Lid van H F. C. te zijn, van Holland's oudste voetbalclub, van een van Nederland's beste sportvereenigingen, dat is een voorrecht. Maar tegenover dat voorrecht staat aan den anderen kant voor elk lid een meer dan gewone voetbalplicht. Wie als zijn vereeniging kiest een club met een groot verleden, een club van den allereersten voetbal-adel, die neemt bij de aanvaarding van dat lidmaatschap tevens en tegelijk de verplichting op zich om mede te helpen werken aan het verkrijgen van een toekomst, het verleden en de mooie reputatie van die club waardig. Het is een mooie, maar moeilijke taak, een eervolle traditie te helpen voortzetten, doch oneervol zou het zijn in het prachtige kasteel, door de voorvaderen zoo sterk gebouwd, te luieren en het niet met alle kracht te verdedigen tegen iederen aanval. Ik ken de bezwaren, de echte en de vermeende, die spelers van vereenigingen gelijk H. F. C. vaak tegen het hedendaagsche voetbalwezen hebben, ik ken de moeilijk heden, waarmede clubs als de Uwe dikwijls te kampen hebben, maar, als die bezwaren zich voordoen en die moeilijkheden verschijnen, denkt dan, H. F. C.'ers, aan den anderen kant aan Uw voorrecht, bedenkt dan ook, dat het juist een van H. F. C.'s grootste verdiensten is geweest, dat zij, terwijl rondom haar heen de omstandigheden en de toestanden zich sterk wijzigden, steeds in eigen huis dezelfde oude sfeer heeft weten te bewaren en dat desondanks, Uw voorgangers de club altijd sterk en krachtig hebben weten te houden. Herinnert U dan, H. F. C.'ers, gij die afstamt van oerouden voetbaladel, het„Noblesse oblige En strijdt en vecht voor H. F. C., gelijk Uw voorgangers er voor gestreden hebben. HENJOH.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1929 | | pagina 160