FILATELIE - m - m 44 3dG HAN A l^FOBiDÊFÜ a Dammen PAGINA VIER UNITED STATES POSTA0I 1 nn Éi WÊ 8 B 8 9K m 8: m ms IR Hf IIP §f Hf 8 8 H B n ÊS§ u jjf Hf H m H üf Hf 8 8 m Ui 8 H jjf Hf ifü fü ISI mg a nn iwl mp Él HP fcl Kees heeft plannen 2 Verborgen plaatsnaam A.-VXHRDAG 24 SEPTEMBER 1960 Erbij VERENIGDE STATEN. Ter herden king van de verleden jaar overleden minister van Buitenlandse Zaken, John Foster Dulles (1S881959), zal omstreeks half november een postzegel van 4 cents (donkerpurper) in circulatie worden ge- ;r_ i| JOH* 0 FOSTS» bracht, waarop zijn portret is afge beeld. Het ontwerp is van William K. Schrage en de gravure van Richard M. Bower (portret en omlijsting) en Robert J. Jones (letters en cijfers). De oplage bedraagt 120 miljoen exemplaren. GHANA. Op 21 september, de 51ste verjaardag van president dr. Kwame Nkroemah is een serie van drie waar den in circulatie gebracht. Het zijn een 3 d. met het hoofd van Nkroemah tegen een achtergrond van de Ghanese vlag, een 6 d. met een zwarte ster, waarin Nhroemah's hoofd en een 1 sh. 3 d. met een zuil, waarop het opschrift GHANA met op de achtergrond een kaart van Afrika. AUSTRALIË. Ter herinnering aan het feit, dat honderd jaar geleden de eerste postzegels van Queensland ver schenen zal op 2 november a.s. een postzegel van 5 d. (groen) verschijnen. De zegel geeft een reproduktie van de eerste uitgifte van Queensland met het portret van koningin Victoria. ARGENTINIË. De honderdvijftigste geboortedag vay, de staatsman en po liticus Juan Bautista Alberdi (1810 1884) is onder meer herdacht door de uitgifte van een postzegel van 1 peso (donkergroen) met zijn portret. Er zijn drie miljoen exemplaren gedrukt. KATANGA. In Katanga worden thans oude postzegels van Belgisch Kongo uit- Vorige week bespraken wij het begin van de miraculeuze partij LarsenTesch- ner uit het Zone-toernooi Wageningen 1957, welke onze landgenoot Donner net een plaats in het interzone-toernooi kostte. Donner lag bij het begin van de laatste ronde een half punt achter op Larsen, maar deze kwam glad verloren te staan, terwijl Donner vlot won. Larsen kwam reeds na 12 zetten (met wit nog wel) in verlies- positie, omdat hij een zeer onbekende openingsvariant speelde, van welke zijn tegenspeler door een toevalligheid alle finesses kende. Na de volgende, reeds toe gelichte, openingszetten: 1) d4 d5, 2) c4 c6, 3) Pf3 Pf6, 4) Pc3 dc4: 5) a4 Rf5, 6) Ph4 Rc8, 7) e4 e5, 8) Rc4:? ed4:, 9) e5 dc3:!, 10) Rf7:f Kf7:, 11) Dd8: cb2:, 12) Dc7f was de volgende stelling ontstaan Zwart: TESCHNER Wit: LARSEN Schijnbaar staat wit met dame tegen twee stukken op winst. Zie b.v. 12) Pfd7, 13) Rb2. Pa6, 14) e6f enz. In werke lijkheid staat hij glad verloren wegens de wonderlijke riposte 12)Kf7-e6ü Tesch- ner haalde deze variant uit een Engelse analyse van 1940 Voor het bord is zo iets practisch niet te vinden. Wit kan nu ook Rc8 nog met schaak slaan. De voor naamste pointe der stelling is, dat de dame niet via a5 kan ontsnappen; zie 13) Rb2: Pa6f, 14) Da5 Rb4t enz. Er volgde nu: 13) Dc7xc8f Pb8-d7! De situatie wordt duidelijker. Dc8, Tal en Rel staan in. Na „gewone" voortzettingen, zo als 14) Dd7:f Pd7:, 15) Rb2: Rb4f resteert een betrekkelijk eenvoudig voor zwart gunstig eindspel. Toch zouden 99 van de 100 spelers dit hebben gekozen, want na de voortzetting welke Larsen kiest, komt hij liefst een toren en een loper achter! Maar de Deen is de beste „Schwindler" van West-Europa. Blijkens het vervolg ver trouwde hij terecht op de nu komende on berekenbare complicaties. 14) Dc8xb7! b2x alD, 15) Db7xc6fNu is Rel met tempo winst gedekt. 15) Ke6-f7, 16) e5-e6f Kf7-g8, 17) 0-0!Wit speelt nu met een toren en een paard minder, maar hij be schikt over tal van dreigingen, b.v. Da8:, ed7: enz. De voornoemde analyse ging ver der met Pb6, waarna b.v. 18) Db7 aan wit een geweldige aanval verschaft. Vandaar: 17) Dal-e5!, 18) Dc6xa8 De5xe6, 19) Da7xa7De witte aanval is uitgewoed. Met slechts 2 pionnen vóór een stuk staat zwart op winst. Het is leerzaam te zien, hoe een grootmeester als Larsen nu nog zoveel weerstand weet te bieden, dat Teschner tenslotte de draad kwijtraakt. 19) De6-d5, 20) Da7-c7 Kg8-f7, 21) Ph4-f3 Rf8-d6, 22) Dc7-c2 h7-h6, 23) Pf3-h4 Dd5- e4, 24) Dc2-a2f Kf7-e7, 25) Ph4-f3 Pd7-e5, 26) Pf3xe5 De4xe5, 27) g2-g3 De5-d5, 28) Da2-c2 Ke7-f7, 29) Tfl-dl Th8-c8!, 30) Dc2- e2 Dd5-e6, 31) De2-f3 Tc8-c2, 32) Rcl-e3 Tc2-a2, 33) Df3-b7f Rd6-e7, 34) Re3-c5! Ta2-e2. Niet 34) Taé:, 35) Re7: De7:, 36) Db3f enz., 35) a4-a5! Weer een valstrik. Zwart mag niet een grote afruil forceren. Zie: 35) Telt, 36) Tel: Del:t. 37) Kg2 De4f?, 38) De4: Pe4:, 39) Re?Ke740) a6 en de pion loopt door, 35) De6-c4, 36) Rc5-e3 Dc4-a4. Zwart komt steeds nader bij zijn doel. Nu staan zowel Tdl als a5 in. Pion a5, wit's voor naamste troef, valt dus, want 37) Td5? faalt op Telt en De4t, 37) Tdl-d4 Da4x a5 Eindelijk laat zwart het gehoopte steekje vallen. Zwart had eerst Telt moe ten spelen; dan was het gevaar, dat de zwarte toren na een diagonaal schaakje zou worden aangevallen, van de baan ge weest. 38) Db7-b3t Kf7-e8, 39) Db3-b8t Ke8-f7, 40) Db8-b3t Kf7-e8? De laatste zet voor de tijdccntrole, welke wit de gelegen heid geeft, met 41) Db3-b8t Ke8-f7 drie maal dezelfde stelling en dus een regle mentaire remise te bereiken. Als de zwar te toren op el had gestaan, was 40) Kg6 (dat nu op Dd3t zou falen) heel goed geweest. In de partij had zwart met 40) Kf8 nog een winstpoging kunnen doen, b.v. 41) Db8t Pe8, 42) Tf4t Rf6, 43) Te4? Delt!, 44) Kg2 Tf2t en zwart wint. Inplaats van 42) Tf4 had wit het met 42) Dc8 nog moeilijker kunnen maken. Zwart zou dan nog uren voor de (dubieuze) over winning hebben moeten strijden. Nu claimde Larsen zijn reglementaire halve puntje, kwam daarmee gelijk met Donner en versloeg deze tenslotte in een tweekamp. Kleine oorzaken, grote gevolgen. En een schitterend staaltje van grootmeesterlijke weerstand in moeilijke omstandigheden. Mr. Ed. Spanjaard als amusement voor de gewone burger snel verloren zou zijn. Want slechts nog figuren die met één been in een koffiehuis van verdacht allooi, en met het andere been in de wachtkamer van de officier van Justitie zouden staan, zouden de „genoegens" nog op prijs stellen. De bridge-wettenmakers nebben van meet af zeer wel begrepen, dat slechts „bridge met open vizier" het spel een kans zou geven populair te worden. Terecht schreven zij dus voor, dat men er geen geheime afspraken met de partner op na mocht houden. Wat betekent dat nu in de praktijk? Het betekent, dat men de tegenpartij (bij wed- strijdbridge) tevoren moet inlichten wat en hoe men speelt. Praktisch is, daar voor een zo genaamde „systeem- en con- ventiekaart" te gebruiken een kaart ongeveer ter grootte van een briefkaart, waarin kort het gebruikte systeem en de conventies worden opgeschreven. Als men deze kaart bij zich heeft, voorkomt dat veel gepraat bij wedstrijden men behoeft slechts de kaart ter inzage te geven. Wét men precies op die kaart moet zet ten, vereist wel enige nadere uitleg. Het is bij voorbeeld weinig nuttig uw mooie slamconventies uit te leggen; als de tegen partij allemaal tweetjes en drietjes in han den heeft, zal het die tegenpartij koud laten of u naar heren, dan wel naar vrou wen vraagt. Tenslotte kan de tegenpartij na het biedverloop altijd nog wel vragen wat uw biedingen betekend hebben. Wèl belangrijk is het. duidelijk op te schrijven wélke conventies u speelt, die het biedverloop op laag niveau zouden kunnen beïnvloeden. Als u bij voorbeeld klaveren opent of ruiten biedt, zónder dat u bepaald die kleur in handen moet heb ben, is het noodzakelijk dit kort op de systeemkaart mede te delen. Ook „zwakke" of „sterke" Sans is iets wat de tegenpartij moet weten en als u „1 SA" in uw sys teem kunt openen terwijl ge één kleur helemaal niet hebt, mag dat de tegenpartij niet onbekend blijven. Ook de „zwakke- twee" en de kunstmatige 2 Sans- of 3- openingen moeten tevoren bekend gemaakt worden. Bij al deze dingen mag men aannemen, dat bepaalde systemen en conventies zó al gemeen bekend zijn. dat zij niet meer uit gelegd behoeven te worden. Als ge dus op schrijft „Goren" of „Culbertson" als sys teem te spelen is dat voldoende als ge „Blackwood" als slamconventie aankon digt weet praktisch elke wedstrijdspeler wat u bedoelt. Wat ge echter bepaald niet moet doen, is bij voobeeld .,Goren"-sys- teem aankondigen en héél iets anders spelen. Ge loopt de kans dat de tegenpartij ertegen protesteert en gelijk krijgt. Tenslotte is belangrijk, de „klasse" waar in ge gewoonlijk speelt. Op een bridge drive ter steuning van de kas der Eenden kwekers moet ge andere maatstaven aan leggen, dan wanneer ge beland bent in de meesterklasse van de Nederlandse Bridge bond. Nuttig is te onthouden, dat hoe hoger de klasse, hoe hoger de opvatting over ethiek en spelregels behoort te zijn. Zeer bepaald geldt hier het Noblesse, oblige. H. W. Filarski De bridgevraag van deze week: West gever, allen kwetsbaar. Viertallenwed- strijd. Zuid heeft: H 10 7 3 9 A B 6 O 9 8 5 2 *A7 Biedverloop: west pas noord pas oost 1 SA (16—18 punten) allen passen. Waarmee moet zuid uitkomen? Antwoord elders op deze bladzijde. In het damtoernooi dat in juli van dit jaar te Kiev werd gehouden werd de Rus ir. Koeperman onbedreigd winnaar. Hierbij geven we het spel van de Rus Tsjegolev tegen de Fransman Aubier en de partij van Aubier tegen de Belg Demes- maecker. In de eerste ronde leek het er op dat de Parijzenaar Aubier zou winnen van Tsjego lev. Het ging als volgt: Wit: Tsjegolev; zwart: G. Aubier. 1) 33-29 19-24. 2) 38-33 14-19. 3) 34-30 20-25. 4) 29x20 25x14. 5) 40-34 19-23. 6) 33-29 17-22.17-22. 7) 31-27 22x31. 8) 36x27 11-17. 9) 44-40 17-21. In de plaats van 17-21 geven wij de voorkeur aan 6-11 en 1-6, om daarna te beslissen over 17-22 of 17-21. 10) 50-44 6-11. 11) 39-33 21-26. 12) 44-39 11-17. 13) 43-38 17-21. 14) 49-44 14-20. Sterker is 14-19. 15) 33-28 1-6. 16) 28x19 13x33. 17) 39x28 7-11. 18) 38-33 9-14 (speculeert op leuke doorbraak); 9-14 is niet sterk en wit moet met 34-29 voortzetten. 19) 42-38 4-9. Stand na de 19de zet: AUBIER TSJEGOLEV Met 20) 44-39 kon Aubier doorbraak for ceren met 18-22. 21) 27x7 21-27. 22) 32x21 16x27. 23) 7x16 20-24. 24) 30x19 14x43. De Rus had het geluk dat het juist klopte met 25) 47-42 27-31. 26) 34-30 43x25. 27) 41-36 15-20. 28) 36x27 20-24. 29) 37-32 10-14. 30) 46-41 14-19. 31) 41-37 9-13. 32) 48-43 5-10? Een blunder; de Fransman verloor door 16-11, 33-29, 27-22 en 32x5. Het is leuk te onderzoeken dat de Fransman met de 20ste zet na 44-39 sterk 18-23 had kunnen spelen met voor zwart zeer goed spel. Op 33-28 8-13 met winst. Op 30-25 23-28 enzo voort. Wit moet wel 48-43 waarna zwart goed spel heeft. Voor veel dammers in Kennemerland is de 68-jarige Belg Demesmaecker geen on bekende: hij deed in 1934 mee in een inter nationaal toernooi te IJmuiden. Wit: J. Demesmaecker; zwart: Tsjegolev. 1) 33-28 18-22. 2) 38-33 12-18. 3) 43-38 18-23. 4) 49-43 13-18. 5) 31-26 9-13. 6) 37-31 7-12. 7) 31-27 22x31. 8) 26x37 4-9. 9) 37-31 17-21. 10) 31-27 11-17. 11) 41-37 21-26. 12) 37-31 26x37. 13) 42x31 6-11. 14) 47-42 2-7. TSJEGOLEV 'zTTZy DEMESMAECKER Zeer sterk spel van de Rus belet 46 in het spel te brengen. De Belg was wel ge dwongen met 33-29 of 34-29 voort te zet ten. Maar aan beide voortzettingen zijn be zwaren verbonden. Toen wit met 15) 34-30 voortzette, buitte de Rus meesterlijk de witstand uit. 15) 23-29. 16) 33x24 20x29. Dreigt op twee manieren stuk te winnen. 17) 39-33 14-20. 18) 33x24 20x29. 19) 46-41 18-22. 20) 27x18 13x33. Zwart heeft stuk ge wonnen en later de partij. B. Dukel •uapj ut TJespatA a^qoafs ap Tam atp uep 'j a t o j. S uCiz uaddoqos ut T-temptatA apa^s ap uasuaq ap :uapaa ajadmts ap rao aTTotsua; ug -si Sizbayubb tsuiojj -TtnuaTinj Ctq ;ep JBBAag uaa uajadssu Taoui Ctq tbav u a p b j ubb§ ;aoui 'tuiojj §bjs ubb J3TBI Ctq sib .taupsd ap ;Bp 'tuio^ -jooa t^h 'ubbg umop t3iu o s-3 i a\-0 s tdbjtuoo-vs I 13q I^z 'iuioji pjB} do suad -doqos a p a o Ci.ta ;am Sou jaiads:}saA\ ap uatpui -si ^CuguBiaq oz ^atu TundqoiBui uaAagaggaM uaa uijbbav 'pCt.iTspaA\uanBT -jaiA uaa uio jatq .iBBg ;aq :uauapaj apuag -TOA ap uio uamoiiTin g uaddoqos ;am qoo; fiq Taoui *uagga-[ a; pje; do 6<> ap uftz jez pgtauag snp pmz ua st apom-gooq gtp.xooA\. -uagaT „s^atu uba" uamo^m jamaoqjv :SBBJAaSpuq as^ftl35!^ do pjooMjuv gegeven met de overdruk Katanga, waarvan er hierbij een gereproduceerd wordt. WAT ZEG IK DE TEGENPARTIJ? Het is een bekende geschiedenis, dat een bridgespeler eens kwaad werd toen de tegenpartij hem vóór het begin van de strijd vroeg: „Welk biedsysteem speelt u meneer?" De meneer liet er geen twijfel over bestaan, dat hij helemaal niet van plan was dat te vertellen ergo beschouwde hij de geheime afspraakjes die hij met zijn partner had gemaakt als een geoorloofd deel van de taktiek en dus van het spel. De goede man had er natuurlijk nooit over nagedacht, wat de gevolgen zouden zijn als deze methode werd goed gevonden. Binnen de kortst mogelijke tijd zou het fraaie bridgespel tenminste als wed strijdspel verworden zijn tot een soort geestelijk „catch as catch can"; dat wil zeggen een sport, waarin èlles mag en die ONDER een eeuwenoude eik in het bos lag een doosje lucifers. Bij de boom hadden mensen gezeten en toen ze weer naar huis waren gegaan was het doosje uit de zak van een meneer gevallen. Nu kwam na een uurtje kabouter Eigen wijs langs de eik. „Hé, wat een raar ding ligt daar", riep Eigenwijs ver baasd, „dat lijkt wel een kist." Hij liep naar het lucifersdoosje toe en om dat het een beetje open stond kon hij de lucifers met hun rode koppen meteen zien liggen. „Alle kabouters nog aan toe", riep Eigenwijs verheugd, „doe ik me daar een goede vondst, allemaal palen met een gekleurde hoed op. Nou moet ik eens goed nadenken.. Het bos is van de kabouters en ik heb die kist het eerste gezien, dan is die kist natuurlijk van mij. Hahaa heb ik even geluk, ik ga gauw naar huis om Snelvoet en Witsnor voor de wagen te spannen, want die kist is te groot om op mijn rug te dragen". Zo vlug als het maar ging met zijn kleine beentjes rende kabouter Eigen wijs naar huis en spande daar de twee konijntjes Snelvoet en Witsnor voor een wagentje. Hij klakte met zijn tong en in snelle vaart ging het weer naar de eik in het bos. Gelukkig, de kist lag er nog, want daar was Eigenwijs wel een beetje bang voor geweest. Nu ging het kaboutertje de kist op zijn wagen tillen, maar dat viel niet mee! Eigenwijs zucht te en pufte want de kist was groot en zwaar. Eindelijk, na wel een uur wer ken lag de kist op de wagen. Tevreden reed Eigenwijs weer terug. Het hele kabouterdorp kwam kijken toen Eigen wijs het dorp binnenreed met zijn vreemde vrachtje. Trots vertelde de kabouter van zijn vondst. „En wat ga je nu met die palen doen?" vroeg kabouter Weetgraag nieuwsgierig. „Dat zul je nog wel zien," zei Eigenwijs geheimzinnig, „ik heb al een plannetje." „Ach Eigenwijs vertel het ons nou", vroegen de andere ka bouters. „Ach, eigenlijk mogen jullie het ook best weten", vond Eigenwijs, „ik ga een echt huis bouwen, een fijn huis voor mezelf. Een huis van palen, met een dak en een raam erin". ,Een huis??", riepen de kabouters verbaasd „je woont toch in een padde stoel, een kabouter in een huis, dat hebben we nog nooit gehoord! En je hebt nog wel zo'n mooie paddestoel, met een rood dak en prachtige witte stippen erop". ,Dat huis mogen jullie wel van me hebben", zei Eigenwijs gul, „ik wil niet langer in een paddestoel wonen, het is er altijd nat en kil. Nee hoor ik heb nu mooie palen om een eent huis te maken". „Eigenwijs, doe het niet", waarschuwde kabouter Den ker. „misschien zou je er nog spijt van krijgen en trouwens je hebt nu al drie honderd jaar in een paddestoel ge woond. Een kabouter hóórt in een pad destoel te wonen". „Juist", zei Eigen- wi.is koppig, „ik heb driehonderd jaar in een paddestoel gewoond en nu wil ik er niet meer in wonen, ozoü" Eigenwijs wilde dus niet naar goede raad luisteren en ging een huis van palen bouwen. De rode koppen van de palen staken netjes in de lucht. Er kwam een dak op het huis en van voren maakte Eigenwijs een deurtje en een raam. Het kaboutertje werkte erg hard en iedere dag werd het huisje een beetje mooier. De andere kabouters kwamen steeds kijken en omdat het huisje zo leuk werd, waren ze eigenlijk- wel een beetje jaloers op Eigenwijs, die toch maar zo gelukkig was geweest om een kist vol palen te vinden. MAAR KABOUTER Denker was niet jaloers, helemaal niet! „Ik geloof niet dat een goede kabouter in een huis kan wonen", zei Denker maar steeds, „dat kan nooit goed zijn". Na een maand hard werken was het huis van Eigen wijs klaar, er was zelfs nog één paal overgebleven en daarvan maakte de kabouter een vlaggestok die hij voor het huisje zette. Toen dat gedaan was ging hij om zijn huis een tuintje maken. Van dennenaalden maakte Eigenwijs er een hek omheen en in de tuin maakte bij een vijvertje. Nu was Eigenwijs helemaal klaar. Wat was het mannetje gelukkig en trots Alle kabouters mochten in zijn huisje komen kijken en Eigenwijs ti-akteerde ze allemaal op lijsterbesjes en dauw druppeltjes, want hij maakte er een feest van. Alleen kabouter Denker kwam niet kijken, die bleef in zijn paddestoel zitten mopperen. De hele dag bleven de kabouters feest vieren, ze dachten er niet aan om naar huis te gaan, want ze vonden het huis van Eigenwijs veel te gezellig. Er wa ren zelfs kabouters die aan Eigenwijs vroegen of die voor hun ook niet een huis wilde bouwen. De dag ging snel voorbij en het werd donker. „Weet je wat?" zei Eigenwijs, „ik ga aan de vuurvlinders vragen of ze niet hier willen komen, dan kunnen ze mijn huis verlichten." Al gauw kwamen de vuurvlinders aanvliegen, want ze wilden het kabou tertje graag een plezier doen. Het hele huis was nu schitterend verlicht en het feest kon doorgaan. MAAR OWEE, de vuurvlinders vlogen overal en er was er één, die een beetje moe werd en op het dak ging zitten om uit te rusten. Hij ging boven op de kop van een lucifer zitten en „Psssjt..", deed de lucifer en vloog in brand. Meteen vlogen toen ook de andere lucifers in brand en verschrikt renden de kabouters uit het huisje. Ka bouter Eigenwijs stond huilend naar de vlammen te kijken, maar dat hielp niets, het huisje brandde helemaal af De andere kabouters hadden veel me delijden met Eigenwijs, alleen Denker zei: „Zie je nu wel, een huis is niets voor een kabouter, ga jij maar weer in een paddestoel wonen". Ja, Eigenwijs ging weer in een pad destoel wonen en nooit heeft hij meer een huis willen bouwen van palen.... Jan Nelissen Wat is er aan de hand met Kees? Anders zie je hem vaak hollen, stoeiend over straat heen rollen, op zijn buik langs het kanaal stekels vangen of een aal Wat is er aan de hand met Kees? Anders klimt hij in lantarens, zoekt naar kevers in de varens, vliegt weg op zijn autoped of heeft kikkers in zijn bed Wat is er ao.n de hand met Kees? Waarom loopt hij met die wagen? Wacht, ik zal het hem gaan vragen, 'k Kom hem tegen bij de flat. Sssstsist Kees. ze slaapt nou nètl Dat is er aan de hand met Kees: een poos terug kreeg hij een zusje, niet veel groter dan een musje, maar als hij dikwijls met haar rijdt wordt het gauw een flinke meid. En dat moet ook, hoor! zegt Kees, want dan ga k haar alles leren: hoe je vuur maakt met kamperen, hoe je 'n boot met zeilen bouwt en je vliegertouw strak houdt. En daarna leer 'k haar, zegt Kees, hoe je 'n vlot bouwt van wat blikken. Kijk, nu ligt ze ja te knikken! Nou, nog véél meer en de rest. Hopla, zusje, doe je best! Cor van Ruijssel 5 M Van links naar rechts invullen: 1. roofvogel; 2. bloem; 3. fabrieksstad in Duitsland; 4. groeit aan je vinger; 5. pakken. In de grijze vakjes vind je dan de verborgen plaatsnaam. 'N3SSV :6uissoido

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 20