HET NUT VAN EEN TRAINER
J-fET voetbal is, zooals overbekend, uit Engeland geboortig, men vindt daar nog steeds
het beste spel, er zijn amateur-vereenigingen en professional-vereenigingende er
varing heeft bewezen, dat, hoewel het voorkomt, dat amateurs van professionals winnen,
de professionals toch regelmatig de meerderen zijn en dat zij het spel op een soort
standaardpeil houden.
Het feit en de wetenschap, dat voetbal hun vak, hun broodwinning is, is reden,
dat de professionals dagelijks met volledigen levensernst en nauwgezet verantwoordelijk
heidsgevoel het spel bestudeeren, ervoor leven en oefenen. Als trainer moet men dan
Een brok voetbal-geschiedenis.
ook iemand aanstellen, die professional voetballer is geweest, die eenige seizoenen in de
Engelsche eerste klas heeft gespeeld en daarin uitblonk, iemand, die regelmatig leeft,
niet drinkt, eerlijk is, kortom iemand, die te goeder naam en faam bekend staat en die,
wat leeftijd en lichamelijke geschiktheid betreft, nog in staat is goed mede te spelen.
Dat dergelijke personen, wanneer zij aan de hierboven genoemde eischen beantwoorden,
onze jonge spelers veel goeds kunnen leeren, spreekt vanzelf alsals tenminste
de onverzettelijke wil voorzit om het spel grondig te leeren en zich daarvoor evenredig
lichamelijk geschikt te maken.
De theorie over het spel kan men leeren uit boeken of in gesprekken met den
trainer achter een kop thee, dit zal niet vermoeien, maar de theorie in practijk brengen,
m. a. w. zich lichamelijk geschikt maken eischt heel veel inspanning, vermoeienis en tijd.
Men moet willen spelen of zijn oefeningen willen doen bij iedere weersgesteldheid,
zoowel in storm, regen als in sneeuw, dit hardt het gestel en leert het onmisbare aan^
1 Januari 1925. H. F. C-Oud-Internationals (2 4).
V. 1. n r. J. Bulder, T. Kessler, D. Lotsy. Kamperdijk. B. Kessler, Bosschart, M. Houtkooper, Mc Neill, Welcker, Thomée,
Mannes Francken, Bisselick (scheidsrechter).