13 -
onze club) worden we gedegradeerd. De strepen van de mouw We belanden in de
overgangsklasse, door mij vulgo het Doorgangshuis genoemd, 'n soort Duivelseiland.
De zomer was n tijd van rust. Waarom er 's zomers zoo sterk gerust moest worden,
weet ik niet. Er gebeurde, geloof ik, heelemaal niets. Alleen in Medan hielden ze zich
goed en Frits van Maas vormde er 'n kringetje H. F. C.'ers, waar je je petje voor af
zoudt nemen, als je in die warme landen überhaupt petjes droeg. Alleen Ben excelleert
in dien tijd, maar dat telde niet mee. 't Was m.i. 'n naar zomertje, om nog niet eens
van die weeë Olympiade-geschiedenis in Antwerpen te spreken.
Soit! In September gaan we het seizoen 1920 en het veld weer in. Er was, geloof
ik, weinig of niet getraind en we kunnen geen enkelen wedstrijd winnen. We degradeeren
nog dieper en zitten weer in de He klasse der
min-vermogenden op voetbalgebied. Ons ooilam
Ben scheept zich Febr. 1921 in naar Amerika.
Remmelts maakt 'n schitterende promotie als
medicus en vertrekt naar Amsterdam. Wij moeten
hem dankbaar zijn voor hetgeen hij nog voor
de club heeft willen doen, maar hij was door
zijn drukke bezigheden wellicht niet in staat
om 'n vereeniging als de H. F. C., die als 'n
baksteen kelderen bleef, zoo hard als het maar
eenigszins mogelijk was, bij de haren op het
droge te trekken. Enkele spelers verlaten het
zinkende schip. Muizen, die naar 'n zinkend
schip toe zwemmen, zijn zeldzaam, maar Snor
lapte het hem. In die zeer omineuze omstan
digheden wordt Snor Sijpesteijn voorzitter, en
met hem een man, die blakend van clubliefde,
de „right man bleek om die zware en moeizame
taak te aanvaarden. Nico Bouvy leidt de
training, die nu weer steviger dan in jaren
gebeurd was ter hand wordt genomen en Lotsy
wordt weer bestuurslid.
Den zomer van 1921 wordt er nu eens
niet „gerust", misschien omdat er geen lauweren
hoegenaamd waren om die bezigheid op te verrichten. Men wordt wakker, ik behoef
geen kwaad-boos nijdige, véél te scherpe „stukjes" meer te schrijven en Reynolds, op
royale wijze door Ajax aan ons afgestaan, belast zich met de training van ons kleen hoopke.
De beiaard van n nieuwen tijd knarst op de roestige hengsels, maar doet toch
gaandeweg n nieuw en beter geluid hooren. De kiem voor de herleving is gelegd. Met
de magere spooksels van een professionalisme, waaraan behoefte heette te zijn in
Nederland, bemoeien wij ons gelukkig niet. De N. V. B. werd het gelukkig met mij eens,
dat wij (N. V. B.) ons wél met die heeren moeten bemoeien, dat we zelfs 'n confectie-
pakje voor hen moeten laten maken in den vorm van 'n reglement en de deur flink
open zetten, opdat de kou weer gauw van de lucht zij (zooals dan ook geschied is
Wij hebben in den zomer ons XI-tal laten trainen en het seizoen 1921—'22 begint
met een deugddoend enthousiasme, vol moed en vertrouwen. Frits Kuipers is de man,
die daaraan 'n stevigen stoot geeft, en hoewel Peddy Francken ons verlaat en naar
HENK.