam
A.-VXHRDAG 24 SEPTEMBER 1960
Erbij
VERENIGDE STATEN. Ter herden
king van de verleden jaar overleden
minister van Buitenlandse Zaken, John
Foster Dulles (1S881959), zal omstreeks
half november een postzegel van 4 cents
(donkerpurper) in circulatie worden ge-
;r_
i|
JOH* 0
FOSTS»
bracht, waarop zijn portret is afge
beeld. Het ontwerp is van William K.
Schrage en de gravure van Richard M.
Bower (portret en omlijsting) en Robert
J. Jones (letters en cijfers). De oplage
bedraagt 120 miljoen exemplaren.
GHANA. Op 21 september, de 51ste
verjaardag van president dr. Kwame
Nkroemah is een serie van drie waar
den in circulatie gebracht. Het zijn een
3 d. met het hoofd van Nkroemah tegen
een achtergrond van de Ghanese vlag,
een 6 d. met een zwarte ster, waarin
Nhroemah's hoofd en een 1 sh. 3 d. met
een zuil, waarop het opschrift GHANA
met op de achtergrond een kaart van
Afrika.
AUSTRALIË. Ter herinnering aan
het feit, dat honderd jaar geleden de
eerste postzegels van Queensland ver
schenen zal op 2 november a.s. een
postzegel van 5 d. (groen) verschijnen.
De zegel geeft een reproduktie van de
eerste uitgifte van Queensland met het
portret van koningin Victoria.
ARGENTINIË. De honderdvijftigste
geboortedag vay, de staatsman en po
liticus Juan Bautista Alberdi (1810
1884) is onder meer herdacht door de
uitgifte van een postzegel van 1 peso
(donkergroen) met zijn portret. Er zijn
drie miljoen exemplaren gedrukt.
KATANGA. In Katanga worden thans
oude postzegels van Belgisch Kongo uit-
Vorige week bespraken wij het begin
van de miraculeuze partij LarsenTesch-
ner uit het Zone-toernooi Wageningen 1957,
welke onze landgenoot Donner net een
plaats in het interzone-toernooi kostte.
Donner lag bij het begin van de laatste
ronde een half punt achter op Larsen, maar
deze kwam glad verloren te staan, terwijl
Donner vlot won. Larsen kwam reeds na
12 zetten (met wit nog wel) in verlies-
positie, omdat hij een zeer onbekende
openingsvariant speelde, van welke zijn
tegenspeler door een toevalligheid alle
finesses kende. Na de volgende, reeds toe
gelichte, openingszetten:
1) d4 d5, 2) c4 c6, 3) Pf3 Pf6, 4) Pc3 dc4:
5) a4 Rf5, 6) Ph4 Rc8, 7) e4 e5, 8) Rc4:?
ed4:, 9) e5 dc3:!, 10) Rf7:f Kf7:, 11) Dd8:
cb2:, 12) Dc7f was de volgende stelling
ontstaan
Zwart: TESCHNER
Wit: LARSEN
Schijnbaar staat wit met dame tegen
twee stukken op winst. Zie b.v. 12)
Pfd7, 13) Rb2. Pa6, 14) e6f enz. In werke
lijkheid staat hij glad verloren wegens de
wonderlijke riposte 12)Kf7-e6ü Tesch-
ner haalde deze variant uit een Engelse
analyse van 1940 Voor het bord is zo
iets practisch niet te vinden. Wit kan nu
ook Rc8 nog met schaak slaan. De voor
naamste pointe der stelling is, dat de dame
niet via a5 kan ontsnappen; zie 13) Rb2:
Pa6f, 14) Da5 Rb4t enz.
Er volgde nu: 13) Dc7xc8f Pb8-d7! De
situatie wordt duidelijker. Dc8, Tal en Rel
staan in. Na „gewone" voortzettingen, zo
als 14) Dd7:f Pd7:, 15) Rb2: Rb4f resteert
een betrekkelijk eenvoudig voor zwart
gunstig eindspel. Toch zouden 99 van de
100 spelers dit hebben gekozen, want na de
voortzetting welke Larsen kiest, komt hij
liefst een toren en een loper achter! Maar
de Deen is de beste „Schwindler" van
West-Europa. Blijkens het vervolg ver
trouwde hij terecht op de nu komende on
berekenbare complicaties. 14) Dc8xb7! b2x
alD, 15) Db7xc6fNu is Rel met tempo
winst gedekt. 15) Ke6-f7, 16) e5-e6f
Kf7-g8, 17) 0-0!Wit speelt nu met een
toren en een paard minder, maar hij be
schikt over tal van dreigingen, b.v. Da8:,
ed7: enz. De voornoemde analyse ging ver
der met Pb6, waarna b.v. 18) Db7 aan wit
een geweldige aanval verschaft. Vandaar:
17) Dal-e5!, 18) Dc6xa8 De5xe6, 19)
Da7xa7De witte aanval is uitgewoed.
Met slechts 2 pionnen vóór een stuk staat
zwart op winst. Het is leerzaam te zien,
hoe een grootmeester als Larsen nu nog
zoveel weerstand weet te bieden, dat
Teschner tenslotte de draad kwijtraakt. 19)
De6-d5, 20) Da7-c7 Kg8-f7, 21) Ph4-f3
Rf8-d6, 22) Dc7-c2 h7-h6, 23) Pf3-h4 Dd5-
e4, 24) Dc2-a2f Kf7-e7, 25) Ph4-f3 Pd7-e5,
26) Pf3xe5 De4xe5, 27) g2-g3 De5-d5, 28)
Da2-c2 Ke7-f7, 29) Tfl-dl Th8-c8!, 30) Dc2-
e2 Dd5-e6, 31) De2-f3 Tc8-c2, 32) Rcl-e3
Tc2-a2, 33) Df3-b7f Rd6-e7, 34) Re3-c5!
Ta2-e2. Niet 34) Taé:, 35) Re7: De7:, 36)
Db3f enz., 35) a4-a5!
Weer een valstrik. Zwart mag niet een
grote afruil forceren. Zie: 35) Telt,
36) Tel: Del:t. 37) Kg2 De4f?, 38) De4: Pe4:,
39) Re?Ke740) a6 en de pion loopt door,
35) De6-c4, 36) Rc5-e3 Dc4-a4. Zwart
komt steeds nader bij zijn doel. Nu staan
zowel Tdl als a5 in. Pion a5, wit's voor
naamste troef, valt dus, want 37) Td5?
faalt op Telt en De4t, 37) Tdl-d4 Da4x
a5 Eindelijk laat zwart het gehoopte
steekje vallen. Zwart had eerst Telt moe
ten spelen; dan was het gevaar, dat de
zwarte toren na een diagonaal schaakje
zou worden aangevallen, van de baan ge
weest. 38) Db7-b3t Kf7-e8, 39) Db3-b8t
Ke8-f7, 40) Db8-b3t Kf7-e8? De laatste zet
voor de tijdccntrole, welke wit de gelegen
heid geeft, met 41) Db3-b8t Ke8-f7 drie
maal dezelfde stelling en dus een regle
mentaire remise te bereiken. Als de zwar
te toren op el had gestaan, was 40)
Kg6 (dat nu op Dd3t zou falen) heel goed
geweest. In de partij had zwart met 40)
Kf8 nog een winstpoging kunnen
doen, b.v. 41) Db8t Pe8, 42) Tf4t Rf6, 43)
Te4? Delt!, 44) Kg2 Tf2t en zwart wint.
Inplaats van 42) Tf4 had wit het met 42)
Dc8 nog moeilijker kunnen maken. Zwart
zou dan nog uren voor de (dubieuze) over
winning hebben moeten strijden. Nu
claimde Larsen zijn reglementaire halve
puntje, kwam daarmee gelijk met Donner
en versloeg deze tenslotte in een tweekamp.
Kleine oorzaken, grote gevolgen. En een
schitterend staaltje van grootmeesterlijke
weerstand in moeilijke omstandigheden.
Mr. Ed. Spanjaard
als amusement voor de gewone burger snel
verloren zou zijn. Want slechts nog figuren
die met één been in een koffiehuis van
verdacht allooi, en met het andere been in
de wachtkamer van de officier van Justitie
zouden staan, zouden de „genoegens" nog
op prijs stellen.
De bridge-wettenmakers nebben van
meet af zeer wel begrepen, dat slechts
„bridge met open vizier" het spel een kans
zou geven populair te worden. Terecht
schreven zij dus voor, dat men er geen
geheime afspraken met de partner op na
mocht houden.
Wat betekent dat nu in de praktijk? Het
betekent, dat men de tegenpartij (bij wed-
strijdbridge) tevoren moet inlichten
wat en hoe men speelt. Praktisch is, daar
voor een zo genaamde „systeem- en con-
ventiekaart" te gebruiken een kaart
ongeveer ter grootte van een briefkaart,
waarin kort het gebruikte systeem en de
conventies worden opgeschreven. Als men
deze kaart bij zich heeft, voorkomt dat veel
gepraat bij wedstrijden men behoeft
slechts de kaart ter inzage te geven.
Wét men precies op die kaart moet zet
ten, vereist wel enige nadere uitleg. Het is
bij voorbeeld weinig nuttig uw mooie
slamconventies uit te leggen; als de tegen
partij allemaal tweetjes en drietjes in han
den heeft, zal het die tegenpartij koud
laten of u naar heren, dan wel naar vrou
wen vraagt. Tenslotte kan de tegenpartij
na het biedverloop altijd nog wel vragen
wat uw biedingen betekend hebben.
Wèl belangrijk is het. duidelijk op te
schrijven wélke conventies u speelt, die
het biedverloop op laag niveau zouden
kunnen beïnvloeden. Als u bij voorbeeld
klaveren opent of ruiten biedt, zónder dat
u bepaald die kleur in handen moet heb
ben, is het noodzakelijk dit kort op de
systeemkaart mede te delen. Ook „zwakke"
of „sterke" Sans is iets wat de tegenpartij
moet weten en als u „1 SA" in uw sys
teem kunt openen terwijl ge één kleur
helemaal niet hebt, mag dat de tegenpartij
niet onbekend blijven. Ook de „zwakke-
twee" en de kunstmatige 2 Sans- of 3-
openingen moeten tevoren bekend gemaakt
worden.
Bij al deze dingen mag men aannemen,
dat bepaalde systemen en conventies zó al
gemeen bekend zijn. dat zij niet meer uit
gelegd behoeven te worden. Als ge dus op
schrijft „Goren" of „Culbertson" als sys
teem te spelen is dat voldoende als ge
„Blackwood" als slamconventie aankon
digt weet praktisch elke wedstrijdspeler
wat u bedoelt. Wat ge echter bepaald niet
moet doen, is bij voobeeld .,Goren"-sys-
teem aankondigen en héél iets anders
spelen. Ge loopt de kans dat de tegenpartij
ertegen protesteert en gelijk krijgt.
Tenslotte is belangrijk, de „klasse" waar
in ge gewoonlijk speelt. Op een bridge
drive ter steuning van de kas der Eenden
kwekers moet ge andere maatstaven aan
leggen, dan wanneer ge beland bent in de
meesterklasse van de Nederlandse Bridge
bond. Nuttig is te onthouden, dat hoe hoger
de klasse, hoe hoger de opvatting over
ethiek en spelregels behoort te zijn. Zeer
bepaald geldt hier het Noblesse, oblige.
H. W. Filarski
De bridgevraag van deze week: West
gever, allen kwetsbaar. Viertallenwed-
strijd. Zuid heeft:
H 10 7 3 9 A B 6 O 9 8 5 2 *A7
Biedverloop: west pas noord pas
oost 1 SA (16—18 punten) allen passen.
Waarmee moet zuid uitkomen? Antwoord
elders op deze bladzijde.
In het damtoernooi dat in juli van dit
jaar te Kiev werd gehouden werd de Rus
ir. Koeperman onbedreigd winnaar.
Hierbij geven we het spel van de Rus
Tsjegolev tegen de Fransman Aubier en de
partij van Aubier tegen de Belg Demes-
maecker.
In de eerste ronde leek het er op dat de
Parijzenaar Aubier zou winnen van Tsjego
lev. Het ging als volgt:
Wit: Tsjegolev; zwart: G. Aubier.
1) 33-29 19-24. 2) 38-33 14-19. 3) 34-30
20-25. 4) 29x20 25x14. 5) 40-34 19-23. 6) 33-29
17-22.17-22. 7) 31-27 22x31. 8) 36x27 11-17.
9) 44-40 17-21. In de plaats van 17-21 geven
wij de voorkeur aan 6-11 en 1-6, om daarna
te beslissen over 17-22 of 17-21. 10) 50-44
6-11. 11) 39-33 21-26. 12) 44-39 11-17. 13)
43-38 17-21. 14) 49-44 14-20. Sterker is 14-19.
15) 33-28 1-6. 16) 28x19 13x33. 17) 39x28
7-11. 18) 38-33 9-14 (speculeert op leuke
doorbraak); 9-14 is niet sterk en wit moet
met 34-29 voortzetten. 19) 42-38 4-9. Stand
na de 19de zet:
AUBIER
TSJEGOLEV
Met 20) 44-39 kon Aubier doorbraak for
ceren met 18-22. 21) 27x7 21-27. 22) 32x21
16x27. 23) 7x16 20-24. 24) 30x19 14x43. De
Rus had het geluk dat het juist klopte
met 25) 47-42 27-31. 26) 34-30 43x25. 27)
41-36 15-20. 28) 36x27 20-24. 29) 37-32 10-14.
30) 46-41 14-19. 31) 41-37 9-13. 32) 48-43
5-10? Een blunder; de Fransman verloor
door 16-11, 33-29, 27-22 en 32x5. Het is leuk
te onderzoeken dat de Fransman met de
20ste zet na 44-39 sterk 18-23 had kunnen
spelen met voor zwart zeer goed spel. Op
33-28 8-13 met winst. Op 30-25 23-28 enzo
voort. Wit moet wel 48-43 waarna zwart
goed spel heeft.
Voor veel dammers in Kennemerland is
de 68-jarige Belg Demesmaecker geen on
bekende: hij deed in 1934 mee in een inter
nationaal toernooi te IJmuiden.
Wit: J. Demesmaecker; zwart: Tsjegolev.
1) 33-28 18-22. 2) 38-33 12-18. 3) 43-38
18-23. 4) 49-43 13-18. 5) 31-26 9-13. 6) 37-31
7-12. 7) 31-27 22x31. 8) 26x37 4-9. 9) 37-31
17-21. 10) 31-27 11-17. 11) 41-37 21-26. 12)
37-31 26x37. 13) 42x31 6-11. 14) 47-42 2-7.
TSJEGOLEV
'zTTZy
DEMESMAECKER
Zeer sterk spel van de Rus belet 46 in
het spel te brengen. De Belg was wel ge
dwongen met 33-29 of 34-29 voort te zet
ten. Maar aan beide voortzettingen zijn be
zwaren verbonden. Toen wit met 15) 34-30
voortzette, buitte de Rus meesterlijk de
witstand uit. 15) 23-29. 16) 33x24 20x29.
Dreigt op twee manieren stuk te winnen.
17) 39-33 14-20. 18) 33x24 20x29. 19) 46-41
18-22. 20) 27x18 13x33. Zwart heeft stuk ge
wonnen en later de partij.
B. Dukel
•uapj ut TJespatA a^qoafs ap Tam atp uep
'j a t o j. S uCiz uaddoqos ut T-temptatA apa^s
ap uasuaq ap :uapaa ajadmts
ap rao aTTotsua; ug -si Sizbayubb tsuiojj
-TtnuaTinj Ctq ;ep JBBAag uaa uajadssu
Taoui Ctq tbav u a p b j ubb§ ;aoui 'tuiojj
§bjs ubb J3TBI Ctq sib .taupsd ap ;Bp 'tuio^
-jooa t^h 'ubbg umop t3iu o s-3 i a\-0 s
tdbjtuoo-vs I 13q I^z 'iuioji pjB} do suad
-doqos a p a o Ci.ta ;am Sou jaiads:}saA\
ap uatpui -si ^CuguBiaq oz ^atu TundqoiBui
uaAagaggaM uaa uijbbav 'pCt.iTspaA\uanBT
-jaiA uaa uio jatq .iBBg ;aq :uauapaj apuag
-TOA ap uio uamoiiTin g uaddoqos ;am qoo;
fiq Taoui *uagga-[ a; pje; do 6<> ap uftz jez
pgtauag snp pmz ua st apom-gooq gtp.xooA\.
-uagaT „s^atu uba" uamo^m jamaoqjv
:SBBJAaSpuq as^ftl35!^ do pjooMjuv
gegeven met de overdruk Katanga,
waarvan er hierbij een gereproduceerd
wordt.
WAT ZEG IK DE TEGENPARTIJ?
Het is een bekende geschiedenis, dat een
bridgespeler eens kwaad werd toen de
tegenpartij hem vóór het begin van de
strijd vroeg: „Welk biedsysteem speelt u
meneer?" De meneer liet er geen twijfel
over bestaan, dat hij helemaal niet van plan
was dat te vertellen ergo beschouwde
hij de geheime afspraakjes die hij met zijn
partner had gemaakt als een geoorloofd
deel van de taktiek en dus van het spel.
De goede man had er natuurlijk nooit
over nagedacht, wat de gevolgen zouden
zijn als deze methode werd goed gevonden.
Binnen de kortst mogelijke tijd zou het
fraaie bridgespel tenminste als wed
strijdspel verworden zijn tot een soort
geestelijk „catch as catch can"; dat wil
zeggen een sport, waarin èlles mag en die
ONDER een eeuwenoude eik in het
bos lag een doosje lucifers. Bij de boom
hadden mensen gezeten en toen ze weer
naar huis waren gegaan was het doosje
uit de zak van een meneer gevallen.
Nu kwam na een uurtje kabouter Eigen
wijs langs de eik. „Hé, wat een raar
ding ligt daar", riep Eigenwijs ver
baasd, „dat lijkt wel een kist." Hij
liep naar het lucifersdoosje toe en om
dat het een beetje open stond kon hij
de lucifers met hun rode koppen meteen
zien liggen.
„Alle kabouters nog aan toe", riep
Eigenwijs verheugd, „doe ik me daar
een goede vondst, allemaal palen met
een gekleurde hoed op. Nou moet ik
eens goed nadenken.. Het bos is van
de kabouters en ik heb die kist het
eerste gezien, dan is die kist natuurlijk
van mij. Hahaa heb ik even geluk, ik
ga gauw naar huis om Snelvoet en
Witsnor voor de wagen te spannen,
want die kist is te groot om op mijn
rug te dragen".
Zo vlug als het maar ging met zijn
kleine beentjes rende kabouter Eigen
wijs naar huis en spande daar de twee
konijntjes Snelvoet en Witsnor voor een
wagentje. Hij klakte met zijn tong en
in snelle vaart ging het weer naar de
eik in het bos. Gelukkig, de kist lag er
nog, want daar was Eigenwijs wel een
beetje bang voor geweest. Nu ging het
kaboutertje de kist op zijn wagen tillen,
maar dat viel niet mee! Eigenwijs zucht
te en pufte want de kist was groot en
zwaar. Eindelijk, na wel een uur wer
ken lag de kist op de wagen. Tevreden
reed Eigenwijs weer terug. Het hele
kabouterdorp kwam kijken toen Eigen
wijs het dorp binnenreed met zijn
vreemde vrachtje. Trots vertelde de
kabouter van zijn vondst.
„En wat ga je nu met die palen
doen?" vroeg kabouter Weetgraag
nieuwsgierig. „Dat zul je nog wel zien,"
zei Eigenwijs geheimzinnig, „ik heb al
een plannetje." „Ach Eigenwijs vertel
het ons nou", vroegen de andere ka
bouters. „Ach, eigenlijk mogen jullie
het ook best weten", vond Eigenwijs,
„ik ga een echt huis bouwen, een fijn
huis voor mezelf. Een huis van palen,
met een dak en een raam erin".
,Een huis??", riepen de kabouters
verbaasd „je woont toch in een padde
stoel, een kabouter in een huis, dat
hebben we nog nooit gehoord! En je
hebt nog wel zo'n mooie paddestoel,
met een rood dak en prachtige witte
stippen erop". ,Dat huis mogen jullie
wel van me hebben", zei Eigenwijs gul,
„ik wil niet langer in een paddestoel
wonen, het is er altijd nat en kil. Nee
hoor ik heb nu mooie palen om een
eent huis te maken". „Eigenwijs, doe
het niet", waarschuwde kabouter Den
ker. „misschien zou je er nog spijt van
krijgen en trouwens je hebt nu al drie
honderd jaar in een paddestoel ge
woond. Een kabouter hóórt in een pad
destoel te wonen". „Juist", zei Eigen-
wi.is koppig, „ik heb driehonderd jaar
in een paddestoel gewoond en nu wil ik
er niet meer in wonen, ozoü"
Eigenwijs wilde dus niet naar goede
raad luisteren en ging een huis van
palen bouwen. De rode koppen van de
palen staken netjes in de lucht. Er
kwam een dak op het huis en van voren
maakte Eigenwijs een deurtje en een
raam. Het kaboutertje werkte erg hard
en iedere dag werd het huisje een
beetje mooier. De andere kabouters
kwamen steeds kijken en omdat het
huisje zo leuk werd, waren ze eigenlijk-
wel een beetje jaloers op Eigenwijs, die
toch maar zo gelukkig was geweest om
een kist vol palen te vinden.
MAAR KABOUTER Denker was niet
jaloers, helemaal niet! „Ik geloof niet
dat een goede kabouter in een huis kan
wonen", zei Denker maar steeds, „dat
kan nooit goed zijn". Na een maand
hard werken was het huis van Eigen
wijs klaar, er was zelfs nog één paal
overgebleven en daarvan maakte de
kabouter een vlaggestok die hij voor
het huisje zette. Toen dat gedaan was
ging hij om zijn huis een tuintje maken.
Van dennenaalden maakte Eigenwijs er
een hek omheen en in de tuin maakte
bij een vijvertje.
Nu was Eigenwijs helemaal klaar.
Wat was het mannetje gelukkig en trots
Alle kabouters mochten in zijn huisje
komen kijken en Eigenwijs ti-akteerde
ze allemaal op lijsterbesjes en dauw
druppeltjes, want hij maakte er een
feest van. Alleen kabouter Denker kwam
niet kijken, die bleef in zijn paddestoel
zitten mopperen.
De hele dag bleven de kabouters feest
vieren, ze dachten er niet aan om naar
huis te gaan, want ze vonden het huis
van Eigenwijs veel te gezellig. Er wa
ren zelfs kabouters die aan Eigenwijs
vroegen of die voor hun ook niet een
huis wilde bouwen.
De dag ging snel voorbij en het werd
donker.
„Weet je wat?" zei Eigenwijs, „ik
ga aan de vuurvlinders vragen of ze
niet hier willen komen, dan kunnen ze
mijn huis verlichten."
Al gauw kwamen de vuurvlinders
aanvliegen, want ze wilden het kabou
tertje graag een plezier doen. Het hele
huis was nu schitterend verlicht en het
feest kon doorgaan.
MAAR OWEE, de vuurvlinders vlogen
overal en er was er één, die een beetje
moe werd en op het dak ging zitten
om uit te rusten. Hij ging boven op
de kop van een lucifer zitten en
„Psssjt..", deed de lucifer en vloog
in brand. Meteen vlogen toen ook de
andere lucifers in brand en verschrikt
renden de kabouters uit het huisje. Ka
bouter Eigenwijs stond huilend naar de
vlammen te kijken, maar dat hielp
niets, het huisje brandde helemaal af
De andere kabouters hadden veel me
delijden met Eigenwijs, alleen Denker
zei: „Zie je nu wel, een huis is niets
voor een kabouter, ga jij maar weer
in een paddestoel wonen".
Ja, Eigenwijs ging weer in een pad
destoel wonen en nooit heeft hij meer
een huis willen bouwen van palen....
Jan Nelissen
Wat is er aan de hand met Kees?
Anders zie je hem vaak hollen,
stoeiend over straat heen rollen,
op zijn buik langs het kanaal
stekels vangen of een aal
Wat is er aan de hand met Kees?
Anders klimt hij in lantarens,
zoekt naar kevers in de varens,
vliegt weg op zijn autoped
of heeft kikkers in zijn bed
Wat is er ao.n de hand met Kees?
Waarom loopt hij met die wagen?
Wacht, ik zal het hem gaan vragen,
'k Kom hem tegen bij de flat.
Sssstsist Kees. ze slaapt nou nètl
Dat is er aan de hand met Kees:
een poos terug kreeg hij een zusje,
niet veel groter dan een musje,
maar als hij dikwijls met haar rijdt
wordt het gauw een flinke meid.
En dat moet ook, hoor! zegt Kees,
want dan ga k haar alles leren:
hoe je vuur maakt met kamperen,
hoe je 'n boot met zeilen bouwt
en je vliegertouw strak houdt.
En daarna leer 'k haar, zegt Kees,
hoe je 'n vlot bouwt van wat blikken.
Kijk, nu ligt ze ja te knikken!
Nou, nog véél meer en de rest.
Hopla, zusje, doe je best!
Cor van Ruijssel
5
M
Van links naar rechts invullen:
1. roofvogel;
2. bloem;
3. fabrieksstad in Duitsland;
4. groeit aan je vinger;
5. pakken.
In de grijze vakjes vind je dan de
verborgen plaatsnaam.
'N3SSV :6uissoido