9 7
Hij werkte aanstekelijk op ons, niet dat wij zelf ook steeds lachten in die zware
wedstrijden, neen, de adem ontbrak er wel eens voor, maar wij wisten, dat achter Arie's
lach zijn ronde sportiviteit lag, dat het hem wel degelijk ernst was in zijn medestrijden
voor de promotie en dat wij op hem aan konden, hoe vermoeiend of zijn werk hem
soms viel. En wij wisten, dat alleen Arie zoo lachen kon. Is het niet menigmaal gebeurd,
Arie, de schrik van vele keepers
dat in een spannenden wedstrijd, waar ieder punt de beslissing kon brengen en waarin
Arie met een ongeloofelijken kogel naast had getrapt, waar een zacht balletje een goal
had beteekend, dat wij, andere spelers, elkaar aankeken en in plaats van kwaad werden,
lachten en tegen elkaar zeiden dat kan alleen Arie maar doen.
In deze promotie-jaren, toen het er op aankwam om schouder aan schouder te
staan, toen was het noodzakelijk, dat naast ieder s spelcapaciteiten ook zijn menschelijke
eigenschappen medespraken, was Arie de man van het goede humeur, door dik en
dun, steeds bereidwillig voor de inspanning, die gevraagd werd, de man, die weinig
sprak, maar waarin ieder den H. F. C.-vriend voelde, den sportsman met een lach.
Daarmede behield hij, misschien onbewust, een vroolijke sportiviteit in ons elftal en
dat was een groot ding.
F. C. K.
Arie in den Hilversum wedstrijd (25 Maart 1923).