- 146 - deel uitmaakte van de Westelijke grootheden en als zoodanig partij gaf aan H. V. V., H. B. S., Sparta en H. F. C., om maar enkele der prominente Westelijke eerste-klassers te noemen. Als ik aan H. F. C. denk, dan komen mij al die sterren van weleer en thans weer voor den geest, en zie ik het cadetten-uniform, annex blauw-wit voetbalshirt, van Bert Stom en later van Dolf van der Nagel omgetooverd in een officierstenue, annex het kraakwitte H. F. C.-hemd. Als ik aan H. F. C. denk, dan denk ik aan bekende internationals als Ben Verweij, Cees ten Cate, Mannes en Jacques Francken, Nico Bouvy, Frits Kuipers, Dick Sigmond van vroeger, aan Gejus van der Meulen en Wamsteker van thans, aan v. Renesse, den aanvoerder van Holland's jeugd-elftal en aan mijn Zuidelijken vriend Tonny van Haeren. Als ik aan H. F. C. denk, dan denk ik aan Zaterdag 16 Maart 1912, toen ik met Mannes Francken en Jan Vos op de Market-place in Huil een prentbriefkaarten-winkel bezocht, waarin „a very pretty girl'' ons bediende en waar Mannes en ik teere snaren in ons binnenste voelden trillen vanwege „the lovely connections". Als om strijd hebben Mannes en ik de prentbriefkaarten-correspondentie vanuit Haarlem en Breda met „the dear lady of the card-shop" volgehouden, vele maanden nadat EngelandNederland was gespeeld, totdat de volgende „foot-note" op een der Engelsche liefdesboden me verraste: „How is your friend, is he still alive?" Dat Mannes in leven was, wist ik, maar dat hij de papieren wisselwerking tusschen „her" and „him" had stopgezet, dat kon ik nauwelijks gelooven, maar werd me niettemin door Mannes korten tijd daarna persoonlijk bevestigd. Uit piëteitsoverwegingen ik was met „half the love" meer dan content heb ik er toen ook maar een eind aan gemaakt. Maar wie schetst mijne verbazing, toen ik, met Jan Vos, op 15 November 1913, ter gelegenheid van den volgenden wedstrijd EngelandNederland, andermaal te Huil de „card-shop bezocht en de „pretty girl" ons begroette met „What a surprise My Dutch friends here vervolgens de deur-opening beloerde, als verwachtte zij meer bezoekers en daarop, lichtelijk aangedaan, vroeg „Where is the boy from Haarlem? Of Mannes ook indruk gemaakt had Als ik aan H. F. C. denk, denk ik aan ons prille voetbal, smetteloos als'n H F C.- shirt, en aan die sympathieke combinatie, die ons spel hier te lande introduceerde op initiatief van Pim Muiier, ons aller voetbalvader. Als ik aan H. F. C. denk, kom ik tot de conclusie, dat ik veel te laat geboren ben, omdat ik, bij vroegere aanschouwing van het levenslicht, me thans tijdgenoot had mogen noemen van deze roemruchte vereeniging, die een sieraad mag heeten voor ons Nederlandsche voetbal, dat thans zijn gouden bruiloft viert met zijn eerste en eenige bruid, de onvolprezen „Haarlemsche Football Club". J. P. VAN BEL.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1929 | | pagina 150