- 143
wijle af en het publiek dacht minstens, dat er tot eenige meters in den omtrek geen
spaan overbleef, terwijl menige vrouwelijke toeschouwer de oogen dichtkneep en dan
door gilletjes uiting gaf aan een van vrees bezwangerden gemoedstoestand. Kees was echter
niet zoo gevaarlijk, als hij er uitzag, maar altijd die ruige rotbroekdewelke hij
aan had met een daarbij passend gezicht, waar in het heetst van het gevecht twee
verwilderde karbonkels konden uitpuilen! Als je hem niet kende, was het werkelijk
angstwekkend om kleine kinderen te verstoppen. Aan zijn dessous kon je hem
kennen, op mijlen afstand. Iedereen kon dus op zijn hoede wezen, dat herkennings-
teeken was altijd eenvoudig, vooral bij mistig of druilerig weder of als s winters
de donkerte wat vroeg inviel, was hij het, die het eerst in de gaten liep. Kees begreep
destijds al in den volsten zin van het woord de beteekenis van een allernoodzakelijkst
kleedingstuk, tenminste, hij deed er al voetballende nimmer afstand van, ook al
waren de herfstdraden nog niet aanwezig en had de lentezon zijn joyeuse entrée reeds
gemaakt. Velen veronderstelden, dat hij zijn X-beentjes nooit wilde laten zien, an
deren daarentegen wisten te vertellen, dat hij „kouwelijk van aard was, weer anderen
fluisterden, dat hij nogal lui was uitgevallen en zoodoende aan het omkleeden een
broertje dood had.
Intusschen, Kees heeft geloopen achter den bal op Holland s voetbalvelden, ondanks
harde woorden en spottende glimlachjes, allemaal vanwege „het noodzakelijke kleeding
stuk", doch geeft hem de ruimte, welke hij nog heeft, ook in de groote maatschappij
loopt hij mede en niet als de minste, integendeel, wij oud-vrienden zien nog wel eens
een Prof. in hem en dan gaan we wéér schrijven en wéér oude koeien uit de sloot halen.
EEN OUD KEEPER.
Het konijn.