SEIZOEN 1926/27
„Algemeene" van 11 September bracht geen verandering in het Bestuur, terwijl de
leiding van Cees er op gericht scheen, om lastige rondvragers ontijdig naar huis te
zenden. De sombere rede van Mr. Davidson over onze financiën was meer somber dan
waar. De flauwe poging om den Penningmeester van verduistering van het imaginaire
invaliditeitsfonds te verdenken, mislukte door tijdig ingrijpen van de eerstdaags jubileerende
Kascommissie. Neen, zoolang er nog moerbeien bij Pelt in den tuin groeien,- zoolang
wij nog op tribunes kunnen afschrijven en het ook doen, zoolang Tinus nog een wakend
oog houdt en Jan van den Gemeente-raad nauwkeurig elk kaartje napluist, zoolang
Bij Lou van der Vinne (Djember - Java), Maart 1928.
zullen er bij ons geen fondsen, die er toen niet eens waren, verloren gaan. Toch had
hij wel een beetje gelijk. De tribunes stonden hoog, te hoog zelfs, maar waar Keulen
en Buiksloot niet in één nacht gebouwd zijn, kon de Penningmeester de tribunes niet
in één jaar op Amsterdamsch peil brengen. Nu we drie jaar verder zijn, kunnen we
met ons kleine tribunepostje, zonder een noemenswaardige crediteurenrekening en met
een grappig kassaldo-tje, als eenvoudige, nette burgermenschen voor den dag komen.
R. C. H. jubileerde en ons „eerste" elftal was de gast, die ongenadig op zijn gezicht
kreeg (5—1). Karei nam de pen ter hand en liet een noodkreet in de H. F. C.'er
plaatsen met veel vette lettertjes er tusschen. Het hielp direct, getuige de daarop
Een beroemd H. F. C. trio
V.l.n. r.Mannes Francken. Lou v. d. Vinne en echtgenoote, Mr. Jacques Francken.