ZANG 7. Het tromvel is nu stom, ook de klaroenen zwijgen, Geen dapper oorlogsvolk gaat weer ten strijde tijgen. Het bloedig zwaard gewischt, het helmvizier ontloken, De trouwe Durandal wordt in 't foudraal gestoken, De scalpen nu geteld. Ei rijgt ze tot festoenen, Hangt z' op in 't pronkvertrek en rust nu uit, Kampioenen Uw harde oefentijd, uw wilsdwang vond belooning, Het doel is thans bereikt, uw eigen wil was koning Onthoudt dit resultaat, een leerschool voor uw leven, Wie volhoudt, wint aan 't eind, ziet and'ren om zich sneven, Uw trappers gaan in 't vetuw meisje thans gekust, De training is gedaan, het krijgsvuur is gebluscht En valt dan weêr het loof, de zomertijd verstreken, Dan traint weer als van ouds, het nut is U gebleken. Z. V. V. Mij rest nu nog de taak het kampjaar te bezingen Beschreven dient nu nog het eind der worstelingen. Z. V. V. H. F. C. Daar zal 'k maar mee beginnen Wij kregen ditmaal klop (geen nood, we waren binnen). Wij leidden met één-nul, doch Frits en Wim Reijdon Geraakten vleugellam. De tegenslag begon. ('n Sterk vóórspel in den morgen van de Good-Old-mispels [tegen de Z. V. V. oud roest). De mispels hadden reeds, als Good-Old-veteranen, Z. V. V. ingezout, het bleek een ploeg van kranen. Het eenige veld, waarop we in het seizoen 1921-'22 verloren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1924 | | pagina 94