we maar weinig zeggen, met 4—1 werden we verpletterd. Tevens werd aan
het mooie doelgemiddelde een gevoelige knak toegebracht.
Ook D. F. C. zag kans nog twee punten van ons eigen terrein te komen
weghalen, en ofschoon we na de rust een aanmerkelijk overwicht hadden, ge
lukte het niet, in den 2 1 stand in ons nadeel, nog verandering te brengen.
Tegen Hercules kort daarop hetzelfde spelletje, voor de rust behalen de
Utrechtenaren een 1o voorsprong, dien we niet meer kunnen te niet doen.
Zoo zijn we dan reeds tot de 3de plaats gezakt, met 18 punten in 16 wedstrij
den. Onze achterstand bij Sparta is 3 punten en bij D. F. C. 2, terwijl we nog
alleen tweemaal de Spartanen hebben te ontmoeten. De mogelijkheid van een
kampioenschap was dus zelfs toen nog niet uitgesloten, maar hoe zijn we teleur
gesteld. De intrekking der verloven kwam, en daarmede de onvolledigheid m
ons eerste, juist met die wedstrijden, waar alles op het spel stond. We verloren
dan ook beide malen met sprekende cijfers.
In den eersten wedstrijd, wisten de onzen tot de rust goed partij te geven,
met 32 in ons nadeel was nog niet alle hoop verloren. Wie kon toen ver
moeden, dat er met 92 verloren werd?
Ook de return wedstrijd te Rotterdam werd door een onvolledig team
gespeeldtot de rust houdt de H. F. C. keurig stand, en is ieder vol lof over
ons spel tegen een nagenoeg volledig Sparta. Maar daarna komen de Rotter
dammers weer los en met 6 1 zien we ons geslagen, daardoor tegelijk dalende
van de derde naar de zesde plaats.
Kort na de laatste wedstrijden vertrok Dolf Bouvy naar Indië. Wel
jammer was het voor hem, dat hij ons niet in een glorieuzer periode heeft mo
gen verlaten.
We zullen in hem een prettig kameraad en een H. F. C. er in hart en
nieren moeten missen. Want dat was het kenmerk der Bouvv's, dat zij, hoewel
slechts kort lid der H. F. C. zijnde, met haar meeleefden, alsof zij van hun jeugd
voor haar gestreden hadden.
Nu kom ik tot ons tweede elftal. De wisselvalligheid in de uitslagen,
waarvan ik reeds hierboven gewaagde, is ook in '16 blijven voortduren. De
overwinningen waren over het algemeen klein, terwijl, als er verloren werd, dit
meestal met sprekende cijfers geschiedde. Bijvoorbeeld een 11—0 nederlaag tegen
H. B. S. II en 5o nederlagen tegen U. V. V. II en D. F. C. II. Een 6 1
overwinning op H. V. V. II kwam het doelgemiddelde weer ten goede, dat echter
toch sterk "negatief is gebleven, 29 vóór en 53 tegen. Het eindresultaat was:
7 gewonnen, 1 gelijk en 10 verloren, waarbij de 8ste plaats werd ingenomen.
Het derde en vierde elftal hebben in hunne afdeelingen geene schitterende
resultaten bereikt. Het derde fabriceerde uit 12 wedstrijden slechts 9 punten,