r
|u
fc
o
K
i-
PASTORALE GESPREKKEN
ZONDER HORIZON
f j
LI
IEDER MOET ZIJN MOGELIJKHEDEN KENNEN
2SL
I 1
fJl
de
door Th. J. Koeckhoven
door Dolf Ruesink
ii
Bijbelgids
Het Niets
lL
Ond
Pastoraal gesprek
Alan Watts
Noach
I
Bil
I
:l
Drie vrolijke boekjes voor kinderen rond acht jaar vragen de aandacht. Ze staan vol
met bijbelse verhalen, waarvan de markt ondanks de steeds groeiende voorraad nog
niet verzadigd lijkt. De uitgevers zijn er duidelijk van overtuigd dat kinderen nooit genoeg
krijgen van bijbelse verhalen. Er zit natuurlijk heel wat kaf onder het koren en we blijven
ook zitten met de gebruikelijke vraag naar het motief van de uitgevers. Kijken ze alleen
maar naar de markt of hebben zij ook enige bekommernis met de godsdienstige
opvoeding van kinderen, waarin dergelijke verhalen op een of andere manier een rol
kunnen spelen? Voorlopig houden wij het erop dat deze verhalen, mits goed verteld en
getrouw aan de bijbel, de jeugdige belangstelling kunnen wekken en dat het slechts
hulpmiddelen zijn op de lange weg die leidt naar de bijbel zelf, naar een leven volgens
de geest van de bijbel. De bijbel is dus niet het doel van de godsdienstige opvoeding.
Opzet is wel dat kinderen leren leven op een manier die bijbels kan worden genoemd
Dat is, weten dat ze er hand in hand en met Gods hulp kunnen komen.
onderwijs of, zoals afgelopen
jaar gebeurde, het opzetten van
een vakantiereisje naar Parijs.
1
ninger
voor
gemaj
mogel
met gi
sen m
op taf(
er voc
het bc
houde
verdei
den d
toenei
De
Het vormingscentrum voor
werkende jongeren in Winters
wijk is een trieste, oude school.
Een kale gang, met hier en daar
een affiche, grote lokalen en een
haast vooroorlogs sfeertje. Aan
gezien er maar weinig cursisten
naar het vormingscentrum ko
men, is er niet iedere dag iets te
beleven in het gebouw. Zulke
dagen worden door Nel Comello
en Karel Lantermans benut om
de zaken eens op een rijtje te
zetten. De beide vormingsleiders
werken nog slechts uitsluitend
met projectgroepen. Met een
tiental jongens en meisjes wordt
aan het begin van het jaar zo’n
project opgezet. Wat het wordt,
hangt af van hetgeen de groep
wil aanpakken. Dat kan erg uit
eenlopen: een studie over pro
blemen die jongeren ontmoeten
in hun familie, de frustratie over
het verplicht volgen van partieel
Un
Bijbelverhalen
voor kinderen
Illustraties
i
I
1
I
Mensen leren grenzen te verleggen
1
Het boekje biedt per week twee
op de weekdagen worden gelezen en
I
Als we dit allemaal bedenken, moeten
we bijbelse verhalen zeer kritisch bekij
ken. In dit geval beginnen we met vertrou
wen, omdat Kok in Kampen de uitgever is.
Dan kijken we verder naar de vrolijke
buitenkant en we zien dan de uitbundige
zelfs overheersende illustraties van Stefan
Lemke en van Marie-Luise Lemke-Pric-
ken. Ik weet zeker dat kinderen de plaatjes
leuk vinden. Hun karakter had echter
meer ondersteunend dan overheersend
moeten zijn. Zo missen ze de aansluiting
op de tekst. De onbekende verteller (verta
ling van Joke Bijl) is dicht bij de tekst van
de bijbel gebleven. Dat is een heel belang
rijk gegeven. De bijbelverhalen zijn heel
gebleven. In het geval waar kinderen op
groeien in een milieu, waar de bijbel het
boek der boeken is, kunnen de boekjes van
Kok heel goed functioneren. In andere
gevallen roepen ze problemen op van ver
staanbaarheid, hoe fraai ook de beelden
en hoe helder ook de tekst. De onderwer
pen liggen namelijk nogal ver van het
kinderbed.
De boekjes heten De schepping, De ark
van Noach en Jona en de grote vis. De
prijs per deeltje bedraagt 4,75. Met enige
begeleiding van ouders of andere opvoe
ders zijn de boekjes zeker goed bruikbaar.
Ze kunnen uitnodigen tot een gesprek tus
sen kinderen en ouders. Vandaar toch een
bescheiden aanbeveling, want in
soort is de serie goed.
De lezingen waarop de gids van 19'
gebaseerd zijn ook dit jaar weer gekt
binnen een schema dat in een bestek
zes jaar alle bijbelboeken beslaat. Dit
worden in dit schema gelezen: Gen
Mattheus, Korinthen, Obadja, Jona,
Haggai, Hebreeën, Job, Prediker, Hc
Kolossenzen en de eerste brief van Pe1
Voor de zaterdagen en zondagen w
een psalm of een gedeelte uit Sprei
aangegeven. De uitgave is uiteraard o
getuigen van deskundigheid. Het boel
een gezamenlijke uitgave van de Bijbe
oskvereniging, de Internationale bij
bond, de Katholieke bijbelstichting en
NBG. De prijs bedraagt 8,75 (bestel
nummer 10.404.1).
De Winterswijkse vormingswerkers
willen in projectvorm werken aan geïnte
greerde kennis bij de deelnemers. De tijd
van een uurtje pottenbakken, kookles en
een babbeltje over de maatschappelijke
problemen is voorgoed afgesloten. De
cursisten bepalen tegenwoordig zelf wat
ze gaan doen. Toch zijn er wel criteria
voor het afbakenen van een onderwerp.
Uit de gesprekken moet namelijk naar
voren komen dat het onderwerp „een
probleem” is, en dan nog het liefst zoda
nig dat het binnen het bereik van de
deelnemers ligt.
„Een voorstel om de werkomstandig
heden voor de bewoners van Centraal-
Afrika te gaan verbeteren, is niet haal
baar”, verduidelijkt Karel Lantermans.
„De vliegtuigreis zou iets te duur wor
den”. Dat er echter wel degelijk over de
grenzen gekeken kan worden, bewijst
het uitstapje dat een groep cursisten dit
Ik weet heel goed dat ik door de walgelij
ke woordenbrij van de professionals moet
heen zien. Het is verder duidelijk dat het
vroeger ook niet alles was, toen de jonge
kapelaans, dominees en rabbijnen bij hun
groene nekvel werden gegrepen en temid
den der beminde gelovigen werden gesme
ten, zo van God zegene de greep. Vaak
lukte het, soms ook niet, maar ze hadden
het ergens over. Deze duidelijkheid mis ik
in dit boekje. Maar ik heb gemakkelijk
praten. Ik kan mooi zeggen dat er ook nog
zoiets is als genade en dat hemel veel beter
klinkt dan deel hebben aan een proces van
menswording in het perspectief van gees
telijke, religieuze waarden. Als genade en
hemel vreemde begrippen zijn geworden,
moet je wel wat anders.
jaar maakte naar Parijs. Het „probleem”
in dit geval was het tot in de puntjes
regelen van de reis: brieven schrijven,
folders aanvragen bij reisbureaus, de
treinreis regelen, telefoneren, verzeke
ringen afsluiten en andere bijkomstighe
den. De opdracht werd pas bij terugkeer
in Nederland als geslaagd beschouwd.
Binnen de projectvorm kiezen Nel Co-
mello en Karel Lantermans voor een
individuele benadering. De taken wor
den onderling zo verdeeld, dat ieder zijn
topprestatie levert en ruimte krijgt om
bij te leren. Wie in de groep geen brief
kan opstellen, is misschien in staat om
het typewerk te doen en weer een ander
kan de enveloppe klaarmaken en de
brief posten.
steeds de koppeling gemaakt naar het
dagelijks leven: „De projecten hebben
ook direct betrekking op het maatschap
pelijk leven. We signaleren iets en gaan
ermee aan het werk”.
„Werken in projecten” met de volwaar
dige inbreng van iedere deelnemer, is
naar de mening van de vormingswerkers
passend in het huidige maatschappij
beeld. Karei: „Het sluit aan bij de demo
cratiseringstendensen van de laatste ja-
ren. In het onderwijs en in de vormings
centra kun je niet blijven werken met een
autoriteit die het laatste woord heeft.
nen schrijven, verstaanbaar voor niet-vak-
idioten. Gelukkig heb ik zelf ook een oplei
ding tot vakidioot in kerkelijk kader ge
volgd. Daarom kom ik er wel uit. De ergste
ongerustheid is verdwenen omdat ik be
denk dat de counselaars gelukkig ook ge
wone mensen zijn die in de praktijk ge
woon zullen praten met andere gewone
mensen. De arme studenten zullen er ook
wel uitkomen. Zeker als ze goed worden
getraind in communicatieve relatiepatro
nen als de eerste de beste sales-manager,
opbouwwerker of buurthuiswerker. De
professionele techniek overheerst; de stem
der genade is nagenoeg verstomd.
Staat er iets goeds in het boekje? Jaze
ker. Ik zal het kort samenvatten: heb aan
dacht voor uw cliënt en misschien is er nog
ergens een God. Wie weet?
De ervaringen met het werken in pro
jecten hebben de beide vormingswerkers
gebundeld in een boekwerkje, dat ze via
het Winterswijkse vormingscentrum on
langs op de markt hebben gebracht. „Het
is geen wetenschappelijk onderzoek,
maar het toont wel hoe we hier in Win
terswijk met onze cursisten werken. Het
is een model waar je daadwerkelijk iets
mee kunt doen”.
De boekjes heten achtereenvolgens God,
Meditatie en Het Niets. Voordat ik het
vergeet, wil ik ze achter elkaar hartelijk
aanbevelen. Om de teksten, maar ook om
het illustratiemateriaal, vooral foto’s, dat
in de goede zin van het woord te denken
geeft. Alan Watts zet de lezer aan het
denken. Hij leert wat verbazing is, verwon
dering. Hij leert de mensen openstaan
voor de waarheid, niet als star gegeven,
maar als iets dat kan gebeuren tussen
mensen en mensen, tussen mensen en din
gen, ja tussen mensen en God. God is niet
dood, maar een bepaald Gods-idee, een
bepaalde opvatting over God is gestorven,
in de betekenis van onaannemelijk gewor
den. En dat vindt Watts een goede zaak.
caans priester, hoogleraar, radio-omroe-
per, publicist, toneelspeler en nog zoiets
opwindends als consulterend geneesheer
voor talrijke psychiatrische instellingen en
klinieken. Alan Watts, springlevend tot de
dood erop volgt, met levendige aandacht
voor mensen en hun manier van denken en
geloven, thuis in oost en west. Voor Alan
Watts is het leven een wonder, is niets
vanzelfsprekend, krijgt het mysterie de
aandacht die het waard is.
God wordt niet verklaard. Hij is er. „Je
verlaten op een God die je op geen enkele
wijze kunt omvatten is een veel hogere
vorm van vertrouwen dan het vurig vast
houden aan een God waar je een bepaalde
opvatting over hebt”. Zo is het ook.
Zelfs het boekje over Meditatie heeft me
niet aan het schrikken gemaakt. Het is
goed, al was het alleen maar om een zin als
deze: „Je mediteert zonder ook maar een
enkele reden, alleen om de vreugde van
het mediteren zelf”. Eindelijk, eindelijk
een verstandig woord over mediteren in al
die vele meditatieboeken, die ik de laatste
tijd helaas heb moeten doorworstelen. Er
staat natuurlijk ook wel wat onzin in, maar
dat is graag vergeven.
Dat is de mening van de vormingswer
kers Karel Lantermans en Nel Comello
uit Winterswijk. Na een aantal jaren
geëxperimenteerd te hebben met het
werken in groepsprojecten, zijn ze tot de
overtuiging gekomen dat er in het on
derwijs en vormingswerk andere uit
gangspunten dienen ingenomen te wor
den. Niet langer praten over gelijkwaar
digheid van ieder individu, maar bena
drukken dat iedereen „volwaardig” is.
Leerlingen of cursisten moeten niet aan
gesproken worden op hun manco’s,
maar op hun mogelijkheden, al zijn die
nog zo beperkt.
De auteurs geven ook een levendige be
schrijving van de zondvloed zelf, van at
mosferische en klimatologische oorzaken
en gevolgen. Kortom, zij betogen zo weten
schappelijk dat geloof en wetenschap niet
met elkaar in botsing komen. Uit alles
blijkt dat de schrijvers het zondvloedver-
haal volledig letterlijk nemen. Deze opvat
ting verdient respect, al is zij niet de alge
mene en evenmin de mijne, al geloof ik wel
in het verhaal van Noach en zijn avontu
ren als weergave van Gods handelingen
met de mensen.
i
Het Nederlandsch Bijbelgenootsck
presenteert zijn Bijbelleesgids 1978. A
de begeleidende aankondiging van 1
NBG ontlenen we dat de gids is gebase<
op het leesrooster „Vandaag lezen wij
Het derde werkje behandelt Het Niets
zelf, het Niets als de twijfel, het Niets als de
grond van de hele schepping, het Niets als
ruimte, iets en niets als twee zijden van
dezelfde medaille, de wereld als vorm en
leegte. Er blijven een paar vragen, maar
ook die geven te denken. Bijvoorbeeld de
opvatting van Watts dat het universum een
systeem is dat zichzelf bewust is. Mis
schien is dat wel zo. Het grappige van de
drie boekjes dat vind ik tenminste ligt
hierin dat God en Het Niets meer uitnodi
gen tot mediteren dan het boekje dat Medi
tatie als titel draagt.
j
Nel Comello: „De cursisten leren el
kaar beoordelen op eikaars kwaliteiten,
en niet op de tekorten. Het gaat er niet
om dat iedereen alles moet kunnen. Be
langrijk is dat mensen leren dingen voor
elkaar te krijgen, bijvoorbeeld met hulp
van anderen, als ze daar zelf niet toe in
staat zijn”. Volgens Nel Comello wordt
Over de resultaten van de tot nu toe
gehouden projecten zijn Karei en Nel
bijzonder tevreden. Ze willen dan ook
voor geen prijs terug naar de vroegere
wijze van werken. „Dat was allemaal zo
vreselijk vrijblijvend”, verzucht Nel.
Nou
daar
reken
voora
liere 1
ken
woon:
klein
koper
steed:
moet
den: 1
Dez
laas i
ment:
word
van r
Het
mens
ninge
ciële
laten
inhoi
gaan
len. 1
lijk n
geme
zich i
len te
Want
staar
drie-
over
denk
Do
onde
be'ïm
onde
wel i
onge
Aan|
het t
een i
huis'
wooi
Al
pen
op k
ting
juist
begc
Dt
sidie
vest:
kan
bew
gers
staa
den
N<
mee
pen
lanj
mer
is v
niet
inzi
zich
voo
In
Dar
voo
not;
voo
hou
woi
op
alle
Dai
en
commentaar brengt kernpunten uit
aangegeven bijbelgedeelten naar vorer
waar mogelijk worden lijnen getrok
naar het heden. In vele gevallen wor
ook achtergrondinformaties geboden
de bijbeltekst.
„Als iets mislukte, was dat geen ramp.
Nu dwingen de cursisten zichzelf om
oplossingen te zoeken en nieuwe wegen
te bewandelen”.
Uitgeverij De Toorts uit Haarlem brengt
voor 20 een boekje uit de serie Woord en
weg, waarvan het eerste deel nu is versche
nen. De titel luidt De horizon van het
pastorale gesprek. Schrijfster is drs. Ca
tharina Halkes, verbonden aan de theolo
gische faculteit van de Nijmeegse universi-
teit. Het is een zeer vakmatig werkje, dat
evenals de nog te verschijnen delen is
toegespitst op pastorale „counseling” aan
mensen. Geheel in de stijl van het vakbar-
goens heet het dat de serie bestemd is
„voor allen die in directe, helpende contac
ten en relaties zijn met mensen, in het
bijzonder wanneer het om pastorale con
tacten gaat”.
Heel grof gezegd leert het eerste boekje
de (toekomstige) pastorale werker hoe hij
of zij moet praten met de cliënt. Ja, evenals
de maatschappelijke werkers en de advo
caten hebben nu ook de pastorale werkers
hun cliënten gekregen. Die moeten met
een professionele techniek worden bena
derd. De arme cliënt wordt gecounseld. Nu
ben ik als gewone gelovige in het verleden
nooit door een zielzorger gecounceld. De
funeste gevolgen zijn dan ook niet uitge
bleven. Ik ben achtereenvolgens ketter,
heiden, humanist, randkerkelijk en belij
dend christen geworden. Het zal nu waar
achtig wel beter gaan met beroepscounse-
laars, die nu alle fijne kneepjes leren hoe
om te gaan met de klandizie.
„Het huidige onderwijssysteem ken
merkt zich veelal door kennisover
dracht. Die overdracht kan alleen ge
schieden door hen die kennis bezitten,
dus door weters. De groep niet-weters
waarop dit onderwijssysteem wordt toe
gepast, heeft alleen de mogelijkheid
zichzelf te typeren in de tekorten die de
weters in hem zien. Er bestaat een mono
poliepositie van de „weter” in het onder
wijs. Wil men dit principe van kenniso
verdracht doorbreken, dan zal men er in
het onderwijs van uit moeten gaan, dat
ieder een volwaardig lid is van de maat
schappij. Gelijkwaardigheid is een loos
begrip: iedereen heeft verschillende mo
gelijkheden. Waar het om gaat, is men
sen zo te leren handelen, dat ze voortdu
rend in staat zijn hun eigen grenzen te
verleggen. Je moet ze leren dat grenzen
niet verlammend en bedreigend zijn,
maar uitdagend en motiverend.”
Maar helaas, de taal van de counselaar
komt op mij zeer steriel over: jargon van
de maatschappelijk werker, mistflarden,
communicatie, counseling, attitude, reflec
teren, doelstelling, attitudinale interviews,
rollenspelen, gespreksrelatie. Hebben we
de mist van hemel en genade niet ingeruild
voor de duistere geheimtaal van de moder
ne menswetenschappen? Is Catharina
echt ooit Neerlandica geweest? Dan had
zij haar boekje in gewoon Nederlands kun-
tuatie van Paulo Freire. Diens theorie
had betrekking op de arme boeren in
Zuid-Amerika. De Winterswijkse vor
mingswerkers zien onderwijs (in hun me
thode van werken) als middel tot maat
schappelijke veranderingen.
Inhoud en vorm van de leerstof moet met
de deelnemers worden uitgezocht. Daar
spelen we met onze projecten op in”.
Comello en Lantermans gaan in hun
benadering van de deelnemers in het
vormingswerk heel duidelijk uit van een
verdeling in de maatschappij. Ze onder
scheiden bezitters en niet-bezitters,
machthebbers en machtelozen, weters en
niet-weters. Een keuze, van waaruit ze
willen werken aan een verbetering van
de maatschappij. Hun methode van wer
ken is een vertaling naar de onderwijssi-
Er zijn drie heel interessante en aanbe-
velenswaardige boekjes verschenen. Ze
geven kort gezegd de meningen van Alan
Watts. Uitgever is Nijgh en Van Ditmar te
’s-Gravenhage en de deeltjes kosten 13,50
per stuk. De Brit Alan Watts leefde van
1915 tot 1973 en hoe, als uitgever, angli-
iiiuoiiauco
uit de Kleine
Beeldbijbel
Bosch
Keunig,
Baarn.
Het ligt voor de hand dat ook de hoge
leeftijd van Noach (950 jaar) letterlijk
wordt genomen. De oorzaken van onze
veel kortere levensduur worden haarfijn
aangegeven. Dit zou te maken hebben met
de verwoesting van de waterdamplaag
rondom de aarde als gevolg van de zond
vloed, waardoor de zon de aarde met de
daarop levende wezens kon plagen met
een voortdurende overdosis aan radio-ac-
tieve straling. De mensen van de exacte
wetenschappen moeten maar uitmaken of
Balsiger en Sellier gelijk hebben. Mis
schien overdrijven ze wel. Dat doen ze in
ieder geval met de bewering dat de waar
heid van het christendom bewezen zou zijn
als de ark van Noach inderdaad op de
Ararat zou worden gevonden. Het zou
hoogst interessant zijn voor oudheidkun
digen, maar christendom is een zaak van
toekomstvisie. Het geloof is niet gebaseerd
op het hout van de arke Noachs, maar wel
op het kruishout van Golgotha, waarop het
heil der wereld werd gehangen.
Een a
hulp va
het ouc
nu 55
tweepe
toor is
met ee
schapp
op de
hebber
mer ee
formpj
Een
de me:
woninj
een do
gesteld
met ell
flat, w
de tuir
houdei
nogal
mensei
verwal
te zou
lichtin
moetei
toe vó.
„Ver
ruimte
fen, w
woon
44 vie:
daar i
Maar
wat k
hier ir
zegger
zoudei
duidel
ninger
„Eei
een kl
de ijst
dat er
moet
I
Iedereen die geïnteresseerd is in de bele
venissen van de familie Noach wil ik aan
raden het boek van Dave Balsiger en
Charles Sellier te lezen. Het heet Op zoek
naar de ark van Noach. Zoals bekend uit
de bijbel is het schip ergens hoog op de
berg Ararat in Turkije blijven steken. Vol
gens de schrijvers bevindt de ark zich daar
nog. Er zijn al vele expedities ondernomen
en er zouden zelfs foto’s van het schip zijn
gemaakt, maar die zijn om duistere rede
nen verloren geraakt. De schrijvers geven
echter de moed niet op. Zij komen tot de
conclusie dat een grootscheeps opgezette
expeditie naar de toppen van de Ararat
gerechtvaardigd is. Zij zijn ervan over
tuigd dat de arke Noachs daar ook wordt
gevonden.
De verhalen over de expedities zijn boei
end, evenals trouwens die van de bouw
van de ark zelf, de beschrijving van het
schip, het leven aan boord met de talloze
dieren, de zondvloed en de gelukkige af
loop, althans voor de familie Noach, want
de rest van de mensheid moest jammerlijk
verdrinken. Enfin, het verhaal is bekend.
I
j
J.'
ij 1
y