H. F. C. IN 'T GOUD M^N kennis van H. F. C. is oppervlakkig. Persoonlijk heb ik van al die honderden Blauw-witten, die over de velden hebben gedraafd, slechts gekend: Remmelts en A. Verweij, met wie ik hoevele jaren nu al weer geleden waterpolo heb gespeeld. Maar al was mijn bekendheid met H. F. C. oppervlakkig, er is geen club in Nederland, wier wel en wee na Sparta, waarmee ik nu eenmaal ben opgegroeid me altijd zoo aan 't harte is gegaan. Ik herinner me nog goed, hoe ellendig ik het vond, toen de Good Old degradeeren moest. Maar levendiger nog staat het me voor den geest, hoe na die inzinking de opgang begon en hoe het aan de H. F. C. gelukken mocht, zich na een schitterend seizoen, waarin elke Zondag opnieuw een prachtige oplaaiïng te zien gaf van enthusiasme en van energie, weer te scharen in de eeregarde van de Westelijke Eerste- Klassers. Elke overwinning in die dagen bezorgde mij een sensatie van geluk. 'k Ben zelf, evenals H. F. C., van 1879 en dat wil dus zeggen, dat ik heel wat wedstrijden van H. F. C. heb aanschouwd. Het waren altijd feesten voor me, als de groote Haarlemsche naar Rotterdam kwam. De ontmoetingen van Sparta tegen H. F. C. vormden telken jare voor mij de hoogtepunten van het seizoen. De H. F. C. van vroeger vereenzelvig ik altijd met de beide van Waveren's. De meeste spelers uit die oude tijden zijn uit mijn herinnering verdwenen, maar rotsvast staan er nog altijd de figuren van die beide broeders. Die twee vormden in mijn jonge jaren het beste en alleredelste, wat er op de voetbal velden te vinden was. Wat moet het een voorrecht geweest zijn om het tegen zulke tegenstanders op te nemen Toen ik me later wat in de sportjournalistiek ging bewegen, schreef ik dat weet ik heel zeker! het liefste de Sparta-verslagen, waarin H.F. C. een rol speelde en ik ben Karei Lotsy altijd nog dankbaar, dat hij in het herdenkingsboek bij het 40-jarig bestaan, zulk een verslag van „Jan van Buiten" heeft opgenomen Dat heb ik gevoeld als een groote onderscheiding, waarop ik tot heden nog zéér trotsch ben. De H. F. C. 50, de groote Haarlemsche in 't goud Als er één vereeniging is, waaraan ik in alle oprechtheid een gestadigen voorspoed toewensch, dan is het wel H. F. C. Moge de club van de Van Waveren's blijven bloeien tot in lengte van dagen. A. TORDOIR Bzn. Op Curasao (1929). Twee onzer trouwste leden, Wira Reijdon en Henk Engel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1929 | | pagina 122