dat is kortom jelui hadt 't niet moeten doen, jelui Sparta-bestuurders hadt
Hylkema op het geval moeten opmerkzaam maken. Hij had moeten zorgen, dat
jullie ergens in een andere stad, desnoods zonder kerkhoven, maar in ieder geval
niet met 2 kerkhoven in de buurt, hadt kunnen spelen.
Den Haarlemmers valt niets te verwijten, want die zondigden onwetend
en dat wordt nooit iemand aangerekend.
Het viel me op, toen de Spartanen het veld opkwamen, dat ze er alle
maal zoo belabberd uitzagen, ze misten dat florissante, dat stralend-betrouwende,
dat ze anders zoo kunnen hebben.
Hunne haren hingen zoo sluik, hunne konen zagen zoo bleek, hunne beenen
knikten zoo diep, dat ik er al dadelijk een zwaar hoofd in had. Vooral de Bruyn zag
er uit als een doodbidder, dien ze net een kies getrokken hebben.
Allemaal slechte voorteekenen; ook een slecht voorteeken, dat ze een
paar jaar geleden op net zoo n allerzielendag door ik-weet-niet-meer-wie smadelijk
geslagen zijn. En dan het wêer, het troostelooze, mieserige wêer, dat een zeurigen
regen naar beneden zond, die alles en allen even onbehagelijk maakte
Het heeft zoo moeten zijn zullen we maar zeggen
Maar toch, toen ik Zondagavond in m'n bibliotheek peinzend naar het
haardvuur zat te staren en den wind droefgeestig in den schoorsteen hoorde
zingen, toen kon ik de gedachte niet van me afwerpen, dat het met de groot
heid van Sparta wel eens gedaan kon zijn, dat deze sombere nederlaag wel eens
een periode van verval zou kunnen openen, zooals Sparta die in magere jaren
gekend heeft. Er liepen, ik wil het u eerlijk bekennen, koude rillingen langs
m'n rug, toen zich het triestige beeld van Sparta-in-verval zoo dreigend voor m'n
geestesoog verhief, en warme punch, véél warme punch is er noodig geweest
om het spooksel uit m'n hersens te verjagen. Toen ben ik met me zelf aan 't
redeneeren gegaan en ten slotte zijn we het eens geworden, dat het natuurlijk
jammer is, dat Sparta deze twee punten kwijt is, maar dat toch eigenlijk de
beste breister wel eens een steek laat vallen.
Speelt Sparta tegen de zwakkere tegenstanders niet altijd haar „slechtste
spel", heb ik aan het eind van mijn alleenspraak overtuigend uitgeroepen en
een stem in m'n binnenste antwoordde: „Ja"!
Nu hoop ik niet, dat de heeren uit m'n woorden zullen distilleeren, dat
ik van plan ben hun misstap te vergoelijken en dat ze nu in het vervolg tegen
de zwakkere broeders er maar lustig op los kunnen knoeien. Zooiets zou me
meer spijten, dan ze misschien vermoeden, want het wel en het wee van Sparta
interesseert me buitengemeen. Opgepast dus en beterschap
Laten we na deze Ouverture thans het scherm voor het drama Sparta-
H. F. C. doen rijzen!
22 2 -